De eerste golfoorlog maakte de USA supersterk op het internationale vlak, de USSR werden tot knecht van de buitenlandse politieke strategie gereduceerd. Toen Israël een waarborg voor nieuwe lening van 10 biljoen dollar vroeg aan de USA en daarmee onder het mom van humanitaire wederkeer voor Joden uit andere landen een nieuwe nederzettingenpolitiek wou financieren rook Bush zijn kans om Israël te verplichten om aan de onderhandelingstafel te verschijnen. Op 30 oktober 1191 werd onder het toezicht van de USA en de USSR, en zonder de Verenigde Naties, de eerste vredesconferentie met Egypte, Syrië, Jordanië,Libanon en Israël georganiseerd. De Palestijnen hadden geen recht op een eigen delegatie,maar waren een onderdeel van de Jordaanse delegatie.
Atef werd als journalist in de Jordaanse groep van journalisten ondergebracht voor de krant Al Atiliah en de Westelijke Jordaanoever. De avond voor het vertrek werden pasfoto's genomen in het Plaza hotel in Amman en s'morgens werden de nieuwe paspoorten en de visa overhandigd op een kleine militaire luchthaven. Koning Houssein kwam de delegatie persoonlijk uitwuiven. Veel concreets bracht de Madrid conferentie voor de Palestijnen niet op: het was de voorbode voor de Oslo-agenda waar de PLO wel als onderhandelingspartner aan deelnam. Alhoewel de Palestijnen zelfs geen symbolische uiterlijkheden mochten tonen ( Palestijnse vlag, Keffiyes) stelden zijn zich “onredelijk redelijk” op. Wat de weg naar Washington en het Witte huis voor hen opende. Maar de Palestijnen verkeerden niet in de krachtsverhouding om eisen te stellen en zij moesten een overgangsperiode naar een einde van de bezetting en het stichten van een eigen staat als feit aanvaarden. Dit zou de basis leggen voor jarenlange frustraties en politieke verdeeldheid bij de Palestijnse bevolking.
Atef begon aan de bouw van een nieuw huis naast het Askarvuchtelingenkamp.
Bouwen aan de Palestijnse staat, dat was wat er moest gebeuren !
Op 8 december 1987 rijdt een Israëlische legertruck in op een groep arbeiders in het Jalabia vluchtelingenkamp in Gaza. Dit is een Hamas bolwerk. Onmiddellijk antwoordt de verontwaardigde Palestijnse bevolking uit Gaza en de Westbank met protesten,stakingen en betogingen deze Israëlische agressie. Nieuw is dat jongeren en kinderen massaal aan het protest deelnemen en met stenen naar de soldaten gooien. De internationale pers toont aan de wereld de kinderen die het opnemen tegen het oppermatige Israëlische militair apparaat. Imagoschade en veel verlies van geloofwaardigheid zet de politieke wereld toch even in beweging. Atef organiseert met zijn groep de hulpverlening. Hij zorgt voor dokters die de gewonden verzorgen,advocaten die de duizenden opgepakte Palestijnen in de gevangenis opzoeken, geld voor families die het moeilijk hebben. Maar hij wil niet dat zijn naam valt, ook niet bij Fatah. De schrik voor arrestatie en een nieuw verblijf in de Negevgevangenis zit er goed in.
Na 9 maand houdt Atef het voor bekeken. Het bugerprotest wordt meer en meer gemilitariseerd. Overal duiken gewapende milities op. Vanuit Tunis worden de milities meer en meer georganiseerd. Net waarop het super-Israelische leger zit te wachten . Abu Jihad, de commandant die vanuit Tunis de milities leidt wordt door een Israëlisch commando in 1988 vermoord.. Die lichtbewapende rebellenmilities zijn geen partij voor het beste leger ter wereld. Met plezier achtervolgen ze de rebellen in de vluchtelingenkampen. De milities paraderen iets te graag voor camera’s, kidnappen verdachten van collaboratie, ondervragen hen en berechten hen. Maar zij hebben hiervoor geen wettelijk kader, geen rechters. Meer dan 1000 Palestijnen worden voor collaboratie gedood. Atef ziet met lede ogen gebeuren hoe het nationaal begeleidingscomitee langzaam de greep op het burgerprotest verliest. Door de vele arrestaties van de burgemeesters. Door de belangen van de omringende Arabische landen. Door de groeiende erkenning en invloed van de PLO op het internationale vlak bloedde de Intifada dood.
Als je Stoke-on-trent (GB) binnenrijdt zie je een groot reclamebord: Mandate for change. Er zijn plannen om deze stad met 250.000 inwoners grondig te renoveren. De stad bestaat uit zes gefusioneerde dorpen en heeft niet echt een centrum. Om de stad tot attractiepool van de regio te maken wil men de meest verpauperde buurt met winkelcentra, winkel-wandelstraten en flats herinrichten. In deze buurt organiseert Sevie Tsampalla een tentoonstelling Small Change in de Airspacegallery (www.airspacegallery.org/2007) De tentoonstelling is een reactie op het boek van de architect Nabeel Hamdi, die aantoont hoe kleine ingrepen een stad leefbaar kunnen maken.
De tentoonstelling doet meteen denken aan de mislukte renovaties in Brussel waar ganse wijken werden platgewalst om plaats te maken voor torenhoge kantoorruimtes. S avonds zie je er niemand meer. Of aan het centrum van Athene waar kleine handelaars, bloemenverkopers en souvenierslijters verdreven worden.
Een levende stad kan niet zonder kleine volkstuintjes, ontmoetingsruimtes of speelruimte voor de kinderen. Plannenmakers, investeerders en banken meten hoeveel een vierkante meter kan opbrengen, hoeveel winst er kan gemaximaliseerd worden. De opeenvolgende bankencrisissen zouden ons anders moeten doen rekenen, blijkbaar niet dus.
Creatief denken staat los van de grote plannenmakers, maar heeft met kleinschalige inspraak van de toekomstige bewoners te maken. Maar het resultaat is het herstel van het gemeenschapsgevoel in een levendige stad. Een kleine ingreep die grote veranderingen kan maken.
Ik ben op de campus voor een reportage. Het was herfst. De tijd in Palestina om de olijven te oogsten. Een jong en erg mooi meisjes komt naast me lopen. Ze vraagt me over het marxismeleninisme, mijn onafhankelijke studentenvereniging, de laatste artikelen van mij in Al Talia. Ik voel me belangrijk. Ze heet Nadia, is eerstejaars in de aardrijkskunde faculteit. Ze komt uit een dorp in de buurt Beit Furik en haar vader is gemeentesecretaris. Haar familie Hanani is een grote en belangrijke clan. Maar misschien kunnen we samen een koffie drinken in de cafetaria vraag ik wat bedeesd. Nadia is onmiddellijk enthousiast en kletst honderduit verder. Ik voel me zo ingenomen worden,ik ben verliefd. Ik ben gewoon het artikel dat ik moest schrijven vergeten en verdrink in die grote vragende ogen. Hoe kon ik zo verstrooid zijn: ik vergat een nieuwe afspraak te maken. Maar op de volgende vergadering van de studentenvereniging het onafhankelijke blok,waar ik nog steeds voorzitter ben, mag ik Nadia als nieuw lid inschrijven. Nu hebben we geen drogredenen meer nodig om elkaar regelmatig te zien.
Amper een jaar later trek ik mijn stoute schoenen aan en ga ik haar ten huwelijk vragen bij haar vader thuis. Ik had geluk: hij kende mij vanuit de communistische partij. Hij stemde toe met de glimlach: ik weet dat je een eerlijke man bent en een man van uw woord. Mijn dochter is in goede handen en wordt met jouw gelukkig. Ik hoop dat jullie huwelijk met vele kinderen zal gezegend worden Wanneer ik aan die periode terug denk zie ik hoe onze Palestijnse samenleving veranderd is. Wij zijn allemaal conservatiever geworden. Meisjes kunnen niet alleen meer uitgaan, ze hebben steeds een jongere broertje of zusje mee om hen te bewaken. Als chaperon. Feestjes kunnen alleen tijdens de dag en zijn savonds voor jongeren verboden. De bezetting; het gebrek aan goede leiders, de armoede heeft onze maatschappij verstard en gefrustreerd. Mijn ouders waren veel moderner, nu is iedereen wantrouwig en in zichzelf gekeerd.
De huwelijksplechtigheid is gewoon. Maar mijn beste vriend Bassam Al-Salhi organiseert een verrassingsfeest. Hij zorgt voor een auto en in een hotel in Jeruzalem is er een feest met genodigden, hapjes, dans en muziek. The godfather heeft alles in het geheim voorbereid, het is dan ook een onvergetelijke dag. Een jaar later wordt mijn eerste zoon Jamal geboren, net als de eerste intifada uitbreekt.
Al Talia is de wekelijkse krant van de PPP. Hij wordt verdeeld in Oost-Jeruzalem. Maar ook op de Westelijke jordaanoever wordt hij verspreid. Zestien paginas Palestijns nieuws en politieke commentaar. Ik verdeel de krant en schrijf artikelen over de gebeurtenissen op de campus van de universiteit van Nablus. Ik krijg daar geen echt loon voor,maar mijn verplaatsingsonkosten en een beetje zakgeld. Dat houd ik niet voor mezelf, maar ik financier daar de kas van de progressieve studentenvereniging mee. We hebben 75 leden, maar ik slijt wel 200 kranten. Al Talia staat onder leiding van Bashir Barghoutti, Algemeen secretaris van de PPP. Zijn columns en analyses zijn excellent, ik leer veel van hem. Bashir werd door de Israëlis uitgewezen, maar met succes verdedigd door de joodse advocate Felicia Langer.
De meeste kranten staan onder de controle van Fatah of de PLO. Een krant wordt niet alleen gebruikt om de Israëlische bezetting aan te klagen,maar ook om onderlinge politieke meningsverschillen uit te discussiëren. Toch blijft de interne discussie beperkt.Al Talia was geen onafhankelijke krant, maar verdedigde militant de partijstandpunten. Ik ben partijlid en communist en verdedig de partijstandpunten met hard en ziel, toch houd ik in mijn publicaties een zekere afstand. Ik leer het wankele evenwicht te vinden tussen de observatie van de feiten en het stellen van de juiste vragen. Een krant mag geen simpele weergave van de realiteit zijn, geen spiegel van de samenleving.Maar het is eenvoudiger als je vertrekt van de dagelijkse belevenissen van de mensen. Zo kom je sneller bij de verborgen kanten van de samenleving. Een goede journalist schrijft niet over wat iedereen al weet,maar doet de lezers nadenken over wat ze meemaken. Ik kreeg toch wel internationale erkenning voor mijn benadering. Zo werd ik in 2003 genomineerd in Brussel voor mijn verhaal over de leraars die er alles aan deden om de klas te laten doorgaan ondanks de problemen aan de checkpoints.
Op een dag werd ik opgebeld door het internationale persagentschap Reuters met de vraag om free-lance correspondent te worden. Na het gesprek breng ik het nieuwsje op de redactievergadering van Al Talia. Beshir vindt het goed nieuws. Ja zegt hij, je zal hiermee iets meer kunnen verdienen. Je loon is laag,maar wij kunnen je niet meer betalen. Je verdient het. En het is ook goed nieuws voor ons allemaal: het is een erkenning voor ons journalistiek werk en je kennis in het algemeen. Ik werkte 22 jaar voor Reuters, tot we plotseling onverwacht een conflict hadden. Ik had het gevoel dat we steeds meer van mening over de inhoud van de artikels van mening verschilden. Maar dit was slechts de aanleiding: de ergste en spectaculairste gebeurtenissen in Nablus waren voorbij. Zij hadden geen correspondent meer nodig,ik werd weggesaneerd.
Een journalist in oorlogsgebied heeft het niet gemakkelijk. Je mag niet vrij rondreizen. Met mijn Reutersperskaart kon dat wel tot in 2000. Daarna werden alle persaccreditaties ingetrokken. Ik kon toen ook Oost-Jeruzalem niet meer in. Daar waren Reuters en de meeste krantenredacties gevestigd. Er was immers tot na Oslo een verschil in de censuur. Toen Israël de Westbank en Jeruzalem bezette grepen zij terug naar het Britse militaire wettelijke kader om de pers aan banden te leggen. Een krant voor de Westbank of Gaza viel onder de militaire censuur, een krant voor Oost-Jeruzalem viel onder het Ministerie van Binnenlandse Zaken. Ik moest regelmatig naar het grote gebouw met de teksten. Zij wilden immers alle teksten, zelfs in het Arabisch, vooraf zien. Zij hadden twee dagen nodig om de teksten door te nemen. De goedgekeurde teksten werden met geel aangestipt, de verboden teksten werden met rood gekleurd. Bij de publicatie mochten we geen witte delen tonen, omdat de lezers dan zouden beseffen welke delen van de tekst weggelaten werden en verboden. Soms werden alineas gecensureerd,soms paragrafen,soms volledige artikels. In september 1991 werd een volledige artikelenreeks weggecensureerd.Al Talia schreef toen een reeks over martelingen in de Israëlische gevangenissen onder de titel: ken je rechten. Wij tekenden beroep aan bij het hoge gerechtshof dat de censors gelijk gaf.
Al Talia verdween na de Oslo-akkoorden. De Palestijnse Autoriteit werd bevoegd voor de media, voor een kritische krant waren er geen subsidies.
Toen moest ik naar de An-Najah universiteit van Nablus. Een opdracht van de Communistische partij. Nablus is van een progressieve stad en universiteit veranderd in een conservatieve stad. Ik kom er terecht bij leraars en professoren, waarmee ik vroeger bevriend was. Terwijl ik in de gevangenis verbleef waren zij gaan studeren in het buitenland: de Verenigde staten, Europa of Arabische landen. Maar ik voel geen spijt en geen afgunst. Dit is voor mij een kans.Zij staan moreel bij mij in het krijt.
Mijn echte prioriteit is de oprichting van een progressieve studentenvakbond aan de universiteit. Bij de studentenverkiezingen in 1979 zijn er drie verschillende strekkingen aan de universiteit actief: de jeugdafdeling van Fatah, de jongerenafdeling van de PLO en de moslimbroeders.
Ik overtuig de partij dat we met een onafhankelijke lijst en een programma gericht op de noden van de studenten aan de verkiezingen moeten deelnemen. Het verkiezingsprogramma is niet ideologisch maar spreekt over een universiteit voor iedereen met aandacht voor de studentenhuisvesting en inspraak voor de studenten. Het Moslimbroederschap behaalt 10 zetels, onze onafhankelijke lijst 1 zetel, Fatah en de PLO behalen geen enkele zetel.Ik leerde uit deze verkiezingen dat je in deze context niet met godsdienst of ideologie maar met antwoorden op de concrete problemen van de mensen moet af komen.
Ik kies Engels ( Engelse taal en litteratuur) als hoofdvak, Journalistiek en politiek als bijvak. Ik dacht een goede kennis van Engels te hebben.In de gevangenis had ik voor mijn medegevangenen heel wat vertaald in het Arabisch, ook wanneer er een delegatie van het Rode kruis op bezoek kwam. Dat is natuurlijk geen ervaring die me in staat stelt een vak als Engelse litteratuur zonder grote inspanningen te kunnen bijbenen. Shakespaere en Milton staan o zo ver van mijn leefwereld. Ik haal de schouders op: dit zou me toch niet erg helpen in mijn toekomstige job. Dit is een vals excuus, het activisme, de partijwerking, de organisatie van de studenten bepaalden mijn dagelijkse leven, niet het volgen van colleges . Toch ben ik er niet gerust in en ga op het studentensecretariaat informeren over mijn eerste studieresultaten. Eigenlijk mogen ze geen resultaten aan de studenten geven. Na enig aandringen krijg ik toch cijfers. De eerste resultaten zijn niet briljant:ik hen 61%. Dit is niet voor een uitmuntende maar voor een middelmatige student. Ik ben ongerust en roep een vergadering bijeen met andere studenten-activisten. Mijn andere collegas hadden nog slechtere resultaten. Sommigen haalden geen 50%. Zij lachten dit weg. Ach Atef, wij zijn politieke activisten. Wij moeten niet veel studeren, wij moeten in de eerste plaats de studenten organiseren. Daar kon ik geen vrede mee nemen. Indien de moslimbroeders onze slechte studieresultaten zouden kennen zouden zij ons hier op aanvallen en kritiek geven. Hoe kon je nu een goede leider zijn als je geen goede studieresultaten behaalt ?
Ik besloot me drie maanden uit het politieke campusleven terug te trekken en mij af te zonderen in de bibliotheek. De resultaten lieten niet lang op zich wachten: ik behaalde het volgende semester 76% en op mijn einddiploma prijkt 86%. Ik toon dit diploma graag aan mijn studerende kinderen om een voorbeeld te stellen. Trouwens mijn politieke activiteiten leden niet echt onder mijn studie-ijver: in de volgende verkiezingen voor de studentenraad werd ik verkozen tot voorzitter van de studentenraad. Een resultaat waar de moslimbroeders het moeilijk mee hadden.
De situatie in Palestina werd politiek zeer gespannen. De Israelische kolonistenbeweging begint met het oprichten van nieuwe kolonies op de Westelijke Jordaanoever. In de buurt van Nablus bij Elon Moreh. betogen wij onder leiding van de burgemeester Bassam Shaka. De betogingen waren geweldloos. Aanvankelijk konden we 3 km betogen, zonder tussenkomst van het leger. Maar toen we bij de kolonie aankwamen draaide de betoging opnieuw uit op een confrontatie met stenen, traangas en aanhoudingen. Ik word regelmatig opnieuw in de gevangenis opgesloten.De ene keer een viertal dagen,een andere maal voor 18 dagen. Het Camp David akkoord werd in de ganse West-Bank erg negatief ontvangen, en de studenten deden volop mee aan de acties. Als studentenleider ben ik volop in die acties en de mobilisatie betrokken.
Op 31 augustus 1978 gaan de deuren van de gevangenis open. Ik ben vrij. Vooraf krijg ik mijn spullen terug die 10 jaar geleden in beslag werden genomen: een uurwerk en enkele Jordaanse dinars. De gevangenisdirecteur spreekt met mij kort voor mijn vrijlating. Hij bekeek mijn foto en zei: je was erg jong toen je gearresteerd werd. Hoe voel je je nu? Je bent nu een Palestijn die vrijkomt uit onze gevangenis ? Ik keek naar mijn Jordaans wisselgeld en zei: mijn munten hebben twee zijden: een kant heeft een versleten afbeelding van Hussein, de hasmenitische koning. De andere zijde is een getal. Het metaal is oud: Hussein is vernietigd, maar het metaal is door je gevangenis aangetast. Misschien is dit geld ondertussen in waarde verminderd, maar mijn overtuiging is ook in je gevangenis overeind gebleven. Mijn wil is niet gebroken,jouw gevangenisregime kreeg mij niet kapot. De directeur mompelde wat voor zich uit: je bent een indrukwekkende persoon. Ik hoop dat je ooit de gevangenis nog eens bezoekt..;
Aan de ramen van de gevangenis zitten honderden ogen toe te kijken hoe ik fier de grote poort uitwandel. Mijn moeder en zes ex-gevangenen staan me vrolijk en met open armen op te wachten met een auto.Er wordt gekust, gezongen en gedanst. In de auto schuift men mij onmiddellijk een inschrijvingsformulier voor de Bierzeit universiteit toe. Ik protesteer: hier ben ik nog niet aan toe,laat me eerst wat genieten van het leven,van mijn familie,van mijn vrijheid. Mijn kameraden lieten echter geen spaander van mijn redenering heel: nee j e moet nu naar de universiteit: we verwachten dat je daar de studenten organiseert. Maar wat zal ik dan studeren en wie zal dat betalen ? Opnieuw worden mijn bezwaren vakkundig langs de kant geschoven: er bestaat aan de universiteit een fonds voor ex-gevangenen. Zij betalen minimaal twee jaar jouw studies.Tegen dan ben je best in staat je studies zelf gedeeltelijk te betalen en je studies af te maken met een diploma. Ik kan kiezen tussen handelswetenschappen of Engelse literatuur. Na twee maand slaagde ik voor het ingangsexamen.
Toen moest ik naar de An-Najah universiteit van Nablus. Een opdracht van de Communistische partij. Nablus is van een progressieve stad en universiteit veranderd in een conservatieve stad. Ik kom er terecht bij leraars en professoren, waarmee ik vroeger bevriend was. Terwijl ik in de gevangenis verbleef waren zij gaan studeren in het buitenland: de Verenigde staten, Europa of Arabische landen. Maar ik voel geen spijt en geen afgunst. Dit is voor mij een kans.Zij staan moreel bij mij in het krijt.
Mijn echte prioriteit is de oprichting van een progressieve studentenvakbond aan de universiteit. Bij de studentenverkiezingen zijn er drie verschillende strekkingen aan de universiteit actief: de jeugdafdeling van Fatah, de jongerenafdeling van de PLO en de moslimbroeders.
Ik overtuig de partij dat we met een onafhankelijke lijst en een programma gericht op de noden van de studenten aan de verkiezingen moeten deelnemen. Het verkiezingsprogramma is niet ideologisch maar spreekt over een universiteit voor iedereen met aandacht voor de studentenhuisvesting en inspraak voor de studenten. Het Moslimbroederschap behaalt 10 zetels, onze onafhankelijke lijst 1 zetel, Fatah en de PLO behalen geen enkele zetel.Ik leerde uit deze verkiezingen dat je in deze context niet met godsdienst of ideologie maar met antwoorden op de concrete problemen van de mensen moet af komen.
Ik kwam wakker met een glimlach. Links had de Europese verkiezingen overtuigend gewonnen. Rechts verloor zijn meerderheid in het Europees parlement. Het bestuur van Europa zou eindelijk plaats maken voor een sociaal beleid. Met een Europees minimumloon, een Europees pensioen, Europese diplomas. De Europese concurrentie tussen de lidstaten zou omgezet worden in samenwerking. De macht van de Europese administratie zou beperkt worden tot het noodzakelijke. Politiek zou opnieuw over de mensen gaan, niet over de papieren.
Niemand had dit verwacht. De jarenlange crisis had de armen armer gemaakt, de rijken rijker. Jongeren werden steeds langer werkloos. Een vaste job was voor steeds minder werknemers de dagelijkse realiteit. Slechter nog :steeds meer werknemers moesten er noodgedwongen een tweede job bij doen om het eind van de maand te halen. Het waren harde tijd voor de solidariteit: het gevecht om te overleven maakt andere werknemers tot concurrenten.
Rechts in Europa zette de traditionele recepten op de Europese tafel: minder werknemers in openbare diensten, besparingen in de sociale uitkeringen, een rem op openbare investeringen, privatiseringen, snoeien in onderwijs en cultuur, duurdere gezondheidszorg, meer flexibiliteit, minimale inflatie.
Links wou flinks zijn om de kool en de geit te sparen. Meedoen aan het beleid om de essentie van de sociale welvaartstaat te redden en een sociale ramp te vermijden. Een duidelijke boodschap ontbrak; de achterban werd verscheurd tussen protest en consensus. De media leven van zeepbellen, links tuimelt in de opiniepeilingen naar beneden.
Dit is het beeld dat ons voorgeschoteld wordt. Maar klopt het? Was links overal knock-out?
In Europese betogingen zie ik al jarenlang de Belgische havenarbeiders hunnen boek verdedigen. Zelfs Ferdinand Duts wou de rechten van de dokkers afpakken, zolang zij betogen en Links aan hun kant staat komt hier niks van in huis. Hoe zit het met de strijdkreet gelijk loon voor gelijk werk? Ook hier is Europa stilaan werk aan het maken van het opheffen van de discriminatie zodat mannen en vrouwen elkaar niet alleen in de ogen, maar ook in de portemonnee kunnen kijken. En de valse concurrentie die via detachering oneerlijke concurrentie en sociale dumping in de bouw laat binnensluipen, moet van onze werven via de sociale inspectie. Gedumpte reizigers hebben eindelijk recht op schadevergoeding van luchtvaartmaatschappijen en consumenten worden beter beschermd.
Dit zijn een paar flitsen, een paar voorbeelden. Natuurlijk te weinig, natuurlijk dikwijls achter de realiteit aanhollend. ( To little-to late)
Wat ontbreekt? Samenwerking tussen links in alle landen, enge partijgrenzen doorbreken, coördinatie, mobilisatie en een wervend verhaal.
Voor we het verhaal vertellen eerst enige duidelijkheid: er moet meer Europa komen, niet minder. Maar meer Europa is geen synoniem van een meer Amerikaans Europa. Wij willen geen copy en paste doen van het Amerikaanse model. Met meer flexibiliteit,meer hamburgerjobs, meer armoede, meer vervuiling en meer bewapening.
Europa moet op basis van zijn diversiteit, eigenheid en cultuur een nieuw model zoeken. De zwakte van Europa, haar diversiteit, is tevens haar sterkte.
En het verhaal?
Laten we een Europese tafel dekken met lekker en gezond eten, dat we samen klaar maken. Met Belgische frietjes,Nederlandse kaas, Duits bier, Franse bourgogne, Bulgaarse Burek, Ierse Boxty , Griekse retsina, Italiaanse spaghetti, Oostenrijkse taart, Hongaarse Goulash,Zweedse forel, Noors schapenvlees, Cyprische meze, Deens smeurebrood, Estse paling,Finse stoofschotel,Kroatische olijfolie,Letse kefir,Littouwse pannenkoeken, Luxemburgse kneudels,Maltees konijn, Poolse pirogi, Portugese kabeljauw, Roemeense sarmale, Sloveense brandewijn, Slovaakse schnitzel,Spaanse tapas,Britse cake. We maken er dus geen potpourri van: iedereen behoudt zijn eigenheid: dat wordt echt gezellig.
Wellicht denk je: dit is onbetaalbaar. We zullen het aantal gasten moeten beperken. Ik geloof het niet: het Europese budget is nog steeds grotendeels een landbouwbudget. En de zeer rijke rijken mogen hun eten en drinken natuurlijk zelf betalen. Iedereen heeft recht op een dagschotel! Europa is een feest.
Een groot multiculti orkest speelt muziek. Grensdoorbrekende muziek van Theodorakis, The Beatles, Mozart,Bregovic, Llach, en vele namen die ik niet zo goed ken. Op dit concert komt een massa jongeren af , het lijkt wel een grote betoging. Niet tegen, maar voor. Ik zie veel rode en groene vlaggen. Een grote regenboog kleurt de hemel.
Maar een gratis eetmaal is niet van deze tijd. Links moet werken, wroeten en mobiliseren. Om iedereen te overtuigen dat samen betere resultaten geeft dan alleen. Om iedereen te overtuigen dat de strategie van ieder voor zich geen leefbare wereld brengt, maar dood en vernieling.
We hebben onze toekomst en die van Europa zelf in handen.
Beer Shiva ( (1972-1974)
Net nu ik Ashkelon,mijn celgenoten en het gevangenisregime gewoon begin te worden,krijg ik een nieuwe verhuis.Ik word overgebracht naar de Beer Shiva gevangenis in de Negev woestijn.Hier heerst een ander klimaat: s'nachts is het koud, overdag bloedheet. En overal kruipt het zand door spleten en kieren in je lijf. De Israelische staat bouwde deze gevangenis begin 1970. Vijf of zes grote betonnen blokken voor een vijftigtal gevangenen. Naast de gevangenen uit de Westbank en Gaza verbleven er ook bedoeinen in de gevangenis omdat zij de gewapende Palestijnse weerstand ondersteunden of er deel van uitmaakten. Ik vind de mix van gevangenen uit verschillende streken boeiend. Ik leer veel over de taal: zo kan KAF(K) en KHAF(Q) op wel 65 verschillende manieren uitgesproken worden. Het regime in deze gevangenis is minder streng: we moeten de bewakers niet met Sir aanspreken en onze handen achter onze rug houden,we krijgen boeken,dagbladen en radio, de naaste familieleden mogen ons een bezoek brengen. Om de twee maand bezoeken leden van het internationale Rode kruis de gevangenis en spreken ze met de gevangenen. Via de bezoeken van de Rode Halve Maan kreeg ik de Jeruzalem Post in handen. Daar lees ik uit voor, vertaal sommige delen voor mij medegevangenen. Zo wordt " The hit team" als dagelijks vervolgverhaal gepubliceerd. Het is het verhaal van de jacht van de Mossad, de Israelische geheime dienst, op de organisatoren en de bedenkers van de Zwarte September aanslagen in Munchen tijdens de Olympische Spelen van 1972. Maar ik lees en vertaal ook de biografieen van de Israelische leiders zoals Golda Meir en Mosche Dayan. Ook klassiekers van Jean Jacques Rousseau, Hemingway en Gorky zijn toegelaten boeken in de gevangenis nadat er acties gevoerd werden. Het gevangenisleven is geen picknick, maar hard en uitputtend. Toch zijn er veel gevangenen die proberen Engels of zelfs Hebreeuws te leren. Nu is het de taal van de vijand,maar eens zouden ze toch samen moeten leven ?De gevangenisdirectie wou ook de dialoog tussen Joden en Palestijnen aanmoedigen. Zo werd Sasson Somekh, een joodse schrijver uitgenodigd. Dit mislukte natuurlijk. Maar de gevangenis blijft een gevangenis.
Wij moeten werken: de enen in de keuken,de anderen in de wasserij of in de schrijnwerkerij. Dit is dwangarbeid: we worden er niet voor betaald. We krijgen een aalmoes: 4 sigaretten zonder filter voor 6 uur werk per dag. Wij maken fruit of groentekisten.
Op een dag slaat een bewaker een gevangene die een kist liet vallen. De bewaker denkt dat de gevangene dit met opzet doet en slaat met zijn matrak. Wij zijn allen verontwaardigd over deze wrede behandeling en stoppen met werken. In groep stappen we naar het kantoor van Michael Golan, de directeur van de gevangenis. De bewakers laten ons begaan. De directeur komt uit zijn bureau en kijkt naar de optocht: hij kijkt wie voorop en wie achteraan loopt. Intimiderend. Dan gaat hij op de achterste groep af en slaat een gevangene woest in zijn gezicht en beveelt hem bars naar de werkplaats terug te gaan. Een sein voor de bewakers om iedereen terug te duwen.De actie was meteen afgelopen. Zonder resultaat. Een tijdje later ontvangt Golan een delegatie uit de schrijnwerkerij-gevangenen. Hij luistert en we eisen een onderzoek naar het wangedrag van de bewaker en betere werkomstandigheden in de schrijnwerkerij.
Na mijn arrestatie verblijf ik een jaar in de oude gevangenis van Nablus.Het vroegere politiekantoor is omgebouwd tot een gevangenis waar 450 mannen opeengepakt zitten. De dagelijkse gevangenis routine wordt onderbroken door eindeloze ondervragingen en gesprekken met mijn advocaat.Ik ben ongerust en onzeker.Mijn plan om naar Amman te gaan studeren aan de Universiteit valt in het water. De inschrijvingstermijn is verstreken.De ondervragers beschuldigen me van terroristische verzetsactiviteiten. Ik heb daar wel over nagedacht, maar dat waren dagdromen. Ik ben voor het geweldloos verzet en niet aangesloten bij Fatah, de gewapende verzetsgroep van de PLO.Toen ik vrijwilliger bij de Halve Maan werd, recruteerde Fatah volop en werd ik aangesproken.Maar ik ging daar niet op in, ik bleef vrijwilliger bij de halve Rode Maan. Mijn ondervragers willen namen,namen en nog eens namen.Maar ik weiger hen te antwoorden. Zij worden ongeduldig en dreigen.Zij herhalen steeds dezelfde vragen om mij op leugens te kunnen betrappen.Mijn antwoorden worden steeds korter en ik herhaal dat ik op die vraag reeds geantwoord heb.Ik heb het gevoel dat dit nooit zal eindigen en daarom alleen al is de aankondiging van mijn proces voor de militaire rechtbank een opluchting. Eindelijk heb ik een datum,een gebeurtenis om naar uit te kijken.
Mijn advocaat kondigt aan dat de beroemde raadsman Hannah Nakkarah mij gratis zal verdedigen. Hij vindt de beschuldigingen waardeloos en de bewijslast miniem. Voor de militaire rechtbank vergelijkt hij mijn daden met kwajongens die met lucifers spelen. Hij noemt mijn gedrag puberaal en acht mij niet in staat om ook maar enige schade toe te brengen aan het professionele Israelische leger.Zijn pleidooi maakt weinig indruk op de Israelische rechters. Zij volgen de procedure van een wet uit 1948 van de Britse bezetters. De militaire rechtbank is streng en veroordeelt mij tot 10 jaar effectieve gevangenis. Mijn moeder is in alle staten en slingert de rechters verwijten naar het hoofd.
Het haalt allemaal niets uit en ik verdwijn voor de mooiste jaren van mijn leven in de cel. Ik dacht dat ik vrijgesproken zou worden en dat er een einde aan die nachtmerrie van de gevangenis zou komen.Nee, ik wordt zacht huilend weggeleid en kom pas tot mezelf wanneer ik de zware groene celdeur opnieuw hoor dichtklappen.De dagelijkse gevangenisroutine helpt me om niet te veel te denken aan de ramp die me getroffen heeft.Ik word kaal geschoren en het gevangenisreglement en alle bijbehorende straffen worden aan me voorgelezen.Ik mag vooral niet vergeten alle bewakers met "sir"aan te spreken,daarop staat drie dagen isoleercel.Ik heb er moeite mee om die ruwe bewakers met "sir" aan te spreken.Onder elkaar spreken wij over " apen" als wij het over een bewaker hebben om aan te geven dat zij geen menselijke gevoelens hebben of niet als mensen denken..
Plots wordt ik naar een andere gevangenis overgebracht.Van Nablus naar Israel. Ik kom aan in de Ashkelon gevangenis. Dit is een gevangenis voor gewapende gevechtsstrijders.De prikkeldraad en de blaffende honden rond de gevangenisgracht tonen dat ontsnappen hieruit onmogelijk is. Ik voel me helemaal geen held tussen al die Fedajien, de gewapende rebellen van Fatah. Daar wou ik nu juist niet bij horen. Maar goed,blijkbaar is daar door de Israeli's anders over beslist.
Het leven in de gevangenis is een confrontatie met je zelf. Hoe kan je je eigen visie in stand houden ? Hoe je zelfrespect behouden? Hoe zorg je er voor om niet in een diepe vergeetput terecht te komen ? Hoe vrijwaar je je fysieke integriteit ? Hoe behoud je je analyse en beoordelingsvermogen in een keiharde omgeving ? Hoe verzet je je tegen manipulatie, leugens en partiele informatie? Hoe blijf je open in een afgesloten wereld?
Een dag in de gevangenis is stereotiep, eentonig en monotoon. S'morgens worden we om zes uur gewekt. Om 7 uur komt een officier,een eerste luitenant en een korporaal de gevangenen tellen. Belangrijk ! Zijn er s'avonds 30 gevangenen in de cel,dan moeten er s'morgens ook dertig gevangenen in diezelfde cel zitten. Dan krijgen we een klein sneetje brood, een beetje boter, een lepeltje confituur en soms een gebakken ei en gele kaas. Met thee! Om 10 uur mochten we een half uur wandelen in open lucht. Wij noemen dit de Arabic saga. In Palestina een café of een plaats in open lucht waar de dorpelingen s'avonds naar verhalen luisterden.Na de wandeling moeten we terug in hun cel.
Als middagmaal is er meestal een kom soep,een klein stuk diepvriesvlees en een sneetje brood. De dag erop wordt het vlees afgewisseld met een klein stuk vis. Op zaterdag, de Sabbath, wordt er geen vuur gemaakt en wordt dit eten een bruine brij van bonen en tomaten en rijst.Geen vlees, geen vis.
Het avondmaal is net als een ontbijt brood maar soms met olijven en tomaat. S'avonds kunnen we naar het nieuws luisteren op de radio.Wanneer de kapitein en zijn assistent verschijnen om te tellen is de dag om.Tijd om te slapen
De eerste week vraag ik om zout bij mijn brood. Ze weigeren me zout te geven en antwoorden dat ik zeven dagen isolatiecel zou krijgen. Ik dacht dat de bewakers een grapje maakten. Maar effectief, ik word naar de isolatiecel gebracht. Zo'n cel is 2 1/2 meter lang, 1 1/2 meter breed, volledig in het wit geschilderd. Schijnbaar erg proper en net. De vorige bewoner had op de wand van de cel een Nazi hakenkruis gekrast. Fijntje schuift de bewaker dit feit in mijn schoenen en ik moet op appel bij de directeur van de gevangenis. Die man heet Hayout,een Hebreeuwse naam die in het Arabisch 'leven' betekent.Ik ben er helemaal niet gerust in en verschijn met knikkende knieen in zijn bureau. De directeur kijkt me streng aan en vraagt me waarom ik dat hakenkruis getekend heb en of ik besef wat het symbool voorstelt.Fel ontken ik dat het hakenkruis door mij getekend was op de muur en steek een tirade af tegen het Naziregime en tegen de dictator Hitler.De directeur heeft het plots over Amin Al Husaini, de grootmufti die Hitler bezocht en met de Nazi's samenwerkte tijdens de tweede wereldoorlog. Ik antwoord dat die man mij helemaal niet vertegenwoordigt en dat het Nazisme een misdaad tegen de menselijkheid en tegen de democratie was. Mijn antwoord lijkt de directeur te bevallen, de discussie is afgelopen en als "beloning" voor mijn correct antwoord krijg ik slechts zeven bijkomende dagen in de eenzame isoleercel."
Net nu ik Ashkelon,mijn celgenoten en het gevangenisregime gewoon begon te worden,krijg ik een nieuwe verhuis.Ik word overgebracht naar de Beer Shiva gevangenis in de Negev woestijn.Hier heerst een ander klimaat: s'nachts is het koud, overdag bloedheet. En overal kruipt het zand door spleten en kieren in je lijf.
Op de eerste Arabische top in Cairo onder leiding van Nasser besluiten de Arabische landen om een organisatie op te richten die de Palestijnen in de vluchtelingenkampen kan organiseren.In die periode was Fatah, de gewapende arm van de Palestijnen volop aan de recrutering van jongeren begonnen om hen op te leiden tot echte strijders. De oprichting van de PLO had voor de Arabische landen vooral de bedoeling om de Palestijnen politiek te controleren.De eerste voorzitter was een diplomaat Ahmed al- Shukayry.
Maar als snel komt Yasser Arafat aan de macht.Yasser Arafat reist doorheen de Arabische wereld met zijn hoofdkwartier: hij wordt verjaagd uit Jordanie en Libanon. Tot hij tenslotte vanuit Tunis naar Ramallah terugkeert. Ook daar willen willen de Israelisch hem in zijn Mokbah uitroken,tot hij sterft in Parijs,wellicht na vergiftiging.
Maar Yasser Arafat was een grote leider. Legendarisch is zijn toespraak voor de VN-vergadering waarin hij vraagt hem niet te doen kiezen tussen het geweer en de olijftak, symbool van gewapende strijd en de vrede.Hij trok ook naar Libanon om met het wapen in de hand de strijd tussen de rivaliserende fracties uit de PLO te doen eindigen.
De PLO wordt constant heen en weer geduwd tussen onderhandelen en/of actie voeren. De Osloakkoorden hebben weinig opgelost: in ruil voor de formele erkenning van Israel kregen de Palestijnen weinig terug: geen oplossing voor het vluchtelingenprobleem, geen oplossing voor de Israelische nederzettingen op Palestijns grondgebied, geen erkende grenzen...
Atef wordt na zijn proces en zijn veroordeling tot 10 jaar effectief opgesloten in de gevangenis van Ashkelon,een drukke toeristenstad aan zee. De vele bezoekers aan de Romeinse opgravingen en de mooie stranden vermoeden helemaal niet dat een gevangenis voor politieke Palestijnse gevangenen buiten de toeristische gebaande paden staat.In Ashkelon kwam je terecht als je op een of andere manier te maken had met gewapend verzet tegen de Israeli. Als je krijgsgevangen gemaakt was bij incidenten of opgepakt was in grensconflicten of tot de Fedayeen- de gewapende Palestijnse verzetsstrijders- behoorde. Atef was niet voor het gewapend verzet,maar toch belandde hij in de gevangenis.
Het leven in de gevangenis is een confrontatie met je zelf. Hoe kan je je eigen visie in stand houden ? Hoe je zelfrespect behouden? Hoe zorg je er voor om niet in een diepe vergeetput terecht te komen ? Hoe vrijwaar je je fysieke integriteit ? Hoe behoudt je je analyse en beoordelingsvermogen in een keiharde omgeving ? Hoe verzet je je tegen manipulatie, leugens en partiele informatie? Hoe blijf je open in een afgesloten wereld?
Een dag in de gevangenis is stereotiep, eentonig en monotoon. S'morgens worden de gevangenen om zes uur gewekt. Om 7 uur komt een officier,een eerste luitenant en een korporaal de gevangenen tellen. Belangrijk ! Zijn er s'avonds 30 gevangenen in de cel,dan moeten er s'morgens ook dertig gevangenen in diezelfde cel zitten. Dan krijgen ze een klein sneetje brood, een beetje boter, een lepeltje confituur en soms een gebakken ei en gele kaas. Met thee! Om 10 uur mochten de gevangenen een half uur wandelen in open lucht. Zij noemden dit de Arabic saga. In Palestina een café of een plaats in open lucht waar de dorpelingen s'avonds naar verhalen luisterden.Na de wandeling moesten ze terug in hun cel.
Als middagmaal was er meestal een kom soep,een klein stuk diepvriesvlees en een sneetje brood. De dag erop werd het vlees afgewisseld met een klein stuk vis. Op zaterdag, de Sabbath, werd er geen vuur gemaakt en werd dit eten een bruine brij van bonen en tomaten en rijst.Geen vlees, geen vis.
Het avondmaal was net als een ontbijt brood maar soms met olijven en tomaat. S'avonds konden de gevangenen naar het nieuws luisteren op de radio.Toen de kapitein en zijn assistent verschenen om te tellen was de dag om.Tijd om te slapen
Een gevangene werd kaal geschoren en moest de bewakers aanspreken met Sir. Vergat je Sir te zeggen,dan kreeg je meteen drie dagen isolatiecel.
De eerste week vroeg Atef om zout bij zijn brood. Atef: " Ze weigerden me zout te geven en antwoordden dat ik zeven dagen isolatiecel zou krijgen. Ik dacht dat de bewakers een grapje maakten. Maar effectief, ik werd naar de isolatiecel gebracht. Zo'n cel is 2 1/2 meter lang, 1 1/2 meter breed, volledig in het wit geschilderd. Schijnbaar erg proper en net. De vorige bewoner had op de wand van de cel een Nazi hakenkruis gekrast. Fijntje schoof de bewaker dit feit in mijn schoenen en ik moest op appel bij de directeur van de gevangenis. Die man heette Hayout,een Hebreeuwse naam die in het Arabisch 'leven' betekent.Ik was er helemaal niet gerust in en verscheen met knikkende knieen in zijn bureau. De directeur keek me streng aan en vroeg me waarom ik dat hakenkruis getekend had en of ik besefte wat het symbool voorstelde.Fel ontkende ik dat het hakenkruis door mij getekend was op de muur en stak een tirade af tegen het Naziregime en tegen de dictator Hitler.De directeur had het plots over Amin Al Husaini, de grootmufti die Hitler bezocht en met de Nazi's samenwerkte tijdens de tweede wereldoorlog. Ik antwoordde dat die man mij helemaal niet vertegenwoordigde en dat het Nazisme een misdaad tegen de menselijkheid en tegen de democratie was. Mijn antwoord leek de directeur te bevallen, de discussie was afgelopen en als "beloning" voor mijn correct antwoord kreeg ik slechts zeven bijkomende dagen in de eenzame isoleercel."
Atef werd in zijn tien jaar opsluiting 'expert' inzake islatiecellen. In Tulkarem kreeg hij 27 dagen isolatiecel na een actie van de medegevangenen om warme dekens tegen de koude te bekomen. Zij beschouwden Atef als de aanstoker en de organisator van de actie. Tulkarem is een kleine gevangenis.In een departement zitten slechts 25 gevangenen. Isolatie is je afzonderen van die 25 medegevangenen als straf.
In 1978 verbleef Atef een vol jaar in de isolatie van de gevangenis van Hebron. Net voor zijn vrijlating. Een waarschuwing om te onthouden.
Het verblijf in een isolatiecel is de hardste straf die je kunt krijgen. Misschien zelfs zwaarder dan martelingen. Je hebt alleen jezelf, geen boeken, geen kranten,geen bezoek,geen Arabic saga. Juist alles wat het overleven in de gevangenis draaglijker maakt.
Via de bezoeken van de Rode Halve Maan kreeg Atef de Jeruzalem Post in handen. Daar las hij uit voor, vertaalde sommige delen voor zijn medegevangenen. Zo werd " The hit team" als dagelijks vervolgverhaal gepubliceerd. Het was het verhaal van de jacht van de Mossad, de Israelische geheime dienst, op de organisatoren en de bedenkers van de aanslagen in Munchen tijdens de Olympische Spelen. Maar hij las en vertaalde ook de biografieen van de Israelische leiders zoals Golda Meir en Mosche Dayan. Ook klassiekers van Jean Jacques Rousseau, Hemingway en Gorky werden toegelaten boeken in de gevangenis nadat er acties gevoerd werden. Het gevangenisleven was geen picnik, maar hard en uitputtend. Toch waren er veel gevangenen die probeerden Engels of zelfs Hebrews te leren. Nu was het de taal van de vijand,maar eens zouden ze toch samen moeten leven ?
Een rapport van een Israelische journalist beschreef in Haaretz, een Israelische krant, het leven in de verschillende gevangenissen. De gevangenissen waren overbevolkt,smerig en onmenselijk. De Fedayin- de Palestijnse gewapende verzetsstrijders werden systematisch gefolterd. Daarvoor gebruikten de bewakers de "lakenmethode". Een laken werd over het hoofd van de gevangene getrokken en hij werd geslagen tot hij bewusteloos neer viel.Het rapport vermeldt ook dat de gevangenisbewakers geen enkele opleiding genoten hadden.
De oorlogen tussen de Arabische landen en Israel wordt een steeds zich herhalend refrein.Op 6 oktober 1973 vallen Egypte, Syrie en Irak Israel met een verrassingsaanval aan.Een weerwraak voor de nog steeds niet verteerde nederlaag bij de zesdaagse oorlog. Jordanie is er niet bij, zij worden door de Arabische landen verdacht van mee te heulen met Israel en dubbel spel te spelen.
Yom Kippoer is het belangrijkste feest voor de Joodse Godsdienst, een feestdag waarop niet gewerkt wordt en waarbij de meeste militairen vieren in de synagoge vertoeven. Voor de joden is dit feest ook de herdenking van de holocaust en de Shoah.De massale vervolging en vernietiging van de Joden tijdens het Nazi-regime.Maar het is ook een dag van vasten en seksuele onthouding. Men leidt ook een geitje buiten de stad,symbool voor alle zonden van de joodse gemeenschap, juist de zondebok.
Niettegenstaande het feest wordt er razendsnel gemobiliseerd door het Israelische leger en gaat Israel over tot de tegenaanval. Egypte schrikt want meteen zijn de Israelisch troepen het Suezkanaal over en ligt Kairo binnen bereik. Maar iedereen krijgt klappen: In Israel wordt de schuld in de schoenen van links en Dayan geschoven en vallen de helden van de zesdaagse oorlog van hun voetstuk.In het Westen wordt men voor het eerst met een olie-embargo geconfronteerd en is de economische schade groot. De Arabische landen beseffen dat zij noodgedwongen zullen moeten onderhandelen om de verloren gebieden terug e krijgen en dat zij Israel zullen moeten erkennen.
Onderweg naar de eerste sessie van de akademiecursus dacht ik aan het skypegesprek met Atef gisterenavond. Na een leuk mosseldineetje met vriend Jan recht uit huis en zijn gezellin Marleen piepte ik nog even op Internet. Jawel, Atef was online zoals we eerder deze week hadden afgesproken. Ik vroeg hem nog 20 minuten geduld, zo kon ik mijn gasten op een propere manier buitenwerken.
We skypten nog anderhalf uur over een moeilijke periode in zijn adolescentenleven. In jail. Handig omzeilde Atef de schuldvraag: was hij een terrorist of enkel een would-be terrorist ? In ieder geval was de veroordeling tot 10 jaar effectieve gevangenisstraf geen gratuit cadeau van de Israelische geheime dienst. Tja de naam van die dienst moet ik nog opzoeken voor ik het verhaal neerpen.
Het beeld dat zijn advocaad voor de militaire rechtbank gebruikte is sterk:Atef die een lucifer aansteelt om een verzetsdaad tegen de Israelische militaire overmacht. Maar het beeld roept ook een ander beeld op dan een onschuldig spelletjes met lucifers, de lont in het kruidvat. In een regio als het Midden-Oosten wordt daar niet mee gelachen.
Zie maar naar de gebeurtenissen in Syrie.
Jeroen heeft zijn krant nog niet open. Hij zal de laatste standpunten van de wereldleiders over Syrie nog moeten lezen. Om te weten of er oorlog komt. Moest hij me iets vragen,dan antwoord ik met mijn populaire slagzin: " nooit bracht een oorlog vrede". Ik zie Louise en Dagmar verschrikt opkijken: het wordt wel een politiek schooljaar.
De bezetting van het Israelische leger in Nablus lokt reacties uit. Pubers dromen van heroische verzetsdaden om het leger uit hun stad weg te jagen. Atef en zijn vrienden spreken heimelijk over aanslagen. Maar daarvoor heb je explosieven nodig. Iemand weet dat je in een school in Jeruzalem aan de grondstoffen geraken. Maar het bleef bij plannen en dagdromen, niets werd geconcretiseerd.
Toen Atef een paar maanden nadien op 2 augustus 1968 nietsvermoedend naar Amman trok om zich te informeren over de universiteit werd hij door de grenswacht aangehouden aan de Allebaybrug en overgedragen aan de Israelische geheime dienst Shin Beit. Zijn handen werden achter zijn rug vastgebonden en zijn ogen met een zwart doek bedekt. Zo werd hij naar de centrale gevangenis in Nablus gebracht voor ondervraging. Zonder advocaat, zonder zijn familie.Vier andere schoolkameraden werden aangehouden en Atef werd beschouwd als de aanvoerder van de groep.
Na zestig dagen voorhechtenis kwam er een proces voor een militaire rechtbank op basis van de uitzonderingswetgeving van 1948, de tijd van het Britse mandaat. Atef werd gratis verdedigd door de bekende advocaat Hannah Naqqarah. De advocaat vond het een geval van onschuldig pubergedrag en geen echt verzet met de bedoeling aanslagen te plegen op het Israelisch leger.In zijn pleidooi vergeleek hij de beschuldigingen met een onschuldig spelletje met lucifers door kwajongens.De aanklager eiste tot ieders verbazing niet minder dan 10 jaar effectieve gevangenisstraf. Atef werd veroordeeld tot 10 jaar effectieve gevangenisstraf, zijn vrienden Sabri tot 10 jaar, Sami 5 jaar en Loai tot 1 jaar.
Atef's moeder was geschokt en slingerde de rechters allerlei verwijten naar het hoofd. Het mocht niet baten, Atef vertrok voor 10 lange jaren naar de duisternis van verschillende Israelische gevangenissen.
Op 5 juni 1967 viel het Israëlische leger preventief Egypte aan. De Egyptische luchtmacht werd volledig vernietigt, de Sinai woestijn veroverd, Oost-Jeruzalem en de West-bank werden aangevallen en Jordanie verslagen, Syrie volgde binnen de twee dagen. De Blitzkrieg roept herinneringen op aan andere oorlogen, ondermeer hoe Saddam Hoessein en Irak aangepakt werden jaren nadien.
Moshe Dayan wou de Golan om economische reden, Ehud Barak voor de cruciale waterreservoirs, Netanyahu voor Israëls veiligheid en verdediging en Sharon omdat het deel uitmaakt van het Bijbels land. Alle redenen speelden een grote rol in de geschiedschrijving en de na-oorlogse propaganda.
De koude oorlog was volop aan de gang. De wereld werd in twee kampen opgedeeld: het Westen en de Communistische landen. Israel kreeg volop de steun van het Westen, De Arabische landen konden op Rusland rekenen. De USA concretiseren en consolideren de Israelische wapenindustrie en Israel ontwikkelt zelf zijn kernwapens. Na de oorlog is er voor het eerst sprake om via het oliewapen het Westen in problemen te brengen.
Opvallend is dat Israel in de korte oorlog als redenen voor de gebiedsuitbreiding terugrijpt naar het Oude testament en daarmee aangeeft dat het de grenzen van Israel gelijktrekt met het beloofde land;, de verovering van Oost-Jeruzalem en de Klaagmuur en De grot van Joshua. In de mythevorming rond de oorlog is er sprake van wonderen,waarbij het Israelische leger duidelijk op Gods steun kan rekenen in de strijd. Gott mit uns !
Atef wordt stilaan bewust. Hij ontdekt dat Palestina recht heeft op een eigen staat door naar de radio " The voice of the Arabs" te luisteren. De Pan-Arabische boodschap, het anti-imperialisme en de aanvallen op het Franse en Britse kolonialisme krijgen gehoor. De toespraken van Nasser en de liedjes van Umm Kulthum worden studiemateriaal voor de jongeren in Nablus en Palestina.
Atef zet zich in als vrijwilliger bij de Rode Halve Maan, de evenknie van het Westerse Rode kruis in de regio.Hij werd dus niet - tot zijn eigen spijt- gerecruteerd bij de jongerenmilities die later tijdens de zesdaagse oorlog tegen de Israelische beroepsmilitairen werden ingezet en zeer dikwijls het leven lieten in de strijd. Toch werden de jongeren niet alleen in de voedselbedeling en de hulpverlening ingezet: zij moesten ook zandzakjes vullen en laden. De sfeer werd zeer gespannen en allerlei incidenten maakten duidelijk dat er meer te gebeuren stond. Zo vielen Israelische militairen een klein dorp net buiten Hebron aan : Samu. Resultaat: 3 burgers gedood, 93 inwoners gewond 15 Jordaanse militairen gesneuveld.In Nablus was het de aanleiding voor Atef's eerste protestdemonstratie. Die werd ruw uiteengedreven door de Jordaanse politie die het vuur opende op de demonstranten, terwijl het protest tegen de Israelisch gericht was ter ondersteuning van van de Jordaans militairen.De betogers eisten dat er vrijwilligers konden gerecruteerd worden om zich te verzetten tegen de aanhoudende Israelische invallen.
De zesdaagse oorlog was een verrassingsaanval van Israel als "reactie" op de vele dreigingen van Nasser.Het grote symbool van de 6-daagse oorlog is de verovering van Ammunition hill door de Israelische para's. Dit Jordaanse politiekantoor in Oost-Jeruzalem viel op de tweede dag van de zesdaagse oorlog in handen van de Israelische troepen. vandaag is het een Israelisch nationaal museum en het opleidingscentrum voor de Israelische para's.
Tijdens de zesdaagse oorlog gold in Nablus een uitgangsverbod. Atef zat samen met zijn moeder te luisteren naar de radio in de oude stad. Op de radio hoorden ze de grootste propandaleugens over het verloop van de zesdaagse oorlog. " Wij drijven de Israelisch in de zee- overal zijn de Arabische legers aan de winnende hand". Deze leugens betekenden het einde van iedere geloofwaardigheid van the voice of the Arabs en aan de bevolking van Nablus werd gevraagd zich ten teken van overgave met een witte vlag op straat te vertonen en s'nachts binnen te blijven.
De Hashemieten waren een invloedrijke familie uit Mekka, rechtstreekse afstammelingen van Mohammed. Daardoor konden zij aanspraak maken op Jordanie. Maar hun droom om een groot rijk - van Irak tot Palestina- te stichten werd door de Westerse mogendheden Frankrijk-Duitsland Groot-Britannie gedwarsboomd. Zij verdeelden het Midden-Oosten in kleine landen onder elkaar.
Abdallah- een havik in een kanariekooi- kon dank zij de Britse steun en erkenning Transjordanie stichten, waarbij de Westbank bij Jordanie werd ingelijfd. Abdulah organiseerde een conferentie inJericho,waarbij de belangrijkste Palestijnse leiders hun goedkeuring gaven aan de annexatie van de West-Bank. Zo zouden de beide oevers van de Jordaan verenigd zijn in een groot land.
Jordanie was arm en werd bewoond door 220.000 bedoeninen. Deze stammen waren zeer autonoom en schikten over zware wapens.Zij vormden het beruchte Arabische legioen. Abdallah onderhield goede contacten met de Zionistische leiders en aanvaarde de opdeling van Palestina in ruil voor een deel ervan.
De hoger opgeleide Palestijnen vormden na de Nakbah een meerderheid in Jordanie,alhoewel zij niet over volledige burgerrechten beschikten. Het Jordaans paspoort was een reispaspoort en alleen de oorspronkelijke Palestijnse vluchtelingen die investeerden in Jordanie kregen stemrecht. In de praktijk werden de Palestijnenen in Jordanie 2derangsburgers.
Dit maakte het Palestijnse probleem nog ingewikkelder: als de Palestijnen de meerderheid vormden in Jordanie hadden zij dan niet hun Palestijnse staat ? Toen de Palestijnen in Jordanie als vluchtelingen beschouwd werden en de PLO als hun vertegenwoordiger kwam een einde aan deze denkpiste om het Palestijnse probleem op te lossen. De PLO weigerde de Israelische staat te erkennen.
In Jordanie voelden de Palestijnen zich niet echt thuis. Jordanie was een land om uit Palestina te kunnen reizen, Israel verbood aan Palestijnen om via de luchthaven Ben Goerion naar het buitenland te reizen. De Palestijnen moesten dan ook noodgedwongen via Amman reizen.
De relatie tussen Palestijnen en Jordanie is niet echt hartelijk: Atef verwijt hen het gebrek aan democratie, erkenning van mensen- en vakbondsrechten en hun falen om de Westbank te verdedigen tijdens de 6-daagse oorlog. De Jordaanse Palestijnen zien Jordanie niet als hun land, zij spreken nog altijd over de plaatsen waar hun ouders en grootouders woonden Jaffa, Jenin en Nablus.
Jaarlijks hebben wij de gewoonte om met Opa en Oma een trip te doen: kwestie van hen nog een vakantietje te bezorgen. Zij waren gewoon veel te reizen, de jaren maakten hun mobiliteit beperkter. Na Nederland, Duitsland en Luxemburg viel de keuze dit jaar op Frankrijk. Wij zoeken een bestemming van 300 km afstand van onze streek, met een passer kom je dan in Reims en de Champagne-streek. Wij huren een gite bij Sylvie en Eric in Cramant,een dorp waar iedereen ongeveer zijn brood verdient met Champagne maken. Eric deed een poging om burgemeester te worden,Sylvie bouwde een gite uit. Met kunst en smaak. Een plaatselijke Champagneboer ontvangt ons om een didactisch verantwoorde uitleg over hoe en wat van Champagne maken. Bruno Ojance is een belangrijke figuur in Cramant: hij kondigt aan wanneer de druiven mogen geplukt worden aan de andere boeren: meteen de werkregeling voor iedereen in het dorp. Hij praat gedurende twee uur met passie over alle aspecten van de champagne: hoe een opstand van de champagnewerkers in 1911 ervoor zorgde dat er alleen nog met druiven uit de streek van Reims Champagne mag gemaakt worden en niet langer met druiven uit andere streken in Frankrijk, dat het glas zorgt voor de bubbles, dat champagne vier jaar oud is wanneer deze verkocht wordt,dat je champagne best drinkt op 8 graden en koelt in een ijsemmer met ijsblokjes en dat je dus beter diepvries en frigo achterwege laat... tot we zijn champagne proeven. Reims, de voormalige hoofdstad van het Frankenrijk en de kathedraal krijgen een bezoekje. De stad waar Clovis zich bekeerde en meteen een goddelijke statuut kreeg wordt gedomineerd door de kathedraal. Buiten de gedrochten aan de ingang en de glasramen van Chagall achteraan, eerder een toeristtrap van formaat. De grote Champagnemerken slaan zich blijkbaar prima door de crisis, voor de kleine boeren daalt de verkoop en moeten ze noodgedwongen hun overige hectaren aan de grote bekende merken verkopen. Misschien moet iedereen zich minder door het prestige,maar iets meer door de kwaliteit en de echtheid van de kleine champagneboer laten inspireren.
Jamal had TBC, hij overleed op 36-jarige leeftijd in het UNWRA ziekenhuis Hassan Taher van Nablus.De toestanden in het ziekenhuis waren schrijnend: overvolle kamers,lange wachttijden voor de patienten,overwerkte dokters, weinig medicijnen. Maar de behandeling en de opname waren gratis.De doodsoorzaak van Atef's vader was een gebrek aan antibiotica en vaccins. Maar ook de armoede en de slechte levensomstandigheden waarbij TBC als een schim steeds aanwezig is.Tuberculose was een zeer besmettelijke ziekte en betekende dikwijls de dood. Een beetje zoals Aids vandaag.¨Patienten werden dan ook geisoleerd en konden geen bezoek ontvangen. In het geheugen van Atef blijft het niet kunnen bezoeken van zijn stervende vader met een fles melk onuitwisbaar.
Jamal had zijn ziekte-latente TBC- voor zijn vrouw Subhyah verborgen gehouden tot na zijn huwelijk Nu bleef zij alleen met zes kinderen: Ahed ( 10 jaar) Khadiga (9 jaar) Adnan ( 8 jaar) Atef (7 jaar) Jamu ( 4 jaar) en Imad ( 3 jaar). Adnan werd geadopteerd door de broer van Jamal die naar Ramallah gevlucht was bij de Nakbah. Hij bleef bij hen voor altijd, zelfs toen hij in de jaren zestig emigreerde naar Koeweit. Deze broer had in de administratie van de Britten gewerkt en verdiende goed als boekhouder in Ramallah, zijn vrouw zette een textielhandel op en verdiende extra door te weven en kleren te maken.
Financieel had Subhiyah het niet breed, zij weigerde opnieuw te huwen. Zo werd het gezin afhankelijk van de steun die de familie aan hen gaf, een kleine opbrengst uit het verhuren van de beenhouwerij en het amandelpellen thuis. Atef kluste tijdens de vakantie bij op de groetenmarkt. Samen met de hulp die zij als geregistreerde vluchtelingen van de Unrwa ontvingen kwamen zij rond.
De moeder van Atef keek streng toe dat zij hun school niet verwaarloosden, want het was volgens haar de enige manier om aan de armoede te ontsnappen.