Het waren turbulente dagen en mentaal een vermoeiend weekend. Het woord 'hacking' heeft zo'n benauwde uitwerking, een woord waar ik schrik van krijg. Vroeger was er 'hacking' van treinstellen, vliegtuigen, VIP's, banken, allemaal ver van mijn bed. Nu komt dat fenomeen 'in' huis en staat men er soms machteloos tegenover. De 'privacy' wordt zonder dat je het weet te grabbel gegooid. Erger zelfs, men moet het kunnen 'herkennen' als een binnendringen in een computersysteem. Gelukkig kan ik rekenen op slimme mannen om het in eerste instantie 'te zien' en in tweede instantie 'op te lossen'. Een computer is zo'n beetje hetzelfde als een auto: ik kan het vlotjes gebruiken maar kan niets repareren als er een onbekend geluid te horen is of als er een lichtje flikkert op het dashboard. Zo ook met de computer, plezant om te gebruiken maar het mag niet haperen. Doordat het opgelost is had ik een zéér goede nachtrust. Niet alleen door het maken van de pc, maar de hond heeft de 'rozijnenboterham' goed verteerd. Want dat was ook een bekommernis of hij er geen last van zou hebben. Niet alleen ikzelf heb rust, ook buiten is weer alles peis en vree. Het verlof is achter de rug. De jeugd is terug naar school, de ouders terug aan het werk. Alleen de ouderen lopen hier nog rond, met een karreke voor de hond, of met hun steunkarreke waar ze eventueel eens op kunnen zitten of de boodschappen mee vervoeren of als steun bij het lopen. De gewone gang van zaken in stralend en warm najaarsweer. Iedereen tevreden voor een korte tijd, tot alles weer té gewoon is geworden. En door de rust in mijn hoofd kon ik weer al mijn taalvraagjes correct oplossen en ook mijn woordspelletjes. En nu is het tijd om te foerageren, niet alleen de dieren of de scouts moeten in hun mondvoorraad voorzien, ik ook. Tot morgen
|