De relatie tussen het Westen en Afrika? In iedere evenwichtige relatie moet er sprake zijn van respect, wederkerigheid, creativiteit en engagement. Alle andere vormen van relatie zijn probleemrelaties die dringend een of andere therapie nodig hebben.
Een trieste evaluatie van onze aanwezigheid
Het Westen is een veralgemening en eufemisme voor andere woorden als neokolonialisten, onderdrukkers, kapitalisten? Afrika een titel voor een continent dat als een lappendeken de voorbije eeuwen werd leeggeroofd. Eerst roofden we massaal arbeidskrachten die als slaven over de Nieuwe wereld verspreid werden, daarna roofden we hun grondstoffen, hun cultuur en hun beschaving. Vandaag noemt men in Mozambique de Chinezen take away, omdat ze via corrupte akkoorden massaal grondstoffen exporteren om hun snelgroeiende economische honger te stillen. Tijdens de onafhankelijksstrijd van de Afrikaanse landen hebben we bijna alle progressieve leiders vermoord en vervangen door corrupte en gewetenloze dictators en generaals. Patrice Lumumba is het meest markante voorbeeld. We roofden de cultuurschatten uit de dorpen en vervingen die door onze westerse kruisen en kerken, gefinancierd met een knikkend negertje bij de slager of zilverpapier bij de nonnekes. Frans Buelens schreef een interessant boek over de winsten die de grote Belgische bedrijven wegsleepten uit onze voormalige kolonie Kongo. Frans Buelens is een specialist in het onderzoeken hoe de beurs en de Belgische holdings en multi's winst maken. Hij maakt dan ook nauwkeurige berekeningen op basis van boekhoudingen en beursnoteringen. Zo zie je dat tijdens de Koreaanse oorlog de winsten stegen van 22 naar 26%. De hoogste winsten werden geboekt in de mijnsector (tussen 49 en 63,4%). Kongo was figuurlijk en letterlijk een goudmijn voor de Belgische bedrijven en holdings,waardoor wij ook tijdens WOI en WOII geen geldgebrek kenden. Vanuit de mijnsector konden multi's in ons land nieuwe belangrijke sectoren uitbouwen in de non-ferro, de diamantindustrie en de kernenergie. Het zal dus geen toeval zijn dat Albert Frere nog steeds meest binnenharkt. De strijd om via uitbuiting en grondstoffen een machtige positie is de wereld te bekomen; gaat blijkbaar onverminderd verder. Ja, in de slipstream van kruisvaarders en andere plunderaars deden onze missionarissen verdienstelijk caritatief werk. Georges Forrest koppelde meteen economie en ontwikkelingshulp tot een winstgevend geheel met de blauwe steun van de minister van ontwikkelingssamenwerking. Continuïteit in het beleid.
Perspectieven op ontwikkeling
En dan zouden we de vraag durven stellen of hulp hoeft, moet of mag? Of het geld dat we geven wel terechtkomt waar het moet. Iedere onvoorwaardelijke cent die een Afrikaans land ontvangt, is slechts een beperkte teruggave van wat we voordien gestolen hebben. Om ons geweten te sussen. Of om een nieuwe afhankelijkheid van die landen te creëren door hen voedselhulp als drugsverslaving aan te bieden. De recente voedselcrisis in de hoorn van Afrika en de oproep om noodhulp te sturen stemmen mij bitter. De voedselcrisis zag je zo aankomen door de stijgende voedselprijzen en de speculatie op de grondstoffen. De eerste vraag is waarom de multinationals hun slag konden slaan en waarom de internationale instellingen zoals het FAO zo maar buiten spel konden gezet worden? Het gebrek aan daadkracht van politici en internationale instellingen zorgt er voor dat ontwikkelingssamenwerking zich beperkt tot noodhulp. Of tot de uitgestoken bedelende hand van een graatmager kindje dat ons sentimenteel de geldbeugel doet openen. Zonder perspectief op een eigen toekomst, op een zelfgestuurde eigen ontwikkeling. Maar dit is geen reden om cynisch langs de kant te blijven staan en de ogen te sluiten voor al die ellende. Maar we mogen gerust eens vloeken op die speculerende multinationals als Nestlé
Kan het anders?
Is het mogelijk aan om projecten op te zetten in Afrika zonder in de caritatieve aanpak te vervallen en te werken op basis van respect en gelijkwaardigheid? Met partners die voldoende sterk in hun schoenen staan om duurzaamheid te garanderen? En met de nodige know how in huis zodat je de boel kan runnen zonder dure consultanten, monitoring en evaluaties die handenvol geld kosten?
Ik ben overtuigd dat het wel kan. Maar dan moet je in eerste instantie goede partners in Afrika vinden. Via onderzoek, universiteiten en netwerking. En heus er zijn veel goede coördinatoren te vinden in Afrika, het is beter hen plaatselijke tewerkstellingskansen te geven dan dat ze hier belanden. We hoeven dus geen experten naar Afrika te sturen om daar aan ontwikkelingssamenwerking te doen. Investeren in lokals is zinvoller.
Met een goede partnerkeuze staat of valt een goed en zinvol project.Een project dat vooral voor de partner zinvol moet zijn en niet voor de Belgische overheid of de donor. Het ABVV ondersteunt verschillende projecten in Zuid-Afrika die werken rond Aidspreventie. Een van die projecten is een samenwerkingsakkoord met de National Union of Mineworkers ( Num) over opleiding en vorming van peer-educators. De aanpak met de peer-educators vertrekt van de sociaal-learning theory waarbij men vertrekt van de vooronderstelling dat voorbeeld-gedrag door gelijken gekopieerd wordt en dat gedragsverandering bevorderd wordt door het gebruik van de belevingswereld van de doelgroep.Een vergelijking tussen een groep die condoomgebruik aangeprezen werd met of zonder peer-educators uit dat het effectief condoomgebruik met 38 % toenam door het inzetten van peer-educators. In dit kader is een consequente houding van de Num-leiders belangrijk. Het feit dat de peer-educators volledig kaderen in de Congresresoluties van de Num en over structurele ondersteuning beschikken vanuit de Num-structuren is een positief gegeven binnen de Zuid-Afrikaanse context. De Peer-educators moeten binnen de vakbondsstructuur participatief bij het beleid betrokken worden. Daartoe werd een National comité van Peer-educators opgericht dat voorstellen voor de Nationale leiding uitwerkt. Tenslotte zouden de peer-educators over een statuut moeten beschikken waardoor hun inzetbaarheid vergroot ( faciliteiten, de nodige tijd voor hun functie, onkostenvergoeding). Omwille van imagovorming en stigmatisering worden zij beter niet aids-consultanten maar gezondheidswerkers genoemd.
Het kan dus anders met vallen en opstaan, luisterbereidheid naar de partner en een investering op lange termijn. En dat alles heeft te maken met het aangaan van een gelijkwaardige relatie met een partner in het zuiden.
12-08-2011 om 16:20
geschreven door Lieven
|