Foto
Inhoud blog
  • GOMMAAR TIMMERMANS OVERLEDEN
  • Toespraak bij de opening van uitgeverij
  • Speciale tekening van Felix Timmermans
  • Wat andere kunstenaars over de kunst van Timmermans schreven - Flor van Reeth
  • Intervieuw met Tonet Timmermans - Jooris van Hulle
  • Beste bezoeker
  • Op bezoek bij Tonet Timmermans - Denijs Peeters
  • Timmermans in Baarn - Huub van der Aa
  • Felix Timmermans en Camille Melloy - Etienne De Smedt
  • Ge zijt uw eigen baas en uw eigen koning - Bart Van Loo
  • Boerenpsalm tentoonstelling in Mol
  • Felix Timmermans was voor alles Dichter - Erik Verstraete
  • Laat het nu stil worden - Herman-Emiel Mertens
  • De Stille Timmermans - Marcel Janssens
  • Pallieter - Fons Sarneel
  • Begrafenis van Felix Timmermans op 28/01/1947 - Gaston Durnez
  • Job Deckers en de lokroep van Schoon Lier - Roger Vlemings
  • En waar de ster bleef stille staan - Felix Timmermans
  • De Fé herleeft in Lier - Paul Depondt en Pierre De Moor
  • " E Vloms keuningske " - Gaston Durnez
  • Sint Gommarus - Felix Timmermans
  • Timmermans ter ere, een selectie uit zijn picturaal werk - G. Carpentier-Lebeer
  • Bij de heilige Anna klinkt hardrock-muziek - Frans van Schoonderwalt
  • En als de Ster bleef stille staan... - J.J. Vürtheim Gzn
  • Felix Timmermans, de Liersche Breughel - Caty Verbeek
  • Het afscheid van Felix Timmermans - Redactie
  • De Poëzie van Felix Timmermans - De Nieuwe Gazet 09/08/1947
  • Uniek dat auteur alles van zijn werk heeft bewaard - Frans Keijsper
  • De fijne nostalgie van Felix Timmermans - Rigoberto Cordero y Léon
  • Lier gegroet, nog duizend pluimen op uw hoed - Willem Hartering
  • De Timmermans-tegeltjes - Ward Poppe en Philip Vermoortel
  • Pallieter wint het van Wortel - Gaston Durnez
  • Het spekbuikige Brabant en het magere Kempen land - Marcel Pira
  • De Zeemeermin - Bert Peleman herdenking op 11/07/1986
  • Profiel van Felix Timmermans - Etienne De Ryck
  • Lia Timmermans - zo was mijn vader - Manu Adriaens
  • Felix Timmermans in Waalwijk - Arthur Lens
  • Overeenkomst - Van Kampen
  • Ronald
  • Mooie Faience steentjes van de Fé
  • Mooie opdrachten - uniek materiaal
  • Bij de recente Duitse vertaling van Adagio - Stijn Vanclooster
  • Dit schreef Gommaar
  • Waarom ik van Timmermans hou. (deel 1) - Viktor Claes
  • Waarom ik van Timmermans hou. (deel 2) - Viktor Claes
  • Felix Timmermans - Uit mijn rommelkas
  • Felix Timmermans, zijn succes en zijn schrijversplannen - Redactie
  • Een Tafelspeech en een Interview - Karel Horemans
  • De Muziek in het werk van Timmermans - Louis Vercammen deel 1
  • De Muziek in het werk van Timmermans - Louis Vercammen deel 2
  • Streuvels en Timmermans - Jan Schepens
  • Reimond Kimpe - Joos Florquin
  • Pallieter in Holland - Cees Visser
  • Intimations of Death - Schemeringen van de Dood
  • De Blijdschap van Guido Gezelle en Felix Timmermans. - Gaston Durnez
  • Toespraak gehouden in Hof van Aragon - Philip Vermoortel
  • De schrijver Antoon Coolen in Hilversum - P.J.J.M Timmer
  • Felix Coolen
  • Pallieter verboden - redactie Het Vaderland
  • Over Pallieter. - Voordracht in het Foyer-Concertgebouw op 24 januari 1919.
  • Beste vrienden - redactie
  • 'Ik heb mijn kinderdroom waargemaakt' - Lieve Wouters
  • De man achter GOT - Andy Arnts
  • Gestopt met tellen, Hoeveel boeken ik geschreven heb - P. Anthonissen
  • Liefde is nooit verboden - Frans Verleyen
  • Felix Timmermans overleed vandaag - Bertje Warson
  • Saluut bij een honderdste verjaardag - Marc Andries
  • Timmermans op de planken - Daniël De Vos
  • Gaston Durnez Exclusief - Etienne Van Neygen
  • Vlaamser dan Vlaams. - Hans Avontuur
  • Felix Timmermans en Averbode - G.J. Gorissen
  • Een tweede leven voor Timmermans en Claes - Patrick Lateur
  • Een Brief aan Felix Timmermans - Johan De Maegt
  • Dichter und Zeichner seines Volk - Adolf von Hatzfeld
  • In de Koninklijke Vlaai - Felix Timmermans
  • Fred Bogaerts - Adriaan De Bruyn
  • De Natuur blijft verbazen
  • Kluizekerk sloot definitief - redactie
  • Timmermans heeft geen Fascistisch Bloed - Lode Zielens
  • Om er even bij stil te staan - Etienne De Smet
  • Tekeningen
  • Aan boord met Felix Timmermans - Anton van Duinkerke
  • Gommaar Timmermans - GoT 90 jaar
  • Het Menu - Bonni Konings
  • Onuitgegeven handschrift van Felix Timmermans
  • Zet uw ziel in de zon - Gaston Durnez
  • Stijn Streuvels 70 jaar - Felix Timmermans
  • Anton Pieck: een vriend van Vlaanderen - K. Van Camp
  • De Pallieter kalenders. - Marc Somers - Deel 1
  • De Pallieter kalenders. - Marc Somers - Deel 2
  • De Pallieter kalenders. - Marc Somers - Deel 3
  • Zelfportret - Felix Timmermans
  • Ik had zo graag Felix geheten! - Daniël De Vos
  • Tony Fittelaer: « Kozijn Felix was een buitengewoon mens » - Vandecruys Geert
  • In en over Juffrouw Symforosa - Arthur Lens
  • Bij Pallieter thuis - Redactie
  • Kalender 1932 - Felix Timmermans
  • Mijn eerste boek - Felix Timmermans
  • De Fé vulde een kamer - Martine Cuyt
  • Met Timmermans op literaire bedevaart naar Lier - Jaak Dreesen
  • De Toverfé - Wannes Alverdinck
  • " Er gebeurt iets… Timmermans herdacht " - Jan Vaes
  • Bij Marieke is de Fee nog thuis - Marc Andries
  • Oosters Geschenk van Clara Timmermans (Haiku's)
  • Een soep met vier troostende mergpijpen - Gaston Durnez
  • Met Felix Timmermans op stap door Lier - Jos Vermeiren
  • Professor Keersmaekers over Felix Timmermans - Jaak Dreesen
  • Honderd jaar geleden werd Felix Timmermans geboren
  • Tonet Timmermans overleden 26/03/1926 - 16/04/2020
  • Briljante vertegenwoordiger van de volkskunst ! - Al. Slendsens
  • De goede Fee op zoek naar de Kern - Gaston Durnez
  • Saluut bij een honderdste verjaardag - Marc Andries
  • Een ministadje uit de voltooid verleden tijd - Frans Verstreken
  • Felix Timmermans, Tekenaar en Schilder - Denijs Peeters
  • In defence of Timmermans - Godfried Bomans
  • Hoe Pallieter werd onthaald door Nederlands publiek - Karel van den Oever
  • Adriaan Brouwer - Sirius
  • De Pallieter rel - Lode Zielens
  • Boerenpsalm - Willem Rueder
  • De zachte Keel - Frans Verstreken
  • Feestelijke Groeten
  • Merkwaardige gesprekken - Gommaar Timmermans
  • En als de Ster bleef stille staan - Top Naeff
  • Gaston Durnez - Overleden
  • Felix Timmermans - Rond het ontstaan van Pallieter
  • Een barre winter in Schoon Lier - Henk Boeke en Claus Brockhaus
  • Interview met Gommaar Timmermans - Bertje Warson
  • Felix Timmermans werd onrecht aangedaan - W. Roggeman
  • Gesloten wegens nieuwe schoenen - Toon Horsten
  • Boerenpsalm - Peter Claeys
  • Gommaar Timmermans - Paul Jacobs
  • Ernest Claes - Felix Timmermans en voordrachten in Duitsland
  • De Molen van Fransoo - Felix Timmermans
  • De Vroolijkheid in de Kunst - Carel Scharten
  • Adagio - Felix Timmermans
  • Hoe ik verteller werd - Felix Timmermans
  • Pallieter wordt honderd jaar - Bertje Warson
  • Openingstoespraken - Timmermans-Opsomerhuis 1968
  • Toespraak Artur Lens Archivaris - 1968
  • Toespraak Hubert Lampo - 1968
  • Timmermans als Schilder en Etser - Floris Van Reeth
  • Felix Timmermans, Dichter und Zeichner seines Volk.
  • Felix Timmermans - Theo Rutten
  • Gesprek onder vier ogen - Fred Bogaerts 70 jaar
  • Timmermans over De Pastoor in den bloeienden Wijngaerdt
  • Tooneel te Brussel
  • De vroolijkheid in de Kunst
  • Stamboom van Felix Timmermans
  • Timmermans over "De Pastoor uit den Bloeienden Wijngaert
  • Felix Timmermans over den Vlaamschen humor
  • Adagio - Lia Timmermans
  • De nachtelijke Dauw - Felix Timmermans
  • Felix Timmermans geschilderd door Tony Claesen - 2018
  • De Nood van Sinterklaas - Felix Timmermans
  • De Vlietjesdemping te Lier - Felix Timmermans
  • Pallieter naast Boerenpsalm
  • Pallieter in het klooster - Cees Visser
  • Info FT Genootschap
  • F T Fring bestaat 25 jaar
  • Timmermans en de Muziek - Daniël De Vos
  • Fons De Roeck
  • Is Timmermans Groot ? - Felix Morlion O.P.
  • Renaat Veremans vertelt - José De Ceulaer
  • Vacantie bij de oude boeken - Gaston Durnez
  • Foto's van Oude Lier 1
  • De Pastoor uit den Bloeyenden Wijngaerdt
  • Brief Gommer Lemmens - 11/06/2013
  • 70 jaar geleden ....
  • Overlijden van de Fé
  • Luisterspel Pallieter 2016
  • Bibliotheek van de stad Lier
  • Anton Thiry - Gaston Durnez
  • postkaarten
  • Een Mandeke Brabants fruit
  • Clara Timmermans overleden
  • Covers van Pallieter
  • Pallieter en Felix Timmermans
  • Toespraken 25/6/2016 - Kevin Absillis, Kris Van Steenberge en Gerda Dendooven
  • De Lierse Lente - Ronald De Preter
  • Felix Timmermans - Emiel Jan Janssen
  • Pallieter honderd jaar - Gaston Durnez
  • Adagio - Frans Verstreken (Hermes)
  • Pallieter, een aanval en verdediging
  • Foto's 1
  • Driekoningen-Tryptiek - Jacques De Haas
  • Over Pallieter (25/01/1919)
  • Timmermans' werk in het buitenland
  • De Eerste Dag - Felix Timmermans
  • Het Kindeke Jezus in Vlaanderen
  • Fred Bogaerts - Felix Timmermans
  • De Harp van Sint Franciscus - Gabriël Smit
  • Timmermans en Tijl Uilenspiegel
  • Felix Timmermans ter Gedachtenis
  • De Vlaamse Timmermans - Paul Hardy
  • Timmermans was Einmalig - José De Ceulaer
  • Levenslied in schemering van de dood - Gaston Durnez
  • Expositie in De Brakke Grond te Amsterdam
  • Bij de Hilversumsche Gymnasiastenbond
  • Timmermans als schilder en tekenaar - W.A.M. van Heugten
  • De onsterfelijke Pallieter - Tom Vos
    Zoeken in blog

    Beoordeel dit blog
      Zeer goed
      Goed
      Voldoende
      Nog wat bijwerken
      Nog veel werk aan
     
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Felix Timmermans
    Vlaamse schrijver, dichter en schilder * 1886 - 1947 *
    05-10-2006
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Felix Timmermans - Gaston Durnez

    …Felix Timmermans was een der populairste en meest geliefde kunstenaars van Vlaanderen.

    Zijn Pallieter werd voor velen een zinnebeeld van Vlaamse levenslust. In de eerste grote biografie van de kunstenaar sinds dertig jaar werpt Gaston Durnez een nieuw licht op de geestelijke en artistieke evolutie van Felix Timmermans, op zijn flamingantische houding, op zijn vrienden en tijdgenoten en op de dramatische oorlogsjaren en zijn dood. Hij baseert zich daarbij op tal van studies, maar ook op ongepubliceerde correspondentie, op getuigenissen van Timmermans’ echtgenote, familie en vrienden en op handschriften van de kunstenaar, waaronder een jeugdroman en andere ongekende teksten. De figuur van de kunstenaar komt zo naar ons toe als veelzijdiger en diepzinniger dan velen hem dachten te kennen…


    img223/6771/gdmediumso6.jpg
     

    Felix Timmermans : een biografie

    door Gaston Durnez

    Bespreking

     

    Felix Timmermans, de "schilder met de pen, verteller met het penseel", is onbetwist een van de meest vooraanstaande figuren in de Vlaamse letteren van voor de Tweede Wereldoorlog, ook al werd hij in de tweede helft van deze eeuw door de jonge beeldenstormers wel eens verweten dat hij té Vlaams was, te veel heimat-gericht en al te zeer doordrongen van een christelijke levensbeschouwing, om aanspraak te kunnen maken op een ruime belangstelling en waardering van nieuwe generaties. Dat deze visie deels het gevolg is van een diepgewortelde vooringenomenheid bewijst de biograaf door zich te beroepen op zowel nieuw feitenmateriaal evenals revelerende getuigenissen die zijn onderwerp in een nieuw daglicht plaatsen. Er is de biograaf ondertussen een resem aan studiegenoten (o.a. J. de Ceulaer, L. Vercammen en M. Tralbaut) voorafgegaan en vele aspecten in leven en werk van Timmermans werden reeds besproken in publicaties van het Felix Timmermans Genootschap, maar het is beslist de grote verdienste van Gaston Durnez dat hij zowat alle feiten en gegevens over leven en werk heeft samengebracht en één groot overzichtelijk geheel heeft gemaakt -- interessant voor de literatuurkenner en bevattelijk voor de leek -- opgesteld in een glasheldere en boeiende journalistieke stijl.

     

    Deze biografie pretendeert niet 'officieel' of 'officieus' te zijn, maar zij is ongetwijfeld de meest volledige. In zijn voorwoord stelt Durnez: "Dit levensverhaal heb ik geschreven in opdracht van de Vlaamse uitgeverij Lannoo. Een vererende opdracht. Ik heb geprobeerd hem zo objectief mogelijk uit te voeren, schrijvend over de donkere levensdagen zowel als over de zonnige. Zonder te verbergen dat ik sinds mijn jeugd, zoals zovele generatiegenoten, grote eerbied en liefde voor de kunstenaar heb gevoeld en blijf voelen. Ik hoop de oude mening te mogen tegenspreken dat een biograaf 'eigenlijk' geen vriend van zijn onderwerp mag zijn. Liefde is niet blind, liefde geeft je ogen licht."

    Diezelfde liefde, maar gericht door de objectieve onderzoekszin van de journalist, zet de biograaf aan zijn onderwerp vrij te pleiten van een uitgesproken culturele collaboratie met de Duitse bezettingsmacht, een verwijt ontsproten aan diens aanvaarding van de Rembrandtprijs in 1942.  In die zin stelt Gaston Durnez zich op één lijn met historicus Bert Govaerts, die de thesis huldigt dat Timmermans naar het einde toe de gevangene van zijn roem is geweest, en dat de kunstenaar niet langer meer beschikte over de fysieke kracht om zich weerbaar op te stellen tegen een regime dat hem niet aan het hart lag. In deze optiek kan men Timmermans dus bezwaarlijk meer verwijten dan het merendeel van Vlaamse auteurs gedurende deze donkere periode (E. Claes, G. Walschap en S. Streuvels incluis).

     

    Wie deze biografie leest, zal inzien dat boeken als Pallieter en Adriaan Brouwer op geen enkel lectuurlijstje of overzicht (zij het katholiek of vrijzinnig) mag ontbreken.

    De biografie is voorzien van talrijke foto's, een uitgebreide bibliografie en een namenregister.

    ISBN : 90-209-4112-7

    05-10-2006 om 00:00 geschreven door Mon

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 4/5 - (3 Stemmen)
    >> Reageer (1)
    04-10-2006
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Bespreking Biografie Felix Timmermans van Gaston Durnez

    De onschuld van Felix Timmermans

    Biografie – Lier het middelpunt van de wereld

     

    Door Elke Brems – 11/01/2001

     

    Zijn Duitse connecties maken van Felix Timmermans een nog altijd omstreden figuur. Gaston Durnez had zich blijkbaar voorgenomen om met zijn Timmermans-biografie voor eens en voor altijd zijn onschuld onomstotelijk vast te stellen. Timmermans' privé-leven interesseert hem niet, zijn denkbeelden des te meer. Door de uitvoerige context is Felix Timmermans. Een biografie niet alleen een levensbeschrijving maar ook een tijdsdocument geworden.

                De biografie van Felix Timmermans is even spekbuikig als haar onderwerp, om het op zijn Timmermans' te zeggen, of op zijn Durnez' natuurlijk, want de biograaf spreekt in dit boek volmondig de taal van zijn geliefde auteur. In het voorwoord is de biograaf zelf het hoofdpersonage en komt de verhouding tussen Durnez en Timmermans goed tot uiting. Durnez laat er geen twijfel over bestaan: ,,Ik hoop de oude mening te mogen tegenspreken dat een biograaf 'eigenlijk' geen vriend van zijn onderwerp mag zijn. Liefde is niet blind, liefde geeft je ogen licht.''

                Durnez doet een beroep op onze tolerantie en ruimdenkendheid, in timmermansiaanse vermomming: ''liefde'', ''ogen'', ''licht'', allemaal spilwoorden in het vocabularium van Timmermans. Zo krijg je in het voorwoord niet de gebruikelijke scheiding tussen de twee stemmen, maar eerder een versmelting, expliciet en impliciet. Durnez besluit zijn voorwoord met de woorden: ''Tot ziens in het Belofte Land, herberg!'' Daarmee lokt hij ons zijn boek in, waarvan het eerste hoofdstuk inderdaad ''Het Belofte Land, herberg'' heet.

    Aan dat beloofde land heeft Timmermans zijn tekenend en schrijvend leven gewijd, het was voor hem ''Lier, het middelpunt van het Land van Ryen en van de wereld.'' Voor Durnez is het beloofde land dan Lier in de tweede graad, namelijk het timmermansiaanse universum, het beeld dat de schrijver geschapen heeft van ''het middelpunt van de wereld''. Het beloofde land waar Durnez op zijn beurt de lezer naartoe wil lokken, is dan een derde graad: zijn eigen weergave van de wereld van Timmermans, zodat de spekbuiken elkaar niet toevallig lijken te spiegelen: het spekbuikige Brabant in de spekbuikige Timmermans in de spekbuikige biografie. En in vierde instantie uiteraard: een spekbuikige recensie.

                Felix Timmermans (1886-1947) moest eigenlijk Leopold heten, naar Leopold II, aan wie vader Timmermans op de zeedijk van Oostende zijn paraplu had geschonken toen het plots begon te regenen. Zijn moeder verkoos dan weer Maximiliaan, naar de avontuurlijke Oostenrijkse prins die als keizer van Mexico gefusilleerd werd. Maar omdat zijn oudste zus Clara een stiekeme hulde wilde brengen aan haar toenmalige vlam Felix, werd dat zijn derde naam en roepnaam. Zo begint het levensverhaal van de jonge held al met een kleurrijke anekdote, met drie personages voor de prijs van één.

    Op school was Felixje geen al te beste leerling, zijn moeder zorgde ervoor dat de rekenles als laatste van de dag werd gegeven zodat ze haar zoontje ervoor kon komen afhalen.

    Ook opstellen, toch vaak de eerste momenten van glorie voor toekomstige schrijvers, kreeg hij vaak terug met de opmerking ''Slecht, Felix!'' of ''Laat te wensen over''. Over veel verbeelding beschikte hij blijkbaar niet als kind. ''Op een keer moesten de jongens een opstel schrijven over 'Met de vlieger spelen'. Felix gaf een papier af met de mededeling: 'Ik kan daar niets over zeggen, want ik speel er nooit mee.''

                Enkele jaren later, rond 1901, kwam hij toch op gang, hij las alles wat hij kon te pakken krijgen en begon ook te schrijven. Durnez heeft die probeersels ingekeken, ''relikwieën van een tiener die bezig is de magie van de letters te ontdekken, vechtend met de woorden die nog niet van hemzelf zijn.'' De clichés kwamen misschien van Conscience, maar de spelling kwam van Timmermans en was abominabel (dat is nooit helemaal veranderd). Een zonsopgang kon in zulke schetsen bijvoorbeeld niet ontbreken: ''Het licht nam toe en een kleurenmangsel zette zich aanstonds in beweging. Het roodkleurige veranderde in purper, gele vlekken trok het dan zich over, de lucht schakkeerde zich in verdere tinten.''

    Zijn artistieke ontdekkingen gingen in snel tempo: van Bruegel over Streuvels, Omer Karel de Laey, Marie-Metz Koning, Victor Remouchamps en anderen tot Maurice Maeterlinck, die op de jonge Timmermans nog het meeste invloed heeft uitgeoefend. Timmermans belandde in een mystieke periode waarin hij de dichter een magiër waande en zich alvast ter bevestiging daarvan hulde in een wijde, zwarte mantel en lange haren droeg. Zijn schilderende vriend Raymond de la Haye wijdde hem in de theosofie en het occulte in en kreeg hem zelfs zover enkele jaren vegetariër te worden, tot ontsteltenis van zijn familie.

    Hij las alles wat maar enigszins mystiek aandeed: Blavatsky, Ruusbroec, Carlyle, Thomas a Kempis.

    In die tijd sloot hij belangrijke vriendschappen: Antoon Thiry, Flor van Reeth, Isidoor Opsomer, René Veremans. Ze stichtten een kunstkring, de ''salon'', die voor Timmermans een verwarrende leerschool werd, die hem beurtelings enthousiast en diepbedroefd maakte.

    Zijn ouders grepen in het stuurloze leven van de jonge Felix in en stuurden hem naar kennissen in Vloesberg om ''op zijn effen te komen''. Mooie brieven tussen moeder en zoon kwamen door die scheiding tot stand: ''Gy moet maer veel chocolade nemen om te eten te drinken, dat is heel verstraffent. Koopt wat u smaekt, en ik zal alle maenden u geld genoeg geven om al eens te snoepen,'' schreef moeder hem op 31 oktober 1907. Van Felix zelf is uit die periode een lange brief bewaard gebleven waarin hij zijn ouders duidelijk maakte dat hij voortaan voor de kunst zou kiezen. ''Een uniek document is dit,'' juicht Durnez en dat is het ook. Je krijgt toegang tot de ontroerende hoogdravendheid, de artistieke ernst en de plechtige intimiteit van de adolescent.

                In de winter van 1910-1911 werd Timmermans ernstig ziek. Zijn lichamelijke genezing bracht een soort geestelijke ommekeer met zich mee, die hem uit de ''kelderluchtperiode'' haalde. Van de weeromstuit schreef hij zijn succesroman Pallieter , die in hoofdstukken werd voorgepubliceerd in De Nieuwe Gids van Willem Kloos. In boekvorm geraakte hij niet zo gemakkelijk uitgegeven omdat intussen de Eerste Wereldoorlog was uitgebroken. Lier werd een van de centra van het activisme en Timmermans nam daarin mee het voortouw. In die periode legde hij zijn eerste Duitse contacten, met de Vlaamslievende uitgever Anton Kippenberg. De toenmalige militaire Duitse veroveringstocht viel zo samen met het begin van Timmermans' literaire veroveringstocht van Duitsland. Zijn boeken werden alle haast onmiddellijk in het Duits vertaald en Timmermans hield honderden lezingen in het buurland. Zijn literaire successen en talrijke connecties in Duitsland hebben mee geleid tot de verdenking van collaboratie tijdens de Tweede Wereldoorlog.

    Na de Eerste Wereldoorlog moest hij zoals vele activisten lange tijd naar Nederland uitwijken. Verscheidene van zijn vrienden werden bij verstek ter dood veroordeeld en weken voorgoed uit.

    Intussen was Timmermans' literaire talent op zijn hoogtepunt geraakt, met boeken als Het kindeken Jezus in Vlaanderen (1917) en De zeer schone uren van juffrouw Symforosa, begijntje (1918). Met zijn literaire reputatie groeiden uiteraard ook de kritiek en de polemiek, niet zelden van ideologische of ethische aard. De zedelijke bezwaren tegen zijn werk wogen soms zeer zwaar door, zoals bleek uit de problemen die zijn Pallieter in Nederland ontmoette. Het boek werd door het episcopaat verboden aan de katholieken, ook al kwam het niet op de Index. Het werd ''gequalificeerd als de wellust der zinnen strelend, de godsdienstige ceremonieën op oneerbiedige wijze behandelend, terwijl het de waarheden des Geloofs zelfs als het ware bespottelijk maakt.'' Timmermans, die terugdeinsde voor zulke conflicten, zuiverde het boek dan maar (zij het pas tien jaar later).

                Durnez maakt veel plaats voor de samenvatting van de verhalen en romans van Timmermans, hun ontstaansgeschiedenis en ontvangst. Een literair-kritisch beeld van Timmermans' œuvre krijg je niet. Dat niet elk werk even geslaagd was, steekt Durnez nochtans niet onder stoelen of banken. Hij heeft aandacht voor het typische taalgebruik in de Timmermans-receptie (''sappig'', ''kleurrijk'' et cetera), een spoor dat zeker nog uitdieping verdient.

    De liefde van Felix Timmermans voor zijn stad Lier krijgt een belangrijk deel van Durnez' aandacht, zelf ook een (ingeweken) Lierenaar. Het beloofde land was zijn inspiratiebron bij uitstek en de twee oorlogen die Lier gedeeltelijk verwoest hebben, hebben daardoor ook Timmermans verwond. Toen de stad zich gedeeltelijk tegen hem keerde na het activistische avontuur, viel hem dat enorm zwaar en dacht hij er zelfs even over naar Antwerpen uit te wijken. Die lust verging hem echter al snel en in 1924 schreef hij Schoon Lier , een lofzang op zijn geboortestad. De anekdote luidt dat hij op de vraag wat hij nu het mooiste vond aan zijn reis naar Italië, antwoordde: ''Het mooiste? Dat was toen onze trein Lier binnenreed.''

    Hoe belangrijk de band tussen Timmermans en Lier ook was, het eerste hoofdstuk van dit boek, dat integraal gewijd is aan de groei en bloei van de stad Lier, is misplaatst. Na het voorwoord verwacht je de geboorte van Felix Timmermans, maar dat is de man en de lezer pas gegund in het tweede hoofdstuk. Het eerste hoofdstuk verslapt meteen de aandacht en laat bovendien niet veel goeds vermoeden. Zinnen als ''Ja, Lier luistert nog naar de echo's van zijn geschiedenis'' en ''Een oude stad leeft van markten en verhalen'' doen vrezen voor een grootvaderlijke, melancholische toon die niet-ingewijden uitsluit.

    Gelukkig blijkt die vrees ongegrond zodra je aan het levensverhaal zelf toekomt.

                Tussen de oorlogen wierp Timmermans zich in het literaire leven. Hij zetelde in verenigingen, hield lezingen en kreeg prijzen. Hij maakte in 1928 zelfs kans op de Nobelprijs. Hij stichtte in 1925 mee De Pelgrim , een katholieke kunstenaarsbeweging waar hij veel van verwachtte, maar waar nauwelijks iets van terechtkwam. In 1934 stichtte hij de Scriptores Catholici , waar de katholieke belangen de Vlaamse overstegen.

    Als succesvolle auteur en als strijdbare katholiek en Vlaming kreeg Timmermans almaar meer verplichtingen. En hij kon niet ''neen'' zeggen. Zijn ''ja'' was dikwijls ook maar half, want hij gaf vaak geen eenduidig antwoord en bovendien was zijn handschrift behoorlijk onleesbaar. Dat leidde ook meermaals tot vergissingen bij het drukklaar maken van zijn manuscripten. Zo sloop in de gezuiverde versie van Pallieter , die uitkwam in 1930, een nieuwe fout. Timmermans had aan de tekst toegevoegd dat Pallieter op zondagochtend nog gauw naar 't zevenurenmiske ging, maar dat is '''t zeemeerminneken'' geworden.

    Die slordigheid kwam ook tot uiting in zijn correspondentie, die vol taal- en spelfouten stond. Zijn persoonlijke correspondentie, bijvoorbeeld de vele brieven en kaartjes die hij vanop zijn talrijke reizen naar huis stuurde, zijn ''eenvoudige getuigenissen over de openbare gang van zaken''. Er zijn intieme brieven noch politieke bij.

                Over Timmermans' privé-leven komen we opvallend weinig te weten in deze lijvige biografie. Het leven met zijn vrouw, drie dochters en één zoon, blijft grotendeels onverteld. Het dichtst naderen we hen als ze zich in 1939 terugtrekken in Minneke Poes, een bungalow in de Kempen, omdat Timmermans tot rust moet komen. Sedert 1936 werd hij immers geplaagd door een hartkwaal.

    In de jaren dertig bewoog er heel wat in het proza in Vlaanderen: Walschap, Roelants en consorten vernieuwden de roman en wilden weg van het provincialistische sfeertje en de beschrijvingsmanie. Tot ieders grote vreugde en verbazing sloeg Felix Timmermans mee het pad van de vernieuwing in. Zijn roman Boerenpsalm uit 1935 werd dan ook heel enthousiast onthaald. Meteen sloeg ''het andere kamp'' alarm. Iemand als Jef van de Wiele (DeVlag) zag plots zijn mascotte voor een extreem-rechtse Duits-Vlaamse verbroedering van het rechte pad afwijken. ''Hij verweet Felix Timmermans in Boerenpsalm te offeren aan de foute literaire mode van de jonge, moderne prozaschrijvers die, om hun gevoelsarmoede te verbergen, schreven over verbluffende onderwerpen en over seksueel abnormalen!'' Het leidde tot een boeiende, bitsige polemiek tussen Van de Wiele en Walschap, wiens œuvre volgens sommigen het grote voorbeeld was geweest voor Boerenpsalm .

    Zeer typerend voor de tijdgeest, waarin literatuur en politiek voortdurend uit hun wankel evenwicht werden gebracht, is een voorval dat uitgever Kippenberg meemaakt naar aanleiding van de Duitse vertaling van Boerenpsalm . De Duitse chemische industrie maakte bezwaar tegen Boer Wortels negatieve uitlatingen over ''chimiek'' in de landbouw: ''Bij mij komt er nooit chimiek in huis. [...] Natuur, geen zwelpoeders! En laat mijn patatten dan wat kleiner vallen dan die van de Ossekop, ik heb ze toch eerlijk uit de grond gehaald zonder truken en zonder vergif.'' Kippenberg moest sussen en veranderde de passage. Durnez: ''En de I.G. Farbenindustrie kon rustig verder werken aan haar chemische producten waarvan men enkele jaren later in de Tweede Wereldoorlog de dramatische resultaten zou zien.''

                Timmermans was niet geïnteresseerd in partijpolitiek, daarvan weet Durnez te overtuigen. Wel hield de Vlaamse kwestie hem zijn hele leven bezig. Het doodbloeden van het activisme na de Eerste Wereldoorlog betreurde hij ten zeerste en de Vlaams-nationalistische tendensen die in de jaren dertig vanuit verschillende hoeken kwamen aanzetten, kregen zijn belangstelling en inzet. De verrechtsing die zich daar hoe langer hoe meer mee verstrengelde, bekeek hij veeleer met argusogen.

    Eén keer heeft hij zich verder gewaagd in de politiek. In 1938 kwam hij op voor de gemeenteraadsverkiezingen op een van de toen typische, flamingantische concentratielijsten van het VNV samen met onafhankelijken. Hij stond achttiende op de lijst en kreeg slechts 43 voorkeurstemmen. Zijn vrienden en kennissen keurden deze korte politieke carrière scherp af. Ze zien er een al te grote sympathiebetuiging aan het nazi-regime in. Zo schreef Lode Zielens schertsend: ''Ik zie U nog altijd niet staan in die stramme heil-houding, al krijgt gij, stillekes aan, naar den Lichame, Goeringafmetingen.'' Uiteraard heeft Durnez gelijk als hij in een motto bij deze biografie verklaart dat de biograaf ''niet de voor die persoon nog onbekende toekomst kan oproepen als getuige á charge'', maar het nationaal-socialisme en zijn verwantschap met het Vlaams-nationalisme waren in 1938 geen onbekende toekomst meer, maar bekend feiten.

    De oorlog brak uit toen Timmermans in Amsterdam was voor een tentoonstelling van zijn schilderwerk. De vlucht per auto naar Lier was een bijna-doodervaring voor Timmermans. Zijn dochter getuigde dat het een slag was ''dien hij nooit meer helemaal te boven zou komen.''

    Tijdens de oorlog werd Timmermans opnieuw voorgesteld voor de Nobelprijs, maar door de omstandigheden werd die niet uitgereikt en daarna waren zijn kansen voorgoed verkeken. Wel kreeg en aanvaardde hij tijdens de oorlog de Duitse Rembrandtprijs, wellicht dé reden voor velen om hem van collaboratie te verdenken. Durnez ziet het anders. Zijn conclusie loopt gelijk met die van de socialistische burgemeester van Antwerpen, Camille Huysmans, die na de oorlog een verontwaardigde brief schreef aan de minister van Justitie: ''Timmermans n'a jamais été pro-allemand. Mais il ne sera jamais un héros, ni de la guerre, ni de la paix.'' Timmermans had niet de moed om de prijs te weigeren en kon het geld (nu zo'n 2,5 miljoen) goed gebruiken.

                Durnez besteedt heel uitvoerig en nauwgezet aandacht aan de Duitse avonturen van Timmermans, zijn connecties, zijn ideologische houding en zijn kleine misstappen. Dat hij overtuigd is van Timmermans' onschuld steekt hij niet onder stoelen of banken. Het motto geeft dat al vóór het begin van het boek aan en verraadt meteen dat dat een van de centrale kwesties van het boek zal zijn. Hoewel je wel overtuigd raakt van Timmermans' onschuld, is het mijns inziens niet nodig om Timmermans' ziekte en overlijden kort na de oorlog zo tendentieus te verbinden met de schokken van vermeende collaboratie en onrechtvaardige epuratie, of om een aantal gevallen waarin Timmermans zijdelings betrokken was bij de bescherming van joden, zo uitvoerig te verhalen.

    Gaston Durnez heeft een meesterwerk geschreven, daarover kan geen twijfel bestaan. Behalve over Timmermans gaat het boek ook over de hele literaire en maatschappelijke context waarin Timmermans leefde en werkte. Er zijn talloze nevenbiografietjes van mensen met wie Timmermans in aanraking kwam, talloze nevenverhalen die stukjes geschiedenis schrijven van de eerste helft van de twintigste eeuw. Het boek is groots van opzet en struikelt niet over die hoge inzet.

                Als levensverhaal van Timmermans is de toon, zoals al vermeld, bewust instemmend. Durnez stemt in met Timmermans en met diegenen die instemmen met Timmermans. Zo is er bijvoorbeeld de Nederlandse literatuurcriticus Anton van Duinkerken die De harp van Sint-Franciscus onmatig veel lof toezwaait, waarop Durnez besluit: ''Wellicht is er in Nederland geen literatuurkenner geweest die Timmermans zo juist heeft begrepen als de Noord-Brabander Van Duinkerken.'' Het idee dat er een ''juist'' en een ''fout'' begrip van Timmermans zouden zijn, doet even de wenkbrauwen fronsen. Durnez is wellicht iets te monolithisch in zijn beeld van Timmermans. Over datzelfde boek schrijft hij ook: ''De eerste zin uit De harp van Sint-Franciscus is de mooiste beginzin die Felix Timmermans voor een van zijn verhalen heeft geschreven, de meest timmermansiaanse.'' Zulke gelijkschakeling van het mooiste met het meest typische is een subtiele poging om Timmermans te vereenzelvigen met zijn beste werken en de verantwoordelijkheid voor de mindere af te wentelen. Het duidt ook op de essentialistische geest van deze biografie: op zoek naar de kern van Timmermans, het timmermansiaanse in Timmermans.

    Opvallend is bijvoorbeeld een - uiteraard badinerende - zin als: ''Van in zijn wieg was de kunstenaar omringd door onderwerpen die ongeduldig wachtten om door hem verteld te worden.'' Alleen in en door Timmermans bestaat de wereld. Nochtans wordt die visie op de vaste kern en de auteur als zingend centrum ontkracht door Timmermans zelf, die het laatste woord krijgt:

    De kern van alle dingen

    is stil en eindeloos.

    Alleen de dingen zingen.

    Ons lied is kort en broos.

     

    Gaston Durnez, Felix Timmermans. Een biografie , Lannoo, Tielt, 820 blz.

     

    *********

    04-10-2006 om 00:00 geschreven door Mon

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    02-10-2006
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De Pallieterkalenders, jaar in, jaar uit

    Marc Somers

    Overgenomen uit het jaarboek 2002 van het Felix Timmermans Genootschap.

     

     

    DE PALLIETERKALENDERS.

    HUN ONTSTAANSGESCHIEDENIS OP BASIS VAN DE CORRESPONDENTIE TIMMERMANS - DE BOCK

     

    Over de acht kalenders van FT die tussen 1926 en 1933 bij uitgeverij De Sikkel in Antwerpen en bij Em. Querido in Amsterdam verschenen werd bijna nooit iets gepubliceerd. Over de totstandkoming ervan weten we erg weinig.

    Denijs Peeters in Felix Timmermans, tekenaar en schilder (1956, p. 175-182) geeft wel een uitgebreide beschrijving van de kalenderprenten, maar vertelt niets over de ontstaansgeschiedenis.


    De enige coherente archivalische bron is de briefwisseling van FT aan de Antwerpse uitgever De Sikkel Eugene de Bock (1889-1981), van wie het persoonlijk archief met de brieven van FT in het AMVC-letterenhuis in Antwerpen berust. De brieven die De Bock richtte aan FT zijn naar alle waarschijnlijkheid verloren gegaan. Contracten zijn evenmin bewaard. Alle hieronder geciteerde brieven van FT bevinden zich in dossier T3465/B.

    Het formaat en het materiele uitzicht van de kalenders bleef tussen 1926 en 1933 uniform: een kartonnen achterplaat van 37 x 22,5  cm, met bovenaan een lintje voor de ophanging; de kalenderplaten van 33,5 x 19,5  cm werden met drie ijzeren nietjes op het karton vastgehecht.

    (De formaten kunnen onderling enkele millimeters verschil vertonen.) De precieze oplagecijfers zijn bij gebrek aan bronnenmateriaal niet bekend.

     

    De eerste zeven kalenders zijn met waterverf ingekleurd, de achtste is in steendruk uitgevoerd, zo getuigt Eugene de Bock in zijn Een uitgever herinnert zich (De Sikkel, 1979, p. 51), wanneer hij het afsluiten van de reeks aanhaalt: "Er zal een eind aan komen wanneer de laatste, op aandringen van prof. Kippenberg die een grote verering had voor Timmermans en ze ook in Duitsland wilde verspreiden, in steendruk zal uitgevoerd zijn in plaats van met de hand gekleurd, een ontaarding die door het trouwe cliënteel niet wordt aanvaard. Dat met de hand kleuren had ik in Parijs ontdekt: aan een lange tafel een aantal povere vrouwtjes, ieder met haar eigen kleur aan 't schilderen."

    De werkelijkheid is enigszins anders: de onderlinge vergelijking van verscheidene exemplaren van elke kalender leert ons dat de kalenders 1926 - 1931 (nrs. 1-6) en 1933 (nr. 8) in steendruk in zwart-wit werden uitgevoerd en daarop manueel met waterverf ingekleurd. De koppen van de Verhalenkalender voor 1932 (nr. 7) daarentegen werden volledig in kleurenlitho gedrukt.

    Wij twijfelen niet aan de verdienste of de ernst van Eugene de Bock als uitgever, maar stippen wel aan dat zijn herinneringen verschenen meer dan 45 jaar na de feiten. De dalende verkoop door de economische crisis - de Verhalenkalender kostte 45 frank! - veroorzaakte ongetwijfeld de stopzetting van de reeks. Uit een brief van FT aan De Bock van 1 mei 1936 blijkt dat Kippenberg de resterende voorraad wil overnemen, maar dat was meer dan drie jaar na het verschijnen van de laatste kalender. Uit De Bocks uitlating over het inkleuren in Parijs kan men niet met zekerheid afleiden of daar ook de Timmermans kalenders werden ingekleurd. Ons medebestuurslid Frans Verstreken vernam destijds in de vriendenkring rond FT dat het inkleuren wel eens bij Kempische kloosterzusters gebeurde. Maar of dat opgaat voor de zeven kalenders...


    Pallieterkalender voor 1926 (De maanden door de seizoenen heen)

    1926i.jpg

    Een geïllustreerde kalender vergt heel wat voorbereiding en de verkoopstijd ervan is relatief kort. Het product moet immers minstens enkele maanden voor Nieuwjaar op de markt zijn, zodat de promotie en de distributie op vrij korte tijd hun beslag kunnen krijgen. Daar komt nog bij dat de kalender van 1926, als eerste in een reeks, niet kon bogen op een grote naambekendheid, al stond FT' naam ook inzake plastisch werk borg voor kwaliteit.

    Op 9 februari 1925 schrijft FT aan Eugene de Bock: "Ik hoop na deze maand aan de platen te beginnen." Een maand later moet hij toegeven: "Aan de kalender nog niets kunnen doen. Dat wordt vast April." (2 maart 1925). De Bock port hem ongetwijfeld aan, want op 9 maart zegt FT: "Ik zal vast probeeren voor paschen uw teekeningen af te krijgen. Deze week ben ik in den dag niet thuis." Half april heeft hij nog maar twee tekeningen klaar. Wat nu ? Hij vraagt uitstel, want de Romereis wenkt, met alle voorbereidingen daaromtrent. Op 18 april 1925 jammert hij bij De Bock: "Maar ik kan het niet verhelpen, het gaat zoo moeilijk! Ik heb nu twee teekeningen af die ik U hierbij stuur. Ik hoop dat ge [ze] zoo goed vindt. Maar het is voor mij een slecht formaat. Ik moet iets bijna vierkantig hebben of langer dan hoog. Ik heb me met vreugde aan 't werk gezet, maar elke minuut heeft men er mij op d'een of d'andere manier afgetrokken, dan weer voor- drachten, drukproeven, correspondentie, boodschappen met het oog op de reis naar Italië. Ja, en nu staan er nog twee voordrachten op het plan, en donderdag a.s. vertrek ik naar Italië ! Zeg eens kan er geen weg gevonden worden dat ge met die dingen in Juny kunt reizen, voor een almanak is april en mei toch nog te vroeg ? Ja ik zit in groote verlegenheid, ik ben bang van uw antwoord. Maar ik heb zoo mijn best gedaan, en ik ben er niet mogen in gelukken het verder dan twee teekeningen te brengen Natuurlijk maak ik de anderen ook, maar 't zal toch niet te laat zijn ? Als ik ze U nu vast in de maand mei lever. Is er dan [no]g tijd, schrijf mij het honingwoord. Ja! Ik zit te bibberen voor uw antwoord, en 'k zweet er van !"

     

    Ter hoogte van zijn uitroep dat april en mei toch nog te vroeg zijn voor promotie noteerde De Bock in de marge "neen".

    Na de 'appelsienenreis' neemt hij opnieuw contact op met zijn uitgever: "Terug uit Italië. Ik wil di[re]kt aan de teekeningen beginnen. Maar me rap het formaat gemeld ! Moet ik voortgaan zooals die twee ? Of moeten ze minder hoog zijn. Indien ze minder hoog moeten zijn, zend dan die twee terug, dan snijd ik er een stuk af. Zoo niet, dan kunnen die twee al dienen. Ik verwacht rap nieuws, hoe rapper [ni]euws, hoe rapper de teekeningen komen."

    Een maand lang werkt hij dapper door, zodat hij op 23 juni kan melden. "Vandaag acht dagen hebt ge alles. Ik hoop dat g'er zult van tevreden zijn. Over de koleuren die U soms niet aanstaan zouden, kunnen wij dan nog praten, hoe ze goed te krijgen :

    Op 2 juli 1925 spreekt FT het verlossende woord. "Eindelijk zijn ze af ! Ik had vast gemeend Dinsdag alles af te hebben, maar die carrokens en die prutserij hebben zooveel tijd gevraagd als de groote dingen. Ik hoop nu maar dat g' er ook content van zijt ! Er zijn er enkelen bij met purper. Als ge dat niet wenscht, daar het toch in steendruk gaat, dan kan die kleur veranderd worden. Maar als ge rood en blauw drukt, verkrijgt ge toch purper. Allo schrijf mij eens een woordeken ! Ik ga rap ne slok koelen wijn drinken, want ik ben muug !"

    De Bock reageert enthousiast, waarop FT in een briefkaart van 10 juli met hem nog enkele afspraken voor de druk van de kalender maakt. "Vooreerst doet het mij geno[eg]en dat ge tevreden zijt. Spijtig dat ge niet gezegd heb[t] van dit zwart-wit. Waarom dit niet gezegd bij het terugsturen van Jan. En Mei. Ik zou voorstellen ze zelf te calceeren, maar ik mis er de moed en den tijd. Want ik zit danig in 't werk. Laat ze maar calceeren. Dat gaat uitstekend. Het zijn meestal toch groote lijnen. Het boekske "Er was eens" is ook gecalceerd en het is [ze]er, zeer goed gelukt! Dit boekske is bij Rik Van Tichelen uitgegeven. Spreek hem eens aan voor een calceerder : Het boek van Van Tichelen is het kinderboek met illustraties van FT: Daar was eens. ..vertelsel - rijmkens (1924), een van de drie boeken die tot stand kwamen in de samenwerking tussen FT en Van Tichelen.

    De afwerking van de kalender heeft evenwel nog wat voeten in de aarde. Aan de titelplaat wordt in augustus nog gewerkt. Aan De Bock meldt hij op 26 augustus: "Ik wil die tittelplaatletters (sic) [t]eekenen, als ik zie dat ik het formaat niet meer heb. Geeft me dus formaat der breedte en lengte van 't blad. Dan hebt ge overmorgen die teekening."

    Pas na een maand stuurt hij een ontwerp, dat De Bock duidelijk niet voldoet, daar die een andere titelplaat tekent, of laat tekenen, een stuk dat later evenmin als het ontwerp van FT werd gebruikt. Op 30 september schrijft FT: "Hierbij dan eindelijk de voorplaat. Ik weet niet dat ze goed is. Ik kan geen letters teekenen of geen lijntjes trekken. Zie maar eens wat roode kladden ! Doch die kunt ge door den clicheerder wel laten wegnemen zeker ?

    Wanneer krijg ik de teekeningen terug ? Ik heb er reeds van beloofd, en ze manen er mij om !"

     

    Pallieterkalender voor 1927 {Religieuze en folkloristische feesten)

     

    img245/9513/1927mediumip5.jpg

    In de lente van 1926 zetten FT en De Bock de tweede kalender op stapel. Uit een brief aan de uitgever blijkt dat FT op 8 mei 1926  al ver is gevorderd. "Heel serieus, ik moet nog 2 teekeningen maken. Die doe ik morgen. Maandag zend ik U de teekeningen. Maar de getallen heb ik nog niet kunnen maken. Stuur mij een almanak van 1927, want als ik die niet heb, doe ik duizend fouten in die cijfers. Er komen nu nog zeven teekeningen April, Mei, Juny, July, Oogst, Sept, October, November. Daarvan moet October en November nog geteekend worden morgen. Zorg nu maar rap dat ik die almanak van 1927 krijg."

    Twee dagen later, op 10 mei, bereikt hij de eindstreep en kan hij aan De Bock schrijven: "Hierbij de zeven andere platen. De processie van Mei, die gij reeds hebt moet de maand Augustus worden. Ik heb met heel de serie van 12 maanden, getracht tafereelkens te maken geput uit de volksgebruiken met geestelijken grondslag, of beter verkleedingen, spelen. Nu toekomend jaar als de omstandigheden het toelaten, misschien niets dan gezichten van Begijnhoven en steden en dorpen, in hunnen seizoenendosch, of anders uw vroeger voorstel: 52 weken, kleine stukskens, maar dan in kleur (anders niet), dat zou dan zoo van alles zijn. Een koei, een speculatievent, een stuk Begijnhof, een mandeken fruit, een uithangbord, een kinderspel, 't portret van Napoleon, een schip, alle in een woord zoo wat van alles. Daar spreken wij dan nog wel eens over. Vindt g'het noodig, dat ik in de cijferskaders, de naam van deze voorstelling geef ?

    B.V.B. JANUARIE   -  DE 3 Koningen.

    Stuur mij rap, den almanak van 1927, voor geen verwarring in de cijfers te krijgen." De kalender van 1927 is de enige waar onder de aanduiding van de maand nog een extra titel is aangebracht.

    In Ons Vaderland ( 12 december 1926) verschijnt een recensie in verhaalvorm. De criticus vertelt hoe hij door vrouw en kinderen enthousiast wordt onthaald wanneer hij met een Pallieterkalender thuis komt. "En toen ik hun zei dat dit nu een kalender was en dat ie het heele jaar op de plaats zou hangen die de Noordstar-kalender had ingenomen, toen blonken de oogen van den oudste: 'En elke maand een prentje afscheuren, Pa ? En zijn die prentjes dan voor mij ?' Maar de anderen lieten zich het gerant* niet afnemen, ze eischten hun deel op en dan hebben we ten slotte en ten einde raad verloot wie van het Sint-Niklaasprentje en de St-Joris, en de Meiboom en al de andere kostelijkheden de titularis zou zijn. En nu ga je denken een kalender voor kinderen ! Neen, want moeder vond er zooveel pret in als de kinderen en vader vindt hem niet minder leuk als moeder. En als je voor 27 een mooie kalender wil, koop dan deze Pallieteruitgave."

    (*) gerant: deel dat iemand toekomt.

     

    Pallieterkalender voor 1928 (Het Begijnhof van Lier)


    img84/9969/1928mediumoo6.jpg
     

    Met de voorbereiding van de derde kalender, gewijd aan het Lierse Begijnhof, start FT al in februari 1927. Op 28 februari meldt hij De Bock de voltooiing van drie tekeningen: "Meer kon ik niet af krijgen. Ge kunt er mee voort. Zooals ge ziet het wordt de schoonste van de drie. Absoluut nu niet vouwen of plooien, en er schoone zorg voor dragen. Plak er nu tijdelijk de kalender onder van 't vorig, of van 't overvorig jaar. Later teeken ik er dan bij. In april ben ik heelemaal weer vrij. Dit Begijntje is Januarie. Die versierde tafel is Augustus, het druivelaarken is Juny. Ge kunt ze ook noemen. "Op Boodschappen." "De groeiende Wijngaerdt." "De processie komt." Ik hoop dat g'er van tevreden zijt. Ja het geld stuurt ge mij maar over de post."

     

    Het stadje. Pallieterkalender voor 1929 (Stadsgezichten van Lier)

     

    img132/5123/1929mediumzo4.jpg

    De voorbereiding voor de vierde kalender start al in januari. Op 27 januari 1928 zegt FT aan De Bock: "Ik kan niet eerder aan den almanak beginnen dan in maart. Maar dan hebt gij hem ook op 14 dagen heelemaal ! Hartelijk dank voor de vermeerdering van 't honorarium.

    Bij de productie van de kalender van 1929 duikt tijdens de lente van 1928 een misverstand op tussen de auteur en de uitgever over de reproductie van de kalender bij een steendrukker. Op 12 maart 1928 schrijft FT: "Dat is een abuis van u! Ik moet van die kalender de voorwaarden niet eerst kennen. Ik bedoelde, dat ik zal wachten tot gij den prijs weet van den steendrukker (een prijs waar ik niets mee te maken of te weten heb). Want als die man te veel vraagt [aa]n U, komt er van die kalender niets. Dus schreef ik, "ik wacht tot gij den prijs weet." Ik hoop dat gij dit dus goed begrepen hebt."

    De kalender 1929 was in het najaar van 1928 al van de pers. Op 19 oktober maakt FT bij De Bock zijn beklag: "Tot mijn groote verwondering en spijt zag ik eergisteren in Holland mijnen nieuwen kalender voorliggen ! En ik heb nog niets vernomen of ontvangen ! Noch mijne presentexemplaren, noch mijne origineele teekeningen ! Wat betekent dat ? [I]k hoop ze dan ook voor zondag te ontvangen. Doe er 10 ex. bij die ik U betaal tegen de verminderde prijs."

    Eind 1928, op 22 november, schrijft FT aan De Bock: "Over dit kleinere alman[ak]sken spreken we eens. Daar is me van de standaard ook naar gevraagd." Een plan dat niet werd gerealiseerd, niet bij De Sikkel van De Bock en niet bij de uitgeverij van De Standaard - Boekhandel. Ook het plan om de eerste kalender opnieuw uit te geven werd niet uitgevoerd. Op 19 december 1928 schrijft FT nochtans aan Pieter Van den Broeck (1866-1941), gepensioneerd onderwijzer in Hamme: "Over de heruitgave van den eersten Pallieter-Kalender zal ik bij gelegenheid eens met den uitgever spreken."

    In Toerisme (jg. 8, nr. 1), het blad van de Vlaamse Toeristenbond, verschijnt op 1 januari 1929 een lovende recensie van L.D.B. "A1s de trippelende klokkenklanken uit den goeden St. Gummarustoren, zoo fladderen U onmiddellijk bij het omslaan van het titelblad een regenboog van schitterende kleuren uit de teekeningen van Felix Timmermans toe." Na een beschrijving van alle kalenderbladen zegt hij: "Koop den Pallieter-kalender, en kies dan zelf het mooiste uit.

     

    De bespreking in Boekengids (1928, nr. 2) door B.G. is vrij positief: "Een teekenaar en kritisch aangelegd kijker zal zeker allerlei bezwaren vinden tegen Timmermans' teekenprocédé - in zoverre dit woord kan gebruikt worden. Persoonlijk hebben we wel iets tegen de werkelijk wat te bonte en gewilde kleurencombinaties. Of Timmermans dan wel de drukker hiervoor aansprakelijk is kan ik niet uitmaken. Maar alles bijeen is het een prettig hoekje kleur aan den wand en een beetje Pallieteriaansch-mystieken geest in de kamer."

    Het flamingantische tijdschrift Vlaanderen is uitermate lovend (24 december 1927): "Elke maand lacht ons van den schalkschen humorist een Pallieteriaansch gekleurd hoekje van het beroemd geworden Baggijnhof van het oude Vlaamsche stadje of gemoedelijk tafereeltje uit het leven zijner eenvoudige, vrome bewoonsters toe, terwijl 's kunstenaars fijne verbeelding de overtollige vakjes van den datumrooster met allerlei geestige penteekeningen vulde, waarvan de ont- cijfering telkens weer eenige stonden van stille pret doet beleven. Een kalender voor kunstenaars en fijnproevers, waarvan de uitvoering den uitgever tot eere strekt."

      

    Het landschap. Pallieterkalender voor 1930


    img172/4936/1930mediumot5.jpg
     

    Met het nieuwe jaar vangen ook ditmaal de werkzaamheden voor de (vijfde) kalender aan.

    FT weet dat De Bock hem in het voorjaar aan de mouw komt trekken, zodat hij al op 22 februari 1929 aan zijn uitgever schrijft: "De Pallieterkalender kan eerst in maart gemaakt worden."

    Drie dagen later licht hij zijn plannen toe: "De volgende kalender zullen landschappen zijn. Hij heet: Het blijde land." Voor het eerst duikt in de correspondentie een cijfer over het honorarium op. Op 4 maart 1929 vraagt FT: "Heb in orde uw afrekening ontvangen. Ik zie daar voor Pallieter-kalender 1929 - 780.00 fr. Had ge mij vroeger niet geschreven dat U mij 1000.00 fr. voortaan zoudt betalen ? Kijk daar eens naar ? Ik ga nu weer wat op reis. Maar van af 20 maart blijf ik t' huis en ga dan de kalenders teekenen."

    Over de kalender van 1930 schrijft FT op 4 juni naar zijn vriend De Bock: "Deze week is de kalender in 't zwart af." Inmiddels hadden de vrienden het plan opgevat om een kalender met koppen en verhalen uit te geven, wellicht bedoeld voor 1931. Uiteindelijk zou die pas eind 1931 als kalender voor 1932 verschijnen.

    Hij werkt onverdroten voort aan de 'koppenkalender'. Aan het eind van de maand, op 28 juni, schrijft hij aan De Bock: "Ja de proef is goed meegevallen. Ik ben nu bezig koppen aan 't teekenen. Ik maak de definitieve vertelsels naar de koppen. Het beste is dat ik eerst de koppen afmaak en ze u dan ter inzage zend. Is dat niet het beste ?" "Ik ontvang daar even de kalender in 't zwart. 't Is goed meegevallen. Een dezer dagen kleur ik hem."

     

    Franciscuskalender voor 1931

    img171/1193/xxmediumzj3.jpg

     
    Na de verschijning van de kalender voor 1930 werkt FT verder aan de koppen. Het is enigszins onduidelijk of die moeten dienen voor een kalender: in de bestaande reeks of voor een publicatie in boekvorm. Op 22 januari 1930 geeft FT aan De Bock zijn jaarplanning door: "Voor dit jaar heb ik dus voor u een heele boel werk te doen. 12 koppen met een blz. vertelsel er bij. Een almanak die voorstelt 12 taferelen uit het leven van St-Franciscus, en dan een kinderboek van 12 plaatjes. Zorg nu dat er niets bij komt."

    Het project van de 'koppenreeks' brengt nogal wat zorgen mee bij de materiele afwerking. Twee koppen zijn klaar voor reproductie. Op dat ogenblik zijn FT en De Bock al een tijdje in zee gegaan met een Brussels drukker, Phobel, die aan FT een bericht stuurt, dat vanuit Lier op 22 januari 1930 naar De Bock gaat: "Wij zijn verwonderd niets meer te hooren over het vervolg van deze uitgave. (Bedoeld wordt de twaalf koppen. - FT) Het ware ons zeer aangenaam geweest deze interessante collectie in vorm van boek, album of kalender te mogen voortdrukken. Wij zijn bereid U alle inlichtingen te bezorgen die U nog zoudt wenschen aangaande het teekenen op de plat. Hierbij laten wij U geworden enkele proeven van reproducties naar teekeningen Thiriard. Deze teekeningen waren door den teekenaar op gewoon teekenpapier uitgevoerd en werden door een ander procédé door ons gereproduceerd. Niets zou beletten dat er ook kleuren werden bijgevoegd." De afdrukken van Phobel stuurt FT door aan De Bock. FT voegt er als commentaar nog aan toe: "Voila! Dat is 't. Ik geloof beste Eugeen, dat er nu niet langer moet gezocht worden. En dan kunnen die twee koppen alvast gereproduceerd worden. Wat denkte ge er van."

    Gedurende een half jaar blijft het nu windstil inzake de koppen. De kalender voor 1931 is pas in augustus 1930 bijna klaar. Op 9 augustus meldt FT aan De Bock: "Daarmee hebt ge ook de getallen. Dat is weeral in orde. Ik ben blij dat ge de kalender schoon vindt. Druk hem nu maar rap." De nieuwe kalender is succesvol, zodat FT op 6 februari 1931 aan zijn uitgever kan melden: "Overal heeft de kalender in de pers de meesten bijval. Wat ik niet verwacht had. 't Is te wen- schen dat de verkoop er nu beter van gaat, voor u."

    De recensie in Boekengids (1931, nr. 3) door B.G. is enthousiast: "Timmermans is dit jaar afgeweken van zijn traditie, en heeft voor 1931 zijn Pallieterkalender veranderd in een Franciscuskalender. Ieder schijnt thans te willen gelooven dat die twee figuren tamelijk dicht bij elkaar staan. Persoonlijk ben ik van een ander gevoelen. Wel heeft de stemming en vooral het uitzicht van den kalender hiermee geen diepe wijziging ondergaan. Elke maand geeft een populaire scène uit de Fioretti. 't Is alles blekkerend en schel gekleurd, would-be naief gekleurd en devotelijk. Maar voor wie nu eenmaal van die dingen houdt kan ik aannemen dat deze kalender een kostelijk bezit is."

    Het boek in Vlaanderen (1930) vermeldt (p. 153) de kostprijs: 40 frank.

     

    Verhalenkalender voor 1932 (Koppen en volkstypen)

     

    1932.jpg

    Het 'koppenproject' is inmiddels niet gevorderd. De Bock is blijkbaar met een andere Brusselse drukker in onderhandeling. In de brief van 9 augustus 1931 zegt FT: "Heb de Heer van Brussel bij mij gehad. 't Is dezelfde procédé als bij Phobel. Dus geen avance ! In elk geval ik ga twee koppen op die zink teekenen. Als het gaat zal ik ook de andere maken.”

    Na een lange voorbereiding komt uiteindelijk de 'koppenkalender', de zevende in de reeks, in de loop van het najaar van 1931, tot stand.

    Het boek in Vlaanderen (1931) neemt een korte bespreking op: "In het bekende formaat, doch ditmaal in schitterenden veelkleurigen steendruk, twaalf menschengezichten met in één blz. tekst den roman van hun leven. Een nieuwe formule voor de bekende kalender-reeks. Men bestelle tijdig "' (p.140). De prijs is 45 frank.

    In het AMVC-Letterenhuis in Antwerpen bevinden zich in het handschriftendossier van FT (T3465/H) de typoscripten van De Burgemeester (januari) en De Majordomo (februari) en de handschriften van Het Riggereditje (maart), De koker (april), Het boerken van Henteren (mei), Mie het lammeken (juni), De profeet (juli), Pier van boekweit- strooi (september), Ster der zee (oktober), Mie Vogel-Petrol-Mie (november), Mieke Lieke (december). Op de versozijde van deze handschriften en typoscripten tekende FT ten behoeve van de uitgever een schets van de betreffende kop om zo de teksten en de koppen met elkaar te verbinden.

     

    Pallieterkalender voor 1933 (Landelijk leven)

     

    1933d.jpg

    In
    1932 werkt FT aan de achtste en laatste kalender in de reeks, al is hij zich op dat ogenblik daar nog niet van bewust.

    Op 4 juli 1932 meldt FT zich: "Deze week hebt ge alles in uw bezit. Moet ik ze ook kleuren ?", waar De Bock bij noteert "later".

    Op 8 juli gaat een nieuw bericht: "Ik zend u vandaag per zelfde post de teekeningen. Op welke manier nu moeten de dagen der maand er op gebracht worden. Met nummers alleen of zooals vroeger met teekeningskens erbij. Maar dat zal bezwaarlijk gaan, want het gaat nu over twee maanden en dan is de plaatsruimte te klein. Ik vind hier de afrekening over het jaar 1931. Heb ik daar het saldo in mijn voordeel 641,83 Fr. reeds van ontvagen? Ik vind er geen enkele aanduiding

    van.”

    Op 12 juli komen nog een paar aanwijzingen: "Zoo als ge verlangt moogt [ge] de afrekening regelen. Hierbij een model voor de cijferteekeningen. Is het zoo van grootte en schikking goed. Stuur het mij weer met uw goedkeuring of de noodige wijzigingen."

    Uit een ongedateerde briefkaart, blijkens een aantekening van De Bock door hem op 27 juli 1932 beantwoord, leiden we af dat FT blij is dat de jaarlijkse klus bijna is geklaard: "Hierbij dan eindelijk de cijfers. Zorg er nu voor dat dit in 't vervolg niet meer noodig is. Ik ben aan al die vodjes zoo wat uitgeput geraakt, en voor al ik ben het moe. Beter eenige flinke teekeningen, en daaronder een kalender gedrukt."

    De kalender voor 1933 is in augustus volledig klaar. FT "maakt nog plannen voor een volgende editie: "Ik heb het idee opgevat, (of kwam het vroeger al van U ?) de toekomende almanak, als g' het nog doet, van eens een ongekleurde te maken. Alleen wit en zwart. Ik denk dat daar iets in te doen is. Natuurlijk dan is 't uitzicht van zulke teekening niet als van een teekening die gemaakt is om gekleurd te worden. Denk er eens op. 't Zij zes of twaalf teekeningen."

    De kalender voor 1933 is inmiddels verschenen, terwijl plannen voor een opvolger nog geen concrete vorm hebben aangenomen. De crisis in de economie en de dalende omzet in de Vlaamse uitgeverijen doen zich voelen, waardoor de verkoop van de kalenders achteruit is gegaan.

    Op 4 januari 1933 stuurt FT zijn nieuwjaarswensen aan vriend De Bock en voegt er deze overweging aan toe: "'t Is te verstaan in dezen tijd, dat er zooveel kalenders niet meer verkocht worden. Wat nu gezongen? Iets nieuws brengen, of slechts honderden exemplaren. Iets nieuws is zeer moeilijk. We kunnen wel een scheurkalender maken van 52 weken, en daar een teekening (wit-zwart) op. Dat kan aardig zijn, maar ik voel mij op 't oogenblik niets geschikt om dit aan te vangen. Die teekeningen moeten toch een postkaart groot zijn. Dit vraagt heel veel tijd. En zou voor u van onkosten veel duurder komen. Begin al maar met de clichés! 52 clichés! 't Zou een duur ding worden. En dit moet ik op voorhand zeggen: daar iets bijschrijven, dat is niet te doen. Ik denk het beste eene oplage van enkele honderden exemplaren te maken. Ik maak nu 6 teekeningen in wit en zwart. Op eenige honderd exempl. gaat ge die zeker verkoopen. En dan stel ik zelf voor, er dan met die almanakken uit te scheiden. Over enkele jaren, als 't God belieft, kunnen wij dan weer eens iets anders doen. B.V driekleurendrukken. Dat zou het beste zijn."

    Het boek in Vlaanderen (1932) vermeldt (p. 71) de kostprijs: 25 frank.

    De kalender voor 1933 is de laatste in de reeks. De hele oplage gaat jaarlijks bijna volledig de deur uit. Bij ontstentenis van contracten of ander archiefmateriaal uit uitgeverij De Sikkel kennen we geen cijfers over de precieze oplage. Op 1 mei 1936 schrijft FT aan De Bock: "Een vraagje: hebt ge nog van mijn almanakken in voorraad ? De Heer Kippenberg van de Insel-Verlag in Leipzig zou die allen willen overnemen

     

    Onderaan de brief noteert De Bock volgende gegevens:

    1926 - 6

    1927 - 6

    1928 - 2 + 1 slecht ing[ebonden]

    1933 - 1 + 2

    1932- 367 + 500 zond[er] kart[on]

    Van de kalender 1932, verschenen op een ogenblik dat de verkoop daalt, zijn dus nog 867 exemplaren bij de uitgever. De overige uitgaven zijn op dat ogenblik uitgeput of in zeer geringe mate voorradig. Hoe groot moeten we de gebruikelijke oplage inschatten, wanneer we weten dat van de editie 1932 zich nog meer dan 800 exemplaren bij de uitgever bevinden. De oplage, die wellicht met de jaren is gestegen, zal naar alle waarschijnlijkheid een heel eind boven de duizend hebben gelegen, of bedroeg daar misschien een veelvoud van.

     

    ************************************** 

    02-10-2006 om 00:00 geschreven door Mon

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 4/5 - (4 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    30-09-2006
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Zilveren Verpozingen - FT kring - ( 1-23 )

    Zilveren Verpozingen  -  Felix Timmermans Kring

    Stichtingsdatum : 30 november 1990

     



    Korte inhoud van de "Zilveren Verpozingen"

    Nr 1    Hooimaand 1991

    Voorwoord voorzitter              (Etienne De Smedt)

    Logo en Titelverklaring (Job Deckers)

    Verslag eerste ledendag te Lier            (Manu Wagner)

    Ledenlijst

    Inspiratiebronnen deel 1

    Varia

     

    Nr 2    Wintermaand 1991

    De herfst blies op den horen                (Etienne De Smedt)

    Verslag tweede ledendag te Averbode (Manu Wagner)

    Inspiratiebronnen deel 2           (Job Deckers)

    Opdrachten  +   colofons FT 1

    Hoe FT getekend werd deel 1

    Ledenrubriek

     

    Nr 3    Hooimaand 1992

    Het verschijnsel Timmermans   (Etienne De Smedt)

    Het liedje mijner kindsheid                   (Christina Engels-Wagner)

    Activiteiten  +  lezersbrieven

    Hoe FT getekend werd deel 2          (Job Deckers)

    Opdrachten  +  colofons                      (Etienne De Smedt)

    Toespraak aan het graf van Timmermans         (Clara Timmermans)

     

    Nr 4    Wintermaand 1992

    Villa Laagland … een hoogtepunt                    (Etienne De Smedt)

    Vierde ledendag te Oostduinkerke                   onbekend

    Het liedje mijner kindsheid                   (Gaston Durnez)

    Inspiratiebronnen deel 3                       (Job Deckers)

    Activiteiten en Rome aankondiging.

     

    Nr 5    Kerst 1992

    Nummer buiten reeks

    Het lied mijner kindsheid                      (Gaston Durnez)

     

    Nr 6    Herfstmaand 1993

    Terugblik bij het eerste lustrum        (Etienne De Smedt)

    Inspiratiebronnen deel 4                       (Job Deckers)

    Vijfde ledendag te Lier             (Christina Engels-Wagner)

    Hoe FT getekend werd deel 3             (Job Deckers)

    Aankondiging van de 5de ledendag

     

    Nr 7    Kerst 1993

    Naar waar de Appelsienen nog steeds groeien             (Etienne De Smedt)

    Eerste grafische pennenvruchten van FT                      (Job Deckers)

    Zesde ledendag met Scheldetocht                    (Bert Peleman)

    Hoe FT getekend werd  deel 4                        (Job Deckers)

     

    Nr 8    Zomermaand 1994

    Zevende ledendag te Lier                     (Ward Corsmit)

    Mededelingen

    Wat gebeurde er met Zilveren verpozingen nr 5

    Tonet Timmermans en het Aards Paradijs                    (Etienne De Smedt)

    Renaat Veremans, zanger uit het Land van Rijen          (O. Van Aerde-Veremans)

    Over Timmermans  deel 1                               (Etienne De Smedt)

    Inspiratiebronnen  deel 5                                 (Job Deckers)

     

    Nr 9    Wintermaand 1994

    Lier – Zwolle – Lier, 8ste ledendag                   (Felix Coolen)

    Over Timmermans   (slot)                                (Etienne De Smedt)

    Inspiratiebronnen  deel 6                      (Job Deckers)

    Felix Timmermans, schrijver over schilders                  (Ward Corsmit)

    FT en Antoon Coolen, het verhaal van een vriendschap  deel 1                       (Etienne De Smedt)

    In memoriam José De Ceulaer             (Etienne De Smedt)

    Mededelingen

    Hoe FT getekend werd                       (Job Deckers)

    Felix Timmermans in het Frans             (Maurice De Jonghe)

     

    Nr 10  Hooimaand 1995

    Het land van Minneke Poes                 (Robin Hannelore)

    FT en Antoon Coolen, het verhaal van een vriendschap  deel 2            (Etienne De Smedt)

    Inspiratiebronnen  deel 7                      (Job Deckers)

    Bert Peleman  80                     (Etienne De Smedt)

    Een In memoriam Flor Van Reeth                    (Ward Corsmit)

    Zwanger … een moeilijk woord                      (Etienne De Smedt)

    De glanzende rust van elke dag                        (Etienne De Smedt)

     

    Nr 11  Vriesmaand 1995

    De Felix Timmermans Kring, een terugblik                   (Etienne De Smedt)

    Inspiratiebronnen                     (Job Deckers)

    In memoriam  Bert Peleman                 (Etienne De Smedt)

    Naar waar de appelsienen groeien  deel 2                    (Jef Vermeiren)

    Hoe FT getekend werd  deel 6                        (Job Deckers)

    Een feestelijke lustrumviering                (Marc Somers)

    Camille Melloy  deel 1             (Etienne De Smedt)

    Flor Van Reeth herdenking                  (Ronald de Preter)

    Kerst en Nieuwjaarswensen

     

    Nr 12  Hooimaand 1996

    Het Kindeke Jezus in Zeeland              (Gaston Durnez)

    Blijft Dhr Van Biesen archivaris van FTK                    (Job Deckers

    Korte berichten en varia

    De nood van Sinterklaas                      (Etienne De Smedt)

    Felix Timmermans en zijn vrienden                   (Job Deckers)

    Camille Melloy   deel 2                        (Etienne De Smedt)

    Duitse theologie beroept zich op FT                 (Ward Corsmit)

    Inspiratiebronnen   deel 9                     (Job Deckers)

    Auteurs en hun werk alfabetisch                       (Rik Van Biesen)

    Zilveren Verpozingen inhoud 1 -  10

     

    Nr 13  Vriesmaand 1996

    Wat hebben we ervan gesnoept – ledendag                 (Herman Emiel Mertens)

    Camille Melloy   deel 3 en slot             (Etienne De Smedt)

    Inspiratiebronnen   deel 10  -  Beatrijs             (Job Deckers)

    Herdenking  FT 50 jaar overleden

    Korte berichten

    O.L. Heer en de koe – 5 afbeeldingen             (Etienne De Smedt)

    De Kistprocessie                     (Job Deckers

    In memoriam Mandus De Vos en Max Wildiers

    Onbekende Timmermans                                 (Etienne De Smedt)

    Timmermansiaanse reminicensies                     (Ward Corsmit)

    Bespreking dichtbundel M. Braem                   (Job Deckers)

    3 Lino’s    -  vrome dagen 1922.

     

    Nr 14  Hooimaand 1997

    Op Leievaart  -  13de ledendag             (Gommaar Timmermans)

    Het fenomeen Timmermans                             (Etienne De Smedt)

    Inspiratiebronnen   deel 11                              (Job Deckers)

    Wie is het Visserke?

    Onvoltooid en onbekend                                 (Etienne De Smedt)

    Bert Peleman en Felix Timmermans onuitgegeven gedicht

    Timmermans en Tieland een paar appart                      (Etienne De Smedt)

    Varia en prijskamp

    Timmermans een religieus kunstenaar?             (Herman Emiel Mertens)

     

    Nr 15  Wintermaand 1997

    In memoriam Felix Timmermans                      (Georg Hermanowski)

    De Timmermanskring een ledendag = een vriendendag            (Daniël De Vos)

    Omtrent “Bij de Krabbekoker”                       (Etienne De Smedt)

    Inspiratiebronnen   deel 12                   (Job Deckers)

    Bouwstenen voor Pallieter   deel 1                   (Hans Masschelein)

    Herman-Emiel Mertens : een verjaardag                      (Etienne De Smedt)

    Herinneringen aan Bert Peleman en FT            (Jeffy Costeur)

     

    Nr 16  Juli 1998

    Boerenpsalm in Bokrijk                       (Louis vercammen)

    Hubert Lampo en Felix Timmermans               (Etienne De Smedt)

    Bouwstenen voor Pallieter  deel 2                    (Hans Masschelein)

    Ernest van der Hallen  1898  -  1948               (Katelijne van der Hallen)

    Gaston Durnez : een verjaardag                       (Etienne De Smedt)

    Felix Timmermans en de Scriptores Catholici               (Etienne De Smedt)

     

    Nr 17  December 1998

    Bijeen met de Kring                 (Bertus van den Belt)

    Naar waar de appelsienen groeien  deel 3                    (Jef Vermeiren)

    Berichten uit het paradijs                      (Etienne De Smedt)

    Mijn moeder                            (Mau Wagner)

    Het overlijden van Anton van Wilderode  -  priester Cyriel Coupé

    Overpeinzingen bij een foto                  (Etienne De Smedt)

    Een bittertje als aperitief                       (Fons De Roeck)

    Het overlijden van Rosalie H. Souza                (Etienne De Smedt)

    Onuitgegeven handschrift van FT ontdekt in Lier                      (Job Deckers)


    Nr 18  Juli 1999

    De Timmermanskring in Antwerpen                 (D. Lemmens)

    Bouwstenen voor Pallieter                   (Hans Masschelein)

    “Minneke Poes “ … de verloren droom                       (Etienne De Smedt)

    Te gast bij Gommaar Timmermans                   (Daniël De Vos)

    Hoe “de ster” van Felix Timmermans ontstond  deel 1             (Job Deckers)

    Bouwstenen voor Pallieter  deel 4                    (Hans Masschelein)

    Bert Peleman : De Oostduinkerkse gedichten               (Etienne De Smedt)

    Inspiratiebronnen  deel 13                    (Job Deckers)

     

    Nr 19  December 1999

    Naar Duitsland             (John Bel)

    Tienjarig bestaan van het FT Gesellschaft                     (Etienne De Smedt)

    Te gast bij Tonet Timmermans             (Daniël de Vos)

    Felix Timmermans en het wonder van de talen             (Etienne De Smedt)

    Bouwstenen voor Pallieter                   (Hans Masschelein)

    Herfstwandeling met Timmermans   deel 1                   (Johan De Coninck)

    De verzamelaars : Bertus van den Belt             (Daniël De Vos)

    Het woord te voeren past de jeugd!                 (Etienne De Smedt)

     

    Nr 19 bis        Juli 2000

    Op Scheldevaart                      (Katelijne van der Hallen)

    Te gast bij Clara Timmermans              (Daniël De Vos)

    Van een film … deel 1             (Etienne De Smedt)

    Op bezoek bij mevr. De Beukelaer – Michielsen                     (Boni Konings)

    Boustene voor Pallieter  deel 6             (Hans Masschelein)

    Wandelen met Felix Timmermans  slot             (Johan De Coninck)

    Hoogachtend ….Felix Timmermans - opdrachten                    (Etienne De Smedt)

    De verzamelaars : Greg Van Kampen              (Daniël De Vos)

    Inspiratiebronnen   deel 14                              (Job Deckers)

    Verrassend nieuws uit Leiden               (Job Deckers)

     

    Nr 20  December 2000

    Tien jaar Felix Timmermans Kring : een terugblik                     (Etienne De Smedt)

    Feestelijke viering 10 jaar FT Kring                 (Boni Konings)

    Lia Timmermans 80 jaar jong               (Daniël De Vos)

    Naar het land van de appelsienen                                (Omer Dombrecht)

    Van een film … slot                                         (Etienne De Smedt)

    Felix Timmermans, een biografie                                  (Gaston Durnez)

    De verzamelaars : Fons De Roeck                   (Daniël De Vos)

    Brief aan Felix Timmermans   deel 1                            (Johan De Coninck)

    Bouwstenen voor Pallieter   deel 7                               (Hans Masschelein)

    Inhoud Zilveren Verpozingen deel 11  -  deel 19 bis     (Rik Van Biesen)

    Inspiratiebronnen   deel 15                              (Job Deckers)

     

    Nr 21  juli 2001

    Melle-k de dag                        (Stijn Vanclooster)

    Testament van Camille Meloy                          (Etienne De Smedt)

    Antoon Coolen, Camille Melloy en Felix Coolen                     (Etienne De Smedt)

    Voor mij geen Zorro-masker                           (Herman-Emiel Mertens)

    Bouwstenen voor Pallieter   deel 8                   (Hans Masschelein)

    Door andere ogen gezien   deel 1                                (Etienne De Smedt)

    Brief aan Felix Timmermans   slot                    (Johan De Coninck)

    Felix Timmermans leeft nog in Duitsland                       (Ignaas Dom)

    In Assisi heb ik Timmermans ontmoet                          (Etienne De Smedt)

    De verzamelaars : Bonni Konings                                (Daniël De Vos)

    Ledendagen en Appelsienreizen – samenvatting                                   (Etienne De Smedt)

    Het bestuur van de Felix Timmermans-kring

     

    Nr 22  December 2001

    In Lier voor elk wat wils                                  (Stijn Vanclooster)

    Eduard Vetermns, de vreemde vriend  *1901 – 1946*                       (Etienne De Smedt)

    Een “Hemelse Salomé” in Leest                                   (Daniël De Vos)

    Originele brief aan de kleindochter van Stijn Streuvels

    Felix Timmermans en … Keetje Tippel                                   (Etienne De Smedt)

    Zilveren ontmoetingen bij Toon Tieland                                   (Daniël De Vos)

    Melle, Melle, steeds weer Melle !                                           (Etienne De Smedt)

    Door andere ogen gezien   deel 2                                            (Etienne De Smedt)

    Slenterend door Lier                            (Johan De Coninck)

    Zoals de regen in Lier tikt, zo tikt hij toch maar nergens ….

     

    Nr 23  Juli 2002

    Lenteledendag 2002                                                   (Stijn Vanclooster)

    Felix Timmermans en Ferdinand Toussaint                               (Etienne De Smedt)

    Karel Vingerhoets – resoect voor de Partituur             (Daniël De Vos)

    Bouwstenen voor Pallieter   deel 9                                          (Hans Masschelein)

    Een vruchtbare wisselwerking                                      (Johan de Coninck)

    Het afscheid  -  kaligrafie Juffrouw Symforosa             (Willy De Loenen)

    Schrijvers uit de tijd van FT  -  Lode Baekelmans                    (Stijn Vanclooster)

    De Hemelse Salomé : leiden en lijden van een regiseur       (Guido Hellemans)

    Binnenpretjes met “de Uilen van Minerva”                               (Daniël De Vos)

    In memoriam : Lia Timmermans  9/8/1920 – 15/6/2002

    Zoekplaatje … Zoekplaatje … Zoekplaatje                            (Etienne De Smedt)

    De Hemelse Salomé

    De haan kraaide met een kousenbandenstem               (Etienne De Smedt)

     

    30-09-2006 om 00:00 geschreven door Mon

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 2/5 - (7 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    29-09-2006
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Zilveren Verpozingen - FT kring - ( 24 - 38 )



    Nr 24  December 2002

    Scheldevaart naar Tolen                                              (Stijn Vanclooster)

    Clara Timmermans 80!

    Zilveren ontmoetingen : Line Lambert                          (Daniël De Vos)

    Juffrouw Symforosa in het Frans                                             (Johan De Coninck)

    Timmermans op de planken                                         (Etienne De Smedt)

    Gekoesterde replikten                                                 (Willy Ros)

    Schrijvers uit de tijd van FT : Karel van den Oever                              (Stijn Vanclooster)

    Bouwstenen voor Pallieter   deel 10                             (Hans Masschelein)

    Na regen komt … Maneschijn                                    (Cor van Dalen)

    De Hemelse Salomé : Hoe het groeide…

    Hoe Fekix Timmermans Wijnegem op de kaart zette               (Etienne De Smedt)

     

    Nr 25  Juni 2003

    Een zilveren dag te Oostmalle                                      (Stijn Vanclooster)

    Herdenking overlijdensdatum Felix Timmermans                      (Daniël De Vos)

    Gaston Durnez : “En toch muziek maken!”                               (Daniël De Vos)

    Van paters, schrijvers en een schilder                          (Etienne De Smedt)

    Schrijvers uit de tijd van FT : Emmanuel De Bom                    (Stijn Vanclooster)

    De stem uit Nederland                                     (Bertus van den Belt)

    Bouwstenen voor Pallieter   deel 11                             (Hans Masschelein)

    Weet je nog ?             De 25 ledendagen                                           (Etienne De Smedt)

    Van de rug af gezien                                                    (Etienne De Smedt)

     

    Nr 26  December 2003

    Wel Anna-Marie, waar gaat ge naar toe ?                                           (Stijn Vanclooster)

    Vijfde appelsienenreis                                      (Honoré Wils)

    Voor alle Chinezen …                                     (Etienne De Smedt)

    Voorwoord bij de derde druk

    Zilveren ontmoetingen : August Keersmaekers                         (Daniël De Vos)

    Bouwstenen voor Pallieter   deel 12                             (Hans Masschelein)

    Het betuur 2003

    Schrijvers uit de tijd van FT :Maurice Gilliams                         (Stijn Vanclooster

    De stem uit Nederland                         (Bertus van den Belt)

    Het heimwee naar de hemel                                         (Etienne De Smedt)

    Uit ons Timmermans-kring shoppingcentrum

    Timmermans op de planken                                         (Daniël De Vos)

    Tussen vrienden, ook na de dood                                (Etienne De Smedt)

     

    Nr 27  Juni 2004

    Op weg naar Minneke Poes                                        (Guido Hellemans)

    Minneke Poes, Hoe het groeide                                              (Etienne De Smedt)

    Timmermans op de planken                                         (Daniël De Vos)

    Schrijver uit de tijd van FT : Godfried Bomans             (Stijn Vanclooster)

    Bouwstenen voor Pallieter   deel 13                                        (Hans Masschelein)

    De stem uit Nederland                                     (Bertus van den Belt)

    Wij herdachten Felix Timmermans 24/01/2004                        (Etienne De Smedt)

    Waar Timmermans en G.Walschap de appelsienen zagen bloeien      (Etienne De Smedt)

     

    Nr 28  December 2004

    Een gezellige avond in Averbode                                             (Hans Masschelein)

    Pallieterjanus, een donderslag bij heldere hemel                       (Etienne De Smedt)

    Mijn vader, Bernard Janssens                                      (Daniël De Vos)

    Bouwstenen voor Pallieter   deel 14                                        (Hans Masschelein)

    Frlix Timmermans, illustrator van andermans werk                  (Etienne De Smedt)

    Ledendag in Bouwel                                        (Herman Van Looy)

    De stem uit Nederland                                     (Bertus van den Belt)

    Timmermans op de planken                                         (Daniël De Vos)

    Felix Timmermans naast Ernest Claes                          (Johan De Coninck)

    Houtsneden uit 1930 van de Duitse houtsnijder Heinz Kiwitz

    Holland                                               (Etienne De Smedt)

     

    Nr 29  Juni 2005

    Met de rode koning in Lier                                          (Honoré Wils)

    De vele gezichten van Juffrouw Syforosa                     (Etienne De Smedt)

    Timmermans op de planken                                         (Daniël De Vos)

    Schrijvers uit de tijd van FT : Antoon Thiry                              (Stijn Vanclooster)

    De stem uit Nederland                                     (Bertus van den Belt)

    Bouwstenen voor Pallieter   deel 15                                        (Hans Masschelein)

    Timmermans frontaal                                                   (Etienne De Smedt)

    Boerenpslam in Heist-Goor : een voltreffer                              (Daniël De Vos)

    Bert Peleman, een grote vriend van onze kring                         (Etienne De Smedt)

    Looimaand 24 januari  2005                                      (René Cox)

    In memoriam ; Francis Drijbooms                                           (Etienne De Smedt)

    Nog over Timmermans en Claes                                  (Johan De Coninck)

    Felix Timmermans in sz leesgroep                                (Daniël De Vos)

    In memoriam : Jozef De Belder                                    (Louis Van Leemput)

     

    Nr 30  December 2005

    De 30ste ledendag te Tongerlo                          (Suzanne De Clerck)

    Op Keizerlijk Japans                                                   (Etienne De Smedt)

    Timmermans op de planken                                         (Daniël De Vos)

    De stem uit Nederland                         (Bertus van den Belt)

    Schrijvers uit de tijd van FT : August van Cauwelaert               (Stijn Vanclooster)

    Voyage autour de ma Chambre                                   (Etienne De Smedt)

    Leontientje

    Inhoud Zilveren verpozingen deel 20  -  deel 29                       (Rik Van Biesen)

    Omtrent het verhaal “De Witte Vaas”                          (René Goyvaerts)

    Brochures en bijzondere uitgaven

    Timmermans en het Mechels Begijnhof                        (Johan De Coninck)

    Ledendagen en appelsienreizen

    Felix Timmermans in beeld                                          (Etienne De Smedt)

    In memoriam ; Line Lambert  1907  -  2005                (Etienne De Smedt)

    Antoon Thiry, nader bekeken en gecorrigeerd             (Louis Van Leemput)

    Caves, het bier van Lier                                              (Etienne De Smedt)

    Bouwstenen voor Pallieter   deel 16                             (Hans Masschelein)

     

    Nr 31 Juli 2006

    Warum ist es am Rhein so schön ?                               (André Mens)

    De negen levens van een kat                                        (Etienne De Smedt)

    Timmermans op de planken                                         (Daniël De Vos)

    De Goede Helpers van de Familie hernat                     (René Goyvaerts)

    De stem uit Nederland                                     (Bertus van den Belt)

    Bouwstenen voor Pallieter   deel 17                                        (Hans Masschelein)

    Sint Antonius, zo heb ik uit Timmermans werken geroken                    (Rik Bruloot)

    Voyage autour de ma Chambre   deel 2                                  (Etienne De Smedt)

    Hoe Felix Timmermans naar de hemel keek                             (Johan De Coninck)

    De nood van Juffrouw Symforosa, Begijntje                            (Etienne De Smedt)

    Nr 32 December  2006

    De 32ste ledendag : De Felix Timmermans Kring ‘Stirbt Nicht’       (Daniël de Vos)

     

    Ik neem de pen in de hand, De complete briefwiseling van FT aan de

    Gentse geneesheer De Wannemaecker 1923 - 1947       (Etienne De Smedt)

     

    De stem uit Nederland             (Bertus Van den Belt)

    Op bezoek bij Jan Bosselaers, een Lierenaar in Leuven      (Daniël De Vos)

    Over : De Zachte Keel

    Bouwstenen voor Pallieter   deel 18        (Hans Masschelein)

    Pieter Bruegel, de 1ste druk geroken en gevonden        (René Goyvaerts)

    Bij het overlijden van Toon Tieland

    Lierse typen, een Beeldverhaal            (Etienne De Smedt)

    Een blijvend Sint Niklaasgeschenk            (Rik Bruloot)

    Hoogachtend … Felix Timmermans           (Etienne De Smedt)

    Uit ons Gulden Boek  I

    Een en ander over Symforosa              (Johan De Coninck)

    Op Keizerlijk Japans (aanvulling van ZV nr 30)          (Etienne De Smedt)

    Nr 33 Juni 2007

    33ste Ledendag – Onze kring te gast in het Witte huis van

    Oscar Van Rompay                                                       ( Daniël de Vos )

     

    Kloosterheide 24 januari 2007 – Timmermans herdacht         ( René Cox)

    Die Cronijken Vlaanderens            ( Etienne De Smedt )

    Op bezoek bij Mia-ke van de geburen               (Daniël de Vos)

    Voyage autour de ma Chambre   deel 3               (Etienne De Smedt)

    Jeroen Brouwers, een kind van Timmermans ?

    Aan de Flor, den alderbeste!

    Koleuren, koleuren is alles in alles                (Herman Van Looy)

    Uit ons Gulden Boek  II

    Minneke Poes van dichterbij                      (Etienne De Smedt)

    Felix Timmermans en de Film  (1)               (Daniël de Vos)

    Een historisch document                             (Etienne De Smedt)

    Vertalingen                                                 (Johan De Coninck)

    Zilveren Verpozingen : een gouden reeks           (Etienne De Smedt)

    Bouwstenen voor Pallieter   deel 19                  ( Hans Masschelein)

     

     

    Nr 34 December 2007

    Te gast in een huis schone Letteren                    (Daniël de Vos)

    Beste nonkel Hanri                                            (Willy De Loenen)

    Timmermans uit het leven gegrepen                    (Etienne De Smedt)

    Ik vond alles goed aan Felix

    Uit ons Gulden Boek  III

     

    Relaas van een aangekondigde laatste, allerlaatste,

    defintief laatste Appelsienenreis                           (Andrea Sterck, )

                                                                              (Romain Coppens)

                                                                              (Honoré Wils)

                                                                              ( Etienne De Smedt)

     

    Robin Hannelore, een schrijver uit de Kempen

    Een zachte Keel in Mortsel                                     (Daniël de Vos)

    Tafelrede in het Zwitsers hotel Alpenhof – Unterbäch            (Gaston Durnez)

    Een stem uit Nederland                          (Cees Visser)

    Capriooltjes                                            (Etienne De Smedt)

    Timmermans en de Film   (2)                      (Daniël de Vos)

    Hoe Timmermans naar de hemel keek  deel 2           ( Johan De Coninck)

    (petit) Voyage autour de ma Chambre                   (Etienne De Smedt)

    Bouwstenen voor Pallieter   deel 20                     (Hans Masschelein)

    Nr 35 Juni 2008

    Hoe onze kring heuren beeweg naar Scherpenheuvel deed     (Daniël de Vos)

    Uit onze Gulden Boek IV

    Hij leerde zijn vriend tekenen     (Etienne De Smedt)

     

    Schrijvers uit de tijd van Felix Timmermans

    Deel 8  -  Maurice Roelants     (Stijn Vanclooster)

     

    Uit : Oud worden, Haiku’s en Senriu’s     (Clara Timmermans)

     

    Houten Mensen en heimwee naar Lier

    Antoon Thiry en zijn “Meester Vindevogel”     (Cees Visser)

     

    Op bezoek bij Pier en Mie Boer … recht tegenover Minneke Poes     (Herman Van Looy)

    Waarom een blog over de Fé ?     (Mon Van den heuvel)

    Assisi : op zoek naar Franciscus     (Honoré Wils)

    Capriooltjes     (Etienne De Smedt)

     

    Te gast bij Johan De Coninck in Mechelen

    Timmermans’ gebreken worden in zijn pen verdiensten!     (Daniël de Vos)

     

    Nog over hemellichamen bij Timmermans     (Johan De Coninck)

    De levendige Historie van een Kistprocessie       (Etienne De Smedt

    Bouwstenen voor Pallieter   deel 21     (Hans Masschelein)

    Nr 36 Juni 2008

    In Memoriam – Nicky Timmermans     (Etienne De Smedt)

    De Timmermanskring in de ban van Gummarus en Grimmelda     (Daniël De Vos)

    Gaan we terug naar goed bier en de lange pijp     (Etienne De Smedt)

     

    Bij mijn vriend    “In de kleine stad”

                Antoon Thiry over Felix Timmermans in 1908     (Cees Visser)

     

    De zwerftocht van een briefwisseling     (Etienne De Smedt)

     

    Timmermans op de planken.

                En waar de Ster bleef stille staan in de Antwerpse K.N.S.     (Daniël De Vos)

     

    Schrijvers uit de tijd van Felix Timmermans – Jeroen Brouwers     (Stijn Vanclooster)

    Petit voyage (catholique) autour de ma chambre      (Etienne De Smedt)

    Scherpenheuvel         (Walter Claes)

    Korneel Goossens, een Mechelse epigoon van Felix Timmermans     (Johan De Coninck)

     

    Van bundels, bloemlezingen en buitenbeentjes     (Etienne De Smedt)

    Timmermans in de krant – te Batavia in Nederlands-Indië     (René Goyvaerts)

    Capriooltjes      (Etienne De Smedt)

     

    Is, …en waar de Ster bleef stille staan, … een blijvend meesterwerk    (Etienne De Smedt)

    Bouwstenen voor Pallieter   deel 22      (Hans Masschelein)

    Nr 37 Juni 2009

    Een dagje Lier, overvloedig hemelwater in de prijs inbegrepen     (Daniël De Vos)

    Vivisectie van een bezoek     (Etienne De Smedt)

     Een stem uit Nederland : Lierke Plezierke     (Cees Visser)

    Capriooltjes     (Etienne De Smedt)

    Petit Voyage (littéraire) autour de ma Chambre     (Etienne De Smedt)

    Felix Timmermans in de Dagboeken van Ernest Claes     (René Goyvaerts)

     

    En het woord is aan … Felix Timmermans (deel 1)      (Etienne De Smedt)

    Schrijvers uit de tijd van Felix Timmermans (deel 10) Stijn Streuvels     (Stijn Vanclooster)

     

    Tom Seidmann-Freud en haar prentboeken     (Jan Schroven)

    In het spoor van Felix Timmermans     (Johan De Coninck)

    Over boeken gesproken : De Insel Bücherei     (Etienne De Smedt)

    Bouwstenen voor Pallieter   deel 23     (Hans Masschelein)

    Felix Timmermans en Abraham Hans     (Johan De Coninck)


    Goede waar prijst zichzelf ! :

    Hoe reclame werd gemaakt voor het werk van Felix Timmermans    (Etienne De Smedt)

     

    Nr 38 december 2009

    Als ’t weer Kerstmis wordt in Timmermansland     (Etienne De Smedt)

    Een stem uit Nederland : De Dofijnen van Walewijck     (Cees Visser)

    Petit Voyage (sucré) autour de ma Chambre     (Etienne De Smedt)

    Mijn vertalingen van  De Profeet     (Johan De Coninck)


    En het woord is aan ...Felix Timmermans (deel 2)     (Etienne De Smedt)

    Ontmoetingen     (Etienne De Smedt)

    20 jaar Timmermans Gesellschaft : onze kring was er bij     (Daniël De Vos)

    Molens van Lier – De molen van Fransoo     (Jan Schroven)

    Bouwstenen voor Pallieter   deel 24     (Hans Masschelein)

     

    Timmermans op de planken deel 2
         Het Kindeken Jezus in de Antwerpse K.N.S.     (Daniël De Vos)

     

    Felix Timmermans in de dagboeken van Ernest Claes (deel 2)     (René Goyvaerts)

    Capriooltjes     (Etienne De Smedt)

    Professor August Keersmaeckers   1920  -  2009     (Etienne De Smedt)

     

    Hoe ik de Fee en de Timmermanskring leerde kennen     (Suzanne De Clerck)


    29-09-2006 om 00:00 geschreven door Mon

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 3/5 - (7 Stemmen)
    >> Reageer (2)
    28-09-2006
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Zilveren Verpozingen - FT kring - (39 - 45)

    Nr 39 juni 2010

    Open deur in Minneke Poes      (Daniël De Vos)

    En het woord is aan  ... Felix Timmermans  -  deel 3     (Etienne De Smedt)

    Petit Voyage (allemand) autour de ma Chambre (voor mijn dochter Rika)     (Etienne De Smedt)

    Een stem uit Nederland : Timmermans en Kropholler  -  deel 1      (Cees Vissers)

    De molen van Pallieter   en iets over molens in ’t algemeen     (Johan De Coninck)

    Timmermans op de planken - deel 4 - Leontientje in Kongo     (Tine Balder en Daniël De Vos)

    Logboek van een Timmermans-cruise  -  21 mei 2010 tot 28 mei 2010     (Fons De Roeck)

     

    Vergelijking van Duitse vertalingen van enkele

    gedichten uit Timmermans' Adagio  -  deel 1     (André Mens)

     

    Nog van Felix aan Marieke ...     (Etienne De Smedt)

    Bouwstenen voor Pallieter   deel 25     (Hans Masschelein)

    Felix Timmermans in goud en zilver      (Jan Schroven)

    Historisch Minneke Poes      (Herman Van Looy)

    Felix Timmermans via het Internet      (Mon Van den heuvel)

    Schrijvers uit de tijd van Felix Timmermans (deel 11) Curiel Buysse     (Stijn Vanclooster)

    Ten huize van ... Flor Van Reeth - uitzending op 12 juni 1959      (Joos Florquin)

     

     

    Nr 40 december 2010

    Fee-stelijke Ledendag van de jubilerende Timmermans-kring      (Daniël de Vos)

     

    Voor jou en voor elkaar ...

    ... Een zalige Kerst en een voorspoedig Nieuwjaar     (Cees Visser)

     

    Petit voyage (postale) autour de ma chambre     (Etienne De Smedt)

    Een stem uit Nederland : Timmermans en Kropholler  -  deel 2     (Cees Visser)

    En het woord is aan ... Felix Timmermans  deel 4     (Etienne De Smedt)

    Sint-Gommarus en Sint-Rombout     (Johan De Coninck)

     

    Vergelijking van Duitse vertalingen van enkele

    gedichten uit Timmermans’ Adagio  -  deel 2     (André Mens)

     

    René Cox  -  de laatste reis van een bestuurslid      (Etienne De Smedt)

    Felix Timmermans en het Lierse Stadsbestuur     (René Goyvaerts)

     

    Over luxe edities van Timmermansvertalingen

    Sur Hollande Van Gelder – Auf Büttenpapier – On Zerkall mould paper     (Etienne De Smedt)

     

    Hoe het groeide ... tekst op gevel herberg De Boekt

    Een capriooltje uit 1933          (een april-vis)     (Jan Schroven)

    Ten huize van ... Reimond Kimpe – uitzending op 23 oktober 1964     (Joos Florquin)

    Stemmen uit het verleden     (Etienne De Smedt)

    Bouwstenen voor Pallieter   deel 26     (Hans Masschelein)

    Nog van Felix aan Marieke – omtrent een liefdesbrief     (Etienne De Smedt)

     

     

    Nr 41 juni 2011

    Over een varkentje met een lange snuit ...     (Daniël De Vos)

    ... En een reeks Lierse snuiters...

     

    125 jaar Felix Timmermans

    Capriooltje – Over varkens gesproken      (Etienne De Smedt)

     

    Een stem uit Nederland : Timmermans en Kropholler  -  deel 3      (Cees Visser)

    En het woord is aan ... Felix Timmermans  deel 5      (Etienne De Smedt)

    Felix Timmermans en het Lierse Stadsbestuur - deel 2      (René Goyvaerts)

    Kalligrafie  uit de “De Familie Hernat”      (Willy De Loenen)

    Weet je nog : Boerenpsalm     (Etienne De Smedt)

    Nog iets over het menu     (Boni Konings)

    Frans Verschoren en het Begijnhof      (Johan De Coninck)

    De vlucht van Felix Timmermans      (Gerard Walschap)

     

    Dr. Oskar Jancke, een onbekende vriend van Felix Timmermans      (Jan Schroven)

     

    Schrijvers uit de tijd van Felix Timmermans (deel 12)      (Stijn Vanclooster)

    Karel Van de Woestijne

     

    Het poortje      (Herman Van Looy)

    Mini-capriooltje  -  Symforosa moet weg !       (Etienne De Smedt)

    Capriooltje  -  Van een vergeten Vlaamse schrijver      (Etienne De Smedt)


     

    Nr 42 december  2011

    Winter...  en wensen      (redactie)

    Overpeizingen bij een Kerstverhaal         (Johan De Coninck)

    Een Sterre-wonder-avontuur. Een stem uit Nederland       (Cees Visser)

     

    Die Flämischen Weihnachtsgesellen :

         Timmermans voor het goede doel       (Daniël De Vos)

     

    Ik zag Cecilia komen – kaligrafie      (Willy De Loenen)

    Boerenpsalm op goede Leest geschoeid!       (Daniël De Vos)

     

    Toen alles pas begon.Citaten uit brieven van :
          Lou Aspeslag aan Lia Timmermans     (Mon Van den heuvel -
    Etienne De Smedt)

     

    En het woord aan ...Felix Timmermans  -  deel 6 :

         Michel Angelo, de mens en de kunstenaar       (redactie)

     

    Hoogachend.... Felix Timmermans  -  deel 3      (Jan Schroven)

     

    Uit mijn Rommelkast  -  deel 1 :

          Van een brief die niet mocht gelezen worden       (Etienne De Smedt)

     

    Felix Timmermans en het Lierse Stadsbestuur  -  deel 3       (René Goyvaerts)

    Capriooltje – Juicht, België juicht!        (Etienne De Smedt)

     

    Ditjes en datjes en nog veel meer!        (Herman Van Looy  -  Etienne De Smedt)

     

    Petit voyage (poétique) autour de ma Chambre       (Etienne De Smedt)

    Bouwstenen voor Pallieter   deel 27        (Hans Masschelein)

    Schrijvers uit de tijd van Felix Timmermans – Menno Ter Braak     (Stijn Vanclooster)

    Zilveren verpozingen – korte inhoud van nr 30 tot nr 39       (redactie)


    Nr 43juni  2012

    In gezelschap van Pieter Breugel en een Vlaamse kerstgezel     (Daniël De Vos)

    Een stem uit Nederland : Felix Timmermans en Herman Heijermans    (Cees Visser)

    Over een boeiend document     (Etienne De Smedt)

    Kaliligrafie uit Pieter Breugel     (Willy De Loenen)

     

    Notities bij een koninklijke weg :

        Lia Timmermans als Eredame van Koningin Fabiola     (Mon Van den heuvel-Etienne De Smedt)

     

    Olé, olé, hier komt de Spaanse Fé     (Johan De Coninck)

    “De schat van Mon” of... wat iedereen dringend moet lezen     (Etienne De Smedt)

    Ledendagen en Appelsienreizen      (Etienne De Smedt)

     

    Emanuel Stickelberger, Zwitserse gastheer van Felix Timmermans      (Jan Schroven)

    Een capriooltje, Nomen est omen  -  What’s in a name      (Etienne De Smedt)

    Timmermans-Masereel of Masereel-Timmermans      (Stan Andries)

    Pallieter buiten Europa       (Johan De Coninck)

    Uit mijn Rommelkas  deel 2 : het woord te voeren past de man       (Etienne De Smedt)


    Lia Timmermans  1920  2002  2012       (redactie)

     

    Schrijvers uit de tijd van Felix Timmermans - Menno Ter Braak (deel 2)        (Stijn Vanclooster)

    Het woord is aan ... Felix Timmermans     deel 7      (Etienne De Smedt)

     

    Over een vrouw, een moto en een schrijver       (Mon Van den heuel -Etienne De Smedt)

                 Béatrice du Vinage 


    Gummarus van Lier, een boek om te hebben en te koesteren         (redactie)



    Nr 44 december 2012

    Zalig kerstfeest, kaligrafie     (Willy De Loenen)

    Gaston Durnez sprak met GoT     (   Daniël De Vos)

     

    Vertelsels voor Janneke en Mieke

          Felix Timmermans en de jeugdliteratuur     (Etienne De Smedt)

     

    Een stem uit Nederland : Pallieter in het klooster     (Cees Visser)

     

    Brieven uit de kostschool. Brieven van Lia Timmermans

          aan haar ouders vanuit Sint-Lutgardis     (Etienne De Smedt)

     

    Eugeen Yoors, Felix Timmermans en Antoon Thiry     (Johan De Coninck)

     

    En het woord is aan ... Felix Timmermans

          Minneke Poes of de zoektocht naar het juiste woord     (Etienne De Smedt)

     

    Uit Adriaan Brouwer, kaligrafie     (Willy De Loenen)

    Timmermans in de Bijenkorf     (Jan Schroven

     

    Uit mijn Rommelkas – deel 3

          Over één Adriaan Brouwer en twee schrijvers     (Etienne De Smedt)

     

    Zo tekende Felix Timmermans      (Etienne De Smedt)

    Timmermans en ik     (Johan De Coninck)

    Petit Voyage (cinématographique) autour de deux Chambres      (Etienne De Smedt)

    De geest van Felix Timmermans     (Hans Masschelein)

    Woorden bij een graf     (Etienne De Smedt)

     

    Schrijvers uit de tijd van Felix Timmermans

          Ernest Van der Hallen  -  aflevering 14  (deel 1)     (Stijn Vanclooster)

     

    Brochures en speciale uitgaven (zie hiervoor ook ZV nr 30)



    Nr 45 juni  2013

    Toen wij Godfried Bomans en Cecilia zagen komen     (Daniël De Vos)

    Van een psalm naar een requiem     (Etienne De Smedt)

    Marcel Van de Velde ontmoet Felix Timmermans     (Cees Visser)

    En waar een stem zei dat het goed was !      (Etienne De Smedt)

    Petit Voyage autour de ma Chambre      (Etienne De Smedt)

     

    Timmermans : de meester der meesters

                    Godfried Bomans’ grote sympathie voor zijn Lierse collega     (Daniël De Vos)

     

    Een mini-capriooltje     (redactie)

    Uit “De Pastoor uit den Bloeienden Wijngaerdt”, kaligrafie     (Willy De Loenen)

    Latijnse Psalmen voor een boer (deel 1)       (Jan Schroven)

     

    Uit mijn Rommelkas  (deel 4)       (   Etienne De Smedt)

    Holdijn, een vroeg toneelwerk van Timmermans      (Johan De Coninck)

    Felix Timmermans en de sport     (Herman Van Looy)

     

    En het woord is aan ... Felix Timmermans

                    En altijd naar Minneke Poes      (Etienne De Smedt)

     

    Zo tekende Felix Timmermans   deel 2      (redactie)

     

    Schrijvers uit de tijd van Felix Timmermans

                    Ernest Van der Hallen  (deel 2)      (Stijn Vanclooster)

     

    Timmermans voor jou geknipt, geknipt voor jou  (deel 1)      (   Etienne De Smedt)

     

    Over Adagio is reeds alles gezegd ... Neen dus !     (Etienne De Smedt  -  Mon Van den heuvel)

     

    Hemellichamen in de ogen van de jonge Timmermans     (Johan De Coninck)

     




    *****

     

    28-09-2006 om 00:00 geschreven door Mon

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 4/5 - (5 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    27-09-2006
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Zilveren Verpozingen - FT kring - (46-54)

    Nr 46 december  2013
    Nicky Timmermans   1944 – 2008     redactie
    Opgestoken  -  Eerste roman van Felix Timmermans Hoofstuk I   Jan Schroven
    Hoe een Gulden Engel een gevallen Engel werd     Etienne De Smedt
    Uit mijn Rommelkas  deel 5 - Annie Salomons en Felix Timmermans zijn Pallieter     Etienne De Smedt
    Een stem uit Nederland - Felix Timmermans exposeert bij Kunsthandel Buffa  deel 1     Cees Visser

    Schimmen uit de schemer  -  Jozef Arrras     Etienne De Smedt
    Timmermans, goedwillige illustrator voor anderen     Johan De Coninck
    Zo tekende Felix Timmermans   deel 3     Etienne De Smedt
    Kalligrafie uit “ Bij de Krabbkoker ”      Willy De Loenen
    Timmermans voor jou geknipt, geknipt voor jou  deel 2     Etienne De Smedt

    Latijnse Psalmen voor een boer   deel 2     Jan Schroven
    En het woord is aan... Felix Timmermans   deel 10
      Maurice Maeterlinck en zijn Pelléas en Mélisande      Etienne De Smedt
    Antoon Thiry herlezen     Johan De Coninck
    Over voorpublicaties en verhalenbundels     Etienne De Smedt
    Een foto als bewijsmateriaal     redactie
    Een korf vol kleurrijke Begijntjes     Etienne De Smedt

    Nr 47 juni 2014
    Hoog het hart, hoog het lied, hoog de vreugde... Ledendag maart 2014     Daniël De Vos
    Schimmen uit de schemer – Prosper Arents    deel 2     Etienne De Smedt
    Een stem uit Nederland - Felix Timmermans exposeert bij Kunsthandel Buffa  deel 2    Cees Visser
    Uit mijn Rommelkas  deel 6    Etienne De Smedt
    Felix Timmermans en de Muziek     Daniël De Vos

    Kalligrafie uit “Adagio”      Willy De Loenen
    Felix Timmermans nog niet vergeten aan zee     Hans Masschelein
    Zo tekende Felix Timmermans       deel 4       Etienne De Smedt
    Door de Dagen waren Boskooltjes        Jan Schroven
    Boerenpsalm in Canada     Johan De Coninck

    Opgestoken  -  Roman van Felix Timmermans  - Hoofdstuk II    Jan Schroven
    Alle wegen leiden naar ... Minneke Poes     Herman Van Looy
    Drugs, dollars en .... Felix Timmermans      Etienne De Smedt

    Nr 48 december  2014
    Een tipje van de sluier van de Spaanse Symforosa opgelicht      Etienne De Smedt
    Een stem uit Nederland - Felix Timmermans exposeert bij Kunsthandel Buffa  deel 3       Cees Visser
    Schimmen uit de schemer – Ward Corsmit    deel 3     Etienne De Smedt
    Mini-capriooltje : Felix, altijd maar Felix (1)       Etienne De Smedt
    Timmermans geciteerd        Johan De Coninck

    Hoe Sinter-Klaas uiteindelijk toch zelfstandig werd      Etienne De Smedt
    Zo tekende Felix Timmermans     deel 5     Etienne De Smedt
    Timmermans voor jou geknipt, geknipt voor jou deel 3 - Timmermans was ‘Einmalig’      Etienne De Smedt
    Mini-capriooltje : Felix, altijd maar Felix (2)    Etienne De Smedt
    Hoogachtend.... Felix Timmermans  -  deel 4    Jan Schroven

    Uit mijn Rommelkas  deel 7       Etienne De Smedt
    Kalligrafie “Naar waar de Appelsienen groeien”      Willy De Loenen
    Felix Timmermans en de Maneblussers       Etienne De Smedt
    Timmermans-Masereel of Masereel-Timmermans    Stan Andries
    En het woord is aan Felix Timmermans   deel 11     Etienne De Smedt
    Mini-capriooltje : Felix, altijd maar Felix (3)     Etienne De Smedt 

    Opgestoken  -  Roman van Felix Timmermans - Hoofdstuk III      Jan Schroven
    Met de Fé nu op CD     Etienne De Smedt
    Willen wij een kaartje leggen       Etienne De Smedt 

    Nr 49 december  2015
    Een Zilveren jubileum met Toeters en Bellen       Daniël De Vos
    Een stem uit Nederland – Laudatio F.T. Kring 25 jaar         Cees Visser
    Met het oog op ... deel 1        Etienne De Smedt
    Kalligrafie uit Boudewijn       Willy De Loenen

    Felix Timmermans en twee Lierse dichters      Johan De Coninck
    Uit mijn Rommelkas deel 8         Etienne De Smedt
    Willen wij een kaartje leggen  deel 2       Etienne De Smedt
    Pallietervliegtuig      Jan Schroven
    Een Praagse lente voor Felix Timmermans -  Over de Tsjechische vertalingen van zijn werk    Etienne De Smedt

    Zo tekende Felix Timmermans       deel 6      Etienne De Smedt
    Ik had zo graag Felix geheten - Toontje-Felix Claesen en zijn "Peteren"      Daniël De Vos / Mon Van den heuvel
    Timmermans voor jou geknipt, geknipt voor jou     deel 4       Etienne De Smedt
    En het woord is aan Felix Timmermans   deel 12      Etienne De Smedt
    Opgestoken  -  Roman van Felix Timmermans     Hoofdstuk IV      Jan Schroven
    Ereleden Felix Timmermanskring 2015      redactie

    Nr 50 december  2015
    Met het oog op... deel 2 ; Over de Appelsienenreizen     Etienne De Smedt
    Logboek van een Driedaagse in De Panne      Daniël De Vos
    Zo tekende Felix Timmermans  deel 7      Etienne De Smedt
    Timmermans voor jou geknipt, geknipt voor jou      Etienne De Smedt
    Een stem uit Nederland - Floran Lambrechts, epigoon in de schaduw van Felix Timmermans      Cees Visser

    Kalligrafie uit "Schoon Lier" van Felix Timmermans     Willy De Loenen
    Willen wij een kaartje leggen?  Deel 3    Etienne De Smedt
    Zo schreef Felix Timmermans        Etienne De Smedt
    Opgestoken  -  Roman van Felix Timmermans   Hoofdstuk V        Jan Schroven
    Als 't weer Kerstmis wordt in Timmermansland  deel 2        Etienne De Smedt

    Pastorale intrede te Sigriswil         Jan Schroven
    Felix Timmermans een geïnspireerd illustrator       Etienne De Smedt
    Wie zei wat over Timmermans?  Deel 1         Etienne De Smedt
    Mijn vroegste kennismaking met Timmermans        Johan De Coninck
    Mini-capriooltje: De Fee reist altijd met ons mee        Etienne De Smedt
    Timmermans, Adriaan Brouwer, Dietsche Warande en Belfort        Etienne De Smedt

    Nr 51 juni 2016
    Met Felix en Oscar in de carrousel    46ste ledendag       Daniël De Vos
    Capriooltje        Etienne De Smedt
    Schimmen uit de schemer   deel 4  - Toon Tieland      Etienne De Smedt
    Een stem uit Nederland - Felix Timmermans en de commune van Krabbekoker      Cees Visser

    Kalligrafie uit "Het Keerseken in de Lanteern" van Felix Timmermans      Willy De Loenen
    Opgestoken  -  Roman van Felix Timmermans   Hoofdstuk VI        Jan Schroven
    Wie zei wat over Timmermans       Etienne De Smedt
    Nog iets over Abraham Hans en Felix Timmermans     Johan De Coninck
    Zo schreef Felix Timmermans   deel 2      Etienne De Smedt
    Literair criticus Frans Erens           Jan Schroven

    Felix Timmermans, een geïnspireerd illustrator   deel 2      Etienne De Smedt
    Van Almanakken en Kalenders        Etienne De Smedt
    Vreemde eenden in de bijt en andere rare vogels        Etienne De Smedt
    Over de uitgever van Pallieter          Etienne De Smedt
    De familie Timmermans in Oostduinkerke        Daniël De Vos
    Timmermans vijftig jaar        Jan Schroven
    Ereleden die zorgen dat er voort gepalliteerd kan worden     Redactie

    Nr 52 december  2016
    Nieuwjaarswensen van GoT        Redactie
    Clara Timmermans – (1922-2016) – Een vrouw met veel talenten      Etienne De Smedt
    Pallieter: een marathon – van onze reporter ter plaatsen       Hans Masschelein
    Wie zei wat over Timmermans         Etienne De Smedt
    Een kwintet rond Pallieter       Etienne De Smedt

    Een stem uit Nederland - Felix Timmermans in de Jenever.       Cees Visser
    Een aanslag op Boerenpsalm      Etienne De Smedt
    Willen wij eens een kaartje leggen? Deel 4      Etienne De Smedt
    Zo schreef Felix Timmermans         Etienne De Smedt

    Opgestoken  -  Roman van Felix Timmermans   Hoofdstuk VII       Jan Schroven
    Felix Timmermans, een geïnspireerd illustrator   deel 3     Etienne De Smedt
    De Herfst blies op de horen voor Felix Timmermans      Etienne De Smedt
    Pallieter en de Professor          Etienne De Smedt
    Bij een oude foto      Johan De Coninck

    Schimmen uit de schemer   deel 5  -  Henri Van Booven       Etienne De Smedt
    Gelezen hier en daar …        Herman Van Looy
    Kalligrafie uit - '' In de Koninklijke Vlaai ''    Willy De Loenen 

    En het woord is aan - Felix Timmermans - De Processie van het Heilig Bloed te Brugge – deel 13     Etienne De Smedt
    Een zoete, heerlijke Moezelavond      Jan Schroven
    Laat ons liefste samen varen        Redactie
    Voorstelling nieuwe uitgave Pallieter       Daniël De Vos
    Een marathon : Pallieter voorlezen.    Redactie

    Nr 53 juni  2017
    Claes en Timmermans : een bijzondere vriendschap       Akki van der Horst
    Opgestoken  -  Roman van Felix Timmermans   Hoofdstuk VIII en IX     Jan Schroven
    Wie zei wat over Timmermans        Etienne De Smedt
    Een stem uit Nederland. Een groot dilemma: Burgerlijke conventie versus de stem van het hart    Cees Visser

    Willen wij eens een kaartje leggen       Etienne De Smedt
    Zo schreef Felix Timmermans : Landelijke processie       Etienne De Smedt
    Kalligrafie uit – “ De Kistprocessie “      Willy De Loenen
    Sprokkelingen, van een begraafplaats naar een baggerboot      Johan De Coninck
    Mijnheer Timmermans, zou u voor ons eens iets willen schrijven       Etienne De Smedt

    Over brieven en herinneringen – deel 1      Etienne De Smedt
    Capriooltje         Etienne De Smedt
    Timmermans zonder franjes        Etienne De Smedt
    Over originelen, kopieën en … vervalsingen      Etienne De Smedt
    Een toespraak voor Floris Jespers          Jan Schroven

    (Petit) Voyage autour de ma Chambre       Etienne De Smedt
    Ereleden 2017           Redactie
    Berichtjes                  Redactie

    Nr 54 december  2017
    Een stem uit Nederland. Timmermans’ Anna-Marie - Van Liefde en Min       Cees Visser
    Willen wij eens een kaartje leggen          Etienne De Smedt
    Zo schreef Felix Timmermans : O.L. Vrouw der Vissen       Etienne De Smedt
    Opgestoken  -  Roman van Felix Timmermans  Hoofdstuk X       Jan Schroven

    Felix Timmermans, een geïnspireerd illustrator  (deel 5 – slot)       Etienne De Smedt
    Wie zei wat over Timmermans    (deel 5)          Etienne De Smedt
    Mijnheer Timmermans, zou u voor ons eens iets willen schrijven  (deel 2)        Etienne De Smedt         
    Enkele notities over een paar vertalingen 
    van het werk van Antoon Thiry      Johan De Coninck

    Kalligrafie            Willy De Loenen
    Over brieven en herinneringen – deel 2         Etienne De Smedt
    Anna-Marie in Minirok         Etienne De Smedt
    Het Kindeken Jezus in Vlaanderen …. En in Duitsland      Etienne De Smedt
    Wat geschreven is blijft geschreven          Etienne De Smedt

    Timmermans in het van schoonheid overkokend Italië        Etienne De Smedt
    Op Harpen en Snaren en … op de gevoelige plaat          Jan Schroven
    Spiegeltje, spiegeltje aan de wand : wie is de meest vertaalde in Vlaanderland?         Etienne De Smedt
    Bin eine Saite Deiner Harfe           Tony Dieltiens
    Viering 105de verjaardag : Anneke van Rompay – Béber         Etienne De Smedt
    Capriooltje           Etienne De Smedt

    ********

    27-09-2006 om 00:00 geschreven door Mon

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    26-09-2006
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Zilveren Verpozingen - FT kring - (55-58)

    Nr 55 juni 2018
    Grote visvangst in Lier – Wonderbaarlijk, maar in alle stilte          Daniël De Vos
    Zo schreef Felix Timmermans : deel 6           Etienne De Smedt
    Opgestoken  -  Roman van Felix Timmermans   Hoofdstuk XIen XII    Felix Timmermans
    Een stem uit Nederland      Cees Visser

    Boer Wortel in avondkledij          Etienne De Smedt
    De Vlaamse Toeristenbond over Timmermans in Lier         Etienne De Smedt
    De Kring, het Davidsfonds en de Professor         Etienne De Smedt
    Kaligrafie – Ambiorix              Willy De Loenen
    En de boer, die ploegde voort … op vele velden          Etienne De Smedt

    Reconstructie van een Lebensbild            Jan Schroven
    Ik zag Cecilia komen … langs heel diverse paden!           Etienne De Smedt
    Timmermans en Joris Eeckhout         Johan De Coninck
    Over drie bijzondere vertalingen van Juffrouw Symforosa        Etienne De Smedt
    Voorbij de vergetelheid – aflevering 1          Hans Masschelein
    Hoe het eens begon          Etienne De Smedt
    Mini-Capriooltje  -   What’s in a name!            Etienne De Smedt

    Nr 56 december 2018
    Willen we eens een kaartje leggen         Etienne De Smedt
    Zo mild, zo zacht, zo warm : dat moet Minneke Poes zijn!         Etienne De Smedt
    Opgestoken  -  Roman van Felix Timmermans  Hoofdstuk XIII en XIV       Felix Timmermans

    Een stem uit Nederland : Begijnhof Sproken      Cees Visser
    Keldergatvertellingen en ander vertelsels        Etienne De Smedt
    Het Begijnhof van Hoogstraten dat zij vergaten          Jan Schroven
    Uitgevers zijn Avonturiers           Etienne De Smedt
    Voorbij de vergetelheid – aflevering 2          Hans Masschelein
    Lia Timmermans, een vrouw die glans gaf aan onze kring  ° 9 augustus 1920  - † 15 juni 2002       Etienne De Smedt

    Kaligrafie, uit Pijp en Toebak – Rond een plaats van Portier      Willy De Loenen
    Reimond Kimpe : Een getekend leven         Etienne De Smedt
    Antoon Thiry, nog maar eens Antoon Thiry       Etienne De Smedt
    Minneke Poes : Ik neem vakantie in mijn straat        Herman Van Looy
    Timmermans en de molen van Fransoo           Johan De Coninck

    Schatten op zolder … of op een rommelmarkt         Etienne De Smedt
    Ook al bestaat de Sint niet, toch is hij alomtegenwoordig        Etienne De Smedt

    Nr. 57 juni 2019
    Een bijzondere voorpagina         Etienne De Smedt
    Over Marc Sleen en andere Krabbekokers       Etienne De Smedt
    De filosoof van Lier en zijn koninklijke vlaaikens        Daniël De Vos
    Hallo ja, met de Pastoor        Etienne De Smedt

    Opgestoken  -  Roman van Felix Timmermans  Hoofdstuk XV en XVI     Felix Timmermans
    Een stem uit Nederland : …tot spijt van wie ’t benijdt…        Cees Visser
    Nico Eekmans originele sierkapitalen         Jan Schroven
    In de armen van Molière – Timmermanswerken in Franse vertaling       Etienne De Smedt

    Schrijvers uit de tijd van Felix Timmermans - Aflevering 15. Antoon Coolen         Stijn Vanclooster
    Kaligrafie, uit Pijp en Toebak – De dinsdagse heilige       Willy De Loenen
    Felix Timmermans en Ernest Claes          Johan De Coninck
    Het geluk ligt soms (ook bij verzamelaars) in een klein hoekje. Of een kinderhand is gauw gevuld     Etienne De Smedt

    Nr. 58 december 2019
    Opgestoken  -  Roman van Felix Timmermans  Hoofdstuk XVII en Slot         Felix Timmermans
    Het zeer kleurrijke Palet van Pieter Bruegel        Etienne De Smedt
    Een stem uit Nederland : Pallieter in Holland  deel I          Cees Visser
    Pallieter en de Zigeuners               Johan De Coninck
    Uit een ander vaatje getapt : Adriaan Brouwer          Etienne De Smedt
    Niets blijft duren, alles gaat voorbij            Etienne De Smedt

    Kalligrafie uit Pijp en Toebak – Susken Andries            Willy De Loenen
    Felix Timmermans in vertaling : een geschenk aan de wereld
          De publicaties van Ingrid van de Wijer : een geschenk aan de Timmermansfans        Etienne De Smedt

    Op Keizerlijk Japans – aanvulling 2. en Een Zweeds Verksken          Jan Schroven
    Werken is zalig zeggen de Begijntjes         Etienne De Smedt
    Trump en Timmermans                Etienne De Smedt
    Voorbij de vergetelheid, deel 3 : Louis Vercammen           Hans Masschelein

    Over Duitsers met lange tenen         Etienne De Smedt
    Toen Pallieter het Neteland verliet        Etienne De Smedt
    Gaston Durnez  1928-2019          Redactie

    26-09-2006 om 00:00 geschreven door Mon

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    12-09-2006
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Pallieterstoet 11 en 17 juni 1928

    Lierke Plezierke !

     

    Folkloristische stoet ontworpen door Felix Timmermans

    11 juni 1928 en 17 juni 1928

     

    We zijn altijd een volk geweest van stoeten, optochten en processies. Het moet ons dan ook niet verwonderen dat, bij het gouden huwelijksjubileum van Piet Van Peborgh en Netteke Verstraeten in 1928, de Lierenaars beroep deden op Felix Timmermans om een stoet te ontwerpen en een programmabrochure samen te stellen.

     

    Het werd een groot succes : de stoet ging tweemaal uit onder een geweldige belangstelling en de brochure, “Lierke Plezierke” , werd op een paar duizend exemplaren verspreid.

     

    De fotograaf vatte plaats langs het parcours en maakte zijn keuze van wat aan zijn lens voorbijtrok. Deze foto’s kwamen later op de markt onder de vorm van postkaarten, die al vlug een verzamelaars-item werden. Dank zij Walter Brioen uit Lier was ik in de gelegenheid deze reeks te kopiëren.

     

    Rasechte Lierenaars zullen op deze beelden meer opmerken dan de gewone ‘buitenlanders’ onder ons. Als hulp voor deze leken, een korte samenvatting.

     

    Zoals elke stoet die zich respecteert begint deze met de gendarmen te paard, gevolgd door een groep (noodzakelijke) keersters. Met op de kop de dragers van ’t Belofte Land, krijgen we nu enkele beelden uit het leven van Pallieter. Dan is het de beurt aan het in Lier wereldberoemde “ En waar de Ster bleef stille staan “. Het Timmermans gedeelte wordt dan afgesloten met personages uit “ Ann-Marie “

     

    Na de Maagd van Lier, Sint-Gummarus te paard en Sinterklaas te voet, volgen nu Lierse toestanden, Lierse verenigingen, Lierse folklore, kortom : “Lierke Plezierke” !

    Ook mochten de reuzen niet ontbreken.

    De stoet eindigt met datgene waarvoor hij is samengesteld : de jubilarissen in prachtige open koetsen.

     


    ********************************

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     


     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

    12-09-2006 om 00:00 geschreven door Mon

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 3/5 - (9 Stemmen)
    >> Reageer (1)
    04-09-2006
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Een krantenartikel uit 1934

    Bijvoegsel van een zaterdagnummer van een krant

    Literatuur  -  wetenschap  -  kunst  -  humor

     

    Zondag 4 maart 1934

     

    Nieuwe uitgave : De Krabbekoker door Felix Timmermans


     

    In de reeks “Het zilveren Bronneken” (uitgave ‘Het kompas’, Mechelen) verscheen de jongste spruit van den populairsten Fé in Vlaanderen : “De Krabbekoker”

    En nu we dit geschreven hebben, en nu we het jongste produkt dus hebben aangekondigd, blijven we een poos met het potlood in den mond zitten …

     

    Wat is er over het nieuwe boek van Timmermans te zeggen? Wat is er het goede van, wat het minder goede? En weegt het laatste niet zwaarder dan het eerste?

    De Fé zelf zal zich van volgende regelen niet veel aantrekken, zelfs niet van onze bescheiden kennisgeving aan zijn adres, dat hij toch zulke abominabele taalfouten maakt, zoodat wij eigenlijk de lezing van zijn boek aan de prille jeugd moeten afraden!

    (Waarom heeft Goossens deze uitgave van hem neit*  eens grammatikaal doorgenomen?)

    *Dit staat zo in het krantenartikel

     

    Maar, om nu op “De Krabbekoker” terug te komen: in dit boek grijpt Timmermans naar familieleden van die oude bekenden van hem en ons : Suskewit, Pietje Vogel en hun confrére, wiens naam ons momenteel ontschiet.

    De Fé heeft duistere bedreigingen geuit, wat hem inderdaad moeilijk afgaat. Hij zou over het Liersche volk en over de hoogere Liersche geestelijkheid gaan schrijven.

    In afwachting dat hij de hoogere geestelijkheid “behandelen” zal (en die kan inderdaad wel tegen het wachten, Felix) geeft Timmermans ons hier een boekske dat waarschijnlijk thuishoort bij de kategorie ‘volk’, ofschoon het eigenlijk verhaalt over landlopers, die gedeeltelijk tot rust gekomen zijn.

     

    De uitbeelding van den pittoresken kant van hun wezen is aan Timmermans veilig toevertrouwd. Wij aanvaarden deze lieden, die door ieder treffelijk burger tot het “uitschot der maatschappij” zullen gerekend worden, wij aanvaarden ze vooral uit genegenheid voor de Fé, die ons, met een lyrisme uit auteursliefde geboren, voorbrenkt(?)

    De Krabbekoker, hun bendeleider nl. is een sympathieke kerel zooals er meer zijn in de kategorie der uitschotten ; en dat we sympathie krijgen voor hem is werkelijk een sukses voor de auteur. Welhoe, die kerel laat zijn wijf heel haar leven op vergiffenis wachten, ja, vernietigd haar bestaan, en alleen omdat ze hem eventjes ontrouw is geworden!

    Hij ‘schenkt’ haar alleen maar vergiffenis als ze gaat sterven, dus als het bijna de moeite niet meer is! Maar Timmermans typeert hem en zijn kornuiten zoo kleurig, dat ze toch onze sympathie verwerven en we uit genegenheid voor hem, de vraag zelfs af en toe in onzen boezem smoren, de vraag, die ondanks alles toch oprijst: van wat leven die kerels? Waar halen zij het geld vandaan om zo maar te borrelen?

    Maar laat ons voortgaan: een groot moment is het als de Krabbekoker optreedt om de onschuld te wreken, den gehoornde komt dat inderdaad toe, en dat optreden valt zelfs min of meer in de lijn van zijn natuurlijke funkties! En wat een deernis hebben wij met hem als hij in zijn ‘tragieken’ opzet door de mand valt! Wel aandoenlijk heeft de Fé het weerzien tusschen heer en mevrouw Krabbekoker beschreven. Dat zijn naar het ons lijkt, wel zeer treffende bladzijden door Timmermans met veel schrijfkunst en veel hart geschreven …

     

    Maar, indien de uiterlijke kant van de personages, die dit boekske bevolken, ons nog al aanstaan, ofschoon ons toch wat te nadrukkelijk hoe ze van het borrelen houden, dan blijft nog altijd de draad van de geschiedenis, het verhaal. En dat is een penibele historie!

    Wij weten nu zoo zachtjes aan wel dat Timmermans geen groot psycholoog is, integendeel dat zijn talent ligt in ’t onbollige, kleurige, folkloristisch verhalen en typeeren. Maar de personen waarmede hij zijn boeken pleegt te bevolken, of ze nu Pallieter, Mijnheer Piroen, Breughel of zelfs Franciscus heeten, moeten in die boeken toch ook iets beleven! Het is niet voldoende dat zij door de bladzijden wandelen, pijpen smoren, eten, drinken, aan natuurlyrisme doen, zelfs schilderen of bidden. Dat zijn uitstekende … werkzaamheden (voor het bidden klinkt dat nog al oneerbiedig, maar het is niet zoo bedoeld) maar er moet toch iets gebeuren met  deze menschen, een of andere dramatische of komische gebeurtenis moet hen toch op het lijf vallen; zij moeten tocht iets ondergaan, dat ingrijpt op hun leven, dat zich ankert in hun ziel en oorsprong is van een of andere evolutie…

     

    Welnu, buiten de historie van den Krabbekoker en zijn vrouw, heeft Timmermans een verhaal in zijn boek geweven (de geschiedenis eener verleiding en de dramatische gevolgen bij de geboorte) dat al te melodramatisch is om ons niet af en toe wrevelig te stemmen. Wij vragen geen psychologische verklaringen, laat staan uitdiepingen. Wij aanvaarden grif dat een verteller nogal eens doordraaft, een goede verteller boeit eerst zichzelf, maar wij laten ons toch niet zoo beetnemen als Timmermans voorneemt ons te doen.

    Een jonge maagd wordt verleid. Haar papa gooit haar buiten.’t Schaap gaat zich verdrinken. Zij wordt door de Krabbekokers gered. En in hun kluis opgenomen. En door hun liefdevol verpleegd.

    Voor deze oude Jappen betekend zij de andere wereld, de jeugd, de schoonheid, de goedheid.

    En haar kind zal hun kind zijn. De broeder van haar verleider, die onder Krabbekokers bende is, wil zich waarschijnlijk om de familietraditie voort te zetten, ook aan haar vergrijpen, maar mislukt.

    Het pasgeboren kind sterft een vreeselijke dood. De vader treedt thans terug op, wil zijn dochter thans terug, afgezien van het feit dat zij met al de Krabbekokers  heeft gehokt. Zij weigert. Zij volgt een Krabbekoker naar Italië! Maar tusschen die twee bestaat evenwel niets!

    Als wij ons niet vergissen: hij kan haar vader zijn!...

     

    Er is bij Timmermans een idylliek in de voorstelling der feiten, der gebeurtenissen van het verhaal, die direkt naar Conscience  teruggaat. Frappant is dat bij den “Pastoor van den Bloeienden Wijngaerd”…En ook in “De Krabbekoker” is dat het geval. Het kan zijn dat het groote publiek daar nog zijn genoegen aan beleeft, wij helaas kunnen dat niet meer.

     

    Ondertekend door de initialen : L.Z.

     

     

    Tekst is integraal overgenomen van het krantenartikel uit 1934. Wie de reporter was is niet terug te vinden, evenmin de titel van de krant.

    Persoonlijk vind ik de kritiek te fel en niet gepast. Gelukkig is het grote publiek er ‘genoegen’ blijven in vinden. De meesten van ons nodig ik uit om het ‘boeksken’ toch eens te lezen en het verhaal te ervaren als … een gewoon goed gebracht verhaal over de levenservaring van een deel van de bevolking die hun eigen leven leiden. Misschien wel op de rand van de maatschappij, maar het is hun leven.

     

    Mon

    04-09-2006 om 00:00 geschreven door Mon

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 1/5 - (6 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    01-09-2006
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Pallieter, een hardnekkig archetype

    Pallieter, een hardnekkig archetype

     

    Overgenomen uit “ Streven ”,

    Cultureel maatschappelijk maandblad voor Nederland en Vlaanderen.

     

    **  Pallieter, een hardnekkig archetype  ** door Julien Vermeulen

     


    Pallieter is meer dan het type van de landelijke, breugeliaanse Vlaming. Hij is de incarnatie van universele motieven, zoals het eeuwige kind, de terugkeer naar het paradijs, de vereniging met Moeder Natuur. Timmermans' boek sluit aan bij de oude arcadische en picareske tradities, en herinnert aan de negentiende-eeuwse Amerikaanse literatuur (Emerson, Thoreau). Maar Pallieters mateloze drang naar vrijheid en intens verlangen naar geborgenheid zijn tegelijk weer bijzonder actueel

     

     

    'Hij moet verschijnen', schreef Timmermans op 4 augustus 1915 aan de Nederlandse uitgever Van Kampen. En op 31 mei 1916 kon hij effectief de laatste gecorrigeerde drukproeven van Pallieter naar Amsterdam terugsturen 1.

    Enkele weken later was de roman uitgegeven. Maar bijna een eeuw nadat de auteur zijn Pallieter concipieerde, moeten we met bijzonder gemengde gevoelens terugblikken op het resultaat van deze literaire onderneming. Hoe beroemd de titel ook is, toch wordt het verhaal vaak bestempeld als oppervlakkig, naïef, anti-feministisch, zwak gecomponeerd en in menig opzicht boertig provincialistisch. Daarom hebben velen geprobeerd het landelijke Pallieterimago zo rabiaat mogelijk uit hun cultuurprofiel te verbannen. Zowel de flowerpower-tegencultuur uit de jaren zestig als de gedreven ecologisten van enkele jaren later schuwden het Pallieterembleem : voor de zestigers was hij te oubollig Vlaams, voor de milieuactivisten miste hij iedere vorm van structureel engagement. Binnen het huidige debat over de multiculturele waarden ervaren we het al te enge Pallieterprofiel eveneens als een pijnlijk stigma: de agroromantische religiositeit en kritiekloze verheerlijking van eigen aard en bodem vinden moeilijk een plaats in onze rijkgeschakeerde cultuur. Ook het contemporaine pleidooi voor metatekstuele experimenten en voor een gelaagde literatuur met more brains herinnert ons eens te meer aan ons cultureel verleden waarin voor een rondhuppelende en schrokkende Simpelmans een hoofdrol was weggelegd. Met enige gêne hebben we voorts moeten toezien hoe bepaalde ideologische bewegingen dit personage tot een icoon hebben uitvergroot en hoe het soms als symbool van dé Vlaming in de nissen van de buitenlandse stereotypengalerijen is gaan functioneren. De vele onbepaalde plekken in het personage van Pallieter boden de adepten van het Vlaamse 'genie' bovendien voldoende ruimte om deze held als exponent van de vaak geroemde (en naar verluidt typisch Vlaamse) symbiose van exuberante levensvreugde en mystieke introspectie voor te stellen

     

    Motieven uit de orale traditie

    En toch. De roman Pallieter heeft meer dan dertig drukken gekend en is wereldwijd een van de meest verspreide Nederlandstalige werken. Vergeten we evenmin dat de grote gangmaker voor het aanvankelijke succes de Nederlander Willem Kloos is geweest en dat de eerste uitgave in het Noord-Nederlandse tijdschrift De Nieuwe Gids is verschenen. Evenmin kunnen we verdoezelen dat de roman zowat om de tien jaar op een of andere manier in de belangstelling komt, zodat de titel niet weg te branden is uit onze literaire canon 2.

    Onlangs zagen weer twee uitgebreide studies over Timmermans het licht: Gaston Durnez publiceerde een biografie van de auteur, en August Keersmaekers verzorgde een indrukwekkende tweedelige editie van alle beschikbare handschriften van Pallieter 3.

    Vooral tegen de achtergrond van deze laatste tekstgenetische studie lijkt het ons interessant enkele kritische vragen te stellen in verband met de blijvende fascinatie die van de figuur Pallieter uitgaat

    Vooraf dit : de tekst is niet zo transparant als men op het eerste gezicht meent. Op enkele plaatsen hanteert de auteur een symbolisch idioom dat de verwende lezer van vandaag een dankbare meerwaarde biedt. Door drie types van subtiele referenties plaatst Timmermans zijn roman in de internationale orale traditie. We identificeren opmerkelijke mythologische allusies, expliciete sprookjeselementen en duidelijk herkenbare picareske scènes. De titels van twee belangrijke hoofdstukken alluderen op mythologische personages en doorbreken zo de stijlregisters van de volkse spreektaal. 'Een saterachtige dag' zet ons op het spoor van de Griekse natuurdemonen die als symbool van de zinnelijke instincten de nimfen achtervolgden. In dit hoofdstuk dringt Pallieter immers door de 'wellustige overdaad van leven en groei' heen tot in het woud waar hij dagdroomt van Mariekes 'naakt lijveken met schoon geronde vormen'. De verwijzing naar Pan onderstreept een parallelle scène, het tafereel namelijk waarin de dansende Pallieter geniet van de weelde van een 'mollig lijf'. Deze referentie legt bovendien een link met de arcadische literatuur, die veelal op de natuurreligie geïnspireerd is en als zodanig vaak deze bosgod op het voorplan schuift 4. Een wilde rit te paard wordt tot een Walkurenrit uitvergroot en aan Wagner gekoppeld: 'Pallieter zat los op zijn paard; zwierde met zijn armen, en huilde uit zijn sterke keel het schetterende horenlied der Walkuren van Wagner. Het klonk lijk een trompet'. Deze passage komt op vrijwel identieke wijze in de vijf overgeleverde handschriften terug. In het eerste manuscript evenwel probeert de auteur deze scène op een kosmisch-muzikale wijze uit te werken: '<-Palieter zat los en En het donderde> En de stem van Palieter huilend daarboven uit het motief van Wagners Walkurenrit. "Tata-bon." <+tegen den donder in>' (GS 240)

     

    Het Netelandschap wordt expliciet een 'sprookjesland' genoemd en tientallen impressionistische beschrijvingen met allerhande pleonasmen suggereren een wereld 'vol abondanse'. Frequente verwijzingen naar sprookjesmotieven (luilekkerland, melk en honing, koningskinderen, kasteeltje, reus, kabouters, enz.) activeren een suggestief sprookjesidioom. Onverwachte personificaties (de aarde juicht, een paard lacht, het rood jubelde, de wind wandelt, de zon tuimelt, het huwelijk rolde ervanonder, de bloemen zingen, enz.) consolideren dezelfde sprookjesstijl die een wereld evoceert waarin planten, dieren en muziekinstrumenten in kleurrijke verscheidenheid wedijveren. De magische sfeer van een betoverde omgeving steunt op een stilistiek waarin de synesthesie belangrijk is (een zonnestraal rinkelde, brede geuren, het malse licht, zoete liederen, de hitte lag te denderen, men zag het gegalm, enz.). Het zijn allemaal facetten van een pastorale sprookjeswereld die uitmondt in het irreële slotbeeld van een huifkar die de wijde wereld in trekt

     

    Andere details koppelen de roman intertekstueel aan het genre van het schelmenverhaal dat aanleunt bij de orale overlevering. Pallieters woning draagt de naam 'De Reinaert' en enkele schalkse fratsen herinneren ons aan De Costers Uilenspiegel. De vergelijking van de opeenvolgende handschriften brengt inderdaad een graduele wegwerking van allerhande scabreuze en boertige scènes die aan de picareske tradities van Uilenspiegel en Pantagruel verwant zijn, aan het licht. Ook de picaro is een vrijgevochten outsider die zijn eigen weg gaat, wat meestal in een heel losse aaneenschakeling van episodische taferelen weerspiegeld wordt. De triviale kanonscène werd aanvankelijk door Willem Kloos gewraakt, maar haalde toch de eerste druk van 1916 en is verhaaltechnisch een courant motief uit de picareske traditie (the battle of wits). Het fragment met het bloot achterwerk werd zelfs aan de versie uit De Nieuwe Gids toegevoegd (GS 182), hoewel de auteur in de voorgaande manuscripten sterk snoeide in de breugeliaanse excessen van eten en drinken. Andere losse, anekdotische sequenties, zoals die van de jager en de koeientaart of van het gevecht met de paardenhandelaars, kunnen onder dezelfde picareske noemer geplaatst worden

     

    Wanneer we de intrige van Pallieter vanuit de orale traditie benaderen, komen we dicht bij een Jungiaanse invalshoek, waarbij we de held kunnen definiëren als een archetypische voorstelling van enkele frappante motieven uit het collectieve onbewuste. In die zin is de fascinatie die van een schijnbaar eenvoudig verhaal uitgaat, te duiden als een appel aan onze gevoeligheid voor bepaalde universele componenten. De vele naïeve tekeningen die Timmermans in zijn oeuvre opneemt, zetten ons op hetzelfde spoor. In hun simpele eenvoud zijn de tientallen illustraties in essentie scherp afgebakende archetypen: de madonna, de vliegende heks, de duivel, de drakendoder, de verleidende slang, de kindervriend, de levensboom, de zeemeermin, de opgaande zon, de dodendans, de bacchusfiguur, en vele andere. Vooral het vignet met de hoorn des overvloeds lijkt in deze context niet onbelangrijk. Dit is immers het attribuut waarmee Plutus (Gr. Ploutos) in de iconografie de aardse rijkdom personifieert. In meer dan één opzicht is Timmermans' Plutus echter een composietfiguur van archetypische elementen, en zowel in de nevenpersonages als in diverse losse verhaalsequenties vinden we ondersteunende motieven die dit profiel reliëf geven. In de volgende alinea's willen we enkele opvallende kenmerken van dit Pallieterarchetype belichten

     

    Het kind is vader van de man

    Zoals vele legendarische of picareske protagonisten is Pallieter een ouderloze held. Weliswaar heeft de auteur het motief van de moederlijke bezorgdheid enigszins geprojecteerd in een van de personages – Charlot –, maar de vaderfiguur is helemaal afwezig. In het eerste handschrift dat van Pallieter bewaard is, wordt de hoofdpersoon nog voorgesteld als klerk van een voddenkoopman in een kleinsteedse handelszaak. In deze eerste versie vinden we dus nog een vage afspiegeling van een vaderbeeld waartegen het ego zich moet afzetten vooraleer het zich in een pastoraal-idyllisch leven kan onderdompelen. In de latere handschriften wordt de handeling in medias res geplaatst: vanaf de eerste regels woont Pallieter reeds op de buiten, waar hij totaal bevrijd is van iedere vorm van werk, gebod of dwang. De beperkte normatieve instanties waarmee hij sporadisch in contact komt, worden inderdaad probleemloos terzijde geschoven. Zo wordt de zelfbevrijding gekoppeld aan een compleet verdringen van elke vorm van vaderlijk gezag. De afsplitsingen van de vaderfiguur die zich in enkele nevenpersonages aftekenen, worden honend weggelachen. In de ontmoeting met de dominante graaf trekt Pallieter zich met een schelmenstreek uit de slag: deze groteske kanonscène wordt in de eerste tien handschriften enigszins anders uitgewerkt, namelijk in een confrontatie met een officier naar aanleiding van een twist rond het concept 'vaderland'. Ook de geleerden en de filosofen maakt hij belachelijk, en de pastoor wordt slechts geduld in zoverre hij Pallieters vrijheid niet met een categorische imperatief bedreigt. Evenmin stoort hij zich aan de wet die hem door een veldwachter wordt opgelegd, of aan de pragmatische bezwaren die een koster oppert. Zelfs het godsbeeld wordt niet als een deus otiosus of als een oordelende macht ingevuld, maar wel als een mild schenkende 'Lievenheer'

     

    De motieven die men dus traditioneel met het vaderbeeld associeert (bezit, kennis, autoriteit, wet, macht, verbod, gebod) legt het hoofdpersonage moeiteloos naast zich neer. De tomeloze levenslust en het gevoel van euforische bevrijding kunnen dus gedeeltelijk geplaatst worden tegen de achtergrond van dit vaderloze verleden. Als een anti-Hamlet heeft Pallieter niet af te rekenen met een verstikkend superego, en hij erft niet de minste twijfels, scrupules, remmingen of onzekerheden, waardoor hij zich vrijwel teugelloos kan uitleven. In hoeverre we deze literaire interpretatie mogen funderen op de biografische realiteit waarin de roman tot stand is gekomen, is misschien niet voor iedereen duidelijk. Er is reeds vaak op gewezen dat Timmermans zich in zijn Pallieter bevrijd heeft van de overwegend sombere en occulte ideeënsfeer waarmee hij in zijn adolescentie dweepte, en dat de directe aanleiding tot het schrijven van het boek de problematische chirurgische ingreep was die hij in 1911 moest ondergaan. We moeten echter eveneens voor ogen houden dat de auteur in deze periode in een bijzonder gespannen verhouding leefde met zijn ouders, vanwege zijn partnerkeuze en de weinig florissante beroepsperspectieven die zich aanboden. Het lijkt derhalve best aanvaardbaar dat de auteur in deze vaderloze romanheld zijn eigen spanningen heeft pogen weg te schrijven: via een bepaalde vorm van katharsis is hij ermee in het reine gekomen

    Zelfs wie sceptisch staat tegenover een al te psychologiserende duiding van deze onderliggende vader-zoonthematiek kan er moeilijk bezwaar tegen hebben, de intrige van de roman als een psychisch proces te beschouwen waarin we vaak een onverhulde wensvervulling kunnen herkennen.

    Dit brengt ons bij een tweede kenmerk van het Pallieterarchetype : de overkoepelende thematiek van de regressie, van de terugkeer naar een jeugdig gedragspatroon, van het terugverlangen naar de geborgenheid van de kindertijd, van het herbeleven van een roes van zintuiglijke en orale genietingen. In dat verband zien we ook hoe het hoofdpersonage de stad en de mercantiele maatschappij de rug toekeert, hoe hij afstand neemt van rationele cultuurvormen en zich laveloos overgeeft aan de moederlijke en vrouwelijke natuur. Deze regressie vertakt zich in enkele afzonderlijke motieven, zoals de cultus van het eeuwige kind (puer aeternus), de verheerlijking van de ongerepte natuur (arcadia), de visie op de natuur als bron van alle leven (de positieve Magna Mater) waarin het individu opgenomen wil worden (return to the womb), het overstijgen van alle belemmerende tegenstellingen (coniunctio oppositorum), de platonische beleving van een alziel (de oversoul als variante van het collectief onbewuste) en de cyclische interpretatie van de tijd (de motieven van Aurora en van de renewal of seasonal life) die tevens de structuur van de roman bepaalt. De hergeboorte van de zomerse natuur valt samen met Pallieters vertrek, dat als een totale bevrijding van alle sociale restricties gelezen kan worden. Zo ontvlucht hij de normen van een georganiseerde samenleving en wordt hij de eeuwige reiziger: de everlasting voyager naar een never-never land. Wij gaan even dieper in op deze verschillende motieven die de regressiebeweging kenmerken en ondersteunen.

     

    Het syndroom van de eeuwige jongeling kan psychologisch gedefinieerd worden in termen van overoptimisme, van een ongebreideld beleven van de meest gedurfde verbeelding, van een verdediging van een uitgesproken idealisme en van het extravert openstaan voor buitensporige waagstukken of bizarre uitdagingen. Het is evident dat Pallieter fundamenteel een spelende mens is van wie het hele levensgedrag door het lustprincipe wordt gedreven. Zijn uitgesproken beweeglijkheid bepaalt mee de stijl, die een voorkeur heeft voor werkwoorden die mobiliteit uitdrukken (wipte, sprong, ritsten, dansten, rolde, enz.). Deze ongeremde beweeglijkheid lijkt een dramatisering van een totaal afwezig zijn van onbewuste remmingen of wilsconflicten. Op diverse punten benadert dit enthousiasme de meest kinderlijke eenvoud: de zeepbellensequentie en de rit op de bok zijn slechts twee bekende illustraties ervan. En rond het begrip kind vinden we een gamma van uitdrukkingen dat de stijl van het verhaal typeert: als een kind, lijk een kind, uitgelaten als een kind, lijk twee kleine kinders, lijk twee brave kinderen, van het kind, kinderlijk blij, kinderlijken eenvoud

     

    Opmerkelijker is Pallieters levensdevies 'lot er ons de sijs van aflakke', dat meteen alle varianten van orale genoegens oproept. Het lexicon dat een orale fixatie suggereert, is enorm uitgebreid: 'smakten en klakten lijk twee zuigende kinderen, smakkend uitklokte, met trage zeupkes uitzuigen, 't gesloeber van de vele monden, zog, gulzigen mond, gulzig ete, 't smokt zo goe, slurpten, het zog der aarde, duzend borste', enz. Deze obsederende oraliteit had in de eerste handschriften ook een uitgesproken anale pendant. We hebben reeds aangestipt hoe enkele residuen ervan als losse componenten in het definitieve verhaalverloop geschoven werden. In een handschrift uit 1911 wordt de stralende zon gepersonifieerd als '<-Zeed heur hemd oepgeheuve-> (GS 39) en in de eerste versie van het fameuze kanonduel lezen we: 'hief hij ras zijn rechterbeen op en liet een krakende <-port> prot uit zijn achterste losdonderen;' (GS 60). Het absolute hoogtepunt van fecalisch plezier vinden we in de bladzijdenlange, barokke evocatie van De Feest uit 1912 (GS 172-173). Dergelijke scabreuze passages zijn door sommigen gezien als een vorm van volkse profilering, soms zelfs als een teken van maatschappijkritiek, onlangs nog door G. Durnez. De obsessionele gedrevenheid waarmee de jonge Timmermans zich in deze anale retoriek verlustigt, strookt echter in eerste instantie met de regressiehypothese die we hier ontwikkelen

     

    De versgeploegde knaap

    Het arcadische motief van een adamitische man die naakt in Gods vrije natuur rondloopt is een kerngegeven van het Pallieterarchetype. Hij is een green-world-lover, een afgezwakte vorm van de noble savage voor wie het Netelandschap een mythisch paradijs lijkt. Toch geeft Pallieter zich niet totaal over aan een ongeciviliseerde oernatuur, want hij weet zich geborgen door de beschuttende en ruggensteunende aanwezigheid van de provinciestad. Zijn natuurexploraties blijven beperkt tot enkele tochtjes in de plooien van het hem vertrouwde en bejubelde Neteland. Toch is ook dat een onderdeel van de overkoepelende regressietendens. Pallieter keert terug naar de zuiverheid, de onschuld en de goedheid van een onbedorven natuur. De stad 'waar het stinkt naar <-vette>>loopende> vrouwen, asemriekende mannen, opwerpende magen, vuile hemden, zwarte zweetvoeten ontbonden vleesch en graten van visch' (eerste handschrift, GS 17) heeft hij achter zich gelaten. Onbelast door de (erf)zonde, vrij van materiële problemen en onbedorven door een overgeërfde cultuur geeft hij zich over aan een bucolisch leven waarin eten, drinken, zingen, dansen, het liefdesspel en de natuurverering centraal staan. 'Melk den dag!' is het enige wat Pallieter ooit geschreven heeft, en deze 'carpe diem'-slogan bezorgde hem het epitheton van dagjesmelker. Vreemd echter is dat deze passage, tekstgenetisch, pas voorkomt in de definitieve druk van 1916. Zowel in de tijdschriftpublicatie in De Nieuwe Gids als in de zes voorgaande handschriften komt deze typering niet voor (GS 371-385). Het ochtendlijke ritueel van het naakt zwemmen kan als een symbolisch knooppunt van het arcadische leven geïnterpreteerd worden: het is een bevrijdende overgave aan de natuur, een zuiverend doopsel, een cyclisch beleven van de hergeboorte van de dag en een symbolische terugkeer naar de voedende moeder. Van deze paradijselijke scène komen in de loop van de intrige verschillende varianten voor die samen een vast motief vormen

     

    Bijzonder opmerkelijk is de wijze waarop in deze roman de verzoening van de tegenstellingen (coincidentia oppositorum) vorm krijgt en in het verlengde van het geborgenheidsgevoel wordt geplaatst. Antipoden, gespletenheid of spanningen vinden we niet terug: niet in het individu, niet in de buitenwereld. De geëvoceerde werkelijkheid vormt één geheel, en dit verraadt een holistische werkelijkheidsvisie waarin alle antitheses opgeheven worden. De natuur is één: de regen dringt in de grond, de zon doet het zaad in de aarde openbarsten, het bos is als de zee. 'Dat is het leven: altijd maar geven en koppelen...' Ook lucht en aarde vormen een eenheid. Moeiteloos beklimt Pallieter bomen, torens en molens, en tijdens de vliegtuigscène wordt hij letterlijk opgenomen in 'het rijk der zon'. De rivier weerspiegelt de sterren, en het weidse besneeuwde landschap ervaart hij als de 'hemel ligt oep de wereld'.

    De mens identificeert zich continu met de natuur : Pallieter omhelst een boom, wil zelfs een boom zijn, wil in de geploegde aarde bijten, kust de grond. Een zelfde identificatieritueel leeft ook in de scènes waarin hij de zon wil eten, de ziel der aarde wil drinken en 'één herteklop, één asem' wil worden met de aarde. Een versluierde variant van het motief van de heilige bruiloft (hieros gamos) vinden we terug in de sequentie waarin een 'zeer' zwangere vrouw het zaad in de vers geploegde akker strooit. Uit de vruchtbare aarde zou ook een mens geboren kunnen worden, want dan zou ze er 'iene make lak Marieke'. En in het hoofdpersonage worden de uitersten van exuberante levensdrift en innerlijke contemplatie met elkaar verzoend. Zo worden alle opposities overbrugd: man en vrouw, hemel en aarde, mens en natuur, leven en bovennatuur versmelten tot één dionysisch geheel dat continu door een stromend en vloeiend élan vital bezield wordt

     

    Met deze werkelijkheidsvisie komen we heel dicht bij R.W. Emersons concept van de Opperziel die schuilgaat achter de veelheid van al wat leeft. Het is bekend dat Timmermans het werk van Emerson bij zich had in het ziekenhuis toen hij er in 1911 geopereerd moest worden, en volgens tijdgenoten beschouwde hij de Sept essais d'Emerson levenslang als zijn 'brevier' 5. Verwijzingen naar de ziel lopen effectief als een rode draad door de tekst, waarbij dit begrip als de diepste gemeenschappelijke kern van de mens en de aarde gedefinieerd wordt: de ziel barst van liefde, de natuur vergroot de menselijke ziel, vruchten zuigen de ziel van de aarde op, de ziel van de aarde is het 'inwezen van de wereld', een religieuze ervaring krijgt de naam van 'zielebrand', en ontroering wordt gevisualiseerd in het beeld: ''t feest kwam aan de ziel'. De hymne aan de zon en aan het licht dat overal doordringt, kan als natuurlijke tegenhanger van dit spirituele begrip beschouwd worden. Deze opvatting drukt tevens een stempel op de stijlregisters van het boek, want tientallen licht- en schitterwoorden kleuren het idioom: blankte, beglansde, schitterde, spettering, zilveren tinteling, zonbeschenen goud, zondoorblonken, overheerlijk licht, enz. In navolging van Emerson poneert de auteur een fundamentele eenheid van de wereld en god, keert hij zich af van het formalisme van de kerk (de kwezels!) en pleit hij voor een intuïtieve religieuze ervaring die juist in de natuur een transcendente boodschap verneemt. Had men Timmermans' werk in de jaren twintig gelezen tegen de achtergrond van deze Amerikaanse literair-filosofische opvattingen, dan zou men de hele discussie rond het vermeende paganisme misschien serener hebben gevoerd

     

    De naam Emerson brengt ons bij die van zijn leerling H.D. Thoreau, een auteur die zich enkele jaren in de bossen van Massachusetts terugtrok en zijn ervaringen in Walden (1854) neergeschreven heeft 6. We kunnen ons niet van de indruk ontdoen dat dit boek een sterke invloed gehad heeft op de genese van Pallieter. Tientallen scènes uit Timmermans' roman behandelen identiek dezelfde ervaringen als Thoreaus dagboek. Daar beide romantische werken gebouwd zijn op de spiraalbeweging van de seizoenen, ligt het misschien voor de hand dat diverse observaties gelijklopend zijn. Beide auteurs genieten intens van de natuur: van het uitbreken van de knoppen uit de schijnbaar dode takken, van de rijk gevarieerde dierenwereld die hen omringt en van het onbezorgde leven in een paradijs (Thoreau verwijst naar de Golden Age) waar men zich aan de natuur voedt. Maar ook een prachtige regenboog of een heerlijke bui, een bos dat klanken echoot of het licht dat 'pure, bright, beautiful' is, en zelfs een hevig onweer en een inslaande bliksem ontroeren hen. 'The Great Snow! How cheerful it is to hear of!' en 'the brilliant fruit was likewise food for my eyes merely' zijn uitroepen die met gemak in Pallieters vocabularium ingeschoven kunnen worden. Andere overeenkomstige details zijn bijvoorbeeld de beschrijvingen van een eenvoudig man die slechts twee boeken bezit en die zijn naam in de sneeuw schrijft, van een bejubeld landschap dat als de 'best room' (Timmermans' salon!) getypeerd wordt, van het baden in open lucht of van een vriendschap met een boom ('cousin to the pine', alias 'Bruur Boom'), die meer wijsheid bezit dan de geleerden. Beide auteurs schrijven ook vanuit een zelfde levensopvatting: de intens beleefde eenheid met de natuur die 'mother of humanity' is, het pleidooi voor een eenvoudig, kinderlijk leven ('Simplicity!') en de vrees dat de oprukkende beschaving de natuur bedreigt. Ook Emersons beleving van het religieuze in de natuur is bij beiden een constante: een bos dat Timmermans als een kerk ervaart is voor Thoreau een schrijn dat uitnodigt tot 'worship'

     

    Een schoongelogen vertelsel

    Deze neoplatonische benadering 7 neemt niet weg dat de natuur, en vooral de aarde, steeds ervaren wordt als een vruchtbaar en, zoals de eerste handschriften illustreren, ook als een uitgesproken sensueel-zinnelijk wezen. In de roman is een eigenlijke seksualiteitsbeleving afwezig. De huwelijksnacht wordt zedig herleid tot één witregel (alleen in een vroeger handschrift wordt de coïtus in bijbelse termen als een 'kennen' geformuleerd; GS 348). De sensuele geladenheid komt slechts enkele keren in erotische fantasieën of flirtpartijtjes op. Veelal wordt de seksualiteitswens in de natuur geprojecteerd. De zon-aardeverhouding wordt meer dan eens voorgesteld als een bevruchtende man-vrouwrelatie. In de vroegere versies van de roman vinden we deze verschoven zinnelijkheid heel expliciet terug. De vruchtbaarheid van de grote moeder aarde wordt in de tweede versie van het tiende hoofdstuk als volgt verwoord: '<+<-zij gaf zich aan de zon lijk de vrouw aan den man.> <+ en al heur <-krach> liefde kracht en heerlijkheid welde op uit haar hart. Zij gaf zich aan de zon lijk een kindverlang[en]de vrouw aan den man>'. In de derde versie vinden we hier nog een restant van terug: '...<Zij was echt vrouwelijk Zij gaf zich aan de zon lijk een rijpe vrouw aan den lang verwachten man>'. In de latere versies wordt deze expliciete metaforiek afgezwakt tot het beeld van de vruchtbare aarde. Bijbelse reminiscenties (manna, Abraham, het beloofde land) ondersteunen de evocatie van deze vruchtbaarheidscultus

     

    Het vrouwelijke wordt niet alleen in de natuur geprojecteerd, ook enkele nevenpersonages symboliseren diverse facetten van het vrouwelijke. We willen hier niet vervallen in een rigide extrapolatie van Jungs animabegrip, al kunnen we gemakkelijk enkele opvallende aspecten ervan identificeren. Charlot personifieert de moederlijke (en/of zusterlijke) bezorgdheid en is ondanks haar reputatie van kwezel toch een monument van vruchtbaarheid. De vitalistische typering van haar borsten die 'geweldig als dondertorens [...] in hun volle malse dikte naar voren op den grote buik' hingen, komt reeds vanaf de eerste handschriften voor (GS 281, 283, 288). Marieke is in haar onschuldige verschijning vaak het archetype van het zuivere engeltje ('Ge komt niks te keurt as vleugeltjes'). Een lichamelijke tinteling van het zinnelijk-vrouwelijke vinden we in enkele scènes met occasionele liefjes en in korte typeringen van zijn verloofde. Het spirituele Madonna-archetype ten slotte is heel dominant aanwezig in de cultus rond 'ons Luverijke'. Ondanks deze gevarieerde voorstelling van het vrouwelijke kunnen we in Timmermans' Pallieter toch een regelrecht anti-feministisch discours herkennen. Met Lucie Irigaray kunnen we stellen dat Pallieter een uitgesproken specimen is van het 'mannelijke schrijven' dat zolang onze cultuur gedomineerd heeft. De held van het verhaal is een man, en deze man is (ondanks zijn kinderlijke aanleg) dé grote held. De vrouw fungeert er in de context van een 'mannelijke seksuele economie' als ridiculiseerbare dienstmeid, als engelachtige geliefde ('e schoe kind!'), als gelegenheidsliefje, als een gehoorzame timide echtgenote (een bruid 'lijk een popje, stil en stijf...'), als vruchtbare moeder of als devoot radertje in een mannelijke kerkstructuur.

     

    De vrouwelijke geborgenheid en vruchtbaarheid vinden we tevens terug in een frequent terugkerende symboliek. De beelden van het (huwelijks)bootje dat volgeladen wordt met alle vruchten van een overdadige oogst, van de 'grote baarmoeder' waar alle sterren uit lijken voort te komen, van de 'gewillige aarde' die het zaad ontvangt en van de eeuwenoude boom die, opengebarsten, een zenuwknoop is van 'wild, barbaars en overtollig leven', zijn symbolenclusters die het verhaal van Timmermans structureren. Vanuit eenzelfde achtergrond moet ook het slot van de roman geïnterpreteerd worden. De beschermende beslotenheid van de huifkar (in combinatie met het motief van de drieling) vormt het slotstuk van deze symbolenreeks. De scène vormt bovendien geen open einde, zoals wel eens is beweerd, integendeel. Het wegtrekken uit de besloten biotoop van het paradijs is een expliciete exponent van het fantasiedenken en van de wensvervulling die achter elk detail van de intrige schuilgaan: ''t verlange oem overal en nieverans te wonen'. En ook dit literaire motief van de eeuwige Wanderer is eerder al geduid als een symbool van het individu dat blijvend op zoek gaat naar het vrouwelijke en het onbewuste.

     

    Wat schijnbaar een los gecomponeerde en hybridische roman is, steunt op een archetypisch patroon van eenheid scheppende motieven. Tussen de onbekende herkomst en de onbepaalde toekomst van de protagonist ligt een aaneenschakeling van universele motieven: de regressie naar het kinderlijke en het paradijselijke, de verzoening van alle tegenstellingen in een intuïtief beleefde alziel, het verlangen naar een fundamentele geborgenheid in het eeuwig vrouwelijke van een cyclische natuur en de uiteindelijke bevrijding van iedere vorm van autoritaire belemmering. De barokke taal waarin herhaling, pleonasme en synesthesie een grote rol spelen, is een perfecte weergave van een teugelloos beleven van de overdadige vruchtbaarheid en geeft de roman een stilistische eenheid

     

    Zoals de Amerikanen Emerson, Thoreau en Melville ontkent Timmermans in zijn Pallieter het overwicht van het intellect. In de hoofdpersoon wordt een uitgesproken regressie belichaamd: de eeuwige jongeling mist elke realiteitszin, wil geen compromissen sluiten en verwerpt resoluut de beperkingen van een patriarchaal systeem. Pallieter neemt afscheid van de autoritaire vader en keert euforisch terug naar het universeel-moederlijke. Het is juist deze dubbele beweging – de mateloze vrijheidsdrang gekoppeld aan het verlangen naar een intense geborgenheid – die nog steeds aanspreekt. Zonder de universele kracht van deze onderliggende psychische matrix en de ondersteunende motieven zou de roman, honderd jaar nadat de auteur hem gecomponeerd heeft, veel van zijn diepste aantrekkingskracht verloren hebben. C.G. Jung was geboeid door de complexe psychische processen en thematische constellaties die in sprookjes, mythen en sagen bezonken liggen. Op dezelfde manier is Timmermans' Pallieter slechts op het eerste gezicht een wonder van eenvoud, want achter dat 'schoongelogen vertelsel' gaat een rijke laag van nog steeds fascinerende archetypen schuil.

     


    1] Kopie van briefkaart aan uitgever Van Kampen opgenomen in: J. de Ceulaer (ed.), Pallieter van nabij. Jaarboek 1976 van het Felix Timmermans-Genootschap, Orion, Brugge / B. Gottmer, Nijmegen, 1976, blz. 140

     

    [2] M. Cordemans, 'De definitieve uitgave van Pallieter', in Handelingen van de Zuidnederlandse Maatschappij voor Taal- en Letterkunde en Geschiedenis, 1958, deel XII, blz. 23-42

    L. Vercammen, Vijftig jaar Pallieter. Een historische terugblik, Heideland, Hasselt, 1966

    L. Vercammen, Felix Timmermans. De mens. Het werk, Heideland-Orbis, Hasselt, 1971, blz. 55-62

    M. Janssens, De maat van drie. Essays over literatuur, Davidsfonds, Leuven, 1984, blz. 143-155

    F. Verleyen, De gezonken goudvis. Felix Timmermans en de moderne tijd, Globe, Groot-Bijgaarden, 1997, blz. 17-21 en 61-68

    G. Keersmaekers, 'Een "uitgehakt" begin uit Timmermans' Pallieter', in Vlaanderen, januari-februari 1997, blz. 29-32

     

    [3] A. Keersmaekers, Het geluk van een schrijver. Felix Timmermans en zijn 'Pallieter', KANTL, Gent / Pandora, Antwerpen (Cahier 6), 2000, blz. 216 en Het geluk van een schrijver. Felix Timmermans en zijn 'Pallieter'. Deel II. De teksten, KANTL, Gent / Pandora, Antwerpen (Cahier 7), 2000, 414 blz. (in het artikel afgekort als GS; de betekenis van de diacritische tekens: <-> weglating; <+> toevoeging; <a>>b>: vervanging van a door b).

    G. Durnez, Felix Timmermans. Een biografie, Lannoo, Tielt, 2000, blz. 160-212, 224-252, 284-296 en 438-455

     

    [4] L. Vercammen, 'Pallieter, Pan en Plutarchos', in J. de Ceulaer (ed.), op. cit., blz. 38-43

    A.Keersmaekers, Felix Timmermans. Wonder van eenvoud, Davidsfonds, Leuven, 1990, blz. 11-32, inz. blz. 27

     

    [5] R.W. Emerson, Essays and Poems, selected and arranged by G.F. Maine, Collins, London/Glasgow, 1954. Timmermans heeft Emersons werk leren kennen door de Franse vertaling van een selectie uit de First Series (1841) en de Second Series (1844) van de essays: R.W. Emerson, Sept essais d’Emerson (trad. par I. Will, avec une préface de Maurice Maeterlinck), Lacomblez, Brussel, 1894, 251 blz

    J. de Ceulaer, En toch. Spiegelbeeld van Felix Timmermans, Van In, Lier, 1967, blz. 81.

     

    [6] H.D. Thoreau, Walden, or Life in the Woods, Signet, Ontario/London, 1960 (1ste dr.: 1854). In 1902 is reeds een Nederlandse vertaling van de hand van Suze de Jongh van Damwoude verschenen: H.D. Thoreau, Walden met een voorwoord van Frederik van Eeden en een inleiding van W.H. Dircks, C.J.W. Grentzebach, Bussum.We vermelden enkele passages die in handeling, geest, verwoording of in bepaalde details met sommige fragmenten van Pallieter overeenkomen: blz. 78, 105-106, 108, 125-131, 132, 136, 150-154, 159, 162-168, 169-172, 179, 182, 184-191, 211-213, 222-223, 235-236, 241, 244-245, 249, 282-283, 291-296, 309, 330-331, 347, 353, 362-363. Het spreekt vanzelf dat we hier niet noodzakelijk een rigide vorm van plagiaat, ontlening of rechtstreekse beïnvloeding in hoeven te zien. Talrijk zijn immers ook de verschillen qua personages, vertelstructuur en stijl. Opvallend is wel dat de natuur in deze vertaling ook als 'Mijn "mooiste" kamer, mijn "salon"' getypeerd wordt (blz. 182). Andere karakteristieke aforismen van Pallieter zijn: 'Ik heb altijd betreurd, dat ik niet even wijs was, als op den dag, waarop ik geboren werd' (blz. 136); 'de echo is, in zekere mate, een oorspronkelijke klank, [...]; dezelfde gewone woorden en tonen door een woud-nymph gezongen' (blz. 162-163); 'Ik kom en ga, met een vreemde vrijheid, in de Natuur, een deel van haarzelf' (blz. 169); 'Als ik de vriendschap van de seizoenen geniet, vertrouw ik, dat niets het leven mij tot een last kan maken' (blz. 171); 'Toen de Natuur hem schiep, gaf zij hem een sterk lichaam [...], opdat hij zijn zestig jaren, en tien daar nog bij, als een kind kon uitleven' (blz. 187).

     

    [7] Tijdens een interview (Oostende, 23 september 2000) heeft Lia Timmermans een parallelle neoplatonische visie op de schoonheid en het esthetische verdedigd. Cf. J. Vermeulen, Lia Timmermans. Lichte lanen en donkere dreven, VWS, Brugge, 2000.

    01-09-2006 om 21:03 geschreven door Mon

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 4/5 - (12 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    25-08-2006
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Bespreking : De Pastoor uit den Bloeyende Wijngaerdt

    Titel: De Pastoor uit den bloeyenden wijngaerdt

    Auteur: Felix Timmermans

    Periode: 1880 - 1916 (neo romantiek) 

    Samenvatting

    Dit boek gaat over een pastoor, Benedikt Serneels, die samen met Sophie de huishoudster, in de pastorie, de bloeiende wijngaard woont. Dit noemt hij zo omdat hij een enorme liefhebber van wijn is, een eigen wijngaard heeft en een enorme kelder vol van wijn. De soorten wijn geeft hij namen, hij noemt ze onder andere - ader van christus, spiegel der engelen, geestdrift van assisiën.- Meneer Pastoor koopt ook vaak wijn van meneer van Mol. Meneer Pastoor heeft een broer, Gommaar, een horlogemaker. Gommaar heeft een probleem. Zijn dochter, Leontientje is verliefd geworden op Isidoor, een ongelovige Geus. Men was er van overtuigd dat een relatie met een niet-katholiek voor God niet kan bestaan. Als meneer Pastoor aan Leontientje vraagt hoe ze verliefd zijn geworden verteld ze het hele verhaal: Isidoor kwam meerdere malen langs als Leontientje buiten zat te breien, hij laat horloges maken in de winkel van haar zoon, de vonk slaat over. Isidoor schrijft een brief aan Leontientje en die leest Gommaar. Gommaar brengt Leontientje naar meneer Pastoor, die of de liefde van Leontientje over moet laten gaan of Isidoor gelovig moet krijgen. De liefde van Leontientje blijkt echter niet over te gaan, dus moet Isidoor gelovig worden. De pastoor besluit Isidoor een brief te schrijven, waarin staat dat Isidoor naar de pastorie moet komen. Leontientje bidt veel tot God of Isidoor alstublieft gelovig mag worden. Als Isidoor in de pastorie komt, gaat de pastoor met Isidoor praten over al de katholieke symbolen, de natuur, het geloof enzovoort. Isidoor luistert aandachtig en eerbiedig. De pastoor vindt Isidoor erg sympathiek. Isidoor wil erg graag gelovig worden, maar het lukt niet. Hij kan niet blindelings geloven. . Leontientje wil dit niet geloven, want Isidoor luistert altijd zo geboeid naar haar oom. Meneer Pastoor twijfelt echter wel, want hij ziet dat het Isidoor gewoon echt niet lukt. Op den duur vraagt de Pastoor aan Isidoor of hij het nu echt niet kan geloven. Isidoor zegt: “ik kan het niet geloven, zelfs haar liefde voor haar doet het mij niet geloven… Ik ga weg… Ik dank u...” De pastoor zegt dat hij MOET geloven, maar Isidoor kan niet doen alsof. Isidoor vertrekt, zonder afscheid te nemen van zijn Leontientje.

     

    Mieke Zand zorgt voor het eenzaam gelegen kapelletje. Leontientje kwam vaak in het kapelletje om voor Isidoor te bidden, dus zo kennen zij elkaar.

    Leontientje vertelt het hele verhaal van Isidoor aan Mieke en Mieke verteld haar geschiedenis aan Leontientje. Ze verteld dat ze verliefd was op een jongen, waar ze tegen de zin van haar familie mee trouwt. Als ze echter met hem getrouwd is (alleen voor de wet, het trouwen voor de kerk vond haar man op het laatste moment toch maar niks) slaat haar man haar. Als ze zwanger van hem raakt gaat ze er vandoor, ze zijn toch maar alleen voor de wet getrouwd. Als ze het kind echter heeft, eist haar man het kind terug, Hij heeft er volgens de wet recht op dus nu is ze haar zoontje, Jaaske kwijt. Als Mieke uitverteld is vraagt Leontientje of ze Isidoor een brief mag schrijven waar onder ze dan Miekes adres zet, zodat Isidoor naar dat adres terug schrijft en de Pastoor er niets van te weten komt. Mieke vindt dit goed. In haar brief schrijft ze dat ze het niet meer uithoud zonder hem, dat hij moet proberen te geloven en dat hij terug moet schrijven. Isidoor schrijft terug, maar als Leontientje met de brief bij de pastoor binnenkomt, ziet hij dat ze de brief bij zich heeft, hij pakt hem af en leest hem. In de brief staat dat hij heel erg naar Leontientje verlangt en dat hij wel wil geloven maar het niet kan. Hij kan wel doen alsof maar daar is hij te eerlijk voor.

    Als de pastoor de brief uit heeft zegt hij tegen Leontientje dat Isidoor waarschijnlijk nooit gelovig zal worden. De liefde moet over zijn. Leontientje schrijft dan weer een brief aan Isidoor, waarin ze heel zakelijk meedeelt dat het over is, omdat zij niet met iemand kan trouwen die ongelovig is. Leontientje schrijft deze brief niet omdat dit van haar oom moet, maar omdat ze zelf ook vindt dat je geen relatie kan hebben met een ongelovige.

    Meneer Pastoor denkt echter dat haar liefde ook over is, maar dit is niet het geval. Meneer pastoor zegt ook tegen Mieke dat Leontientjes liefde over is, zij gelooft hem niet want zo’n sterke liefde kan toch niet opeens over zijn. Leontientje wordt steeds magerder en onder de mis valt ze flauw. Ze wordt steeds zieker. Dokter Bos zegt dat ze in bed moet en stevig moet eten. Meneer Pastoor heeft niet door dat Leontientje ziek is van liefdesverdriet. Leontientje wordt steeds zieker. Meneer Pastoor drinkt en koopt geen wijn meer. De vader van Leontientje, Gommaar komt ook naar de pastorie. Als Leontientje echt op haar uiterste ligt vraagt ze aan meneer Pastoor of ze Isidoor nog één keer mag zien. Nu begrijpt Meneer Pastoor pas dat ze nog steeds van Isidoor houdt. Hij belooft haar dat Isidoor komt, al moet hij hem persoonlijk gaan halen. De pastoor schrijft Isidoor een brief waarin hij schrijft dat Leontientje heel ziek is en dat hij onmiddellijk moet komen. Het gaat steeds slechter met Leontientje. Ze ziet engelen die haar komen halen. Als dokter Bos zegt dat het nu echt nog maar even duurt, ziet meneer Pastoor Isidoor aan komen. Als hij aankomt, pakt Leontientje zijn hand en zegt: “nu kan ik sterven”. Als Leontientje sterft ziet er heel gelukkig uit, hier in ziet Isidoor het hoogste geloof. Isidoors hard stroomt vol van genade. De pastoor ziet licht om hem heen. Isidoor is tot geloof gekomen.

    Leontientje wordt begraven, de familieleden zijn gekomen voor de uitvaart. Nu voelt Isidoor dat hij Leontientje echt kwijt is. Hij dwaalt wat rond en hij komt meneer Pastoor tegen, hij verteld hem dat hij door Leontientjes door gelovig is geworden. De pastoor is hier heel dankbaar voor.

    Als in oktober de druiven rijp zijn gaat meneer Pastoor samen met meneer Mol, Sophie en de hovenier druiven plukken voor de wijn.

    Ze praten wat. Dan komt er een herder langs, die vraagt of het gelukt is met de druiven. De herder krijgt wat wijn en loopt dan verder met zijn kudde en zijn hond de heuvels op die weelderig omkranst zijn van herfst en van zon.

     

    Auteur

    Leopold Maximiliaan Felix Timmermans (5 juli 1886 – 24 januari 1947) is een van Vlaanderens meest vertaalde auteurs, met een uitgebreid oeuvre.

    Timmermans werd geboren te Lier. Hij is het dertiende kind uit een gezin van veertien kinderen. Timmermans schreef toneelstukken, romans met een historisch karakter, novellen, religieus getinte werken, en gedichten.

    Timmermans schreef ook onder het pseudoniem Polleke van Mher.

    Naast schrijver was Timmermans schilder en tekenaar. Hij illustreerde zijn eigen boeken.

    Op 12 Oktober 1912 trouwt hij met Marieke Janssens. Dit huwelijk brengt 3 dochters voort, Cecilia ook bekent als Lia (1919) en Clara (1922), Tonet (1926) en 1 zoon Gommaar (1930). Deze kinderen waren ook actief in de kunstwereld.

    Ze illustreerden o.a. werken van hun vader en schreven diverse biografieën over hem.

    Vlak voor de Eerste Wereldoorlog schrijft hij zijn bekendste werk Pallieter dat in 1916 wordt uitgegeven en wordt door velen als zijn meesterwerk gezien.

    In 1921 wordt dit in het Duits vertaald en uitgegeven.

    Na de Eerste Wereldoorlog week Timmermans uit naar Nederland omdat hij van activisme beschuldigd werd. In 1922 krijgt hij de Staatsprijs voor Literatuur.

    In 1936 wordt zijn 50-jarige verjaardag zowel in Vlaanderen, Nederland als Duitsland met veel aandacht gevierd.

    Tijdens de eerste jaren van de Tweede Wereldoorlog was Timmermans redacteur van het Vlaams-nationalistische Volk.

    In 1942 ontving hij aan de Hamburgse universiteit de Rembrandtprijs.

    Als Vlaams-Nationalist en ook in Duitsland gekende schrijver was hij een graag geziene figuur bij Duitse officieren tijdens de Duitse bezetting.

    Op 6 augustus 1944 werd hij getroffen door een kransslagadertrombose.

    Na de bevrijding van Lier op 4 september 1944 werd hij verdacht van collaboratie en hij werd bijgevolg onder huisarrest geplaatst.

    De aanklacht werd zonder gevolg geseponeerd op 22 december 1946.

    Timmermans stierf te Lier op 24 januari 1947.

     

    Literaire periode

    Dit boek is geschreven in de literaire periode 1880-1916. Dit boek hoort thuis in de neo-romantiek.

    Kenmerken van de neo-romantiek zijn:

    - ontroerende woorden

    - veel natuuromschrijvingen

    - geluksverlangen, zonder verlangen is het leven ondragelijk

    - een weemoedige toon, omdat het verlangen vaak onbevredigd blijft

    - hoofdpersonen zijn vaak dromerige mensen die zuiver willen leven

     

    Dit boek is dus duidelijk een boek uit de neo-romantiek.

    - Er worden heel ontroerende woorden gebruikt (ik moet u schrijven, ik moet iets van u weten, want mij hart stikt van angst en lang verdriet)

    - De natuur wordt vaak beschreven (de heuvelen die omkranst zijn van herfst en van zon)

    - Het geluksverlangen van Isidoor en Leontientje speelt een grote rol in dit verhaal, ze hebben elkaar nodig.

    - In dit boek wordt vaak een weemoedige toon gebruikt (De pastoor zit met hangend hoofd voor zich uit te staren. Dokter Bos wandelt rond met de handen op zijn rug, hij is wat minder hoekig door de inzakking van meneer Pastoor)

    - De hoofdpersonen willen zuiver leven, ze willen geen relatie hebben met een ongelovige omdat dit van God niet mag. Ook zijn ze erg dromerig (de pastoor verzint namen voor zijn wijnen, Leontientje en Isidoor praten nogal dromerig)

     

    Titel en motto

    De titel van dit boek is: de pastoor uit den bloeyenden wijngaerdt. In dit boek draait het om de pastoor. Hij woont in een pastorie die hij de bloeyenden wijngaerdt noemt. Deze naam geeft hij aan de pastorie omdat hij een wijngaard bij zijn huis heeft, en hij helemaal gek is op wijn. Hij heeft ook een wijnkelder. Die staat vol met allerlei soorten wijn, die de pastoor zelf namen geeft.

    Dit boek bevat geen motto.

     

    Mijn mening

    Ik vond het boek vrij lastig om te lezen, je leest dit boek niet even uit aangezien het taalgebruik vrij ingewikkeld is. Ik vond het begin van het boek wel humoristisch, met die namen voor die wijn enzovoort. Het eind vond ik erg zielig, omdat als Isidoor eindelijk gelooft, Leontientje overlijdt. De liefdesbrieven vond ik wel erg kwijlerig, maar dat zal wel bij die tijd passen. Isidoor vond ik een interessante persoon, aangezien hij graag wil geloven, hij doet echt zijn best, maar het lukt hem niet. Ook de pastoor vond ik erg grappig, hij heeft leuke humor en hij heeft het goed met de mensen voor. Het was een kort boekje, ik vond het dan ook niet langdradig.

     

     

    (De verslagen op Scholieren.com zijn bedoeld als naslagwerk. Lever nooit verslagen van internet zomaar bij je leraar in. Je bent zelf verantwoordelijk voor de gevolgen van dit soort fraude. )

     

    25-08-2006 om 00:00 geschreven door Mon

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 2/5 - (6 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Bespreking : Pallieter

    Pallieter

     

    Drieendertigste druk.

     

    Korte inhoud

    Een echt verhaal is er in "Pallieter" niet. Het boek beschrijft de avonturen van een volwassen boerenrekel. Pallieter woont in de "Reynaert" met zijn huishoudster Charlot, zijn paard Beiaard, zijn hond Loebas, de ooievaar Peterus en enkele andere dieren. Ter gelegenheid van de kermis is er een groot feest voor de hele familie.

    Ook het frisse petekind van Charlot, Marieke, wordt uitgenodigd.

    Pallieter wordt verliefd op haar. Wanneer Pallieter verneemt dat er een spoorlijn zal worden aangelegd doorheen het stuk land waarvan hij zoveel houdt, besluit hij de wijde wereld in te trekken. Maar eerst nodigt Pallieter Marieke uit, verklaart zijn liefde en vraagt haar ten huwelijk. Hij trouwt met haar in september. Hun jonge huwelijksliefde beleven Pallieter en Marieke in een huwelijksschuit. Samen blijven ze nog in het Netheland wonen, tot Pallieter de uitbundige vader wordt van een drieling. Dan trekt het jonge gezin samen met Charlot de wijde wereld in.

     

    Motief en thema

    De spil van het hele verhaal is de uitbundige verheerlijking van het leven. In een roes van bewondering en zonder enige rem drukt Pallieter vol eerbied zijn gevoelens uit voor al de heerlijkheden van het leven. Pallieter staat in een innig en direct contact met de natuur doorheen de wisseling van de seizoenen.

    Dit wordt in het boek weergegeven door de kinderlijke verwondering van Pallieter bij het wisselen van de seizoenen. vb. hfdst. "Sneeuw" p. 192. Hij kan niets zeggen van aandoening en geluk. Sneeuw, sneeuw, overal witte, dikke sneeuw! Zijn hert sprong op, juichend schoot hij zijn broek aan en holde van de trap roepend: "Het geluk, het geluk!"

     

    Met een naïeve inzet neemt Pallieter het op voor bedreigde bomen en mishandelde oude paarden. vb. hfdst. "Een grijze, natte dag" p. 181. Er scheurde iets in Pallieter. Hij ging naar den vent en gaf hem een klets vlak in ‘t gezicht. "En als ge nij die peerde nog slaagt, eet ‘k elle oep! Bieste!"

    Niet alleen het wonder van de natuur wordt weergegeven maar ook het besef en de pijn van de vergankelijkheid. vb. hfdst. "Korengalmen" p. 174. Zij vertelden hem dat er een spoorweg ging over de Nethe. Het sloeg hem in de benen. Pallieter vloekte dat het donderde: "Adieu schoon land! ... In zo’n land blijf ‘k ni wone!"

     

    Tijd

    Felix Timmermans schreef het boek juist voor de Eerste Wereldoorlog. Hij schreef het na een sombere periode in zijn leven, waarin hij op sterven na dood was. Toen hij beter werd, kwam ook een nieuwe levenslust over hem die in Pallieter gestalte kreeg.

      

    Volgorde

    Het verhaal presenteert de gebeurtenissen in chronologische volgorde. Het verhaal begint in de meimaand en doorloopt de verschillende seizoenen. De schrijver grijpt niet terug naar vroegere gebeurtenissen en loopt niet vooruit op komende feiten. Wel vertelt Pallieter in een dialoog over een komende gebeurtenis. vb. p. 174. "... Maar in zo’n land blijf ‘k ni wone! Dan trekken w’er uit ..."

     

    Ritme

    Wanneer we de verhouding tussen tijd van de geschiedenis en tijd van het verhaal nagaan, onderscheiden we verschillende mogelijkheden :

    - Timmermans maakt veelvuldig gebruik van dialoog. Hier is de tijd van de geschiedenis gelijk aan de tijd van het verhaal.

    - Versnelling of samenvatting van de gebeurtenissen komen ook voor in het boek. De tijd van de geschiedenis is dan groter dan de tijd van het verhaal.

    vb. p. 69. ‘t Was al wat na de kermis ... p. 84. Marieke was gekomen! Ze bleef er al drie dagen

    - Weglating van een gedeelte van de geschiedenis komt niet voor in het boek.

    - Vele beschrijvingen nemen een groot aantal bladzijden in beslag (vertraging) vb. hfdst. "Zomerregen" p. 96 tot en met 100, hfdst. "Regen" p. 145 tot en met 153.

     

    Ruimte

    Fysische ruimte

    "Pallieter" speelt zich af in het "Netheland", in de omgeving van Lier. p. 6. Hij dacht aan de zon. Morgen zou ze opnieuw het zoete Netheland beschijnen. p. 90. Hij tikte op haar handen en wees haar de vier torens die men van hier kon zien liggen: Duffel, Mijlstraat, Huut en Mechelen.

     

    Sociale ruimte

    Het boek beschrijft het Vlaamse plattelandsleven en de belevenissen van de kleine "luiden". In vrijwel al de werken van Timmermans speelt het leven op het platteland een grote rol. Hoewel hijzelf geen boerenzoon was, had Timmermans een grote bewondering voor het zware, toen nog niet gemechaniseerde werk van boeren en boerinnen. Zijn boek "Pallieter" gaat niet over een kleine keuterboer maar over een welstellende boer die een overvloed heeft aan eten, drinken en plezier. Hfdst. "De feest" p. 61 tot en met 68. Vele passages doen denken aan Breugheliaanse taferelen.

     

    Culturele ruimte

    Er heerst een grote samenhorigheid en openheid tussen de bevolking van het "Netheland". Hoogtepunten in hun leven zijn de processies, kermissen en huwelijksfeesten. Eten en drinken zijn heel belangrijk. De godsdienstbeleving speelt een belangrijke rol in het boek. vb. p. 20: Pallieter leest voor uit de bijbel. p. 58-59: de processie.

    Timmermans’ werk is ook geillustreerd met naieve, religieuze tafereeltjes die hijzelf tekende. vb. p. 9: tekening van Maria met opschrift "Ave Maria".

     

    Personages

    Pallieter is het hoofdpersonage. De schrijver heeft gestalte gegeven aan een adamische figuur, een mens van voor de zondeval, die kommerloos met al zijn zintuigen geniet van de schepping. Het "Netheland" wordt door Pallieter ervaren als een paradijselijk landschap waarin hij iedere dag volgens het ritme van de seizoenen leeft. Pallieter wordt in het boek een "dagjesmelker" genoemd. vb. p. 180. Hij kwam om winterhout te kopen, en kocht een boom. En met zijn lierenaar schreef hij in de schors het enige wat hij ooit geschreven heeft: "Melk den dag." Maar naast momenten van uitbundigheid wordt hij ook vaak aangegrepen en ontroerd door niets anders dan de stilte in de natuur. Hij is zowel vatbaar voor de geestelijke vreugde van de beschouwing als voor het genot dat hij met al zijn zintuigen beleeft.

     

    De ontmoeting met Marieke, het nichtje van zijn huishoudster Charlot, maakt zijn leven nog mooier. Marieke Janssens, de vrouw van Felix Timmermans, stond model voor het vrouwelijk hoofdpersonage uit het boek. In het boek staat zij symbool voor de onschuld en aanhankelijkheid. Door haar wordt het geluk van Pallieter volmaakt. Vol verrukking roept Pallieter in zijn boek uit: "O Marieke, gij hebt mijn leven zo schoon en groot gemaakt."

    De bewoners van het "Netheland" worden beschreven als simpele mensen die in een voor zichzelf sprekende solidariteit naast elkaar leven en soms ongebreideld hun levenslust vieren.

     

    Perspectief

    Felix Timmermans heeft voor "Pallieter" een verteller gekozen die buiten de vertelde gebeurtenissen staat: een hij-vertelinstantie. Via de verteller treden we het verhaal binnen. Hij regeert als een alwetende schepper over de romanwereld. Hij kent de personages door en door. De verteller treedt op als een waarnemer. Hij vertelt de gebeurtenissen, maar hij gaat niet zover dat hij ze ook beleeft. Pallieter is wel de mens die Timmermans had willen zijn tijdens de periode waarin hij het boek schreef, als gevolg van de omstandigheden die aan het schrijven voorafgingen (ernstige ziekte). Ten onrechte heeft men de auteur met zijn schepping willen vereenzelvigen. Felix Timmermans was helemaal niet zo uitbundig als Pallieter. Timmermans had een rustig temperament, volkomen in overeenstemming met zijn lichaamsbouw.

     

    Stijl en taal

    Pallieter is eerder een lyrisch dan een episch prozastuk. Het is een verheerlijking van alles wat hij bewondert in de natuur, in hoofdzaak van de schoonheid en de vruchtbaarheid.

    In zijn werk gebruikt Timmermans veelvuldig dialectvormen, vooral in zijn dialogen.

    vb. p. 11. "Der zadde te vet veur! Waroem ette ni wa minder?"

    p. 34. "Wat e schoen dinge, ‘t is zonde da’k da’ni on man plafon kan hange!"

    Ook buiten de dialogen gebruikt hij vele dialectwoorden.

    vb. p. 17 smoor (rook), p. 79 heur (haar), p. 79 ievers (ergens), p. 141 purpel (paars), p. 163 lawijd (lawaai), ....

     

    Zijn beschrijvingen zijn ongemeen plastisch en kleurrijk, zijn stemmingsbeelden zeer suggestief. Hij schrijft een barokke taal. Vb. p. 219-220: beschrijving van de boomgaard: Ze stonden er allemaal vreemd, de bomen, in hun naakt en zwart geraamte, met hun rotgeschoten, gewrongen en gekronkelde takken als ineens uit den grond gefonteind, omhoog gesperteld, en alzo verhard en verhout in den eerste wip van hun levensgeweld. Maar zij waren gevoelig en gewillig als ‘t vlees van een jonge vrouw. Allen hadden ‘t leven gewaar geworden, en de blijde kitteling ervan gevoeld. Er waren daar onder andere scheefliggende, geholde appelaars bij, die als rotsen hard schenen te zijn, dood voor de wereld, stookhout, maar de eerste lauwe wind had niet gewaaid, of ze hadden zich verroerd, hun hout gebroken, en speldekopkleine bottekes gegeven, even vlug en veel lijk het jongeste abrikozeboomken.

     

    Het boek is bijzonder rijk aan vergelijkingen.

    vb. p. 11. Ze smakten en klakten lijk twee zuigende kinderen. Mijn billen worden licht als strooi en omhoogwillend lijk sprinkhanen. p. 150. Charlot kwam, druipend lijk een teems, zuchtend binnen. p. 215. En de verten waren daardoor lijk oude tapijten. p. 7. En ginder over de Nethe was de grote, tomatrode zon als een lustige verrassing uit al die witheid opengebloeid.

     

    Sommige zinnen klinken als poezie door de alliteraties.

    vb. p. 68. Het koren glom, strunken bogen maanbelicht over met witte bloemen begroeide grachtjes, en de berkebomen ritselden blinkend hun ijlen blarenregen.

    Het werk van Timmermans is niet alleen figuurlijk kleurrijk maar ook letterlijk.

    vb. p. 6. Een grijze smoor, p. 7 tomatrode zon, roos als een roos in de witte nevelen, p. 8 de geel-koperen moor, hagelwitte plattekees, p. 9 den roden nek, p. 10 velden met blauwe bessen, p. 11 blauwbaaien rok en een rood slaaplijf.

    Opsommingen versterken de beschrijvingen. p. 62. En er kwam achtereenvolgens in overvloed: tarbot met aardappelen, hesp met labbonen, kalfsgebraad met aspergien, Kempische kiekens met salaad, een heel speenvarken, met bril voor de oogskes en appelsien in den snuit, honderd meters worst met witte kool en er werd daarvan gegeten, opgeladen en bijgeschept dat het zweet hun op het voorhoofd stond en in hun telloor lekte.

     

    Eigen mening en interpretatie

    Je moet "Pallieter" niet lezen omwille van de spanning en het verhaal. Toch heb ik het boek met veel waardering voor de schrijver gelezen. De beschrijvingen waren prachtig en hebben mij nooit aangezet om een paar bladzijden over te slaan. Ondanks de gebruikte dialectvormen, de soms foutief gebouwde zinnen en de taalfouten, vind ik "Pallieter" meesterlijk geschreven. Het boek klinkt daardoor zo spontaan en ongedwongen. Ik las dat de grootste wens van Felix Timmermans was "te kunnen schrijven zoals Pieter Breughel schildert."

    Volgens mij is hij daar schitterend in geslaagd.

    (De verslagen op Scholieren.com zijn bedoeld als naslagwerk. Lever nooit verslagen van internet zomaar bij je leraar in. Je bent zelf verantwoordelijk voor de gevolgen van dit soort fraude. )

    25-08-2006 om 00:00 geschreven door Mon

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 3/5 - (10 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Bespreking : Boerenpsalm

    Boerenpsalm

    In Boerenpsalm (1935), een van zijn beste werken, schiep Timmermans de figuur van Wortel.

    Wortel was in zijn ogen de verpersoonlijking van de Vlaamse boerenmentaliteit.

    De roman

    A.) Handeling

    1. Fabel

    Het verhaal gaat over boer Wortel en zijn vrouw Fien. Ze hebben 11 kinderen waarvan er hun 4 ontnomen werden. Eén kind werd zelfs blind geboren.

    Wortel was de beste vriend van de pastoor. Hij vertelt wat er tijdens de verschillende jaargetijden gebeurt op de boerderij. Zijn zoon Fons had een eigenzinnig karakter. Na een woelig seksleven pleegt hij zelfmoord. Dat was zeer onchristelijk en een grote schande. Wortel hield het voor zich.

     

    Dan wordt Fien ziek. Een slap hart enerzijds en de voortdurende ongerustheid over Fons anderzijds zijn de oorzaken die tot haar dood leiden. Het werd een droge, hete zomer tot de avond van Fiens dood. Dan barstte er een hevig onweer los.

    Na een tijd huwt Wortel met Frisine, de eerste vriendin van zijn zoon Fons. Ze kregen uiteindelijk twee kinderen, het derde was op komst toen Wortel op een avond verdwaalde.

    Frisine ging hem samen met de andere dorpsbewoners zoeken, maar viel in het water. Door de opgelopen koude werd ze ziek, met de dood als gevolg.

     

    Vijf jaar na haar dood vond de pastoor een nieuwe vrouw voor Wortel, maar het geplande huwelijk ging niet door. Wortel zou immers afstand moeten doen van zijn boerenleven en dat kan hij niet. Dit werd hem kwalijk genomen door de pastoor waarop hun vriendschap eindigde. De uiteindelijke dood van de pastoor heeft hem zwaar aangegrepen maar toch dankt hij God voor alles wat hij gekregen heeft en vraagt Hem om nog lang te mogen leven en werken.

     

    2. Geleding

    a) Indeling in hoofdstukken : De roman is ingedeeld in 10 hoofdstukken:

            1. De ontmoeting met Fien

            2. Ontrouw en de redding van de kinderen

            3. Beschrijving van het zaaien, maaien, wieden en rooien

            4. Levenswandel van zoon Fons

            5. Gevang wegens stropen, dood van zoon Fons

            6. Overlijden van Fien

            7. Huwelijk met Frisine

            8. Frisine overlijdt

            9. Ruzie met de pastoor

          10. Overlijden pastoor

    b) Dieptepunt

    Het dieptepunt ligt bij hoofdstuk 5. Daar moet Wortel 8 maanden in het gevang. Hij denkt dan aan zijn vrouw en kinderen, maar in de eerste plaats aan zijn land. Voor een boer is dat het ergste wat hem kan overkomen.

    c) Open of gesloten einde?

    Het is een open einde.

    In elk hoofdstuk beschrijft Wortel de belangrijkste gebeurtenissen uit zijn leven. In het laatste hoofdstuk uit hij zijn dank aan God voor al wat hij gekregen heeft en wenst hij nog vele jaren te werken. Dit blijkt uit de volgende zin: en laat Uw Wortel als tegendank nog vele jaren op Uw veld in het zweet zijns aanschijns mogen werken! Dank op voorhand!

    Daarop stopt het verhaal en vernemen we niets meer over zijn verder leven. Er staan hem misschien nog verscheidene gebeurtenissen te wachten.

    d) Simultaan verloop

    De gebeurtenissen spelen zich niet tegelijkertijd af.

    De ene gebeurtenis volgt gewoon de andere op.

     

    3. Thema

    a) Centraal probleem

    * Zijn buurman, Ossekop, valt zijn vrouw lastig. Er vallen woorden. Maar wanneer Ossekop zijn kinderen redt van een op hol geslagen stier wordt het geschil bijgelegd.

    * Amelieke werd blind geboren ten gevolge van een maansverduistering.

    * De vriendin van zoon Fons was niet naar de zin van Wortel. Hij vond haar een Boheemse heks. Dit gaf problemen onderling, die nog erger werden toen zij zwanger werd.

    * Dochter Anna werd non en wou haar ouders niet meer kennen.

    * Wortels broer is pater en komt alleen langs als zijn klooster geld nodig heeft.

    * Zoon Fons komt op tegen het vaderlijk gezag. Hij vlucht weg en pleegt later zelfmoord. In die tijd was dit een onchristelijke daad.

    b) Titelontleding

    Boerenpsalm is een lofzang op de mens en het harde boerenleven, hetgeen niet altijd idyllisch is. De boer heeft een hard leven. Hij moet bijna constant werken, maar lijdt toch armoede, honger, leed en verdriet. Maar de boer klaagt niet. Hij houdt van zijn veld en alles wat daarbij hoort.

     

    4. Toepassing

    a) Centraal probleem

    Het centraal probleem is hier vooral van maatschappelijke aard.

    In die tijd was er vooral een standenverschil. Men had de boeren enerzijds en anderzijds de mensen die in het kasteel woonden. In het boek wordt dit standenverschil voortdurend aangehaald. Dit gebeurt door Wortel, die de mensen van het kasteel voortdurend bekritiseert.

    Vb. Wortel noemt de kasteelheer een pimpelmuis (blz. 18).

    Dit blijkt ook uit de volgende zin van Wortel: "De pimpelmuis van het kasteel, die van ons zweet korentenbrood zal eten, komt ginder in een open voituur met een parasolleke voorbijgereden."(blz. 36)

    b) Mogelijke zin:

    Een mens kan ook gelukkig zijn met eenvoudige dingen. Als boer is hij gelukkig als hij maar op zijn veld kan werken. Hij beschouwt het veld als zijn roeping, het doel waarvoor hij op de wereld is gezet.

     

    B.) Tijd

    a) Chronologisch?

    Het verhaal is één flash-back, waarin hij zijn levensverhaal vertelt. Deze flash-back verloopt volledig chronologisch (de verschillende gebeurtenissen volgen elkaar op). Soms denkt hij nog terug aan zijn vroegere jeugd (flash-back binnen een flash-back) Op het einde bedankt hij God voor de tijd dat hij hier op aarde heeft doorgebracht en wenst hij nog lang op aarde te werken en te leven.

    b) Continu?

    Het verhaal verloopt continu met tijdsverdichting.

    * De vertelde tijd loopt van zijn jeugdjaren tot zijn oude dag. Een heel mensenleven dus.

    * De verteltijd beloopt 137 bladzijden.

    * Tijdsversnelling: pag. 120: 5 jaar na de dood van Frisine. Bedoeling: hij vermeldt alleen de belangrijkste gebeurtenissen en neemt regelmatig sprongen in de tijd.

    * Tijdsvertraging: Er komen veel beschrijvingen voor in het verhaal. Deze zijn immers     kenmerkend voor een roman. Een goed voorbeeld is hoofdstuk 3 waarin verschillende          aspecten van het zaaien, maaien, en het oogsten overvloedig aan bod komen.
    Vb: Nu komen de donkere dagen, de regen kletst tegen de ruiten en onder de wilde nattigheid rukken wij de beet uit, en doen de selder, de parei en de patatten in de putten.

     

    C.) Ruimte

    a) Plaats

    Het verhaal speelt zich af op een boerderij, vlakbij de Nete. Aan het veld van Wortel grenst een ander veld, nl. datgene van Ossekop. Vroeger was het zo dat de verschillende velden naast elkaar lagen. Wortel gaat ook vaak naar het nabijgelegen dorp.

    Men had vroeger overal platteland. De velden lagen naast elkaar en de dorpjes lagen daar een eindje vandaan. Tegenwoordig is er veel veranderd: alles is uitgegroeid tot dorpen. Deze hebben het platteland verdrongen. Je kunt nu van het ene in het andere dorp lopen, zonder het te beseffen. Vroeger was zoiets onmogelijk.

    b) Plaatsveranderingen?

    Er zijn weinig plaatsveranderingen, daar men de boerderij nooit alleen kan laten. Men werd daar geboren, men werkte daar en men stierf daar. Dat was toen de gewoonte.

     

    MAAR :

    * Wortel gaat alle jaren te voet naar Scherpenheuvel, zoals elke gelovige mens. Daar ontmoet hij ook zijn eerste vrouw, Fien. Hij wordt hopeloos verliefd en wil indruk op haar maken.

    * Wanneer hij in de gevangenis zit, beseft hij dat hij niet zonder zijn veld kan. Hij mist ook zijn vrouw en kinderen. Hij heeft de indruk dat hij ze niet kan beschermen omdat hij vastzit. Het is daarom dat hij zich voorneemt om nooit meer te stropen.

    * Antwerpen: wanneer zijn zoon Fons dood wordt teruggevonden, moet Wortel hem        identificeren. Wortel herkent hem, maar hij zwijgt om de familie van een grote schande te     besparen. Hij zegt ook niets tegen Fien, die toen ziek was. Ze kan de waarheid niet aan.

    * Wanneer hij gaat trouwen met Angelik, moet hij alles achterlaten om een nieuw leven te  beginnen. Een welverdiende rust, maar Wortel kan het niet.

    c) Contrast tussen ruimte & handeling?

    Ja, vb.

    * Amelieke werd blind geboren omdat er op dat moment een maansverduistering plaatsvond.

    * Gedurende Fiens ziekte was er een periode van droogte. De nacht dat ze sterft, regent het pijpenstelen.

     

    D.) Personages

    Psychologische analyse

    * Het hoofdpersonage is Wortel. Hij is diepgelovig, bekommerd om zijn gezin en een beetje achterdochtig (vb. Hij verdenkt zijn tweede vrouw Frisine van ontrouw). Hij is gefascineerd door zijn platteland (plaatsgebonden) en is tevens een harde werker.

    * Pastoor: in die tijd speelde de pastoor een grote rol in het (boeren)leven. De mensen gingen vaak te biecht bij hem. Hij volgt en troost dan ook de ellende en de armoede van de boeren. Hij kende Wortel zeer goed en gaf hem geregeld raad: hij wil het beste voor hem.
    Vb. Hij zoekt een derde vrouw voor hem.

    * Fien: harde werkster en kent de boerenstiel.
    Ze is bezorgd om haar kinderen (in dit geval Fons).

    * Frisine: ze doet haar best maar ze moet nog veel leren over het boerenleven. Ze is wel een goede huismoeder en even bekommerd om de kinderen.

    * Fons: verzet zich tegen het vaderlijk gezag. Hij loopt weg en doet zijn eigen zin. Het loopt uiteindelijk slecht af met hem. Hij pleegt zelfmoord en laat hierbij zijn vrouw en kind achter.

    * Amelieke: Ze is de dochter van Wortel en is steeds vrolijk, ondanks haar blindheid. Wanneer Wortel van plan is om bij Angelik te gaan wonen, is Amelieke mistroostig. Ze is gebonden aan de boerderij omdat ze haar weg daar goed vindt.

     

    E.) Karakters statisch?

    Nee, Wortel is daar een duidelijk voorbeeld van: hij heeft Frisine nooit kunnen uitstaan. Maar na de dood van Fien kijkt hij met andere ogen naar haar. Hij begint van haar te houden. Uiteindelijk trouwen ze dan ook.

    a) Sociologische analyse

    Onderlinge beïnvloeding

    * Wortel zou zijn buurman, Ossekop, kunnen vermoorden omdat hij niet van Fien kon blijven. Zij kan hem echter tijdig tegenhouden. Maar wanneer Ossekop zijn kinderen redt, wordt de kwestie bijgelegd.

    * De priester beïnvloedt Wortel gedurende heel het verhaal.

    Vb. Nadat Wortel ontrouw heeft gepleegd, durft hij dit niet opbiechten. Wanneer de pastoor het onderwerp ter sprake brengt, biecht hij echter alles op.

    * Amelieke probeert Wortel onrechtstreeks te overtuigen, om niet met Angelik te trouwen. Vb. Ze kan haar wel verdragen, maar ze zou moeite hebben om zich aan een nieuwe omgeving aan te passen.

    b) Maatschappelijke context

    Periode: ± 1850.

    In die periode moest men harder werken om zijn kost te verdienen. Men deed het met minder en men was daar gelukkig mee. Vb. De gewone boer is gelukkig met zijn land, meer heeft hij niet nodig.

     

    F.) Taal en stijl

    a) Verteltrant

    Beschrijvingen :

    Er zijn beschrijvingen van de verschillende fases dat het veld van boer Wortel moet doormaken, evenals beschrijvingen omtrent handelingen en personages.
    Voorbeelden :

    * Frisine was precies een Bohemerse, met vet, zwart haar en ogen als kolen. Schoon van postuur maar niet voor een boerenjongen, wel zoiets voor een rondtrekkende harmonicaspeler, zo een echt gemeen, vrank stuk, een gaillard.

    * De dagen klaren wijd open, de zon zuigt alles omhoog. Ook het slecht, en nu is’t een gedurig vechten tegen het onkruid: wieden, rooien, en gedurig gekruip.

    Dialogen :

    Er komen regelmatig dialogen in voor, uiteraard in het dialect.

    Voorbeeld :

             «Wortel, Wortel, peins op uw kinderen, wordt in godsnaam toch geen moordenaar!»

             «Goed», riep ik. «Maar laat me dan iets kunnen breken of kapotslaan of ik stik!»

             «Hier zie, Wortel, sla ze maar kapot, jongen.»

    b) Zinsbouw

    Stilistische moeilijkheidsgraad

          - Blz. 6: een dres water, een klad zon, slekken, swenst

          - Blz. 36: overgietert, een open voituur, la vie sampetre, een kapper jenever

          - Blz. 85: den uitkom

          - Blz. 136: lutteur op een Herkulbaraksen uit het holleken van mijn hart.

     

    c) Zinstructuur

    Er komen afwisselend enkelvoudige en samengestelde zinnen in voor.

    Enkelvoudige zin: "Ginder in die hut ben ik geboren."

    Samengestelde zin: "Ik ben maar een arme boer en al heb ik veel miserie gehad, toch is het boerenleven het schoonste leven dat er bestaat."

    d) Zinstypes

    Er komen alle soorten zintypes in voor.

    e) Woordenschat

    Vreemde woorden:

    Geen voorbeelden. In die tijd leefde men rond zijn kerktoren en men stierf daar. Er is geen invloed van andere volkeren.

     

    Dialect: omdat het verhaal dateert uit een tijd waarin de mensen Oud-Nederlands spraken.

    Een bougie = een kaars

    De slekken = slakken

    Een dres water = een geut water

    Swenst = ondertussen, terwijl

    Wij waren met 15 open bekken= met 15 kinderen

    Een trossel kinderen = veel kinderen

    De schelf = de hooizolder

    Adjectieven: Doordat er uitvoerige beschrijvingen worden gegeven, komen er veel adjectieven in de zinnen voor.

     

    Eigen mening

     

    Zeer goed boek omdat er een grote periode beschreven wordt met veel gebeurtenissen die de aandacht erbij houden. Het boek is grappig en zet je aan tot nadenken over de opkomst van het atheïsme, het verlies van de steun van God. Hoewel de maatschappelijke achtergrond ver van onze werkelijkheid is gelegen, kan Timmermans door het gebruik van de Ik-persoon ervoor zorgen dat je echt mee terugreist in de tijd. Door zijn gebruik van het dialect wordt het voor de mens in de 21ste eeuw steeds moeilijker om het boek te lezen, wat natuurlijk een spijtige zaak is, maar dit is enkel te wijten aan het streven naar eenheid van de moderne mens, terwijl de meeste hun buren niet eens kennen. De vergelijkingen en beeldspraak van Timmermans is gewoon onvoorstelbaar goed en zorgt voor een ideale sfeerschepping van de omgeving en ook van Wortels innerlijk.

    (De verslagen op Scholieren.com zijn bedoeld als naslagwerk. Lever nooit verslagen van internet zomaar bij je leraar in. Je bent zelf verantwoordelijk voor de gevolgen van dit soort fraude. )

     

    *******

     

    25-08-2006 om 00:00 geschreven door Mon

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 4/5 - (10 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    22-08-2006
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Timmermans - Opsomer Museum

    Timmermans-Opsomerhuis

     

    Netelaan  4

    2500  Lier

    03 / 8000 394

    musea@lier.be

    Conservator : Luc Coenen

     

    Het Timmermans-Opsomerhuis is een cultuurhistorisch museum.

    Werken van Lierse schrijvers en kunstenaars die hebben bijgedragen tot de culturele uitstraling van hun stad staan er centraal.

     

    Op het gelijkvloers toont het museum schilderijen, tekeningen en etsen van kunstschilder Isidore Baron Opsomer (1875-1967).

    Op de eerste verdieping worden aan de hand van biografische panelen, tentoonstellingskasten en schilderijen het verhaal over het leven en werk van de schrijver
    Felix Timmermans (1886-1947) gebracht. Romans, brieven, handschriften, foto’s, tekeningen, etsen en schilderijen worden tentoongesteld.

     

    In 1969 werd een zaal gewijd aan de Lierse kunstsmid Lodewijk Van Boeckel (1857-1944).

     

    In 1970 werd de permanente tentoonstelling verder uitgebreid met een zaal voor historicus en literator Anton Bergmann (1835-1874).

     

    Aandacht gaat ook naar dirigent en componist Renaat Veremans, architect en kunstschilder Flor Van Reeth

     

    Doelgroep : Kinderen, jongeren, volwassenen, senioren.

     

    Categorie : Schone Kunsten, Geschiedenis, Letterkunde

     

    Gemiddelde duur van het bezoek : 45 min.

     

    Dienstverlening

    Rondleidingen op aanvraag : 03/8000 393 (toerisme Lier).

    Rondleidingen, lezingen en nocturnes in het kader van tijdelijke tentoonstellingen

     

    Enkel het gelijkvloers is toegankelijk voor rolstoelgebruikers

     

    Open : Van dinsdag tot en met zondag, van 10 tot 12 uur en van 13 tot 17 uur

     

    Gesloten : Maandag, officiële feestdagen

     

    Toegangsprijs : 1 euro

     

    Kortingen : 0,50 euro: Leden "vrienden van de Lierse musea", groepen, personen tot 18 jaar en houders van reductiekaarten.
    Gratis: scholen.


    OPENING VAN MET TIMMERMANS-OPSOMERHUIS

     

    (Verschenen in : ‘t land van Rijen  -  kultureel Liers tijdschrift,        jaargang 18  -   1968.)

     

    Onder voomame belangstelling werd op 29 juni 1968 het Timmermans-Opsomerhuis geopend. Burgemeester Dr. Breugelmans zag in de talrijke opkomst van personaliteiten en kunstenaars een blijk van waardering voor het initiatief dat de stad had genomen, maar ook voor het werk van deze twee grote Lierenaars. Het lag niet in de bedoeling van het stadsbestuur van het Timmermans-Opsomerhuis een museum te maken, maar men beoogde een representatief beeld te geven van wat Timmermans en Opsomer voor Lier hebben betekend.

    Dankwoorden gingen naar allen die van dicht of van ver aan deze verwezenlijking hebben medegewerkt en aan de kunstkring 't Konvent, die een zaal inrichtte over Timmermans en het Liers begijnhof.

    Mevr. Felix Timmermans en Mevr. W. Opsomer knipten respectievelijk de linten door van de galerijen waarin de werken van beide Lierenaars werden ondergebracht. De Opsomer-galerij biedt een grote verscheidenheid van het massale oeuvre van deze grote Lierse kunstenaar. Zijn atelier is zo getrouw mogelijk in het complex gereconstrueerd. De Timmermans-zalen brengen een overzicht van de Fé zijn enorme veelzijdigheid. Naast zijn boeken, vertalingen e.z.m. wordt bijzondere aandacht besteed aan Felix Timmermans als boekillustrator en plastisch kunstenaar. Zijn werkkamer, met de voor de Fé veelzeggende souvenirs, wordt in deze zaien eveneens gereconstrueerd.

     

    In het stedelijk museum werd daarna de akademische zitting gehouden welke opgeluisterd werd met kamermuziek o.l.v. de heer J. Van Looy, directeur van de stedelijke muziekakademie. Burgemeester Dr. Breugelmans belichtte hoe Timmermans en Opsomer de faam van Lier tot ver over de grenzen hebben uitgedragen. ,,Baron Opsomer is in hart en ziel Lierenaar gebleven, want al woonde en werkte hij het groot deel van zijn leven te Antwerpen, toch heeft hij in zijn geest heel zijn leven te Lier en met Lier ,,zijn echte thuis" geleefd... Schilderen was zijn roeping... Het geluk te kunnen schilderen betekende voor Opsomer meer dan roem, eer, relaties en onderscheidingen... Lier deelt in de wereldfaam die Opsomer ons heeft bezorgd door zijn werk en door zijn naam."

     

    ,,Felix Timmermans hield hartstochtelijk van zijn geboortestad, waaraan hij, naar zijn zeggen, alles te danken had. Met zijn ,,Schoon Lier" heeft hij de poorten van onze stad opengesteld voor honderdduizenden bewonderaars... Timmermans was de kunstenaar met het groot hart voor de mens... Ook voor de Lierse mensen is hij steeds goed geweest, alhoewel hij niet altijd door iedereen naar behoren werd gewaardeerd... Nu beleven wij het moment dat ik reeds zo lang heb betracht om in een plechtige vergadering als deze, in bijzijn van zovele eminente personaliteiten, in mijn hoedanigheid als burgemeester van de stad, in naam van de Lierse gemeenteraad en als vertegenwoordiger van heel de Lierse bevolking aan Felix Timmermans de hulde te brengen die hem toekomt en hem de erkentelijkheid te betuigen voor de onschatbare diensten die hij bewezen heeft als kunstenaar van wereldformaat en ook als mens, aan zijn stad, aan zijn Lierenaars, aan het Vlaamse volk, aan de Nederlandse cultuur en aan de Wereldcultuur."

     

    De heer Walter Vanbeselaere, hoofdconservator van het Kon. Museum van Schone Kunsten te Antwerpen, sprak vervolgens over Opsomer. Het drama van de kunstenaar was volgens hem het feit dat hij tot zijn 50 jaar heeft moeten wachten om de erkenning als portretschilder te kunnen afdwingen. Zijn laatste jaren werd hij gekweld door de vraag of zijn werk zou blijven leven. Niemand, ook de eenzame vechter niet die hij was, kon deze vraag beantwoorden. Hoe dan ook, Opsomer heeft nooit enige toegeving gedaan ten opzichte van de artistieke wereld, noch ten opzichte van zijn kliënteel. Hij kon het portret tot leven brengen. Bloemstukken lieten hem zijn vreugde om kleuren uitzingen en als hartstochtelijk zeiler nam hij de gelegenheid te baat om riviergezichten op doek te brengen. Hij heeft nu zijn robust mannelijk werk overgelaten aan de enige rechter die een rechtvaardig oordeel kan vellen, namelijk de tijd.

     

    De heer Drs José De Ceulaer wees op de letterkundige waarde van Felix Timmermans. Het aantal vertalingen van zijn werken, de oplage en de verkoopcijfers ervan, bewijzen overtuigend dat Felix Timmermans zijn betekenis en waarde behouden heeft voor de lezers van gisteren en vandaag. Hij schreef impressionistisch toen het expressionisme doorbrak. Hij stond apart, zoals Multatuli apart stond en zoals L.P. Boon apart staat. Net als zij had hij een persoonlijke stijl die naar het stijlloze toeging. Zijn werk had altijd een meer lyrisch dan episch karakter en er was nooit een strenge gebondenheid in de vorm van zijn werk. Hij schreef niet over zijn eigen tijd, zijn werk was niet tijdgebonden. Het paste nooit bij het patroon dat in de mode was. Daarom werd hij door velen genegeerd en miskend, maar het bereikte niettemin een ruim lezerspubliek, omdat het geladen is met poëzie en een gevoelswarmte uitstraalt die de lezer gelukkiger maakt. Daarom heeft het zijn waarde en betekenis behouden.

     

    De heer Hubert Lampo, afgevaardigde van de minister van de Nederlandse Cultuur, zei dat Timmermans en Opsomer allebei een onuitwisbare stempel hebben gedrukt op hun tijd. ,,Opsomer's carrière was een réussite zonder weerga, die zelfs tot de status van hofschilder leidde... In het historisch perspectief van Opsomer's tijd wordt meestal de nadruk op de school van de Latemse expressionisten gelegd. Het was een geniale generatie. Het zou echter onrechtvaardig zijn, geen rekening te houden met een talent bij de genade Gods dat, afzijdig van toonaangevende stromingen in een serene, hyperindividuele zelfuitdieping stralend tot ontplooiing kwam. Ook Timmermans was een alleenloper. Ofschoon door de toenmalige critiek niet steeds op zijn echte waarde geschat, genoot hij als schrijver het ontzaglijke voorrecht zijn status minder afhankelijk te zien van een beperkte kring van zogenaamde deskundigen, dan van een tot in de honderdduizenden reikende lezersschaar in binnen- en buitenland... Ook vandaag wordt er nog geaarzeld, doch niettemin is het ogenblik nabij, waarop de meest-veeleisenden onder ons het laatste sceptisme zullen afleggen tegenover een genie zonder precedenten en ook vandaag de dag zonder gelijken."

     

    Als slot van deze geslaagde akademische zitting besloot spreker :

    ,,In onze huidige culturele constellatie is het Lierse Timmermans-Opsomerhuis een tot dusver onvoorstelbaar unicum, waarvan men slechts in het buitenland de weerga aantreft."

     

    Arthur  Lens

    Stad-archivaris

    (Lier 29 juni 1968)

    ************

    22-08-2006 om 00:00 geschreven door Mon

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 3/5 - (11 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    21-08-2006
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Vanuit een ander standpunt - Knuvelder

    Felix Timmermans (1886-1947)

                Timmermans debuteerde in 1910 met Schemeringen van den dood. In zijn jonge jaren hield hij zich danig bezig met de lectuur van occultistische en spiritistische geschriften. De invloed hiervan, samen met de indruk die Maeterlincks symbolistische drama's op hem maakten, resulteerde in, enerzijds, de quasi-mystieke Bagijnhofsproken (samen met Anton Thiry, 1911), en anderzijds, de Schemeringen van den dood (1910), dit laatste zijn eerste zelfstandige werk van langere adem; de ‘schemeringen’ zijn vol duistere geheimen en spokerijen. Weinig deden zij vermoeden dat Timmermans in zijn Pallieter (1916) de panische verheerlijker van het vreugdevolle leven van de zinnen worden zou, te gast gaande aan al het genot dat de natuur de ‘dagenmelker’ Pallieter schenken kon. Tegen de voorstelling dat de genotzieke, wel eens grof genietende mens-van-vlees-en-bloed bij uitstek de Vlaming representeren zou, hebben de Vlamingen zelf op de eerste plaats protest aangetekend.

     Pallieter heeft dan ook een geheel eigen betekenis in de Vlaamse letterkunde. Timmermans zelf heeft ervoor gewaarschuwd in zijn boek niet een weergave van werkelijkheid te zien, maar de uitbeelding van een ‘verlangen’; de landschappen erin zijn niet reëler dan de hoofdfiguur. Het is een verbeeldingswerk, dat in zekere zin de nieuwe tijd aankondigt, die van het expressionisme: de werkelijkheid vervormend, chargerende beeldspraak, een visie die niet realistisch, maar lyrisch en synthetisch te werk gaat, de schepping van een nieuw wereldbeeld.

     Het boek - aldus Lissens - is een weelderig brok natuur. Uit de Vlaamse, bepaaldelijk Lierse heimat ontstaan, breekt het krakend en vlammend door de waarneming van het milieu heen en wordt het een visioen, waarin men het laaiende sensitivisme niet meer kan onderscheiden van het beeldende en kosmische expressionisme. Van Nu en Straks is hiermee in de roman voorgoed voorbijgestreefd’. Wat de Van Nu en Straksers niet gelukte, gelukte Timmermans: een type scheppen dat uit eigen kracht voortbestaat.

     Die eigen kracht bestaat intussen stellig niet uitsluitend in een blind aanvaarden en genieten van het aardse en zintuiglijke zonder meer. Pallieter is een levensgenieter, een man die vreugdevol de goede gaven, ook de stoffelijke, van het leven van iedere dag aanvaardt. Maar hij aanvaardt die duidelijk als gaven Gods, gaven die zó, en niet anders, de mens ten dienste geschapen werden. Zijn boek is minder schepping van een karakter dan van een type; het is vooral hymnische lofzang op het door de schepper geschonken goede der aarde.

     

    A. Westerlinck heeft, in De innerlijke Timmermans, betoogd, en zijn betoog van argumenten voorzien, dat Timmermans-zelf bepaald niet de oppervlakkige levensgenieter was waarvoor velen hem op grond van zijn boeken hebben gehouden, maar dat deze boeken ook getuigenis afleggen van een rijke innerlijkheid en diepe gemoedsbewogenheid. Hij ziet in veel werk van Timmermans veeleer een romantische natuur dan een realistische. Uitgangspunt van zijn behandeling van dit thema is de gedichtenbundel Adagio (1947), maar van dit uitgangspunt uitgaande, wijst Westerlinck telkens op vanuit de gelijke gemoeds- en geestesbeweging geschreven oudere prozateksten. Het romantisch-religieus beleven kwam al bijna direct na Pallieter tot uitdrukking in het volgende grotere werk dat hij schreef Het kindeken Jesus in Vlaanderen (1918). Dit beleven wordt gekenmerkt door een sterk intimisme en een zuivere ingetogenheid. Daarnaast door de warmte die het leven als nabij doet gevoelen, en een krachtig plastisch uitbeeldingsvermogen.

     

    Om detailschoonheid en aantrekkelijke atmosfeer bekoort ook het bescheiden, sobere en gevoelige De zeer schoone uren van juffrouw Symforosa, begijntje (1918). Timmermans' levensliefde verdiepte en verinnigde zich verder, zodat uit zijn werk een vollediger levensaanvoeling ging spreken. De auteur bleef beschikken over een sterke kracht van waarneming, die met zijn innigheid van gemoed tot een zeer persoonlijke en aantrekkelijke eenheid versmolt.

    In Anne-Marie (1921) leeft de lezer mee met de liefdesidylle uit het kalm-burgerlijke gezelligheidsleven van de achttiende eeuw, in De pastoor uit den bloeyenden wijngaerdt (1923) met een liefdesconflict omwille van de religieuze verscheidenheid, maar vooral met de weelderig rankende fantasie van de zeereerwaarde heer die zijn eigen verbeeldingsrijk te scheppen weet. - Bezwaar kan men maken naar aanleiding van Pieter Breugel, zoo heb ik u uit uwe werken geroken (1928): bij alle kleurigheid en oubolligheid van fantasierijke voorstelling doet het werk de grote innerlijke bewogenheid en de dramatiek van de Brabants-Vlaamse schilder niet geheel tot hun recht komen. Bóven zijn krachten ook greep de verteller met De harp van Sint Franciscus (1931) en het verhaal dat verscheen in de allereerste oorlogsjaren: het verhaal over een Vlaams geslacht De familie Hernat (1941), waarmee hij bedoeld zou kunnen hebben zijn volk moed in te spreken tijdens de bezetting: het verhaalt de geschiedenis van de familie tijdens de Oostenrijkse en de Franse bezetting, met de intermezzi van Brabantse omwenteling en Boerenkrijg, rampzalige gebeurtenissen die echter zijn voorbij gegaan. Postuum verscheen Adriaan Brouwer (1948).

     

    Het bezwaar dat tegen zijn werken gemaakt wordt is niet zozeer dat zij aan het anekdotische een ruime plaats toebedelen als wel dat door dit anekdotische - en niet zo heel veel meer - geen recht gedaan wordt aan het onderwerp dat zij geacht worden te behandelen. Kennelijk waren Timmermans' intellectuele vermogens niet toereikend om het niveau van de problematiek, die het onderwerp stelde, volledig tot hun recht te doen komen.

    Tegen zijn vijftigste levensjaar heeft hij echter nog eenmaal duidelijk een meesterlijk werk geschreven, zijn Boerenpsalm (1935): het verhaal van de aarde en van reële mensen op die vaste grond, mensen - met name boer Wortel - die het leven nu niet meer alleen vreugdevol aanvaarden zoals Pallieter deed, maar dit leven reeds in tal van aspecten doorleefd hebben: de zinnelijke en geestelijke aspecten ervan, vreugde en leed, zorgen en bevrijding. In wezen toch ook weer een lofzang op het leven, maar nu het leven in zijn volheid en met al zijn facetten, - lofzang, uiteindelijk, aan de eeuwige oneindige God die dit alles in het leven riep.

     

    Hiervoor werd al genoemd de gedichtenbundel Adagio (1947), die de neoromantische, inclusief religieuze geaardheid van Timmermans nadrukkelijk tot uitdrukking brengt. De strijd tussen het zintuiglijke genot en het zielsverlangen vindt niet zelden in angstgevoelens een weerslag, in schuldgevoel, en in het verlangen naar een uiteindelijk zuiver spirituele beleving. De bundel geeft de neerslag van dit verlangen in het ‘verzinken der ziel in het mysterie van haar eigen stilte en die drang van de dichterlijke intuïtie om achter de zinnelijke vormen de mystieke essentie van de bestaande dingen te ontdekken’.

    Ter uitdrukking van dit verlangen fungeren met name de motieven van de stilte, de nacht en de muziek. Timmermans miste echter de artistieke vormkracht om wat hij zeggen wilde in een eigen spraak te formuleren. Als dichtkunst zijn de gedichten dan ook niet van bijzondere waarde, ze dragen er wel toe bij een veelal nog vertekend beeld van Timmermans te corrigeren en de innerlijke te doen herkennen.

    Deze ‘innerlijke’ Timmermans heeft er ook voor gezorgd, dat hij niet alleen het reëel, maar ook het intiem beeld van Vlaanderen (Brabant) gaf; aan wat aan hem voorafgaande auteurs al hadden doen zien, voegde Timmermans de intimiteit toe, ‘waarin de mensen en het uitzicht der dingen tegelijk reëel en archaïsch verschenen, zodat wij weer plots bewust werden van onze oude adel en de verbondenheid aanvoelden met het beste dat hier tot stand kwam van Jan van Eyck tot Rubens’. Hij kon dit geven krachtens het hem aangeboren vertelvermogen. Hij is een der beste ‘vertellers’ van de zuidelijke Nederlanden, beschikkend over een uitzonderlijk gave om verbeeldingen en gemoedsbewogenheden, geestelijke en zintuiglijke ervaringen adequaat onder woorden te brengen. Zijn natuurlijk talent in dit opzicht heeft hij voortdurend verrijkt, doordat zijn persoonlijkheid verrijkt werd aan en door het leven. Hij is geen individualist in de moderne zin van het woord, maar beleeft het algemene leven zeer persoonlijk, gevoelig en bewogen. Deze persoonlijke beleving wordt gekenmerkt door haar natuurlijkheid, die, bij alle erkenning van de smartelijkheid van het leven en de tragiek die het bezit, wezenlijk gelooft ‘in de mens, in de natuur als filosofisch begrip van orde en zinrijkheid, en in God die de eeuwige zin en grond van heel de natuur is’. Daardoor leefde hij vanuit een zeker eenheidsgevoel, dat ook in toenemende mate berustte op een doorleefd gevoel van de verbondenheid van de geest met de menselijke natuur, (al was het angstgevoel, dat voortvloeide uit de ervaring van de menselijke gebrokenheid, hem zeer wel bekend). Men kan zich, zoals Westerlinck heeft opgemerkt, een harmonie denken die anders en ook rijker is dan die van Timmermans, een eenvoud waarin de geest ruimer aandeel heeft en waarin talrijker levenswaarden worden geïntegreerd, dit betekent allerminst dat die van Timmermans als primitief kan worden afgedaan. Hij gaf ‘de zuiverste uitdrukking van onzen aangeboren natuurlijken levenszin’, - ons, dat wil zeggen: de Brabantse Nederlanden uit de provincie Antwerpen. Hij is daarvan een der glories krachtens zijn ‘diepe en rijke zielsrijkdom’, krachtens zijn vermogen gewone dingen te zeggen ‘op een manier, waarop niemand anders ze zegt in onze taal en die dan toch de enige manier schijnt, waarop ze zuiver gezegd kunnen worden’.

     

    Herman Teirlinck noemt in zijn Uitvaart van Felix Timmermans van 1947 als de drie die ‘de fraaiste en meest spectaculaire worpen’ gedaan hebben naar een eigen stijl :

    Stijn Streuvels, Karel van de Woestijne en Felix Timmermans (zichzelf laat hij buiten beschouwing). Rijkelijk hebben zij, aldus Teirlinck, geput uit de eigen volkstaal: Streuvels uit de Westvlaamse, Van de Woestijne uit de Oostvlaamse, Timmermans uit de Kempische.

     

    Maar zij hebben er op uiteenlopende wijze gebruik van gemaakt.

    Bij alle kritiek echter die Teirlinck op Timmermans' stijlvermogen heeft, ruimt hij hem een royale plaats in binnen het kader van dit triumviraat.

     

    Overgenomen uit het Handboek tot de geschiedenis der Nederlandse letterkunde. Deel 4

    G.P.M. Knuvelder

    ************

    21-08-2006 om 00:00 geschreven door Mon

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (1)
    16-08-2006
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.FTG Jaarboek 2019 - korte inhoud

    Titel : En toch gelukkig zijn

    Felix Timmermans Genootschap Jaarboek 2019

    Inhoud:
    Het bestuur, woord vooraf     (Redactie)

    Wie doet het hem na?      (Philip Vermoortel)
    Pieter en Felix: kroniek van menig misverstand     (Leen Huet)
    Wie was Pieter Breugel de Oude     (Jan Bastiaensen)

     

    Lierse vlaaikes en Vlaamse strijd     (G. De Soete)
    Het Kindeke Jezus in Vlaanderen (1917)      (Louis Vercammen)
    Een officieuze eerste steenlegging van de Heilig Hartkerk in Lier    (Marc Mees)
    Een pagina als cadeau     (Boni Konings)

    Stamboom familie de Piza     (Louis Vercammen)
    Veld, vrouwen en God. Timmermans’ Boerenpsalm     (Laurens Verrelst)
    Wambas        (Paul Winand en Marc Mees)
    En toch gelukkig zijn     (Gaston Durnez)

    Bestuursvergadering in het Timmermans-Opsomerhuis

    De blik van de Fé     (Laurens Verrelst)
    Onuitgegeven handschrift van Felix Timmermans ondekt in Lier     (Job Deckers)
    Hooggeachte meester!     (Stijn Vanclooster)

    Proeve van literaire kritiek      (Louis Vercammen)
    Mengelwerk     (Gaston Durnez)
    Uit het foto-archief

    Kroniek 2018     (Redactie)
    Timmermans-bibliografie 2018-2019     (Redactie)
    Medewerkers aan dit jaarboek     (Redactie) 

    16-08-2006 om 00:00 geschreven door Mon

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    15-08-2006
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.FTG Jaarboek 2018 - korte inhoud

    Titel : Het huis van de Dichter

    Felix Timmermans Genootschap Jaarboek 2018

    Inhoud:
    Woord vooraf     (Marc Somers)
    ‘Ga naar het land van de dichter! ‘     (Dirk Rochtus)
    De stem van het huis     (Gaston Durnez)

    ‘Heimwee doet ons hart verlangen’      (Gaston Durnez)
    Over de diepgelovige Godzoeker Timmermans. De dichter van Adagio      (Harold Van de Perre)
    Briefwisseling tussen Felix Timmermans en Rik Cox     (Marc Somers)

    Hart en geest van Reimond Kimpe     (Gaston Durnez)
    Kanttekeningen rond een tentoonstelling en een recital     (Antoon Mermans)

    De Kunstenaar in den dienst van zijn volk.
    En de taak der Kunstenaarsgilde     (Felix Timmermans)
    Ontslagnota voor de Lierse Kunstenaarsgilde     (Felix Timmermans)
    Felix Timmermans en de Lierse Kunstenaarsgilde     (Marc Somers)

    Zij, die wij bewonderen      (Risoto)
    Chauffeëen, een vergeten Kaartspel     (Marc Mees)
    Pirroen als ‘Speculasevent’?      (Marc Mees)
    In memoriam Jef Arras     (Marc Mees)

    Fred Bogaerts, 55 jaar na zijn overlijden     (Mon Van den heuvel)
    Mengelwerk      (Gaston Durnez)
    Kroniek 2017     (Marc Somers en Marc Mees)

    Timmermans-bibliografie 2017      (Marc Somers)
    Medewerkers aan dit jaarboek      (Marc Somers)

    15-08-2006 om 00:00 geschreven door Mon

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    14-08-2006
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.FTG Jaarboek 2017 - korte inhoud

    Titel : O, Dagenmelker

    Felix Timmermans Genootschap Jaarboek 2017

    Inhoud:
    Woord vooraf     (Marc Somers)
    Groet aan het Felix Timmermans Genootschap      (Herman van Rompuy)

    Pallieter, aardgeest in Schlaraffenland of hoe een eendekker van Timmermans
                nog geen modernist maakt      (Jean-Pierre Rondas)

    Koleuren en kolerie in de afwijzing van Felix Timmermans
    Pallieter na honderd jaar in een nieuwe eeuw-editie     (Jean-Pierre Rondas)

    “Comedia Humana” en “Lierke Plezierke”. De glasramen van Eugeen Yoors en Felix Timmermans
                 voor herberg Si bemol      (Marc Mees)

    Felix Timmermans en de komeet van Haley     (Hilde Langenaken / Ludwig van Lierde)
    Felix Timmermans en Stijn Streuvels. Hun relatie volgens Toon Breës      (Stijn Vanclooster)
    Timmermans, Beatrijs en Symforosa: een veronderstelling     (Job Deckers)

    Een stad voor vrouwen. Begijnen en begijnhoven in vroegmodern Europa      (Tine De Moor)
    Reimond Kimpe, Postillon d’Amour     (Gaston Durnez)
    Proeve van literaire kritiek                             (Louis Vercammen)

    Een ode aan mijn mama     (Manu Wagner)
    In memoriam Fons De Roeck     (Mon Van den heuvel)

    Mengelwerk     (Gaston Durnez)
    Kroniek. Het Pallieterjaar 2016 in Lier     (Marc Mees)
    Kroniek 2016       (Marc Somers en Marc Mees)
    Timmermans-bibliografie      (Marc Somers)

    Medewerkers aan dit jaarboek      (Marc Somers)

     

     

    14-08-2006 om 00:00 geschreven door Mon

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    13-08-2006
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.FTG Jaarboek 2016 - korte inhoud

    Titel : Eeuwige Pallieter

    Felix Timmermans Genootschap Jaarboek 2016

    Inhoud:

    Woord vooraf     (Marc Somers)

    Pallieter  protesteert tegen geschiedenisvervalsing     (Gaston Durnez)
    Verjaardagsrede voor Pallieter     (Kris Van Steenberghe)

    Honderdjarige Pallieter springlevend     (Marc Mees / Els Verstreken)
    Pallieter 100 jaar      (Louis  Vercammen)
    Pallieter door Timmermans in het Frans vertaald     (Marc Somers)

    René de Clercq en Pallieter     (Marc Somers)
    Het boek Pallieter in beeld     (Birgit Reynders)

    François Gos verlucht Pallieter     (Marc Somers)
    Het Vliegtuig, uit Pallieter (fragment)      (Felix Timmermans)

    De Libertijn & de gelovige vitalist.
    Acht linosneden van Henri Verstraten bij de roman.
    De pastoor uit Den Bloeyenden Wijngaerdt      (Joke Van den Brandt)

    De relatie tussen Ernest Claes en Felix Timmermans     (Stijn Vanclooster)

    Felix Timmermans in Oostenrijk.
    Over zijn vertaler Paul Wimmer     (Stijn Vanclooster)

    Mengelwerk     (Gaston Durnez)
    In memoriam Luc Coenen     (Marc Somers)
    Kroniek 2015      (Marc Somers)
    Timmermans-bibliografie 2015      (Marc Somers)

    Medewerkers aan dit jaarboek

    ********

     

    13-08-2006 om 00:00 geschreven door Mon

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)


    Foto

    Archief per maand
  • 05-2023
  • 11-2022
  • 10-2022
  • 08-2022
  • 07-2022
  • 05-2022
  • 04-2022
  • 03-2022
  • 02-2022
  • 01-2022
  • 12-2021
  • 11-2021
  • 09-2021
  • 08-2021
  • 07-2021
  • 06-2021
  • 04-2021
  • 03-2021
  • 02-2021
  • 01-2021
  • 11-2020
  • 10-2020
  • 08-2020
  • 07-2020
  • 06-2020
  • 05-2020
  • 04-2020
  • 03-2020
  • 01-2020
  • 12-2019
  • 11-2019
  • 10-2019
  • 07-2019
  • 06-2019
  • 05-2019
  • 03-2019
  • 12-2018
  • 11-2018
  • 09-2018
  • 08-2018
  • 07-2018
  • 05-2018
  • 04-2018
  • 03-2018
  • 07-2017
  • 06-2017
  • 05-2017
  • 04-2017
  • 03-2017
  • 02-2017
  • 01-2017
  • 10-2016
  • 09-2016
  • 08-2016
  • 07-2016
  • 06-2016
  • 04-2016
  • 03-2016
  • 02-2016
  • 12-2015
  • 11-2015
  • 10-2015
  • 09-2015
  • 08-2015
  • 06-2015
  • 04-2015
  • 03-2015
  • 02-2015
  • 01-2015
  • 11-2014
  • 10-2014
  • 09-2014
  • 08-2014
  • 07-2014
  • 06-2014
  • 05-2014
  • 04-2014
  • 03-2014
  • 02-2014
  • 01-2014
  • 12-2013
  • 11-2013
  • 10-2013
  • 09-2013
  • 08-2013
  • 07-2013
  • 06-2013
  • 05-2013
  • 04-2013
  • 03-2013
  • 02-2013
  • 01-2013
  • 12-2012
  • 11-2012
  • 10-2012
  • 09-2012
  • 08-2012
  • 07-2012
  • 06-2012
  • 05-2012
  • 04-2012
  • 02-2012
  • 01-2012
  • 12-2011
  • 11-2011
  • 10-2011
  • 09-2011
  • 08-2011
  • 07-2011
  • 06-2011
  • 05-2011
  • 04-2011
  • 03-2011
  • 02-2011
  • 01-2011
  • 12-2010
  • 05-2010
  • 03-2010
  • 02-2010
  • 04-2009
  • 09-2008
  • 06-2008
  • 03-2008
  • 02-2008
  • 12-2007
  • 10-2007
  • 06-2007
  • 05-2007
  • 03-2007
  • 02-2007
  • 01-2007
  • 11-2006
  • 10-2006
  • 09-2006
  • 08-2006
  • 07-2006
  • 05-2006
  • 04-2006
  • 01-2006
  • 05-1982


    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    Gastenboek

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek


    Blog als favoriet !

    Over mijzelf
    Ik ben Mon Van den heuvel
    Ik ben een man en woon in Lier (België) en mijn beroep is op pensioen.
    Ik ben geboren op 19/06/1944 en ben nu dus 80 jaar jong.
    Mijn hobby's zijn: Felix Timmermans - Geschiedenis van Lier in de ruimste zin genomen.

    Een interessant adres?

    Mijn favorieten websites
  • Thuispagina Louis Jacobs
  • Guido Gezelle
  • Ernest Claes Genootschap
  • Oscar Van Rompay
  • Felix Timmermans Genootschap
  • Schrijversgewijs
  • Kempens erfgoed

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto


    Blog tegen de regels? Meld het ons!
    Gratis blog op http://blog.seniorennet.be - SeniorenNet Blogs, eenvoudig, gratis en snel jouw eigen blog!