In de vloedlijn van De Panne wandelt een kudde olifanten recht de zee in vanuit de duinen. Een kunstwerk van de Zuid-Afrikaan Andries Botha. De olifanten zijn gemaakt uit drijfhout,dat aanspoelde op het strand.Samengevezen met dikke bouten. Slagtanden, staart uit een stuk. Niets ontbreekt, ook de forse penis niet van de grote olifant achteraan. De olifanten wandelen in kudde, typisch het kleine olifantje dat uit de rij stapt en de andere richting uit loopt. Straks wordt hij terug in de familie geduwd. De marsrichting van de olifanten is duidelijk: opnieuw de zee in. Het beeld roept de Zuid-Afrikaanse realiteit op. Het opnieuw aangaan van de eeuwige strijd om te overleven. In het museum van Soweto las ik dat de strijd van de studenten niet tegen de taal was, maar tegen het systeem. Je moet weten dat het Zuid-Afrikaans , de taal van de apartheid,in alle scholen verplicht zou worden. Het kind van de opstand is een man geworden, die door gans Afrika reist, die door gans de wereld reist. De olifanten marcheren samen de zee in, in Soweto betoogden de studenten in rijen van vijf, hand in hand. Zij lieten elkaar niet los...ook wanneer er geschoten werd.
Op het graf van James Ensor staat een Reuzenspin. Negen meter hoog aan het kerkje van Raverszijde, boven het Graf van Baron James Ensor. De spin is een creatie van de Frans-Amerkaanse beeldhoudster Louise Bourgeois, 95 jaar. Het werk van Louise is een grote freudiaanse reactie tegenover haar ouders. James Ensor is vervlochten met Oostende en de linkse oppositie die zich ooit in Oostende concentreerde rond de 'stoeten Ostendenaere' een van de eerste stadskranten.Aan het kerkje werd ooit een gestolen kunstwerk van James Ensor begraven, precies vanuit de plaats waar James Ensor het ooit moet geschilderd hebben. De linkse rakkers verweten hem de titel van baron aanvaard te hebben, terwijl hij in zijn werk juist de burgerij bespotte en uitlachtte. Het kan dus verkeren, nu er boven zijn graf een spin staat van iemand die alvast haar naam tegen heeft. De zwangere spin staat symbool voor de zorgzame moeder. Het kunstwerk is volledig gemaakt uit aaneengesmeed ijzer, op zich een huzarenstukje, waar binnenkort wel snel restauratiewerk zal aan zijn. Uit het kerkje galmden misklanken: de blijde intrede van Christus ? gelukkig beschermde de spin James...
Wist U dat de wet op de jaarlijkse vakantie amper 70 jaar in ons land bestaat. De grote doorbraak van het recht op vakantie kwam er in ons land slechts in 1936 na sociale onrust en de doorbraak van de Communisten en extreem-rechts bij de verkiezingen. Toen hadden we reeds een grote achterstand opgelopen bij de ons omringende landen: daar was de vakantieregeling reeds lang ingeburgerd. Jarenlang had het patronaat de boot afgehouden. Geleidelijk aan werd het recht op 20 dagen dubbel betaalde vakantie een algemene regel.Niets is voor eeuwig verworven. Nu lees ik in de krant dat er veel ICT-werkers zijn die vanuit hun vakantie-oord gewoon op afstand verder werken of alvast een oogje in het zeil houden. Vakantiewerken op verplaatsing. Nochtans heeft iedereen nood aan een rustpauze. Anders draag je het verdiende geld gewoon naar de psi. Vakantie kan veel dingen betekenen: rusten, reizen, klussen thuis, lezen, luieren, sporten, familie bezoeken. Je doet wel die dingen,waar je anders tijdens het jaar onvoldoende tijd voor hebt. Maar voor sommigen is vakantie minder prettig: de blokkende herexamenstudent, de gebombardeerde libanees, de geevacueerde Europeaan. Zij hebben geen vakantie. Toch hoop ik dat de oorlog in het nabije Oosten dringend stopt: liever vakantie voor soldaten en milities dan opnieuw een uitzichtloze vernietigings- en guerillastrijd.Opnieuw wordt een groot stuk van het heropgebouwde Libanon aan puin geschoten. Vrede!
Stress op het werk. Volgens onze Minister van Arbeid en Welzijn Peter Vanvelthoven kan het best je eigen schuld zijn. Misschien kan je er niet zo goed tegen en moet je de arbeidsgeneesheer vragen om een andere job, of om tijdelijk thuis te kunnen blijven. Sinds een tiental jaar is iedereen er zich meer en meer van bewust dat stress geen managersprobleem is, maar dat iedere arbeider/bediende er mee te maken heeft. De oorzaak ? De toenemende flexibiliteit in de arbeidsorganisatie die er voor zorgt dat iedereen steeds moeilijker gezin, werk en individueel leven kan combineren. De oorzaak ligt in de arbeidsorganisatie. Aan het einde van de ketting komt er extra druk je moet zo waar alle problemen opvangen die met de just-in-time leveringen te maken hebben. Vraag maar eens aan GPS/GSM vrachtwagenchauffeurs wat dit in de praktijk betekent... Alle wetenschappelijke onderzoeken van de voorbije jaren, en dat zijn er zo nogal wat wijzen uit dat twee groepen in de arbeidspopulatie extra onder druk staan: jongeren en ouderen. Jongeren omdat ze ongelooflijk veel nieuwe opdrachten en informatie in de nieuwe arbeidssituatie moeten verwerken. Ouderen omdat ze permanent het gevoel krijgen achterop te hollen bij de vele technologische vernieuwingen. En bij dat alles komt de permanente controle op de kwaliteit en het productie proces. Niet aangenaam en zeer stresserend.Vooral met supervisers die er zelf weinig over weten en alleen naar statistieken kijken. Peter Vanvelthoven maakt van een collectief probleem een individuele zaak van de werknemer. Naast de roos. Geen socialistische aanpak.Moeten we dan die individuen die extra aan stress onderhevig zijn zo maar aan hun lot overlaten ? Nee helemaal niet. Zij vervullen juist een signaalfunctie dat het goed fout gaat met de arbeidssituatie. Het zijn zowat de kanariepietjes, die een alarmfunctie hebben. Alleen een algemene humanisering van de arbeidsomstandigheden in de bedrijven en een betere spreiding van de piekmomenten in het productieproces kan zorgen voor stress-reductie.
Gisteren gaf Jan Hoet les kunstgeschiedenis in het gemeentehuis te Waregem. Hij nam daarmee een vroegere job als leraar kunstgeschiedenis nog even op. De flamboyante kunstpaus van de moderne kunst was controversieel op de 11 juli viering: wat had die man nu met Vlaanderen te maken ? Jan Hoet gaf hen lik op stuk. Maar de verhouding tussen politiek en kunst is niet altijd gemakkelijk, Jan Hoet is er een goed voorbeeld van.
Vanuit een overzicht van de Vlaamse primitieven tot aan Luc Tuymans schetst hij de oerkenmerken van de Vlaamse kunstenaar. In de eerste plaats een spiegelbeeld van onze Vlaamse identiteit, die geënt is op België, Europa, op de wereld, op de globalisering.
De Vlaamse Primitieven (oorspronkelijk een scheldnaam) linkt hij meteen aan de iconenkunst en de piëteit van de 15°eeuw, toen Vlaanderen een economisch belangrijke macht was. Met Rubens verdween de vroomheid, hij werd in Rome opgeleid als een pure propagandaschilder voor het katholieke geloof. Via Permeke, Ensor, Raveel belanden we bij Luc Tuymans. Ne hele grote die perfect de lijn weergeeft van de gezochte eigen identiteit: afstand nemen, vragen stellen, zoeken,onzekerheid en angst. Maar om kunst te begrijpen moet je je open stellen, empathie hebben en nieuwsgierig zijn. "Kunst is een geboorte: met Liefde, angst en vernieuwing"
Een uur Fado brengt me terug naar Coimbra. Universiteitsstad , waar we na de anjerrevolutie rondzwierven.De Fado is weemoedige muziek, gespeeld op wat een Portugese guitaar noemt. Hoge scherpe klanken, meesleepend begeleid door een klassieke guitaar. Portugezen worden tot tranen toe bewogen bij deze muziek. Maar de muziek was lange tijd synoniem voor de dictatuur. Maar zoals dikwijls kan muziek ook een wapen worden. Amalia Rodriguez en Jose Afonso zijn bekende fadozangers. De start voor de Anjerrevolutie werd gegeven door het spelen van "Grandola,villa morena" op de radio, waardoor het leger de macht greep en de dictator Salazar aan de kant zette. Het leger was de bezetting en het vechten van de oude kolonieen beu, tijd voor verandering. Otello De Carvalho was een van de bekende legeraanvoerders die een radendemocratie wou oprichten. Na een verwarrende strijd tussen de linkse en rechtse tendenzen in het leger besloot men verkiezingen te organiseren. Hij eindigde tweede in de presidentsverkiezingen en werd later omwille van "samenzwering" tot 15 jaar opsluiting veroordeeld. Maar in Ciombra was hij een held. In Coimbra dronken we wijn in het "Casino". Nee, geen chique aangelegenheid, maar een wijnkelder in een rots. Met tonnen op houten tafeltjes,waar de vinho verde zo in de dikke ronde glazen stroomde. Precies limonadeglazen, dus verradelijk. Niet te missen is ook het Portugal voor de kleintjes, een soort madurodam. Kleine huisjes in de stijl van de verschillende regio's, vuurtorens en schepen herinneren aan de tijd dat Portugal de wereld ontdekte. Weemoed is soms ook het verlangen om de wereld te ontdekken...
Gisteren las ik in de krant dat ongeveer 20% van de ontwikkelingssamenwerking verdwijnt in de zakken van dure consultantieburo's en als we het plaatje volledig bekijken dat er dan wel 50% van hetgeen we aan ontwikkelingssamenwerking besteden, door investeringen terugvloeit naar de donors. Wanneer we dan erbij rekenen dat we onze "giften " ook nog van de belastingen kunnen aftrekken, is eigenlijk ook wel een persoonlijk voordeel, dan blijkt de "gift" die we met al onze goede gevoelens doen wel erg mager. België en een trits andere landen beloofden 0,7% van het BNP te geven aan ontwikkelingssamenwerking. Een kritische analyse van deze cijfers toont aan dat ook hier een deel van het geld niet bij de landen in kwestie aankomt, maar onderweg blijft plakken. Waarom moeten westerse consultanten de projectplanning, de evaluatie en de monitoring van al deze projecten doen ? Een meerwaarde is dat ook plaatselijke deskundigen, en daar is geen gebrek aan, dit allemaal doen en daarmee meer geld in het land en in het project houden. We moeten ophouden een legertje ontwikkelingssamenwerkers te zenden, die daar als neokolonisatoren op kosten van het project gaan uitleggen wat er moet gebeuren. Maar is het dan niet nuttig dat er verpleegsters en artsen van hier ter plaatse gaan werken om vb de gezondheid van de bevolking te verbeteren ? Het antwoord is niet eenvoudig: tegelijkertijd moeten er verpleegsters en artsen een opleiding krijgen die dan in eigen land aan de slag gaan, als ondersteunende diensten verricht worden door artsen van bij ons. De tijd dat we de chocolade opaten om zilverpapier naar de zwartjes te kunnen sturen is blijkbaar nog niet voorbij....
Van 6 tot 9 juli 2006 bezoekt de Indische sultan met zijn Olifant die door de tijd kan reizen Antwerpen. De Franse groep Royal de Luxe verbaasde reeds London met zijn sprookje. Een 11 meter hoge houten mechanische Olifant die liefst 42 ton weegt, een grote gigantische meisjespop en een raket willen het publiek doen dromen, geinspireerd door de verhalen van Jules Verne. De kern van het verhaal is dat een sultan, geplaagd door nachtmerries, zich niet meer met staatszaken kan bezig houden. Om van die ziekte te genezen moest hij op zoek naar de kleine reuzin. Deze zoektocht door de stad is een spektakel opgebouwd samen met het publiek. Olifanten hebben altijd een grote rol gespeeld in de verbeelding van de mensen. Een olifant is zo groot, dat je er moeilijk naast kunt kijken. Op een pamflet wordt de problematiek van de mensen zonder papieren vergeleken met een olifant: je kan het probleem niet langer negeren. Dat is precies wat de regering doet. Ik hoop dat het sprookje van de olifant de creativiteit, de tolerantie en de openheid in "A" bevordert...zonder van een mug een olifant te maken !
Op Rhodos kan je gerust buiten de toeristenvallen een prachtige wandelvakantie meemaken. Tip is het plaatsje Kalavarda, met het hotelletje Vouras. Je eet er gewoon de dagschotel en proeft er de zelfgemaakte wijn van Yannis.Moussaka, Stifado, Souvlakia en batsaria salata staan voor konijn, lamsvlees en rode bietensalade. Yannis heeft met zijn pensioen een klein stulpje opgetrokken aan de rand van zijn wijngaard, met douche. Voor de vriendinnen lacht hij breed. In Rhodos heerst het matriarchaat: het huis is en blijft van de vrouw, rond zijn mid-life crisis heeft iedere man recht op een zelf geinstalleerd en gebouwd huisje waar hij zijn zin kan doen. Van zo'n mooie toekomst kan ik alleen maar dromen. Wijn is Illias en Krasie.( Water en Wijn) Krasie is de menger, want vroeger dronk men nooit wijn zonder water. Men mengde steeds water bij de wijn. Een goede tafelmenger kon de dosis water en wijn perfect uitbalanceren. De oude grieken dronken ook de ganse dag terwijl ze aten. Zo ontstond het sym posium: eten met iets er bij. Of met andere woorden : een drinkgelag. Yannis had zo zijn speciale filosofie. Een quote van hem " Een kleine man is voor een vrouw als een zee-egel op het strand waar je met je voet intrapt: zeer pijnlijk " Ondertussen is hotel Vouras in de beste familietraditie overgenomen door de zoon , het blijft dus van de familie Papamichael.