Bloedsinaasappelen zonder pit. De westerse beeldvorming over luie Palestijnen en de joodse kolonisten die de dorre woestijn vruchtbaar maakten. De realiteit en de geschiedenis zoals altijd herschreven door de overwinnaars en de veroveraars. Vol van leugens en halve waarheden. De Nakbah is er zo een.
Jaffa was de belangrijkste Arabische stad van Palestina, naast Jeruzalem. De stad, de bruid van de Zee, met de meeste kranten, veel scholen en een bloeiende citrusindustrie. Een haven, waaruit de sinaasappelen geëxporteerd werden naar Europa. Taxis vertrokken naar Beirut en Damascus,treins verbonden Jaffa met Jeruzalem en Haifa. Maar Jaffa trok door zijn handel en rijkdom ook veel immigranten aan: niet alleen uit andere Arabische landen, maar ook de Zionistische joden, op zoek naar het beloofde land. De buitenwijken van Jaffa, zoals Tel Aviv groeiden uit tot hechte joodse gemeenschappen. Met eigen ondergrondse verdedigingsmilities zoals Haganah zouden ze een belangrijke rol spelen in het verdrijven van de Palestijnen uit Jaffa. Het hart van het Zionisme klopte hier: "alleen zonder andere godsdiensten kunnen we onze eigen staat uitbouwen, een staat gebaseerd op uitsluiting. "
Toen de VN op 29 november 1947 een plan voor de verdeling van Palestina tussen Israelis en Palestijnen voorlegden, voelden de Palestijnen zich verongelijkt. Jaffa werd een kleine Palestijnse enclave,omringd door Israeli's grondgebied.Jeruzalem zou onder Internationale bevoegdheid blijven.Op 30 november begonnen de eerste onlusten in Jaffa. Snipers vuurden vanop de daken op iedereen die bewoog, de eerste bomaanslagen op de markt maakten iedere handel onveilig, privémilities vernielden wijken en straten.
De Haganah was beter georganiseerd en talrijker dan de verspreidde Palestijnse groupuscules. De joodse Irgun bedacht een nieuwe tactiek om de Palestijnse verdedigers te misleiden: ze boorden gaten en kwamen via de huizen binnenin de Palestijnse verdedigingsgordel.
De slag om Jaffa was gewonnen voor hij goed begonnen was, de voorbode van wat met de rest van Palestina te gebeuren stond. Na een bomaanslag met 47 doden was de Internationale publieke opinie gealarmeerd en kwamen de Britse troepen op het terrein om nog meer bloedvergieten te voorkomen. Ondertussen was Jaffa een spookstad, de 50.000 Palestijnen waren gevlucht.Vooral de rijke middenklasse vertrok naar hun vakantiehuizen in Beirout en Kairo. Zij dachten na een paar weken terug te komen,maar zij vergisten zich.Zij zouden hun ganse leven in vluchtelingenkampen blijven verspreid over het Midden-Oosten,verspreid over de wereld. Met een huissleutel als ijdele hoop ooit het recht op terugkeer te kunnen hard maken.
Suzanna stond krampachtig te kijken naar de overkant van de
Leie. In de Wikings, een oud sportterrein waren enkele nieuwe barakken gebouwd
om de verdachten van de collaboratie voorlopig
onder te brengen, tot een speciale rechtbank zou oordelen over schuld en
onschuld. Suzanna had lang getwijfeld of ze wel zou komen, maar de vlinders in
haar buik waren sterker dan haar redelijke overwegingen. Marcel was in de
na-oorlogse verwarring en het tumult snel opgepakt. Het feit dat de
terugtrekkende Duitsers een paar Waregemnaars neerschoten, die iets te vroeg de
Belgische vlag hadden gehesen, gaf de witte brigade volmacht om iedereen die
verdacht was van collaboratie aan te houden. Ook onschuldigen. Of
sympathisanten van de Duitse bezetters of de Vlaamse zaak. In de verte zag Suzanna een jonge man verlangend naar de overkant
dromen. Was het Marcel of een andere man? Ze greep haar witte zakdoek en wuifde
heen en weer, de man wuifde terug, alle mannen wuifden terug. Een hilarische
situatie. Een beetje ontgoocheld keerde Suzanna op haar stappen terug, dit was
geen leuke ervaring.
Aan tafel bij pastoor Tanghe
De wijn was voortreffelijk. Kalfslapjes, bloemkool en aardappelen.
De meid van pastoor Tanghe was een voortreffelijke kokkin. Niks speciaals, geen
haute cuisine, maar echte boerenkost. Tony Herbert sprak tussen de
verschillende eetbedrijven tot de pastoor: Meneer pastoor, het wordt stilaan
tijd om de komende verkiezingen eens aan te kaarten in uw zondagspreek. De
gemeenteraadsverkiezingen hebben de Christelijke werkervereniging aan de macht
gebracht. Dank zij onze steun, de Christelijke werkgevers werd Majeur
burgemeester van Kortrijk. Maar ook de goddeloze socialisten deden het goed en
behaalden zes zetels. We moeten de parochianen waarschuwen voor die atheïsten.
We mogen de weg van Menen niet op gaan waar de socialisten met Debunne baas
zijn. Voor het te laat is, moeten we alles in het werk stellen om de
katholieken de verkiezingen te laten winnen. Als het nodig is moeten we zelfs
als één katholiek blok,arbeiders,boeren,middenstanders en patroons samen in een partij opkomen bij de
verkiezingen.
Marcel Vandekerkhove ziet het op dezelfde manier:
Eerwaarde, U kent toch ongetwijfeld ook de moeilijke situatie waarin we nog
steeds verkeren. We staan aan de vooravond van belangrijke gebeurtenissen. Het
is nog steeds crisis en internationaal nemen de spanningen alsmaar toe. Ook in
Kortrijk organiseren de Vlaamsnationalisten zich. Een deel van onze beminde
parochianen bezwijkt voor de lokroep van de flaminganten. Zij keren zich af van
ons geloof
Pastoor Tanghe kijkt peinzend en stuurs voor zich uit. Hij
ontvangt niet zo graag richtlijnen voor de zondaagse preek. Maar hij bedenkt
dat hij misschien handig van de situatie kan profiteren en laat nog een flesje
wijn opentrekken. Veel praten zal niet helpen, zegt hij. We moeten iets doen om
het vertrouwen terug te winnen. Moesten we nu een fonds voor de arme, meest
begaafde kinderen oprichten zodat ze verder kunnen studeren? Met jullie hulp en
financiering. Het bestaande fonds van de stad is een druppel op de hete plaat
en ondersteunt de studerende kinderen slechts met een kleine som,zelfs niet
genoeg om de studieboeken te betalen. Herbert en Vandekerkchove zien het
zitten. Aan wie had meneer pastoor gedacht ?
Pastoor Tanghe had aan zuster Geraldine de resultaten van de
meisjes uit het 8°studiejaar opgevraagd. Op de eerste plaats stond Suzanna met
98%, een meisje uit het arbeiderskwartier. In het voorbereidend jaar van de
normaalschool van Tielt was er nog plaats. De tafel werd afgediend, dikke
sigarenwolken vulden de pastorij. In de verte weerklonken de eerste
mortierschoten. De tweede wereldoorlog was op komst.
De normaalschool
Vol hoop en verwachting stond Suzanna voor de grote poort
van de normaalschool te Tielt. Hier kwam haar kans om uit de armmoedige wereld
van thuis te ontsnappen. De wereld zal vol vuur en vlam,spannend te wachten op
nieuwe en betere tijden. De poort van de normaalschool sloot en de inwonenden
hoorden niks van het verre oorlogsgedruis. Woekerhandel en gesjacher met boter
over en weer de grens hielpen de Kortrijkzanen overleven. In de normaalschool
brachten boerenmeisjes-studenten de voeding in manden van thuis mee. Het leek
of het geen oorlog was. Suzanna bracht om de drie maand de schoolrekening en
haar resultaten bij pastoor Tanghe. Hij lachte tevreden, Suzanna zou het
ongetwijfeld tot moeder overste in een klooster schoppen en haar hart aan de
Heer schenken. Zijn investering en de investering van de rijke kortrijkzanen
was een goede zet: die onderwijzeres zou het schooltje van de parochie gratis
en kosteloos groot maken. Suzanna was begaafd, enthousiast en een beetje
naïef-idealistisch. Allemaal eigenschappen waarmee je een mooie loopbaan in het
onderwijs kan maken. Suzanna was zo ijverig dat ze tijdens de vakantie
leergangen volgde om een tweede diploma lichamelijke opvoeding te behalen. In
de gouden kooi van de normaalschool was de oorlog ver weg. Een hartsvriendin
Clara zorgde voor de eerste contacten met de georganiseerde kajotstersbeweging.
Het was een uitvlucht om niet regelrecht naar een nonnenbestaan gevoerd te
worden. De twijfel om de bruid van de heer te worden was meteen gezaaid:
Cardijn inspireerde de arbeidersjeugd tot inzet voor de aarde, niet voor de
hemel. En dat was geen zonde .
Waregem
Suzanna was 21 en pas afgestudeerde onderwijzeres. Haar opdracht bij de zusters Toeloose nam haar volledig in beslag. Het was haar eerste job, ze wou het dus super goed doen. De zusters Toeloose hadden vanuit een klein borduurwinkeltje de eerste technische school voor meisjes opgericht. De borduurschool groeide uit tot een naaischool met de hulp van deken en bisschop. Suzanna moest bij juffrouw Toeloose slapen, zij had hartstoornissen en was bang eenzaam te sterven. De weekdagen waren gevuld met godsdienstrituelen van de ochtendmis tot het avondgebed. Suzanna zat in een semiklooster, een poging om haar alsnog binnen te rijven als non en religieuze. Zo was er ook begeleiding voorzien door een geestelijke. De paters Oblaten in Waregem vervulden de functie van geestelijke begeleider. Jarenlang zou Suzanna bijna eenmaal per maand in een persoonlijk gesprek haar vragen, haar twijfels voorleggen aan een pater Oblaat. Deze begeleider nam haar figuurlijk bij de hand en loste alle mysterieuze en gevoelsproblemen op.
Gevoelens, zoals elk jong meisje bruiste het van binnen bij Suzanna. Op zondagnamiddag speelde een accordeon in een verlaten garage. Een paar meisjes dansen het einde van de oorlog in,.in de armen van pretmakende jongeren, die aan de mobilisatie hadden kunnen ontsnappen. Daar leerde Suzanna Marcel kennen op een mooie zondagnamiddag in de weinige vrije tijd waarover ze beschikte. Dansen was Suzanna haar regel niet, wel urenlang praten over de ernstige dingen in het leven. Marcel zag het zitten, een onderwijzeres was goed voor de opvoeding van de kinderen. Alleen, hij had een klein beetje zijn voorbije Vlaams idealisme tegen. Nog voor het echt aan was met Suzanna werd hij opgepakt. Voor en tijdens de oorlog had hij in zijn jeugdige overmoed gedweept met de Vlaamse zaak, met de Vlaamse idealen. Een paar cafédiscussies aan de toog, geen echt engagement. Maar genoeg voor de Waregemse witte brigade om hem manu militari naar de Wikings te brengen.
Toen viel een bom
Bij de bevrijding van Kortrijk bombardeerden de geallieerden
nogal fors, waarbij er heel wat bommen op verkeerde plaatsen en burgerdoelwitten
terechtkwamen. Een Kortrijkse school in de Recolettenstraat werd getroffen en
acht zusters verloren het leven en belandden regelrecht in de hemel. Bij gebrek
aan onderwijzend personeel werd Suzanna een plaats aangeboden door pastoor
Tanghe. Voor Suzanna het einde van een Waregemse periode en de terugkeer naar
het ouderlijk huis. De afspraken met Marcel werden vervangen door
Kajotsteractiviteiten op zaterdag en zondag. Via een toekomstige kloosterzuster
werd ze gekoppeld aan haar nieuwe man. Een huwelijk dat niet meteen de vurige
liefde bracht waar ze naar smachtte.
Maar Marcel is niet vergeten. Op 88-jarige leeftijd droomt
Suzanna nog steeds van Marcel. Zij discussieert met hem in haar hart: Ja Marcel.
Je koos er voor om verder in de politiek te gaan. Welwaar in de CVP en als
burgemeester van Ruislede. Nee, je had niet de moed om mij een tweede keer ten
huwelijk te vragen. Je hebt me al die jaren niet opgezocht. Toch werd het warm
in mijn hart als ik aan je dacht. Spijtig, ik had je moeten zoenen, je in mijn
armen moeten nemen. Dan had ik een ander leven gehad, met minder zorgen en
wellicht met meer liefde
De Vlaamse regering had zich tot doel gesteld om het onderwijs grondig te hervormen in zijn regeerperiode. Niet slecht: onderwijs moet nu en dan eens veranderd worden,want doelstellingen, eindtermen en al wat ze ondertussen hebben uitgevonden moet nu en dan eens getoetst worden aan wat er in de werkelijke schoolrealiteit gebeurd. Voila, dat is wat we de laatste dagen op onze nieuwssites geserveerd kregen. Een beetje in tegenstelling tot het protest tegen de Gas-boetes,op facebook.
De discussie over een nieuwe onderwijsmatrix werd plots een discussie tussen conservatieven en progressieven of een discussie tussen private (lees elitaire) en gemeenschapsscholen (lees gemeenschapsonderwijs) waarbij het woord kwaliteit plots niet meer sloeg op het onderwijs, maar op de leerlingen en hun resultaten. De journalisten droomden meteen over een nieuwe schoolstrijd, waarbij de sossen definitief van het politieke landschap zouden verdwijnen bij de volgende verkiezingen. Zonder na te denken over wat de verschillende experten;universitaire studies incluis, de laatste jaren over het onderwijs gepubliceerd hadden. Notabene op vraag van alle betrokkenen: overheid,politieke partijen,vakbonden, onderwijskoepels.Hoe kun je zo blind zijn ?
Onderwijs moet onze kinderen een toekomst geven waar ze klaar zijn voor een job, maar ook gelukkig zijn.Daarbij is het ontstellend te zien hoe snel onze politici het eens waren over de GAS-boetes en hoe onnozel zij discussieerden over de hervorming van het secundair onderwijs. Het resultaat is een compromis waarbij iedereen zijn gezicht probeert te redden.Jammer voor de jongeren: het vrij onderwijs weigerde vroeger om het ASO in te voeren, het gemeenschapsonderwijs was verplicht het ASO, het TSO en het BSO in te voeren. Blijkbaar is het compromis nu opnieuw hetzelfde: het gemeenschapsonderwijs moet zich aanpassen, het katholiek onderwijs blijft elitair en doet zijn zin, met overheidssubsidies !
Peter Verlinden hield gisteren een lezing voor de Noord-Zuidraad te Harelbeke onder de titel: " De schizofrene Congolezen". Vanuit zijn anthrolopologische studies zou hij een verklaring geven waarom een zo rijk land als Congo er niks van bakt. Zijn uitgangsvraag klonk veelbelovend: Hoe is het zo ver kunnen komen dat in een van de rijkste landen ter wereld de grootste armoede heerst en dat in een arm land als Belgie wij zo rijk zijn ?
Zijn uiteenzetting met filmpjes en fotos gaf ons een beeld van de vroegere en huidige gebouwen die de Belgen er in de jaren vijftig hadden neergepoot.
Vanuit de materiele omgeving wou Peter Verlinden aantonen dat de Congolezen sinds de jaren vijftig niks ondernomen hadden en gewoon verder teerden op de koloniale nalatenschap. Conclusie: de Congolezen leefden in een schijnwereld.
Dan belandden wij bij de religie en de zogenaamde immateriele leefwereld van de Congolezen.Oeps en daar dook de katholieke achtergrond en de roots van Peter Verlinden plots op: de kerk was er in geslaagd de informele leefwereld van de Congolezen te integreren in de godsdienst en daarmee bleven de kerken maar vollopen, terwijl ze in ons land leeglopen.Conclusie: de kerk functioneert in Congo.
Tot slot serveerde Peter Verlinden nog wat kolonistennostalgie met weetjes als dat Congolezen niet lezen (daarom werkt de post niet) maar praten lang en veel en dat een geschreven contract van generlei waarde is, met als leuk toetje de veelwijverij van de rijke Congolezen.Zo speelde hij een beetje in op een deel uit het publiek: oud-kolonialen die met heimwee terugkijken naar de tijd van toen.
Het toonde meteen de beperktheid aan van de anthropologie ( een oudkoloniale analyse van waarom de "zwartjes" zich niet integreren), zonder rekening te houden met de koloniale uitbuiting die de grond van de Belgische rijkdom vormde. Peter Verlinden bleef hangen op het lokale nivo en slaagde er niet in het meso en macro-nivo te analyseren. Jammer en na 23 jaar ervaring in de regio verwacht je veel meer inzicht.
Daar zal ik in de toekomst zeker aan denken,wanneer ik nog een reportage van hem bekijk.
Stoppen met werken, niet echt in de mode. Maar toch een moment om even terug te blikken op een goed gevulde loopbaan bij het ABVV en de Algemene Centrale. Niet om lessen te geven, ik hou niet zo van de donneurs de lecons-, noem het tips, aanbevelingen die iedereen binnen zijn kader kan aanpassen.In 35 jaar verandert er veel: ook in de vakbond.Na mijn studies koos ik voor het ABVV,ik wou aan de kant van de arbeiders staan en de samenleving veranderen. Het ABVV, de vakbond,was voor mij een veranderende kracht,meer dan een politieke partij.
Ik startte als gewetensbezwaarde bij de ABVV-jongeren. Ideaal om de vakbond en zijn historiek te leren ontdekken. De jongerenmars voor werk blijft een hoogtepunt als reactie op de invoering van de wachttijd om een werkloosheidsuitkering te krijgen. Het antwoord op de jeugdwerkloosheid werd een trits van nepstatuten BTK, tewerkgestelde werkloze en Derde arbeidscircuit.
Mijn eerste echte job werd ik vormingswerker in de opleiding voor delegees. Het uitgangspunt werd het exemplarisch leren van Oskar Negt. Het vormingsproces vertrok niet langer van starre ideologische teksten en principes, maar van de klasse-ervaringen van de delegees. Vandaag zijn we iets te veel met de oplossing van de dagdagelijkse problemen in de bedrijven begaan, iets te veel met een win/win houding met de werkgever, iets te weinig met dialectiek.Van Pacho uit Colombia leerde ik dat vorming en actie hand in hand gaan: in het vormingsproces moeten acties kritisch geevalueerd kunnen worden.
Daarna werd ik persmedewerker bij de Algemene Centrale ABVV. Voor mij primeerde de inhoud op de vorm. Terwijl steeds meer aandacht aan de verpakking en de lay-out ging, roeide ik een beetje tegen de stroom op. Het werd een boeiende periode van experimenteren,nieuwe initiatieven waarbij de beste ervaring het organiseren van de mega-stress-enquete werd tijdens de sociale verkiezingscampagne. Hieruit leerde ik dat het belangrijkste wapen van de vakbond de directe communicatie met de delegee is.Kort op de bal spelen,nieuwe en originele thema's aankaarten en de betrokkenheid en de wederkerige communicatie met de basis organiseren blijft ook een belangrijke uitdaging in de toekomst.
Tenslotte kreeg ik de kans de internationale solidariteitsprojecten met andere vakbonden te ontwikkelen. Tot het congres " delegees zonder grenzen" beperkten de internationale contacten zich tot congressen en bilaterale contacten. Daarna werden ook projecten opgezet om solidariteit niet alleen in woorden,maar ook in daden om te zetten. Ik leerde er het verschil tussen liefdadigheid en solidariteit.De kracht van de verandering is internationaal, niet lokaal.Als antwoord op de neoliberale globalisering.
In deze tekst gebruikte ik vaak het woord "ik". Laten we relativeren, het is "wij" en "samen". Aan al mijn kameraden: merci ! gracias ! thanks ! danke ! bedankt '
We bezoeken de nationale archieven van Kenia.Dit is hetgeen voorbij is: dictatuur, politieke moorden en afrekeningen, corruptie die de welvaart wegvreet, een grote afstand tussen arm en rijk, geen enkele infrastruktuur, geen wegen en geen spoorwegen, electriciteit die uitvalt, stammentwisten...
Onze Indische gesprekspartners zijn opvallend positief.Het is aan het veranderen sinds er een nieuwe grondwet in voege kwam. Kenia verandert, maar alles heeft zijn tijd nodig. De USA en de Britten willen dit land niet lagen wegzinken in de ellende.Nu Zuid-Afrika economisch op dreef is, zullen ze samen met de Chinezen en India investeren in Kenia.Nu is Kenia aan de beurt. Ondertussen worden langzamerhand op politiek nivo de voorwaarden vervuld om internationale investeringen te bevorderen.
De werking van de regering komt meer in handen van managers, de corruptie verdwijnt langzaam, de politieke oppositie kan meer en meer zijn kritische rol vervullen.De jongeren zijn hoger opgeleid,hebben een mening en antwoorden en mengen zich in het politieke debat.
Het grootste probleem is de veiligheid.Armoede en gebrek aan werk,maakt dat zelfs jongeren met een universiteitsdiploma in de misdaad belanden.Dit is een absolute prioriteit: tewerkstellingskansen voor jongeren.
Een van de T-shitrts die steeds reacties uitlokte was - decent work- het is geen toeval. Het gaat om Kenia's toekomst. Maar het duurt nog wel een generatie voor alles op zijn poten valt en de armoede vermindert.
Kenia is sterk afhankelijk van de inkomsten van het toerisme: de opbrengsten zijn groter dan de koffie-export en meer dan 250.000 werknemers moeten hun job hebben uit de toeristische sector, zonder nog de indirecte tewerkstelling mee te rekenen.Niet zonder enige ironie wordt Kenia het Benidorm van Afrika genoemd.
Door de dominantie van de grote toeristenoperators, de invloed van kapitaalkrachtige families en clans, de aantrekkingskracht op senioren die charme,liefde en sexueel vertier tegen betaling vinden aan de beach. Safaris brengen avontuur,olifanten,leeuwen en giraffen in de drromwereld van Karen Bliksen terug.
De andere kant van de medaille oogt minder fraai: heel wat parken zijn leeggeplunderd door illegale jacht,dierensoorten die de plaatselijke veestapel bedreigen werden bijna uitgeroeid,water en lucht zijn niet zo zuiver meer en grote vuilnishopen vol plastiek branden eindeloos.Met kinderen op zoek naar iets bruikbaars,met koeien op zoek naar iets eetbaars.Buiten de toeristenresorts is er veel armoede,stammentwisten en overlevingseconomie.
Fred voor de toeristen,Toki voor de collega's, werkt als driver-gids-begeleider voor een safari-organisator.Hij klom op van verkoper, chauffeur tot gids. Hier leert men de job door hem uit te voeren: men mag twee maal mee met een andere gids, en dan sta je er alleen voor.Sommige gidsen leren wel iets bij zoals eerste hulp bij het Rode Kruis of leren Duits of Engels.De rest halen ze uit de reisgidsen.
Fred verdient helemaal niet slecht: meer dan de gemiddelde Keniaan ( tussen de 100 en 200 euro/maand) en hij heeft daarnaast een aandeel ijn de winst op iedere trip plus de fooien die hij vangt.
Fred is verliefd op een Westerse toeriste,maar beseft dat de romance amper een paar dagen zal duren.Maar hij leeft vandaag en kan niet zwijgen over zijn nieuwe vlam. Wij zullen in contact blijven zegt hij hoopvol bij het afscheid.
Fred kent de knepen van het vak. Wanneer zijn klanten iets kopen dan verdient hij er ook aan.In die situatie spreekt hij plots Swahilli. Als familieoudste moet hij voor de ganse uitgebreide familie zorgen: vader,moeder,oma en opa,broers en zussen. Uit zijn twee mislukte huwelijken zijn er ook twee kinderen waarvoor hij de studies moet betalen. Maar Fred is een overlever, zoals de ganse Keniaanse toeristenindustrie.
We maken een wandeling met een gids rond de Keniaberg. Hij brengt ons naar de Mau-Mau grotten. Een plaats waar de Keniaanse guerillastrijders tegen de Britse bezetter in 1952 hun onafhankelijkheidsstrijd voerden.Het zijn negen grotten waar bij schatting zo n 250 mensen konden verblijven. Aan de rand van het bos verbleven evenveel spionnen die de bewegingen van de Mau Mau nauwgezet aan de Britten rapporteerden. Maar de gids is zelf actief in het herbebossen van de zwaar kaalgeplukte bossen rond de Keniaberg. Enthousiast vertelt hij hoe hij een vereniging van inwoners stichtte die zorgt dat het bos opnieuw aangroeit.Zij mogen het land gratis van de overheid gebruiken,wanneer ze tussen hun aardappelen op welbepaalde afstanden bomen planten.Zo kunnen zij een tiental jaar over hun eigen land beschikken. We stoten tijdens de wandeling op een groep arbeiders die met de boomzagen een groot gedeelte van eucaliptusbomen aan het rooien is. Onze gids Simon loopt er in een grote boog omheen. Kijk vertelt hij: rijke houthandelaren hebben zo een 3000 euro betaald om dit stuk bos te mogen ontginnen. Dit is heel veel geld. Wij zullen dan deze grond krijgen en kunnen herbebossen.Maar een betere oplossing zou zijn als wij een deel van het bos zelf zouden mogen rooien.Hij heeft de hoop dat de nieuwe president ook met gratis krediet de landbouwers zal helpen om groeimiddelen en pesticiden aan te kopen om de opbrengst te verbeteren. De wortelen en de aardappelen die wij zien, zijn nochtans al enorm.
Een gekend woord in Kenia is pole pole: rustig aan. Bij het bedrijfsbezoek aan Kaluworks zien we echter zeer hard werkende arbeiders. Kaluworks maakt kookpotten,pannen en waterketels. Vooral hand en ploiwerk van aluminium ronde platen. Een italiaanse firma werd overgenomen of gedelokaliseerd waardoor nu 1250 arbeiders in de groep tewerkgesteld zijn.Veel van hun producten worden verkocht voor Unicef, het Rode Kruis en de Uno-vluchtelingenkampen.Er wordt in twee ploegen gewerkt; de dag en de nacht.s Nachts wordt er 14 uur gewerkt, de laatste 6 uur worden als overuren betaald.Iedere week roteren de ploegen. In het bedrijf was er nog nooit een staking: de bedrijfsleider is voorzitter van de werkgeversvereniging en pocht er mee dat zijn bedrijf een voorbeeld van sociaal overleg is.Zo mogen de productieeenheden zelf hun tempo bepalen en krijgen de arbeiders iedere maand een stuk zeep om hun werkledij te onderhouden. Iedereen in het bedrijf draagt de veiligheidsbescherming bij ons bezoek, de vloer ziet er alvast pas gepoetst uit en alle materiaal ligt natjes geordend. Als we even doorduwen komen we bij het pijnpunt van het bedrijf; slechts 52procent van de asrbeiders heeft een vast contract, de anderen zijn tijdelijk. Daarna bezoeken we MRM.een multi die stalen dakbedekkingen maakt. Hier werken 380 arbeiders,je waant je in de USA of Europa, zo hoogtechnologisch is dit bedrijf.Volledig machinegestuurd,een labo dat stalen van de producten test,veel afval door de machinestops en de aanpassingen van de bestellingen aan de klant.Afval wordt verkocht of gebruikt voor kleinere dakonderdelen. Opleiding van de werknemers, kwaliteitscontrole van de producten een strikt voorraadbeheer. In het bedrijf is het HIV-beleid vervangen door een welnessbeleid om tegemoet te komen aan nieuwe problemen zoals obsitas en stress.Maar alles buiten de productielijn zit in onderaanneming van nevenbedrijven. Kenia; twee werelden in de bedrijven.
Rond het meer van Nakuru staan veel bloemenkwekerijen die bloemen uitvoeren naar Nederland.Namen als Vd berg Kenyan,Kaputuri(India) en het aantal plastieken serres die we zien tonen aan dat het hier big business is. Als we onze driver vragen om een bezoek te organiseren zegt hij: ik zal proberen. Iets verder staat dat iedere bezoek vooraf schriftelijk moet aangevraagd worden. Meteen weten we dat dit zeer moeilijk wordt, want de metaalbond Kewu probeert op 10 april een bedrijfsbezoek aan een metaalbedrijf te organiseren en ze hadden daar toch enkele dagen voor nodig. Dus hier even een bloemenkwekerij binnenlopen zal door de security aan de ingang niet toegelaten worden. Als alternatief babbelen we met Horacio, een opzichter en chef in de bloemensector. Ja, het zijn meestal vrouwen die in de bloemensector werken, mannen zijn chef of doen het transport. Hij zelf woont in een staffhuis,door de firma betaald. Eenmaal per maand gaat hij naar huis, naar zijn vrouw en zijn twee kinderen. De andere werknemers hebben ofwel een woning van de firma of een toelage om een woning te huren. De firma organiseert ook scholen, vlak naast de bloemenkwekerijen. Op de 300.000 inwoners van Nakuru werken 50.000 mensen in de bloemensector.Bij het bloemenkweken worden scheikundige stoffen gebruikt zoals Amiran uit Egypte en Elgon. Om de bloemen sneller te doen groeien, de insecten te bestrijden en te zorgen dat de bloemen langer mooi blijven. Iedere rozenplant heeft drie liter water per dag nodig. De chemische producten en het watergebruik zijn dan ook een bedreiging voor het Nakuru natuurreservaat en de dieren die daar leven Gemiddeld verdienen de werknemers 100 euro per maand (drie maal het minimumloon), misschien moeten we daar eens aan denken als ze bloemen uit Kenia kopen
Na de aankomst met een kleine jetlag naar het Nationaal Museum in Nairobi.Ook op paasmaandag open en een korte tentoonstelling over de geschiedenis van een land is altijd een goede starter. De geschiedenis van Kenia valt uiteen in drie deeltjes: de komst van de Arabieren en de Europeanen, de bouw van een grote spoorweg en de onafhankelijkheid.
De Arabieren hebben door de organisatie van de slavenhandel vanaf de 8ste eeuw,Kenia beroofd van zijn beste en bekwaamste arbeidskrachten.Duitse en Britse avonturiers veroveren het binnenland. De Britten lijven Kenia in als kolonie, de Duitsers Tanzania. Toen de Britten alle stamoudsten vervangen hadden door Kenianen die in hun plaats bestuurden, wilden zij een spoorweg aanleggen van Kenia door Oeganda.Omdat de nodige arbeidskrachten ontbraken voerden ze 23.000 Indische arbeiders in. Die zijn gebleven en vestigden zich als handelaars naast de spoorweg> Vandaar de sikstempels en de vele Indiers die we in Nairobi zien.
De onafhankelijkheid in 1963 maakt de verzetsleider Kenyatta tot eerste president. Het wordt een regime waar corruptie de ganse staat ondergraaft. Het woord socialisme is zoals de gebouwen en de straten van Kenia tot opp de draad versleten. Aan vele winkels en banken staat G4Securitas met bewakingsagenten. Ze reageren enthousiast als ik hen zeg dat een van mijn zonen ook in dezelfde firma werkt. Iemand zegt: ze betalen slecht in de bewaking; zo een 100 euro per maand. Als ze mij vragen wat mijn zoon verdient, wil ik niet antwoorden. Het verschil is zo groot dat ze het zich gewoonweg niet kunnen voorstellen.
Alicja Geschinska kwam filosoferen over haar boek " de prijs van de vrijheid". Zij is een jonge gedreven filosofe die overtuigd is van de opdracht dat filosofen een maatschappelijke rol te vervullen hebben en meer en meer met waarden en normen moeten naar buiten treden.
Haar vertoog komt er in het kort op neer dat je zoiets hebt als negatieve vrijheid en positieve vrijheid.Onder negatieve vrijheid wordt een totale en absolute vrijheid begrepen die vooral de nadruk legt op het ontbreken van beperkingen en grenzen . Positieve vrijheid legt de nadruk op de inspanning en het vermogen om actief iets te doen in je leven. Daarbij speelt het onderwijs een grote rol en de strijd tegen vormen van discriminatie. Kernbegrip is de noodzaak an respect voor de ander en de noodzaak om vanuit de kennis ons handelen te laten leiden.
Alicja heeft op vraag van de uitgeverij haar boek sterk verbonden met haar leven,wat de overtuigingskracht van haar verhaal versterkt. Haar Poolse afkomst en haar jeugdervaringen als migrante geven een meer concrete inhoud aan wat je onder vrijheid kunt begrijpen. Een vrije ruimte volstaat niet om gelukkig te leven, je moet er actief iets voor doen om je vermogen te ontwikkelen en een goede mens te worden. Haar vader leek een individu dat onvoldoende zich inzette voor de actieve vrijheid tot hij vernam dat hij door ziekte slechts nog enkel een paar maanden te leven had. Dat was een keerpunt,waardoor hij zijn luiheid omzette in engagement. De katholieke achtergrond van haar herkomst is eveneens een belangrijk element in haar denken: de centrale vraag blijft wat is goed,wat is kwaad ?
Ethische kwesties blijven voor de filosofe van de vrijheid moeilijk. Het recht op euthanasie is voor haar geen positieve vrijheid. Het blijft bij een gebrek aan alternatieven, zonder de positieve kant van juist het laatste te beslissen dat je kan beslissen: wanneer is het punt gekomen dat dit leven echt niet meer de moeite loont om geleefd te worden ?
Toontje werd 62 jaar geleden in Deerlijk geboren.Een laat "ongelukje" in een gezin met reeds vier kinderen. Zijn kindertijd werd verpest door ontstekingen aan zijn been, waardoor hij meer in het ziekenhuis dan thuis verbleef en hij uiteindelijk met een been door het leven moest.Toch brachten de schooldirecteur en de onderwijzer veel huiswerk naar het ziekenhuis zodat hij niet ongeletterd bleef, hij was zelfs een tijd letterzetter in een drukkerij.
Bij de dood van zijn vader verhuisde Antoon naar Desselgem en ging hij inwonen bij zijn zuster in het café " Au Cocq d'or" te Desselgem. De naam verwees naar de vele hanengevechten die in het dorp georganiseerd werden omwille van de weddenschappen. Meestal in een of ander schuurtje achter een café. Het was maar een van de cafés waar Toontje lange tijd voor of achter de toog zou staan. Naast cafébaas was hij ook "allesman",want hij werkte in de textiel en hij was meubelmaker.
Zijn grootste hobby is seingever. De vrijwilliger die het verkeer regelt op een kruispunt wanneer er koers is. Zonder seingevers, geen koers! Toon is seingever bij een zestigtal wielerwedstrijden in de regio.Overal gaat hij met de fiets, zij actieradius wordt daardoor wel beperkt,maar het blijft zijn hobby. De wereld van de wielerwedstrijden kent hij door en door, bekende renners als Briek Schotte keken toen nog niet neer op de seingevers.De echte Flandriens hadden respect voor de seingevers.
Toontje woont alleen in een sociale woning. Toch is hij niet eenzaam. Eigenzinnig bezoekt hij zeer veel cafés. Daar wordt gepraat, daar vind je gezelschap. Alhoewel. Je moet niet alles voor waar aannemen wat er rond een toog verteld wordt.Alles wordt onder invloed van de nodige alcohol wel uitvergroot,maar je neemt het met een korreltje zout... en vervolgt je eigen weg.
Het nieuwe wielerseizoen start,meteen drukke tijden voor de seingevers.
Deze morgen werd ik wakker met het nieuwsbericht dat Hugo Chavez, president en revolutionair, aan kanker overleden was. De berichtgeving was natuurlijk gekleurd: het was een linkse populist die aan de bevriende en linkse buurlanden gratis (!) petroleum uitdeelde.Men zei er niet bij dat Chavez consequent een ander economisch model probeerde te ontwikkelen dat het kapitalistische Westen bestreed en de Latijns-Amerikaanse landen anders organiseerde. Met andere woorden: Chavez toonde aan dat een andere economie,niet op winstmaximalisatie gebaseerd mogelijk was.
Ik vond een boekje van Chavez zelf " Cuentos del Aragnero", waarin hij zijn autobiografie in juli 2012 neerpende. Het zit hierbij (klik op het beeldje) voor iedereen die het in het Spaans wil lezen. Het is geen literair meesterwerk,daarvoor is Chavez te veel een verteller, een volkmens. Ook is het in spreektaal geschreven waardoor er hier en daar wel woorden zijn, die niet in een woordenboek terug te vinden zijn.Maar al bij al blijft het begrijpbaar.
Het boek start met verhalen over zijn kindertijd, zijn familie en zijn roots. Zo leerde hij lezen en schrijven aan zijn oma, zijn ouders waren arme onderwijzers uit de Sabaneta,een streek in de buurt van de oliestad Barinas. Via de verhalen over zijn familiegeschiedenis ontdekte hij Simon Bolivar, de bevrijder van de Spaanse kolonisatie. Chavez leerde dat geschiedenis geen statisch gegeven is,maar een proces van opeenvolgende veranderingen,van gebeurtenissen die een reactie waren op elkaar gericht op vooruitgang.
De tweede belangrijke stap in het leven van Chavez is zijn opleiding in Caracas aan de militaire school waardoor hij waarden als kameraadschap, solidariteit en discipline ontdekt. In 1975 vindt hij als bij toeval een zwarte Mercedes met in de koffer boeken van Marx- Lenin en Federico Brito Figueroa. Deze Venezolaanse historicus en antropoloog schreef meer dan 30 boeken over Venezuela en analyseerde haarfijn de problemen van grootgrondbezit en de slavernij in de koloniale tijden.
De Revolutionaire Bolivariaanse Beweging poogde een militaire staatsgreep tegen het regime uit te voeren,maar mislukte. Toch werd de beweging de basis van wijkcomités en een volksbeweging opgebouwd naar Cubaans model. Chavez won er de presidentsverkiezingen mee.
Het was het model waarmee hij een totaal nieuwe staat uitbouwde met de herziening van de grondwet, nationaliseringen en landbouwhervormingen, onderwijs en gezondheidszorg en een winkelketen met goedkoop voedsel voor de armen.
In de praktijk waren er toch wel enkele schaduwkanten : een verregaande militarisering van de staat waardoor het leger uitgroeide tot een grote interne macht, de kwaliteit van het voedsel in de staatswinkels was soms ondermaats, de groeiende criminaliteit bleef een groot probleem.
Chavez gaf urenlange toespraken en interviews in zijn programma ' Alo presidente'. Hij zong volksliederen, dikwijls vals,maar volgens iedereen ' zeer mooi' en in zijn boek lees je ook de nodige zelfspot. Want voor hem was de revolutie: " vaderlandsliefde en humor"
In de cyclus hedendaagse filosofie was er een avond waar we zelf een poging tot filosofie zouden uitproberen met duiding door Willy Coolsaet achteraf. De formule van filosofiecafe uitgetest in Waregem.
Eerst over de inhoud: het gesprek en de meningen kwamen zeer langzaam op gang, een duidelijke afbakening en het begrippenkader zat niet meteen in de heterogene groep.De voorbereidende tekst van Rudolf Boehm was niet het uitgangspunt van de discussie, maar de allerindividueelste mening van de deelnemers. Het bleef een beetje ronddraaien in de erfelijkheidsleer en het ontstaan van de wereld tot het begrip "ziel" in de discussie opdook. Meteen bleek het immateriele element en het geloof in de reincarnatie toch sterk aanwezig bij een deel van de deelnemers. Tolerantie voor andere meningen was de nieuwe vluchtweg die werd aangereikt vanuit de meningen die bij het hier en nu bestaan bleven, het begrip eindigheid en er is niets na de dood. Een nieuwe poging om de grens van de discussie te verleggen maakte dat de believers in een leven na de dood uit de kast kwamen. Willy Coolsaet vond het welletjes.
Hij las een tekst voor van Martha Nussbaum waarbij eindigheid als een voorwaarde voor het goede leven werd aangegeven. Zijn ganse vertoog kwam er op neer dat je ongelukkig wordt als je gelooft in een of andere vorm van leven na de dood. Willy toont aan dat het begrijpelijk is dat we vluchten met als oorzaak de last van het leven. De eindigheid heeft positieve en negatieve aspecten. Ze drijft ons van project naar project, maar ieder project blijft eindig.
Willy had het niet gemakkelijk met de discutanten die in hun eigen ideeen bleven hangen en het grotere begrippenkader van de discussie niet door hadden De deelnemers waren zeer tevreden, de professionele filosoof bleef een beetje op zijn honger en vond de formule niks voor hem.
Een reis zelf organiseren is niet aleen kostenbesparend: het is zeer plzierig om je vakantie zelf volledig in handen te hebben. Wij doen dit sinds altijd.Zowel ver als dichtbij. Het leuke is dat er een organisatie bestaat in Brugge- Wegwijzer-waarbij je allemaal mensen en hun ervaringen kunt delen, wereldwijd. Wegwijzer organiseert elke jaar een alternatieve reismarkt.In de Brugse stadshallen zitten 250 informanten klaar om de bezoekers te helpen met de planning van hun reis. Gisteren zat ik er ook, om mensen te informeren die Zuid-Afrika wilden bezoeken. Aan mijn tafeltje namen tussen 10 en 18 uur zo een 12-tal nieuwsgieirge mensen plaats, die de sneeuw getrotseerd hadden om hun reisvoorbereiding aan te vullen met onze ervaring. Het ging van jongeren die dachten dat Zuid-Afrika spotgoedkoop was, tot mensen die dachten in één dag de afstand Johannesburg/Kaapstad met de wagen te overbruggen. De inschatting van de afstanden in Afrika lijden nog steeds aan de Mercator weerspiegeling waarbij Europa groter wordt afgebeeld omdat het de navel van de wereld leek. Meestal wilden de kandidaat-reizigers te veel in te weinig dagen en verloren ze daarmee de minder platgetreden paden uit het oog. Naast mij zat een Krugerpark-specialiste: ze moest eindeloos dezelfde gewone info herhalen, die je ook met een klik op internet terugvind: hoe reserveren,waar een auto huren, toegangsprijzen en hoe een bungalow huren. Een tendens voor het volgende reisjaar zit er in de nieuwere bestemmingen zoals Colombia. Maar Wegwijzer is meer dan de organisatie van deze alternatieve reisbeurs. Voor 25 euro lidmaatschap krijg je toegang tot duizenden reisverslagen, logiesbeoordelingen en een tweemaandelijks tijdschrift.In het reisinformatiecentrum te Brugge kan je ook deze resiverslagen raadplegen en copieren, reisgidsen inkijken, raad van ervaren begeleiders krijgen. Kortom als je zelf je reis wilt samenstellen is dat waar het kan. Een uniek vrijwilligersinitiatief waar vrijwilligers elkaar helpen. Doen !
Hondstrouw is het woord dat bij me opkomt als ik aan Jacob denk. In de positieve zin: je kan op hem rekenen. Jacob is het type militant dat ze niet meer maken: militant van de partij,militant van de vakbond , militant van de mutualiteit. De intensiteit neemt blijkbaar toe met de leeftijd.
In de partij, de socialistische partij, was Jacob de stille kracht. Jacob kende het stadhuis als zijn binnenzak: naast de vele kleine dingen die hij voor de Waregemnaren regelde, passeerde hij dagelijks in het stadhuis om de dossiers in te kijken die in het OCMW of de gemeenteraad zouden besproken worden. Geen grote verklaringen of tafelspringerij: Jacob was het socialisme aan huis bij de mensen.
Hij ging het lidgeld van de partij ophalen aan huis bij de leden. Een moeilijke en belangrijke opdracht: voor veel leden was dit het belangrijkste contact met de socialistische partij. Soms moest Jacob meermaals langs gaan: een jaar lidgeld betalen was voor sommige mensen te veel en bij hen ging Jacob meermaals langs
Maar Jacob was ook een actief vakbondsmilitant en delegee. Hij werkte als magazijnier in het textielbedrijf Concordia en was als delegee van de textielcentrale ten dienste van de vakbondsleden. Gedurende zijn ganse loopbaan is hij delegee gebleven en hij is tot vandaag voorzitter van de Waregemse textielafdeling. Maar zijn loopbaan werd ook afesloten met het einde van het zoveelste textielbedrijf.
Ook de socialistische mutualiteit kan op het militantisme van Jacob rekenen. Als voorzitter van de Vlaamse Federatie voor gehandicapten en Recreas ( Recreatief aangepast sporten) organiseert Jacob de participatie van de mindervaliden op een positieve manier via de sport en de volkspelen. Hij werkt daarvoor ondermeer samen met Somnival voor het zwemmen. Hij voerde actie voor de toegankelijkheid van de openbare gebouwen in Waregem en aparte parkeerplaatsen voor gehandicapten.
De reactie van Jacob op zo veel loftuitingen is bescheiden: je kan je moeilijk voorstellen dat je dit allemaal in een mensenleven kan organiseren .het staat wel in schril contrast met de manier waarop de politieke partijen via marketingtrukken de kiezer tegemoet treden.
Het is opnieuw crisis, zeker voor de jongeren op de arbeidsmarkt.Meer noch allochtonen worden nog meer gediscrimineerd bij het vinden van werk: soms moeten ze slechts maar hun voornaam zeggen of de telefoon vliegt op de haak. Deze jongeren belanden dan ook vrij snel in de armoede. En meteen staan ze ook zeer dicht bij de criminaliteit.Maar de relatie heeft alles te maken met hun sociaal economische toestand, niet met hun afkomst of origine.
De jongeren staan onder zeer grote druk om het te maken en dus werk te vinden. Opvoeding is dikwijls een afwisseling tussen straf en beloning. De gekende stok of de wortel. Ik geloof meer in beloning om een leereffect te bekomen,straf frustreert en heeft te veel nadelige neveneffecten.De GAS-boetes zijn een duidelijke illustratie van de denkwijze om "overlast" te bestraffen.
Een gekend fenomeen is de externalisatie: iemand anders is de schuld, iemand anders moet het dus oplossen.Dit kan niet zonder de individualiseren van alle maatschappelijke problemen en de groei van het nationalistisch gevoel als antwoord op de globalisering. Het wegvallen van de maatschappelijke denkkaders versterken de indruk dat wij zelf verantwoordelijk zijn voor onze situatie en onze toekomst.
In het jongerenwerk van vandaag ontbreekt de maatschappelijke context: de jeugdbeweging is geent op burgerlijke methodes en doelstellingen. De verschuiving naar het lokale nivo versterkte deze tendens enkel. Nu blijft er niet veel meer over dan de papierberg om plannen en subsidies te bekomen. Maar alles keert terug: in het huidige jeugdwerk duikt P. Freire, Gieseke en Gramski terug op als inspiratiebron. Dertig jaar geleden voegde men de daad bij het woord en waren er marsen tegen de jeugdwerkloosheid. Waar blijven ze vandaag ?
Blijkbaar werken goede voornemens. Het helpt ook meteen als je ze publiek maakt en op papier zet. Dan werken ze nog meer. Dus hup met de geit.Een stuk goede voornemens hoef ik me niet voor te nemen: ik stopte vijf jaar geleden met roken, vorig jaar schreef ik het boek dat zo lang op zich liet wachten, dit jaar kan ik na drie jaar vertraging eindelijk met brugpensioen.
Wat blijft er dan nog over, na al die mooie vooruitzichten ? Misschien het eerst even over de gewone dingen hebben. Zoals reeds 12 jaar is er opnieuw een cyclus over hedendaagse filosofie 2013 met Gustaaf Cornelis op 24/1, Ignaas Devisch op 21/2, Luc Vanneste op 28/2 en Alicja Gescinska op 21/3 in samenwerking met CC De Schakel te Waregem. Na de skivakantie gaan we Kenia ( april) verkennen waar een luik vakbond en vorming ongetwijfeld niet zal ontbreken.Het afscheid van de kameraden in de Algemene Centrale volgt in mei. Juni wordt Manchester om een nieuw kleinkind te begroeten. In september/oktober willen we druiven/olijven plukken in Griekenland op Kos om de familiebanden en de crisis beter te vatten.
En dan de echte voornemens; het ongewone. Ik wil me echt eens inleven in de plaatselijke Marokaanse gemeenschap en die van binnenuit begrijpbaar omschrijven om het beetje racisme en vooroordelen die ik dagelijksontmoet te bedwingen en een antwoord te geven.Tweede optie is een degelijk stukje te schrijven over de VNV-opmars kort voor de tweede wereldoorlog en tijdens de Duitse bezetting. Daarna wil ik het project om samen met Atef de Palestijnse geschiedenis te herschrijven opnieuw opnemen. Maar de volgorde van deze projecten kan veranderen, de projecten wellicht ook. Kwestie van bezig te blijven met hetgeen me echt boeit.Voor de rest veel mantelzorg en vrijwilligerswerk om in beweging te blijven.
De officiële biografie door Nelson Mandela zelf in de gevangenis op Robbeneiland geschreven is een lijvige turf: 581 paginas. Nelson Mandela heeft er zijn officiële, door het ANC goedgekeurde biografie, van gemaakt. De persoonlijke gebeurtenissen uit zijn leven zijn beperkt en traditioneel: zijn jeugd, zijn moeder, zijn mislukte relatie met Winnie. Zeer interessant is dat deze biografie officiële toespraken en uittreksels uit onderhandelingsgesprekken bevat, die je bijna nergens anders terug vindt. Het boek geeft ook een goed idee over de andere organisaties die een rol speelden in de strijd tegen de Apartheidspolitiek zoals het Pan Africanist Congress, de Inkatha Freedom Party en chief Buthelezi. Alleen de relatie tussen Mandela en de Communistische partij blijft zweven tussen erkenning en afstand nemen.
Een militant leven
Na zijn verkiezing in de studentenraad vlucht Mandela naar Joburg om te ontsnappen aan een gedwongen huwelijk. In die periode leidt Mandela een armoedig bestaan en sticht hij samen met Oliver Tambo zijn advocatenkantoor. Hij wordt verkozen als bestuurslid van de jeugdliga van het ANC en is een belangrijke organisator van de Defiance Campaign. Dit was een campagne waarbij goed opgeleide vrijwilligers de wetten overtraden en zich in groep lieten arresteren als protest. Het kostte Mandela een eerste veroordeling. Ondertussen werd het belangrijke Freedom charter het handvest van het ANC, door de verschillende banning-orders (een soort huisarrest en verbod op deelname aan politieke activiteiten) kon Mandela dit belangrijke moment niet meer meemaken. Mandela brak met het geweldloos verzet, dook onder en richtte de MK op. Dit clandestiene verzetsleger voerde hoofdzakelijk sabotagedaden uit tijdens de Anti-apartheidsstrijd. Mandela vertrok op reis in Europa en Afrika om geld, wapens en training voor het nieuwe leger te verkrijgen. Deze illegale reis en zijn oproep tot een thuisblijfstaking vormen de basis voor zijn tweede proces. De uitspraak luidt uiteindelijk levenslang
Robbeneiland
De ganse ANC-leiding belandt in de gevangenis op Robbeneiland, een gevangeniseiland voor de kust van Kaapstad. Gedurende 28 jaar zal Mandela een nieuwe strijd voeren voor het respect van de elementaire rechten en de erkenning als politieke gevangenen. Met wisselend succes: afhankelijk van de directeurs en de cipiers van de gevangenis. In de gevangenis groeit Nelson Mandela uit tot een wereldwijd symbool van het verzet tegen de Apartheid. Tijdens die periode is de opleiding en de herbronning van de geschiedenis van het ANC en het studeren een steun om te blijven geloven in de strijd. Na de opstand in Soweto komt een nieuwe generatie jongeren het ANC in de gevangenis versterken. Door de jongeren wordt Mandela de echte informele leider van het ANC. Hij wordt uiteindelijk naar een andere gevangenis overgeplaatst, een begin van onderhandelingen met het regime en een voorafname op zijn uiteindelijke vrijlating.
De lange weg: onderhandelingen
Het zal nog 8 jaar en vele doden kosten vooraleer de overgangsregering en de eerste vrije verkiezingen in Zuid-Afrika mogelijk worden. Inkatha wordt door de Zuid-Afrikaanse politiediensten gefinancierd en valt systematisch ANC-leden aan. De donkerste periode voor de dageraad is het laatste uur voor zonsopgang. Maar het ANC blijft koelbloedig en kan het onderhandelingsproces in de juiste banen leiden: one man, one vote. Hier mee beschouwt Mandela zijn historische rol in de wereldgeschiedenis als vervuld.