Lwandle is een township aan de rand van kaapstad. Ze hebben een museum en zelfs een bibliotheek. Tienduizend families wonen er in gerestaureerde en aangepaste hostels. Het lijkt ons niet echt confortabel. Maar in vergelijking met twintig jaar geleden is dit grote luxe. Blok 33 heeft een idee in welke situatie zestien opeengepakte migranten-arbeiders moesten wonen. De hostels waren enkel toegankelijk voor de mannen. Familieleden bleven best in het verre thuisland. De politie was voortdurend op jacht naar arbeiders-zonder-papieren in de hostels, je moest een paspoort hebben. Wapens waren niet toegelatan, stokken waren het statussymbool van de plaatselijke ordehandhavers, Stilaan versoepelde het regime en kregen vrouwen bezoekrecht, via een permit. Ze mochten dan en paar uur hun man zien. De kerk speeld de rol van organisator en leidde de strijd voor menselijke levensomstandigheden,van in het begin gekoppeld aan de strijd tegen discriminatie en apartheid.Toen de vrouwen ook in de townships mochten wonen werden creches en schollen opgericht. In het museum hangt ook een fototentoonsteling over het lot van de penselaars: acht uur onderweg,slapend opeengepakt op bussen met 62 zitplaatsen en 29 staanplaatsen. Vandaag huren de inwoners de opgelapte huizen aan de gemeente. In een container ga ik naar de kapper. Een jonge kerel die met een tondeuze mijn haar onder handen neemt. Vooral sla-olie en een stijfsel zorgen voor de coupe.Maar met fierheid en vakmanschap. Prijs 15 Rand of iets maar dan 1euro. En dat alles met een brede glimlach vol optimisme en geloof in de toekomst....
Peter haalt ons op op de luchthaven. Best luxe. Hij vertelt dat de meeste toeristen liever Z-A bezoeken vanaf Joburg. Daar heb je meteen de echte Z-A- ervaring en een gratis cultuurschok er bij. Peter heeft blijkbaar overschot van gelijk, de eerste dag zien we weinig zwarte Z-Akaners, buiten op de televisie. We zitten wel in een resort dat een nabootsing is van St Tropez, met luxe-jachten en alles er bij. We trekken op verkenning. Gordons bay en de zon charmeren ons. Het wordt een ontspannende en sportieve vakantie. De dag erop wandelen we via het strand naar Strand. Volgens de kaart een dikke 15 km, volgens ons wat minder. Pas op het strand loopt een kleine groep hangjongeren mij achterna en moet ik even van mij afbijten om mijn GSM niet kwijt te spelen. Een beetje verder gaan we op een paadje dat toebehoort aan een luxe-resort, de bewaking komt ons meteen vertellen dat we daar niet thuis horen,maar een beetje verder op hetstrand. Veiligheid : de obsessie van Z-A, we weten meteen waarop het staat. Ma de wandeling nemen we een busje dat dwars door Leondle, de township rijdt. We belanden meteen in zwart Afrika: kleine huisjes met hopen kinderen,iedereen leeft op straat,alles beweegt. Ik bedenk dat het hier snachts vrij koud is en dat de truien en de mutsen niet weg te slaan zijn. Voor hen is het winter en meteen ook erg koud. Voor ons is het doenbaar en snachts brengt een extra deken op ons bed het confort. Het verschil tussen een resort en een township, tussen Europa en Afrika, tussen zwart en wit
Colombiaanse syndicalisten zeggen dat de media en Uribe liegen alsof het gedrukt staat.Ik ben een beetje skeptisch: misschien willen ze alleen hun eigen gelijk bewijzen. Maar de feiten doen me twijfelen. De voorzitter krijgt een telefoon vanuit Geneve waarbij de melding is dat Colombia opnieuw op de lijst van de 25 landen staat die onder toezicht van de Internationale Arbeidsorganisatie staat. Verschillende syndicalisten waren naar Geneve afgereisd om te getuigen dat de syndical rechten en vrijheden in Colombvia helemaal niet gerespecteerd werden. Bij onderhandelingen bij de oliemaatschappij Terpel waren niet minder dan 30 werknemers onmiddelijk ontslagen. Mijn hoed valt af als ik op het Colombiaans TV-nieuws net het omgekeerde hoor; Colombia is geschrapt van de lijst van de IAO omdat Uribe de arbeidsrechten voor de werknemers zo veel verbeterd heeft. Ik kook. Wie liegt hier ? Uribe of de vakbond ? Ik zoek koorstachtig op google en vindt de website van ACV-voorzitter Luc Coortebeeck. Daar staat: eindelijk een lijst. En Colombia staat op de lijst van de 25 landen die door de IAO het volgend jaar in het oog zal gehouden worden. Het is duidelijk: in Colombia staan de media volledig in dienst om de " falsos positivos" van president Uribe volledig te ondersteunen en te verspreiden. Wat bij ons niet mogelijk is, kanin Colombia iedere dag: de feiten ontkennen en verdraaien en in het nieuws verspreiden. Iedereen van links gelooft dat Uribe of een handlanger volgend jaar herkozen wordt omdat de bevolking de leugens geloofd die door de media verspreid worden. Media met dergelijke macht moeten gecontroleerd worden, ook door syndicalisten. Een ideetje voor Cortebeeck ?
Barrancabermeja is een zeer belangrijke en centraal gelegen stad in Colombia. Olie, Uranium, goud en een kruispunt van handel. De ganse regio Magdalena-medio is van de stad met 350.000 inwoners afhankelijk. De stad wordt als het ware in twee delen gesneden met aan de ene kant winkels, openbare gebouwen en burgerhuizen en aan de andere kant de barios, de slums, de wijken met de armen.
Meteen de driehoek waar de guerrilla en de paramilitairen de macht willen. De openbare macht: de staat, het leger, de politie, de burgemeester zie je niet in deze burgeroorlog. In 1996 veroverden de paracas de stad, na verschillende massamoorden op de burgerbevolking.
Er is een vlucht per dag Bogota- Barranca, dit vliegtuig werd reeds twee maal gekaapt door de Farc ( één van de guerrilla-strekkingen). We werden dan ook grondig gefouilleerd voor we instapten. Ik had voordien gelezen dat Barranca de gevaarlijkste stad ter wereld was. Ik verwachtte dus een bezette stad, met camions vol militairen en op iedere straathoek een tot de tanden gewapende politieman. Niks : geen kat te zien.
Maar als je iets beter kijkt zie je dat de werkelijkheid veel erger is: de paracas zijn een deel van het persoonlijk leven van de bevolking. Als een bloedzuiger hebben ze zich op en in het lichaam van de mensen geënt.
Een voorbeeldje: een vrouw wil van haar man scheiden en wil dat doen via een rechtszaak. De man gaat naar de paracas en die regelen wel dat er geen rechtszaak komt. De man moet in ruil een opdracht uitvoeren voor de paracas, iemand bedreigen, soms iemand vermoorden. Overdreven ? Een rechter vertelt mij dat er jaarlijks 120 politieke moorden in Barranca zijn. Vandaag kon ik in de krant lezen dat de Farc in het Zuiden van het land een conservatief politicus vermoordde
Zaterdagavond wandelde ik vrolijk door de straat. Een orkestje speelde prachtige muziek er was ambiance. Ik wou wel even luisteren, maar kreeg een hint van mijn compagneros: blijf niet staan: het stikt hier van de paracas.
In werkelijkheid voor de rechtse regering een ideale situatie, het doet me denken aan de oorlogsjaren en de bezetting in ons land.. .
Vier jaar later bezoek ik opnieuw Barranca. Veel is er niet veranderd: een beetje meer politie in de straat, het leger staat paraat rond de raffinaderij. De laatste twee jaar zijn er nog bedreigingen, maar er werden geen vakbondsleiders meer vermoord. De Internationale Amerikanen die als levend schild voor de activisten hier kwamen, komen terug als toeristen.Toch zijn de paramilitairen niet weg, niet ontwapend. In tegenstelling tot wat de regering officieel allemaal beweerd.
Ze hebben zich omgeschoold tot een regelrechte maffia die de "temporales" in de olieraffinarderij organiseert. Dit kost een tijdelijke tussen de 5% en de 15%. Zij hebben hun wapens en uniformen in boerderijen wegestopt en treden alleen nog gemaskerd op. S'nachts patroelleren ze wel nog in de barrio's. Maar echt in het openbaar treden ze niet meer op. Ogenschijnlijk is het brute moorden gestopt ( er werden in een drie-tal jaar: 2000,2001 en 2002 een 800 burgers vermoord), maar de echte moordenaars gaan tot op vandaag vrijuit. Dat wordt meer en meer vergeten: de jongeren zijn de getuigenissen beu, ze willen van het leven genieten met volle teugen. Zonder gezaag..
De evaluatie van het project in Colombia is positief: het seminarie dat de laatste dag van de evaluatie besloot was er eentje met veel discussie vsn de Colomnianen onder elkaar. Dat bewijst dat het project niet alleen op papier bestaat, maar leeft in de harten van de delegees. Klaar en duidelijk : na de staking van 2004 was de vakbond knock-out. Niet minder dan 275 delegees werden ontslagen,de vakbondslokalen stonden onder hypotheek,de leiding kreeg veel kritiek. Het project zorgde voor de opleiding van nieuwe vakbondsleiders,hielp de vakbondsstructuren opnieuw op poten zetten en zorgde dat de leiding een strategisch overlevingsplan uitwerkte. De centen van de Belgische arbeiders en van de overheid zijn dus goed besteed : de ruggegraad van de Colombiaanse vakbonden, de Union Syndical Obrera werd niet gebroken, de vakbondsmilitanten beschikken nog steeds over een vakbondswerking in een land waar het regime alles op alles zet om de vakbond uit te roeien. De komende uitdaging is de organisatie van de tijdelijke werknemers.In Colombia is het net zoals in Belgie: er zijn steeds meer tijdelijke werkners die in dienst komen en steeds minder vaste werknemers. Hier is de verhouding 80 procent tijdelijken, 20 procent vaste werknemers. De Uso is pas begonnen met de organisatie van de tijdelijken. Een bijkomend probleem is dat de paraca s zich "herschoolden" tot mensenhandelaars en een belasting tussen 5% en 20% innen op de lonen van deze tijdelijken. Maffia. Daarom is het belangrijk dat de USO de tijdelijken organiseert en in hun onderhandelingen eisen opneeemt die het lot van de tijdelijken verbetert. Dit vergt een openheid van de vaste werknemers en een betere vakbondsorganisatie. Grenzen tussen statuten doorbreken, grenzen tussen vakbondscentrales doorbreken. Een thema dat ook in ons land voor boeiende discussies zorgt, maar traag, zeer traag vordert in de praktijk
Je kan er niet naast kijken: Barranca met zijn 300.000 inwoners leeft volledig van de olieproductie. De 12000 werknemers en hun families en alles daarrond leeft en werkt op sociaal en cultureel vlak volledig van Ecopetrol. Ecopetrol is een staatsbedrijf waarvan 10% van de aandelen geprivatiseerd zijn, dit kan nog binnen de huidige wetgeving tot 20%. Je kan Ecopetrol zo maar niet in: tot de tanden gewapende militairen patroulleren in, rond aan de ing van het bedrijf. Wij mogen er samen met een delegee wel in na uitgebreidde charlas en een veiligheidsvideo voor de bezoekers. De raffinaderij is immens, ik schat twintig keer groter dan de Antwerpse raffinaderij die ik ooit bezocht. Alles , maar ook alles is op het terrein aanwezig: onderhoudsploegen, ateliers waar aangepaste buizen kunnen gemaakt worden, bouwarbeiders die een nieuwe plant oprichten,een hulp- en brandweerdienst,een laboratorium, een personeelsdienst. Speciaal aan de personeelsdienst is de afdeling " heropvoeding". Arbeiders die ontslagen werden of een tijd in het bedrijf niet werkten, moeten een herscholing volgen, al was het maar om de laatste veiligheidsmaatregelen opnieuw op te frissen. In de Colombiaanse context wordt er echter nog een dikke ideologische saus opgegoten, het wordt voor een echte syndicalist al snel een strafkamp. Een tweede gebouw dat snel opvalt is een onderzoekscentrum van de vruchtbaarheid. Ik denk meteen aan het feit dat we tijdens ons bezoek aan de raffinaderij wel veel vrouwen zien.Werken in dergelijke omstandigheden bevorderd de vruchtbaarheid niet. In Colombia een ramp. De vaste werknemers zijn in het bruin, de tijdelijke werknemershebben een groene overal en moeten zelfs via een speciale ingang binnen. Je ziet overal groen, veel minder andere kleuren. Tijdelijke werknemers verliezen hun ancienniteit, als ze aandringen wordt door de directie een aantal jaren erkend, waardoor ook hun pensioen verhoogt. Na een uur is de rondleiding afgelopen: Opmerkelijk: Nacho voelt zich als een vis in het water in het bedrijf...Na de staking van 2004 stond de vakbond nergens meer. Al de militanten waren afgedankt, de toegang tot het bedrijf was pratisch voor de vakbond onmogelijk geworden. De militanten waren uiteengeslagen of met veel persoonlijke problemen. Tijdens de staking waren er veel echtscheidingen of veel kinderen.Wij staan vijf jaar verder en de vakbondsvorming heeft voor een vernieuwing van de militanten en de kaders gezorgd. Een vakbondskern die opnieuw de confrontatie met de directie aandurft en zeel snel het vertrouwen van de arbeiders terugwint. Zo zijn steeds meer tijdelijke werknemers lid van de USO.
Vandaag is een bezoek aan het petroleumbedrijf Ecopetrol gepland. Planning blijkt moeilijk.Omdat we eigenlijk het bedrijf niet mogen bezoeken is er een discussie met de Human Resourses aangevraagd. In de stille hoop, er toch een bedrijfsbezoek uit te slepen. Men vraagt ons onze fluwelen handschoenen aan te trekken en niet te provoceren, maar diplomatisch te zijn. Moises en Nacio begeleiden ons.
De HRM heefte grote middelen ingezet: 2 juristen, een secretaris en de HRM-himself, CAO-teksten in de hand. De afgesproken taktiek van de directie is aan ons zo veel als mogelijk vragen te stellen, zodat wij geen vervelend vragen kunnen krijgen en dus geen antwoorden moeten geven.
Diplomatisch kaart ik de natte droom van iedere HRM aan: centen voor opleidingsplannen, voorzien in CAOs of met andere woorden de werknemers financieren zelf hun eigen opleiding. Al is het maar om onze USO-syndicalisten in het bedrijf wat internationale allure te bezorgen en aan te geven dat zij op internationaal vlak scoren.
Dit belet ons niet om de staking van 2004 en de vele ontslagen syndicalisten net als de Internationale Arbeidsorganisatie aan te klagen en te veroordelen. De normen van de Internationale Arbeidsorganisatie zijn volgens de jurist op maat van Europa en Amerika geschreven en kunnen in Latijns-Amerika niet toegepast worden. Ik merk fijntjes op dat de Internationale Arbeidsorganisatie een tripartite is en als de Colombiaanse regering in Geneve akkoorden ondertekend, dat zij die in Colombia moet uitvoeren.
Volgens de HRM is alles, en vooral de loonverschillen, te herleiden tot een verschil in cultuur en opleiding. Hij maakt er een mooi tekeningetje bij,waarmee hij de klassentegenstellingen onder tafel veegt.
Barranca wordt soms omschreven als de gevaarlijkste stad ter wereld. De paramilitairen hebben deze stad veroverd door twee maal willekeurig een dertigtal inwoners neer te knallen. CREDHOS, een mensenrechtenorganisatie organiseert nog steeds getuigenissen van familieleden van slachtoffers. Ik zie een Amerikaans koppeltje binnenstappen, de fotos aan de muren van de slachtoffers en de getuigen willen voor de zoveelste maal getuigen, overtuigen.
Je ziet die paramilitairen natuurlijk niet op straat, maar in flitsende acties, die dan wel eens op tv komen.
Barranca is ook de hoofdstad van de olieraffinaderij Ecopetrol, met een 12000 werknemers.Dit staatsolie bedrijf organiseert ook het onderwijs en de gezondheidszorg voor de arbeiders en hun familieleden. Bij het optillen van mijn valies voel ik mijn rug kraken. Lopen wordt een marteling.
Pacho, Alexandra en Jose Christo telefoneren en zoeken uit hoe ik het best geholpen wordt. Eerst de zachte methode met een doosje pillen uit de apotheek.Je hebt geen voorschrift nodig, je vraagt je geneesmiddel en indien het beschikbaar is komt het zo uit het rek.Een doosje Goxamer, geen bijsluiter,enkel de raad van eentje per dag. Er zijn veel apotheken en zelfs op zondagavond blijven ze open.
Blijkt dat medicatie niet voldoende is om mij weer rechtop te doen lopen.Naar de spoedafdeling van het ziekenhuis. Bij het intakegesprek wordt omstandig uitgelegd dat ik een gast ben van de petroleumvakbond en dus eigenlijk wel recht heb op de gratis gezondheidszorg van de petroleumarbeiders.Zij hebben dan een copie nodig van mijn pas en een verzekeringspapier. Gelukkig steekt ergens een copie van mijn pas, want een copie-machine hebben ze niet.
Iedere patient krijgt een rangorde van behandeling via een kleur.Ik krijg groen, mijn situatie is dus zo iets in het midden van de andere kleuren.Na een half uurtje in de wachtkamer roept een dokter me binnen.De vriendelijke man stelt een aantal routinevragen en glimlacht: een typische combinatie van gebrek aan fysiek en moeilijke omstandigheden zoals reisvermoeidheid, jetlag,hoge temperatuur en een verkeerde tilbeweging. Twee spuiten, een week voltaren en wat vitamines moeten mij weer OK maken. De volgende ochtend ben ik een ander mens .
Een inwoner op vier is arm.Echt arm. Hij heeft honger en eet slechts een maaltijd per dag. Deze morgen kwam een man vragend de rest van ons ontbijt bedelen.Niet meteen gezond: restjes van de tafels afschuimen. Het aantal bedelaars, kindjes op de arm,is ontelbaar.Meestal eten de armen rijst, aardappelen en gebakken bananen.Vlees kunnen zij niet kopen: zij vervangen dit door koekjes gebakken van suikerrietsap.Maar ook suiker wordt schaars. De handelsakkoorden (TLC) voorzien minder suikerproductie,meer biodiesel. De opmars van de groene ernergie verarmt de boer. Vroeger was het leven op het platteland beter. Hun eigen voedselproductie zorgde voor een gezonde maaltijd met veel vlees en groenten. Zwijnen,koeien en geiten, het doet denken aan toestanden in Belgie tijdens de tweede wereldoorlog.Nu wordt meer en meer africaanse palmbomen en coca aangepland: opnieuw een monocultuur. Leven in een grote stad is duur,maar biedt voordelen: je kan er leven op en van de straat.Het herverkopen van goederen is de overlevingsrealiteit. Op straat koop je koekjes, sigaretten, prularia en gecopieerde merken en CD's en DVD's. Een deel van de armen slaapt op karton in de straat: in Bogotha 300.000,in Colombia 1 miljoen mensen. Met kinderen. Voor hen slaat de economische crisis keihard toe. Hun bedeltochten om te overleven leveren steeds minder op.