Gewoonlijk zijn naweeën pijnen die er na een bevalling komen, en dat heb ik drie keer meegemaakt. Nu gebruik ik het woord om de 'zeer' die ik heb na mijn valpartij, te omschrijven. Gelukkig belet het me niet om te schrijven, want ik ben up-to-date door aan machineschrijven te doen en dan mijn schrijfsels op het internet te posten. Dat vraagt geen fysieke inspanningen wat me niet zou lukken moest ik alles met pen en papier opschrijven en naar de post zou moeten lopen om het papiertje te versturen. Daarmee wil ik zeggen dat ik een serieuze smak tegen het asfalt gedaan heb en dat de gevolgen zich nog laten voelen. Hoe die renners zich zo snel kunnen herstellen na valpartijen, en verder doen in hun wedstrijd, begrijp ik hoegenaamd niet. Natuurlijk zijn ze veel jonger dan ik, maar met geweld tegen de grond gaan, schaafwonden hebben en in een onmogelijke en onnatuurlijke houdingen gelegen te hebben, geeft toch voor iedereen, ongeacht de leeftijd, wat pijntjes, verrekkingen en ongemakken. Uit noodzaak zit ik stil op mijn schrijfstoel en ben ondertussen stiekem blij dat ik geen nieuwjaarsfeestje heb en nergens naartoe moet gaan. En zo slepen de laatste dagen van 2023 zich rustig verder, tot het nieuwe jaar begint. Ik had eerst gedacht om het lied van de jarige Peter Koelewijn te beluisteren "Kom van dat Dak af". Maar gezien mijn stijve toestand is dat toch geen goed idee. Het is een ritme waarbij ik veel wil bewegen en dat zit er vandaag niet in. Ik luister dus maar stilletjes naar een ballade van een andere jarige, Marianne Faithfull, "The Ballad of Lucy Jordan". Dat blijft een beklijvende tekst om te aanhoren en is nog altijd een realiteit. Vooraleer af te sluiten geef ik nog de weerspreuk van de dag mee. Het is de feestdag en ook de naamdag van mijn jongste zoon Thomas. Hij is even onkreukbaar als Thomas Becket (1118-1170) maar niet zo heilig: 'als met Sint Thomas de dagen lengen, beginnen de nachten te strengen'. Tot morgen
|