Er loopt momenteel een interessante tentoonstelling in Bepart van Charif Benhalima. Het is een grote muur van 135 polaroid en overbelichtte foto's van de kunstenaar, zijn familie en sefardische joden. Het is de zoektocht van de Belgisch-Marokaanse kunstenaar naar zijn roots.Hij stamt af van die gemeenschap van joden die in Marokko en het Iberische schiereiland woonde. Deze sefardische joden beriepen zich alsof zij de ware nakomelingen van de volkeren die in judea woonden en werden door de Katholieke kerk erg vervolgd. Zij staan een beetje in tegenstelling met de Ashenismisme joden, die vooral uit Hoog-Duitsland kwamen. Deze joden vinden uiteraard dat zij de echte joden zijn die recht hebben op het "beloofde" land. Feitelijk een racistische discriminatie, die vandaag nog bestaat in Israel. De kunstenaarheeft met opzet die foto's gekozen om aan te tonen dat de afstand tussen Joden en Arabieren veel minder groot is dan we het zouden denken. In zijn roots zit de jood, de jood zit als het ware in hemzelf, hij de Marokkaan, de jood zit in zijn naam. Zijn visie is het tegenovergesteld van Sartres slogan " L'enfer, c'est les autres", maar die ander zit in ons en juist vanuit dit idee kan men de muur afbreken. Charif Benhalima vergeet een paar realiteiten die vandaag jammer genoeg een realiteit zijn in Palestijns gebied.Palestijnen en Israelisch komen bijna niet meer in contact met elkaar en kennen elkaars leefwereld niet. De eerste stap naar overleg en verzoening is dat je de ander kent, ontmoet en begrijpt. Voor Israel zijn de Palestijnen een bezet volk, tweederangsburgers en in sommige hun hoofd zels geen menselijke wezens. Vage polaraoids zijn vage herinneringen aan vroeger, gevuld met nostalgie en weinig realitietszin. Dit is onvoldoende om te komen tot het vredersproces dat het Midden-Oosten zo hard nodig heeft.
Op een seminarie voor leden van de Europese ondernemingsraad kwam FNV bouw getuigen over de situatie aan de Eemshaven in Groningen. De Eemshaven is een megagroot project in Noord-Nederland waar 2500 arbeiders een nieuwe electriciteitscentrame bouwen. Alleen, het zijn praktisch allemaal bouwvakkers uit Polen, Roemenie en Turkije. Dit terwijl er nogal wat Nederlandse bouwvakkers werkloos thuis zitten. Ook heeft het FNV er geen poot aan de grond. De woonomstandigheden van deze arbeiders zijn erbarmelijk, veiligheid is een mooie droom en de minimumlonen worden er niet betaald. Meestal werken ze als schijnzelfstandige zonder sociale zekerheid, maar de 2500 euro die ze ontvangen steekt schril af tegen de 600 euro die ze in hun land van herkomst kunnen verdienen. Het is voor het FNV een hele opdracht om het vertrouwen van deze werknemers te winnen, want ze zijn bang hun job te verliezen als ze zouden protesteren. Het vakbondswerk speelt zich dus af in de schemerzone, na de werkuren en thuis bij de werknemers. En na een paar maand zijn ze verdwenen met de noorderzon en kan het werk opnieuw gebeuren. Ik dacht dat dit fenomeen typisch nederlands was, maar nee ook op de Belgische werven is meer dan de helft van de werknemers afkomstig uit het buitenland en werken ze tegen dumpingprijzen als semizelfstandigen. Hier zijn ze echter nog bij de vakbond omdat de dienstverlening er voor zorgt dat ze extra premies ontvangen. Toevallig wordt deze week in de kranten aandacht geschonken aan dit fenomeen. Tja Europa regelt wel het vrij verkeer, maar niet de sociale zekerheid, geen veiligheidsvoorschriften, en geen inspectie en registratie. Blijkbaar spelen deze elementen plots niet meer mee in het concurrentiegeding en moet Europa niet optreden tegen dergelijke valse concurrentie op het terrein. We zitten dus binnenkort met dumping op de arbeidsmarkt en het opzetten van de ene werknemer tegen de andere tot iedereen spotgoedkoop is. De richtlijn Bolkestein in de praktijk, ook al dachten we dat we die strijd gewonnen hadden. We hebben dus minder liberalisme en meer marktregeling nodig. Anders zijn we niet alleen ons geld, maar ook onze job kwijt.
Jose en Vanessa uit Peru zijn in het kader van de klimaatcampagne van 11.11.11 te gast in Waregem. Tussen 4 en 8 november zijn ze te gast bij het lokale 11.11.11 comité in ons dorp.Jose is bij ons thuis voor overnachting en catering. Hij is vegetarier, wat meteen onze tafel ingrijpend veranderd. José en Vanessa werken een beetje voor de Peruaans NGO Mocicc, een jonge organisatie die in Peru werkt rond klimaatverandering.In hun twee-jarig bestaan werden ze ondersteund vanuit Belgie door Broederlijk delken en 11.11.11. In Lima werken ze vooral rond sensibilisering en doen ze een poging meer mensen op de fiets te krijgen. José is industrieel ingenieur en poogt via de NGO een zinvolle job te vinden en zijn engagement voor het leefmilieu concreet te maken.Hij is binnen de organisatie verantwoordelijk met Vanessa voor sensibilisering en campagnes.José voelt zich in ons land een beetje een Messias, die dan toch de juiste analyse maakt en de boodschap wil verkondigen. Vorige week kreeg hij een viertal lijnen in Visie, het blad van de kristelijke arbeidersbeweging en een foto.In Visie heeft hij het over de Noord-Zuid tegenstelling, de klimaattop in Durban, en dat we moeten samenwerken om de wereldproblemen aan te pakken. Jose vindt dat zijn programma wat tegen valt. Het bezoek aan het jeugdhuis, de ontvangst door de milieuraad en de schepen, het bezoek aan de markt zijn activiteiten die hij moeilijk kan kaderen. Hij dacht dat er meer belangstelling zou zijn voor zijn boodschap. Iedereen kan iets doen, zegt hij. Onze overconsumptie heeft negatieve gevolgen voor het Zuiden. Wij moeten minder consumeren en dat zal onmiddelijk positieve gevolgen hebben in Peru.Dat lijkt perfect op de boodschap die 11.11.11 dit jaar als campagne wil uitdragen. Maar dit lijkt zeer individualistisch. Waar is de verantwoordelijkheid van de multi's en de reclame die ons voortdurend aanzetten tot consumeren ? Het eindoordeel van José is na een paar dagel milder geworden: de onmacht en de kloof om in onze taal te communiceren blijkt steeds meer een moeilijkheid. Wanneer er in een duidelijke struktuur vertaald wordt en José zijn boodschap kwijt kan is hij veel positiver. De vraag van een leerling uit het laatste jaar van het Waregemse Atheneum: " Stel dat de rollen omgedraaid worden en dat de Zuiderse landen rijk zijn en het Noorden arm. Zouden jullie dan ook solidair zijn en ons geld geven ?" José zegt met veel overtuiging dat we samen de wereldproblemen moeten aanpakken.