Suzanna stond krampachtig te kijken naar de overkant van de
Leie. In de Wikings, een oud sportterrein waren enkele nieuwe barakken gebouwd
om de verdachten van de collaboratie voorlopig
onder te brengen, tot een speciale rechtbank zou oordelen over schuld en
onschuld. Suzanna had lang getwijfeld of ze wel zou komen, maar de vlinders in
haar buik waren sterker dan haar redelijke overwegingen. Marcel was in de
na-oorlogse verwarring en het tumult snel opgepakt. Het feit dat de
terugtrekkende Duitsers een paar Waregemnaars neerschoten, die iets te vroeg de
Belgische vlag hadden gehesen, gaf de witte brigade volmacht om iedereen die
verdacht was van collaboratie aan te houden. Ook onschuldigen. Of
sympathisanten van de Duitse bezetters of de Vlaamse zaak. In de verte zag Suzanna een jonge man verlangend naar de overkant
dromen. Was het Marcel of een andere man? Ze greep haar witte zakdoek en wuifde
heen en weer, de man wuifde terug, alle mannen wuifden terug. Een hilarische
situatie. Een beetje ontgoocheld keerde Suzanna op haar stappen terug, dit was
geen leuke ervaring.
Aan tafel bij pastoor Tanghe
De wijn was voortreffelijk. Kalfslapjes, bloemkool en aardappelen.
De meid van pastoor Tanghe was een voortreffelijke kokkin. Niks speciaals, geen
haute cuisine, maar echte boerenkost. Tony Herbert sprak tussen de
verschillende eetbedrijven tot de pastoor: Meneer pastoor, het wordt stilaan
tijd om de komende verkiezingen eens aan te kaarten in uw zondagspreek. De
gemeenteraadsverkiezingen hebben de Christelijke werkervereniging aan de macht
gebracht. Dank zij onze steun, de Christelijke werkgevers werd Majeur
burgemeester van Kortrijk. Maar ook de goddeloze socialisten deden het goed en
behaalden zes zetels. We moeten de parochianen waarschuwen voor die atheïsten.
We mogen de weg van Menen niet op gaan waar de socialisten met Debunne baas
zijn. Voor het te laat is, moeten we alles in het werk stellen om de
katholieken de verkiezingen te laten winnen. Als het nodig is moeten we zelfs
als één katholiek blok,arbeiders,boeren,middenstanders en patroons samen in een partij opkomen bij de
verkiezingen.
Marcel Vandekerkhove ziet het op dezelfde manier:
Eerwaarde, U kent toch ongetwijfeld ook de moeilijke situatie waarin we nog
steeds verkeren. We staan aan de vooravond van belangrijke gebeurtenissen. Het
is nog steeds crisis en internationaal nemen de spanningen alsmaar toe. Ook in
Kortrijk organiseren de Vlaamsnationalisten zich. Een deel van onze beminde
parochianen bezwijkt voor de lokroep van de flaminganten. Zij keren zich af van
ons geloof
Pastoor Tanghe kijkt peinzend en stuurs voor zich uit. Hij
ontvangt niet zo graag richtlijnen voor de zondaagse preek. Maar hij bedenkt
dat hij misschien handig van de situatie kan profiteren en laat nog een flesje
wijn opentrekken. Veel praten zal niet helpen, zegt hij. We moeten iets doen om
het vertrouwen terug te winnen. Moesten we nu een fonds voor de arme, meest
begaafde kinderen oprichten zodat ze verder kunnen studeren? Met jullie hulp en
financiering. Het bestaande fonds van de stad is een druppel op de hete plaat
en ondersteunt de studerende kinderen slechts met een kleine som,zelfs niet
genoeg om de studieboeken te betalen. Herbert en Vandekerkchove zien het
zitten. Aan wie had meneer pastoor gedacht ?
Pastoor Tanghe had aan zuster Geraldine de resultaten van de
meisjes uit het 8°studiejaar opgevraagd. Op de eerste plaats stond Suzanna met
98%, een meisje uit het arbeiderskwartier. In het voorbereidend jaar van de
normaalschool van Tielt was er nog plaats. De tafel werd afgediend, dikke
sigarenwolken vulden de pastorij. In de verte weerklonken de eerste
mortierschoten. De tweede wereldoorlog was op komst.
De normaalschool
Vol hoop en verwachting stond Suzanna voor de grote poort
van de normaalschool te Tielt. Hier kwam haar kans om uit de armmoedige wereld
van thuis te ontsnappen. De wereld zal vol vuur en vlam,spannend te wachten op
nieuwe en betere tijden. De poort van de normaalschool sloot en de inwonenden
hoorden niks van het verre oorlogsgedruis. Woekerhandel en gesjacher met boter
over en weer de grens hielpen de Kortrijkzanen overleven. In de normaalschool
brachten boerenmeisjes-studenten de voeding in manden van thuis mee. Het leek
of het geen oorlog was. Suzanna bracht om de drie maand de schoolrekening en
haar resultaten bij pastoor Tanghe. Hij lachte tevreden, Suzanna zou het
ongetwijfeld tot moeder overste in een klooster schoppen en haar hart aan de
Heer schenken. Zijn investering en de investering van de rijke kortrijkzanen
was een goede zet: die onderwijzeres zou het schooltje van de parochie gratis
en kosteloos groot maken. Suzanna was begaafd, enthousiast en een beetje
naïef-idealistisch. Allemaal eigenschappen waarmee je een mooie loopbaan in het
onderwijs kan maken. Suzanna was zo ijverig dat ze tijdens de vakantie
leergangen volgde om een tweede diploma lichamelijke opvoeding te behalen. In
de gouden kooi van de normaalschool was de oorlog ver weg. Een hartsvriendin
Clara zorgde voor de eerste contacten met de georganiseerde kajotstersbeweging.
Het was een uitvlucht om niet regelrecht naar een nonnenbestaan gevoerd te
worden. De twijfel om de bruid van de heer te worden was meteen gezaaid:
Cardijn inspireerde de arbeidersjeugd tot inzet voor de aarde, niet voor de
hemel. En dat was geen zonde
.
Waregem
Suzanna was 21 en pas afgestudeerde onderwijzeres. Haar opdracht bij de zusters Toeloose nam haar volledig in beslag. Het was haar eerste job, ze wou het dus super goed doen. De zusters Toeloose hadden vanuit een klein borduurwinkeltje de eerste technische school voor meisjes opgericht. De borduurschool groeide uit tot een naaischool met de hulp van deken en bisschop. Suzanna moest bij juffrouw Toeloose slapen, zij had hartstoornissen en was bang eenzaam te sterven. De weekdagen waren gevuld met godsdienstrituelen van de ochtendmis tot het avondgebed. Suzanna zat in een semiklooster, een poging om haar alsnog binnen te rijven als non en religieuze. Zo was er ook begeleiding voorzien door een geestelijke. De paters Oblaten in Waregem vervulden de functie van geestelijke begeleider. Jarenlang zou Suzanna bijna eenmaal per maand in een persoonlijk gesprek haar vragen, haar twijfels voorleggen aan een pater Oblaat. Deze begeleider nam haar figuurlijk bij de hand en loste alle mysterieuze en gevoelsproblemen op.
Gevoelens, zoals elk jong meisje bruiste het van binnen bij Suzanna. Op zondagnamiddag speelde een accordeon in een verlaten garage. Een paar meisjes dansen het einde van de oorlog in,.in de armen van pretmakende jongeren, die aan de mobilisatie hadden kunnen ontsnappen. Daar leerde Suzanna Marcel kennen op een mooie zondagnamiddag in de weinige vrije tijd waarover ze beschikte. Dansen was Suzanna haar regel niet, wel urenlang praten over de ernstige dingen in het leven. Marcel zag het zitten, een onderwijzeres was goed voor de opvoeding van de kinderen. Alleen, hij had een klein beetje zijn voorbije Vlaams idealisme tegen. Nog voor het echt aan was met Suzanna werd hij opgepakt. Voor en tijdens de oorlog had hij in zijn jeugdige overmoed gedweept met de Vlaamse zaak, met de Vlaamse idealen. Een paar cafédiscussies aan de toog, geen echt engagement. Maar genoeg voor de Waregemse witte brigade om hem manu militari naar de Wikings te brengen.
Toen viel een bom
Bij de bevrijding van Kortrijk bombardeerden de geallieerden
nogal fors, waarbij er heel wat bommen op verkeerde plaatsen en burgerdoelwitten
terechtkwamen. Een Kortrijkse school in de Recolettenstraat werd getroffen en
acht zusters verloren het leven en belandden regelrecht in de hemel. Bij gebrek
aan onderwijzend personeel werd Suzanna een plaats aangeboden door pastoor
Tanghe. Voor Suzanna het einde van een Waregemse periode en de terugkeer naar
het ouderlijk huis. De afspraken met Marcel werden vervangen door
Kajotsteractiviteiten op zaterdag en zondag. Via een toekomstige kloosterzuster
werd ze gekoppeld aan haar nieuwe man. Een huwelijk dat niet meteen de vurige
liefde bracht waar ze naar smachtte.
Maar Marcel is niet vergeten. Op 88-jarige leeftijd droomt
Suzanna nog steeds van Marcel. Zij discussieert met hem in haar hart: Ja Marcel.
Je koos er voor om verder in de politiek te gaan. Welwaar in de CVP en als
burgemeester van Ruislede. Nee, je had niet de moed om mij een tweede keer ten
huwelijk te vragen. Je hebt me al die jaren niet opgezocht. Toch werd het warm
in mijn hart als ik aan je dacht. Spijtig, ik had je moeten zoenen, je in mijn
armen moeten nemen. Dan had ik een ander leven gehad, met minder zorgen en
wellicht met meer liefde
|