New York staat bekend voor zijn kunstmusea: groot, groter en grootst. Wij bezochten Guggeneheim, Moma, MET, Witney en het Museum of the City of New York. Allemaal musea met enorme collecties en een prachtig interieur. Wij beperkten ons tot de moderne kunst.
Centraal staat de vraag naar de rol van de kunst in onze maatschappij. Kan kunst de wereld redden of met andere woorden verbeteren, mooier maken ? Kan kunst een individuele mens beter of mooier maken ? Of is de rol van kunst ogen te openen, bewust te maken ? Of is kunst gewoon een belegging; handelswaar ? Kunst is een beetje het antwoord op al die vragen,maar in verschillende mate.
In de New Yorkse musea hangt zeer veel Europese kunst: Bracke, Picasso, Monet en Manet, Brothaers en Margritte. Ik wist niet dat die schilders zo veel kunstwerken gemaakt hadden en dat er in New York zo veel Europese kunstenaars gekocht waren.Het heeft te maken met de immigratiegolven uit Europa en het gebrek aan eigen kunstenaars die zich op deze Europese kunstenaars inspireerden voor hun eerste werken. Kunst als een stuk heimwee en kunst voor de poen.
Van de Amerikaanse kunstenaars kennen wij weinig. Ja Pollock en Edward Hopper. De abstracte druppaintings en de wat eenzame figuren die zo uit het schilderij vervreemd lijken. Een trend die in de Amerikaanse schilderkunst duidelijk aanwezig is. De zoektocht naar de eigen identiteit van de migranten in een nieuw land. Kunst als zalf op de ziel.
De openingstentoonstelling in het nieuwe Witney museum wou de relatie van kunst met de wereld brengen. Een boeiende ontdekkingstocht van Amerikaanse kunst tussen 1900-1975 in relatie met de belangsrijkste politieke en maatschappelijke gebeurtenissen. Het is moeilijk om naar jezelf te kijken is de titel. Economische groei, de grote depressie,de betrokkenheid bij twee wereldoorlogen, Vietnam,rassenrellen en discrimunatie: het is een ogenopener in de tentoonstelling. De installatie over de museumbewaker geeft het aan: deze job is nog steeds voor zwarten. De epiloog: Obama en 9/11. Kunst als middel om bewust te maken.
Bij het bezoek aan de Verenigde Naties doken we de bibliotheek binnen en tot onze grote verwondering mochten we zo maar de aanwezige kaarten en documenten raadplegen. Palestina moesten we zoeken onder Israel. Dit land had geen aparte schuif in het archief, alhoewel het een speciale status heeft als toehoorder in de algemene vergadering. De kaarten zijn belangrijk en geven alle bronnen van conflicten aan : de Israelische colonies, de vluchtelingenkampen, Jeruzalem en de niet-erkende grenzen. Het materiaal bevat ook luchtfoto's,ik word stil en denk aan de vele uren dat op basis van dit materiaal vruchteloos onderhandeld werd.
Een verrassend inzicht kreeg ik door het bezoek aan openbare en privébibliotheken in New York.
De openbare bibliotheken stammen uit het Roosevelt-programma om de crisis uit de jaren 30 te bestrijden met openbare investeringen en via vorming en opleiding van alle lagen van de bevolking een hoger onderwijspijl te geven. Een totaal ander visie, dan de besparingen die men vandaag oplegt om de crisis te bestrijden. Nee, in de jaren dertig werd er veel geld geinvesteerd om de economie opnieuw te doen draaien.
Vandaag voeren ze actie voor hun voortbestaan en voor nieuwe investeringen om uit te groeien tot kunsten- en onderzoekscentra.( http://www.nypl.org/). In deze openbare bibliotheek (met een netwerk van 88 andere bibliotheken) waren tentoonstellingen, rondleidingen, onderzoek en programma’s voor kinderen. Een duidelijke educatieve functie.
Daarna bezochten we de bibliotheek van JP Morgan.( http://www.themorgan.org/) Deze indrukwekkende privéverzameling met unieke boeken zoals The Canterbury tales, unieke Bijbelversies uit de middeleeuwen, eerste drukken van Gutenberg en een tentoonstelling over Lincoln en van de fotograaf Emmet Gowin. Hier blijkt de collectie een flinke belegging van de rijkste bankier ter wereld.
Bibliotheken zijn niet alleen verzamelplaatsen voor boeken. De wijze waarop ze georganiseerd worden toont een achterliggende politieke visie. Volksopvoeding en geloof in emancipatie of een verzamelplaats voor kostbare collecties zijn mogelijke keuzes.
Het zat er reeds een tijdje aan te komen: een citytrip naar New York. Kunst, parken, optredens en een stevig potje ideologie, meer moest dat niet zijn. Via Wimdu had ik een kamer bij particulieren geboekt. Niet meteen goedkoop, maar de kleine ruimte werd goedgemaakt door de Jacuzzi op het dakterras en de fitness en poolruimte, de mogelijkheid om te wassen.
De gastheer verbleekte toen een van mijn eerste zinnen was : " ik schreef een boek over Palestina". Stilaan zou ik ontdekken dat ik bij een van de vele New Yorkse hippe en trendy joden terechtgekomen was.Golem, handdoekjes, tora gebedsrol, kaarsje aan en uit waren duidelijke signalen.Net zoals bij Woody Alan werkte het koppel aan zijn ultieme droom: een film maken. Alles stond in het teken van hun droomproject. Zij waren reeds zo ver dat zij over een script, een regisseur en acteurs beschikten. Alleen financieel waren ze nog niet rond en er ontbrak nog een grote vedette.
Een anecdote in een wereldgrootstad waar 9 miljoen mensen wonen,op een voorschot groot.New York heeft door de vele immigratiegolven na elkaar, een reuzegroot huisvestingsprobleem. Naast de speculatieve leegstand zie je de kloof tussen arm en rijk en vele daklozen. Actiecomités klagen de toestand aan en eisen dat de overheid actiever ingrijpt in de woningmarkt door leegstand en monolievorming fiscaal te bestraffen.Ook de huurprijzen zijn onvoorstelbaar hoog: een klein appartement kost snel 3000 $. Ondermeer daarom verhuren nogal wat New Yorkers een kamer aan toeristen.
Een ander probleem is de toewijzing van de huizen en de discriminatie van de zwarte bevolkingsgroep.De blanke bevolking trekt massaal naar de buitenwijken waardoor de kwaliteit van de huizen en de buurt snel achteruitgaat. Dit fenomeen is er als het ware ingebakken. Bij de eerste migratiegolven verlieten de blanke inwoners van New York massaal hun burgerhuizen en verhuurden die aan vele families.Meteen kwamen de nieuwe migranten in overvolle kamers terecht zonder verlivhting, verlucghting en sanitait. De toestand verbeterde slechts toen de overheid bij wet een wc per twee gezinnen verplicht maakte en brandveilige trappen als minimum veiligheid verplicht maakte. Vandaag is de New Yorkse huisvestingsmaatschappij door de recente besparingsgolven machteloos tegenover de grote nood aan woningen.
Jongeren spreken in New York over twee dingen: als ik een job heb wil ik flink verdienen én een mooi trendy appartement.De huisvesting is een onderdeel van het salarispakket geworden, dit komt sommige multinationale ondernemingen en baken goed uit: zij zijn de eigenaars van een groot deel van het vastgoed. Voor hen is dit een speculatieve belegging, die nog opbrengt ook.
Tony schreeuwde: " Champagne voor iedereen ! " De nieuwjaarsreceptie kon niet meer stuk. De grote betonnen hangaar was te klein voor potige bouwvakkers, opgetutte bediendes, grijnzende architecten. Het lange zelfbedieningsbuffet werd bestormd. Er werd collectief gegraaid in de grote snoepdoos van het multinationale prefabbedrijf. De trukendoos werkte perfect: lage prijsoffertes, hoge afrekeningen en lucratieve winsten. Of zoals de slager achteloos aan zijn klanten vraagt: madame, mag het iets meer zijn ?
Het lelijke eendje
Sofie leek een leuke baby. Mollig, maar dat zijn alle gezonde baby's toch ? Het woord obesitas was nog geen krantennieuws. Toch was Sofie's strijd constant: overgewicht en gezelligheid hadden grenzen. Sofie dacht dat ze voortdurend faalde. In het openbaar compenseerde ze haar gebrek met een gulle lach en warme vriendelijkheid. Eigenschappen waarmee je scoort in de jeugdbeweging, moeilijker in de dancing of de jeugdclub als de jacht open is. Bam, op een zwoele zomeravond verscheen Geert in haar leven. Sofie was meteen smoorverliefd.Geert niet, maar hij hield wel van spelletjes. Hij had die twinkeling in zijn ogen,waardoor de halve vrouwelijke jeugdclub in katzwijm viel bij een slow. En daarna wandelde hij trots en stijlvol naar de zoveelste pint aan de bar, net een kwajongen. Sofie was tot over haar oren verliefd; ze had één doel: Geert bezitten. Het zou hare vent worden, of hij dat nu wilde of niet.Helaas was Geert een parmantige schuinsmarcheerder met verschillende ijzers in het vuur. Dat vond hij pas spannend en avontuurlijk.
De goudmijn
Een krantenwinkel is een beetje als een frietkot: je kan er goed van leven als je veel uren klopt. Sofie hield van haar bedrijf: s'morgens vroeg op en veel praatjes. Eerst de pendelaars, dan de gepensioneerden en de scholieren. Sommigen verstrooid gehaast, anderen drentelend en op zoek. Iedereen is ergens aan verslaafd. Het nieuws, de sigaretten, snoep of kansspelen. Allemaal inkomsten, kleine goudmijnen. Tot Sofie tot haar eigen geluk de grote goudpot won. De Lotto ! Geert was ondertussen haar rondreizende verkoper op zoek naar zichzelf geworden. Zijn eerste gebaar bij de toevalstreffer was de vinger op de mond: ssst. Het stond immers vaak genoeg in de Gazet en in de sterren schreven dat koppels door het grote geluk voor altijd ongelukkig werden. Natuurlijk door slechte adviseurs, malefide bouwondernemers of onbetrouwbare vrienden. We moeten dus gewoon blijven doen, verder leven alsof we geen rooie duit bezitten en het geld goed en liefst ergens in het verre buitenland beleggen.
Maar Geert zag zo veel opportuniteiten, zoveel bedrijfjes die hij voor een appel en een ei kon opkopen. Hij werd de koning in cementland, zonder dat hij er erg in had. Sofie trooste zich met een nieuw kleedje. Zij zat immers dikwijls alleen. De witte prins op zijn paard had een nieuwe hobby: renpaarden.
Waregem Koerse
In de "Far West" zijn nieuwe rijken een klein elitair clubje. Met vaste feestjes en recepties. Waregem koerse is een topdag. Je kan zaken doen, netwerken, politici en kabinetsmedewerkers aanspreken, de rijke wereld van intercommunales onder de arm nemen, én op een paardje wedden. Grote witte tenten vullen het middenplein van de hippodroom. In de tenten van de zwembadbouwer zijn er oesters, champagne en ordinaire hapjes. Hoeden en dames zijn als pauweveren om je te laten zien en gezien te worden. Een wedstrijd zorgt er voor dat ook rijpere dames in de kijker lopen, en niet alleen het jong geweld zich van zijn stillettozijde kan laten zien. De voedingsbodem is competitie. De grote filosofische vraag in ondernemersland blijft : wie is de beste, de rijkste, wie verdient veel geld, wie kan van niks iets maken ? De leugen regeert, bedrog brengt op. Paarden doen er aan mee. Parades, competitie en stimulerende middelen om te winnen.En op de achtergrond bedrogen echtgenotes en minaressen van één nacht.
Ontaarde ontknoping
Geert zijn dag wordt mooi, niet alleen door de zachte muziek op de hotelkamer. Nee, door het jonge en rauwe vlees in zijn bed. Als een ongetemde jonge teef, die afwil van de traditionele familieband. Geert plukt wijsheden uit het dikke boek van zijn levenservaring. Hij nipt genoegzaam aan zijn koffie. Haar jongenspyjama glijdt achteloos van haar schouder, oranje fruitsap. Lady wil de jaccuzi in en fluistert dat de nacht kort was. Zij lag wakker Geert op te wachten. Geert mompelt over files, bedrijfsvergaderingen en kletsende collega's, die niet meer door dezelfde deur kunnen zonder hem. David Hamilton is niet ver weg.
Het hoge woord is er uit: Geert zal altijd bij Lady blijven en Sofie, zijn wettige verlaten. Nu nog, vandaag nog. Hij stapt de wagen in en rijdt langzaam naar de oprit.
Sofie wacht hem op. "Je komt mijn slaapkamer niet meer in. Het is genoeg geweest. Nee, jouw koffer staat niet klaar. Je krijgt geen koffer mee.Alles is nu van mij. Niks van jou.Je hebt toch geen herinneringen nodig aan onze relatie. De emmer is vol. Vandaag heb je er de laatste druppel aan toegevoegd. Toen ik je op de buik van die vrouw ' I love you' zag schrijven met lippenstift, zonk ik in de grond van schaamte. Het aperitief was nog niet eens voorbij, iedereen zat jullie aan te staren. Ik voelde mij wegdraaien. Het gekir van Lady, het heimelijk knipogen van je drinkebroers, het gekuch van de burgemeester, de notaris en de pastoor: alles werd helder. Je gefliflooi met jongere opgetutte liefjes zijn een constante slag in mijn gezicht.Je maakt mij voor iedereen belachelijk. Vroeger verborg je jouw overspel, heimelijk én deftig.
Maar zelfs dit kun je niet meer voor mij opbrengen. Je laat geen spaander heel van mijn waardigheid. Je grijnst me aan vanuit de overtuiging dat ik volledig van je afhankelijk ben. Dat ik zonder jouw mijn luxeleven verlies.
Maar je hebt het mis. Ik kocht mij in het verre buitenland een mooi optrekje, een minnaar en een nieuwe toekomst. Ik steek hier de boel in brand. Door jouw schuld. Je zult branden als in de hel. Niet in het hiernamaals, maar nu."
Sofie werd veroordeeld tot 10 jaar gevangenis wegens een moordaanslag..
Wouter Kusters schreef twee dikke boeken over psychose en filosofie. Hij was gisteren te gast in de reeks hedendaagse filo in Waregem. Hij start zijn "lezing" met zijn persoonlijk verhaal: hoe hij zelf twee maal in een psychose belandde en er uit geraakte. De triggers waren drugs en liefde. Hij verbleef telkens in een instelling. Als je een gevaar wordt voor jezelf of de samenleving moet je opgenomen worden.Hij beschrijft deze intense individuele ervaring als een zoektocht naar de diepten van jezelf,waarbij alle communicatie met de anderen en de wereld afgebroken wordt.Je gaat als het ware door de Rennius machine. Deze machine spiegelt alle voorwerpen zodat de wereld omgedraaid wordt. Letters worden spiegelschrift.Wouter Kusters zijn psychose was eeerder manisch van aard: hij kon alles aan en stond boven alles en iedereen in de existentiele crisis die hij doormaakte. Allen het gevoel opgesloten te zitten, er niet uit te kunnen, is de basis voor angst.
Dit brengt ons bij de filosofie: de verwondering. Omdat filosofie ook op zoek gaat naar de grote denkkaders om onszelf en de wereld rondom ons te bevragen en te verklaren. Waanzin heeft drie focuspunten gemeen met de filosofische methode: het begrip tijd, getallen en eeuwigheid. Om aan filosofie te kunnen doen zijn ook de voorwaarden identiek aan de waanzinnige persoonlijkheid: onthechting, conceptueel, op zichzelf gericht en het object besmet het subject. Met andere woorden is een filosoof een beetje gek: soms wel ! Alleen is het een zelfbewuste keuze om zich zo erg op een idee te focussen, de psychpaat valt als het ware ten prooi van zijn verwarring.
Wouter Kusters vond veel inspiratie bij mystieke en religieuze filosofen in de zoektocht naar de zingeving van zijn persoonlijke crisis. Er zijn ook veel gelijkenissen tussen openbaring, apocalyps en religie. Als je je te erg focust op één ding verlies je voeling en contact met je omgeving, met je realiteit. Zo kom je uiteindelijk in Syrie terecht...
Opruimen blijft moeilijk,zeker als het grondig gebeurt. Maar je kan een huis niet blijven volproppen met spullen, die je eigenlijk niet meer gebruikt. Ruimte is nodig om stog te verjagen. Ik heb veel boeken en er komen er bijna dagelijks bij. Ondanks de e-wereld. Ik heb dus beslist te kiezen voor meer ruimte en moet aan de slag.
Maar ik wil wel het milieu respecteren en de boeken respectvol elimineren.Ik trek naar een dichtbije Ecoshop met drie wasmanden boeken. De jongeman aan de kassa neemt ieder boek peinzend in de hand, maar zijn onmiddelijke chef meldt dat het sneller moet gaan en er geen plaats is voor boeken. Meer dan de helft krijg ik terug, de rest een prijs van amper 2 euro, daar moet nog een 1 euro naar de ecoshop en ik moet 7 euro inschrijvingsgeld betalen. Ik vind het maar niets,maar je kan met boeken toch niet naar een containerpark ?
Gelukkig is er de Oxfam bookshop. Een goed doel helpt je af van het verdriet en de scheidingsangst die je onvermijdelijk bij een dergelijke operatie beleeft. Je neemt afscheid van goede vrienden, boeken die je las en waarmee je een band opbouwde, je krijgt precies een gat in een geheugen vol met mooie verhalen. Maar goede doelen zijn nieuwe verhalen, op voorwaarde dat je de Oxfam bookshop snel binnen gaat en weer buiten. Anders loop je het risico opnieuw met evenveel boeken te vertrekken.
Je kan ook bij de "Sleghte" een poging wagen. Maar veel geld zal je niet vangen. Je rijd kilometers om met een paar euro en het grootste deel van de boeken huiswaarts te keren. De naam zegt genoeg. Dan blijft er nog de kringloopwinkel. Een gratis donatie waarmee je een deel van de sociale economie overeind houdt. Maar ook kringloopwinkels zijn selectief, zodat je tenslote toch op het containerpark aan komt.Misschien is het beter te wachten op een geefplein of een ruiloperatie met gratis boeken. Die initiatieven van de transitiebeweging zijn een poging om op een andere manier te leven. En daar passen mijn boeken het best in.
De aanslag op de redactie van Charlie Hedo, een satirisch weekblad, door misdadigers die zich op de Islam beroepen, heeft 12 slachtoffers gemaakt. Er vallen, begrijpelijk, grote woorden: een aanslag op de democratie, de vrije meningsuiting, onze cultuur en pers-vrijheid. De communicatiekloof tussen allochtonen en autochtonen leidt tot abstracte denkkaders. We moeten deze gebeurtenissen ergens kunnen plaatsen,onze spontane emoties zoeken een verklaring.
Misschien moeten we starten met de aanslag sterk te veroordelen, zoals we met alle vormen van zinloos geweld moetendoen. Voor mij is alle geweld zinloos, zeker als die uit de loop van een geweer komt.Ik ben een aanhanger van het gebroken geweer, omdat er geen enkel oorlog ooit vrede bracht.Ook geen godsdienstoorlog. Het alternatief voor geweld heet dialoog, spreken met elkaar, discussieren. Maar dan moet de andere kant wel bereid zijn de regels van het spel mee te spelen, wat bij extremisten niet het geval is. Zij willen vechten,polariseren. In een democratie is hun plaats in een gevangnis, wij moeten onszelf beschermen.
De kleur van deze extremisten, hun vlag is zwart. Zwart is de kleur van de dood,van de angst. Blinde extremisten zien de wereld in het zwart/wit. Zwart verdringt alle andere kleuren: het rood van de verandering, het groen van de hoop en het betere leven,het geel van de lente, het blauw van de zee. Wit is de kleur van de kinderlijke onschuld, de kleur van de kleinkinderen.Zwart is wanhoop, wenen en huilen.
Dit kan onze toekomst niet zijn. De regenboog heeft geen zwart. De vlag van Greenpace, de homobeweging of de vredesbeweging heeft geen zwart. De kalifaatvlag van Isis wel. Om op basis van angst en geweld macht te veroveren.We moeten niet naief zijn, respect, dialoog en discussie voeren waar het kan is de opdracht voor een rationele aanpak van de samenlevingsproblemen.
Atef Saed , een Palestijnse journalist en syndicalist verbleef tien jaar in de gevangenis. De mooiste jaren uit zijn jeugd. Hij werd er een zwijgzaam man door, niet verbitterd. Hij bezoekt België en leert Lieven Vanhoutte kennen. Zij hebben het idee om samen een boek te schrijven. Tien jaar later vertelt Atef Saed zijn leven via Skype aan de hand van voorafgemailde vragen. Urenlange gesprekken op vrijdagavond met als resultaat een ongelooflijk verhaal over leven en overleven in een bezet land. Het levensverhaal, waar de tragische geschiedenis van Palestina als rode lijn door het boek loopt. Een e-boek waarin je kant moet kiezen in een wereldconflict. Een boek over hoe je in een uitzichtloze situatie toch moet overleven en mens blijven.
Kerst is een periode waar we ook even aan de medemensen, de buren, denken die het eufeministisch gezegd iets minder goed hebben. Dan wijzelf wel te verstaan. We laten even alle maatschappelijke analyses achter ons, we vergeten dat het geld ongelijk verdeeld is, we denken aan die 15% uit onze samenleving die onder de armoedegrens getuimeld zijn. De stal, de os en de ezel als verwarming het zijn fundamentele beelden die in ons gebakken zitten.
Blijkbaar doen we dit een beetje als compensatie voor het schransen en het gegooi met nuttige of minder nuttige cadeautjes. Het heeft zelfs niets met goadsdienst of geloven te maken. Het is de periode dat we sneller onze portemonnee open trekken voor goede doelen,als is het maar om onszelf te verontschuldigen dat we in een rijk land wonen, waar we liefst blijven wonen en zo weinig mogelijk migranten toelaten.Want wij zijn zo rijk, of liever gezelgd zo weinig arm, omdat we hier geboren zijn en geerfd hebben wat we nu bezitten.Onze eigen verdienste is vrij beperkt in het vermogen dat we bijeenschraapten.
Maar hebben al wat we hebben echt nodig ? Kunnen we niet met iets minder. Zouden we ons dan ongelukkig voelen ? Ik denk dat een andere, betere, rechtvaardiger samenleving ook begint met minder. En dat we daar voor allemaal iets moeten afstaan. Wie veel heeft kan meer missen, moet dus meer af staan. Maar ja, waarschijnlijk doen mensen dat niet vrijwillig ? Dan komen we gevaarlijk dicht bij de ideale utopieen waar iedereen zo bang voor was: het communistisch spook dat ooit door de wereld dwaalde.
Een gerustellende gedachte. We blijven dus in de marge rammelen. We moeten helemaal niets afgeven,want anderen willen dat ook niet.Maar wat zou je denken van het volgende voorstel: we schenken 25% van alle besparingen en bezuinigingen aan die 15% armen. Om hen uit de armoede te helpen. Hallo regering ?
Het zou een wandelvakantie worden in Gran Canaria. Een oord waarvan je enkel denkt dat er kilometers naaktstrand zijn met zonnekloppende Duitsers. Mis dus. Het beperkte zich tot een paar reepjes zandstrand waar je flink moest turen om een paar "oben ohnes" te bespeuren. Genant, als er te weinig zon is om een zonnebril op te hebben.De hippies zijn hier in ieder geval verdwenen.
Het zou meteen een vakantie worden waar we tussen de stormen door toch op wandeletocht gingen. En het binnenland heeft heel wat te bieden. Eeerst even aanstippen dat in de tijd van Colombus de Spanjaarden bijna alle oorspronkelijk inwoners naar andere oorden deporteerden en het eiland bevolkten met rasechte Spanjaarden. Gran Canaria was immers een uitvalsbasis voor de vele ontdekkingstochten op zoek naar de nieuwe specerijen uit Azie. Het voedseloverschot moest immers ingepeperd en inpekeld worden om langer bewaard te kunnen worden.Colombus bleef er zijn hele leven van overtuigd dat hij India en niet Amerika ontdekt had. Maar het toont aan dat het eiland economisch en politiek enorm belangrijk was.
Het was zo belangrijk dat de Antwerpse Daniel Vandamme als belastingsontvanger voor de Spaanse koning Filips ging werken.Hij mocht de belastingen op buitenlandse handel innen. Toen hijzelf te actief werd in de wijnbouw verweten Spaanse jaloerse edellieden hem belangenvermenging en moest hij zich beperken tot het heffen van de belastingen op het bezit van geiten en schapen.Vandaar dat er vandaag in Gran Canaria nog steeds een krater staat die Bandama ( Vandamme) heet en dat er in de streek nog steeds heel wat Bandama wijn verkocht wordt.
De Bandamakrater is een mooie plek om te wandelen, een beschermd natuurgebied. Op de top van de berg staat een klein gebouwtje, vroeger een winkeltje dat in concessie was van Juan Espino Moreles. Hij plaatste er zijn dochter in die 30 jaar het winkeltje openhield. Plots kregen zij de kans om het winkeltje te kopen, maar de lokale besturen staken er een stokje voor en het winkeltje bleef dicht. Nu worden er hangertje en souvenirs aan toeristen verkocht vanop een houten tafel, naast het winkeltje.De brave man had ook een terrein aangekocht om een resaturant te bouwen, snel snel voor het ganse gebied tot natuurgebied werd uitgeroepen.Als architekt werd Fermin Suarez Valido aangenomen. Dit was een vertegenwoordiger van een nieuwe gedurfde stedelijke stijl van bouwen, wat toen op de Canarische eilanden niet meteen in de saam viel van de lokale bevolking.
Kortom: zowel het restaurant als het winkeltje werd een twistpunt tussen de dochter Olga Espina Ojeda en de twee gemeentebesturen van Gran Canaria en San Brigittina. Toen ook de Bandamakrater een oord van liefdesnestje werd, maakten nachtelijke politie- patrouilles de berg onaantrekkelijk voor toeristen.Er kwam zelfs een ketting voor het restaurant om te beletten dat toeristen het restaurant bezochten. De maat was nu vol voor Olga en met de steun van een paar plaatselijke journalisten ging ze in Canarische klederdracht protesteren aan de respectievelijke gemeentehuizen. Zij won na 10 jaar protest de strijd en verkreeg een uitbatingsvergunning en een bouwvergunning voor het restaurant. Ondertussen is ze 75 jaar en zoekt een goede kok, want voor haar is de tijd van koken voorbij.
Wereldoorlog 1 was een mannenzaak, zoals alle oorlogen vooral een mannenzaak waren en blijven. Vrouwen die achter de loopgraven actief waren zijn meestal verpleegsters of prostitués.Toch zijn er uitzonderingen. Journaliste Dorothy Lauwrence is er een van. Zij wou de eerste wereldoorlog verslaan vanuit de loopgraven. Daarom vermondde zij zich als soldaat en kon gedurende 10 dagen in de loopgraven verblijven. Zij werd ontdekt en beschuldigd een spion te zijn. Na de oorlog werd ze in een gekkenhuis opgesloten en stierf alleen en verlaten, zonder ook maar iets gepubliceerd te krijgen.
Dorothey Lauwrence vormt de inspiratiebron van kledingsontwerpster Kimberley De Frene. Zij ontwerpt eigenzinnig kleren die de vrouwelijke vormen verhullen en verbergen. Het tegengestelde van de huideige modetrends, die er juist op gericht zijn om de vrijwelijke vormen te accentueren en werken met centreren, ronde vormen en onthulling. De klederen van Kimberley De Frene zijn juist strak, rechtaan- rechtdoor. Kimberley's verhaal achter haar ontwerpen is dat er te weinig plaats is voor vrouwen in de samenleving, die nog altijd te veel een door mannen gedomineerde wereld blijft.
Vrouwen in Burka's zijn experts in het verhullen van lichaamsvormen. De kunst in de Arabische wereld is echter attractief verhullen, om juist accenten en nieuwsgierigheid op te wekken. Ook hier toont de kledij de plaats van de vrouw in de wereld. Wij als Westerlingen zien dit alsof vrouwen geen volwaardige plaats krijgen. Gesluierde vrouwen gebruiken hun kledij om hun wereld af te schermen voor ongewenste mannenblikken.
Dit brengt me bij de jaarlijkse organisatie van de vrouwendag op 11 november.Precies een beetje uit de aandacht en de belangstelling verdwenen sinds het spectakel een beetje achterbleef . Vandaag ligt de focus op armoede en multi-culti. Twee taboe's, waar de meer "geforuneerde" dames minder interesse voor hebben. Waar mee ook veel media de vrouwendaag onderbelichten.
Het regeringsbeleid van besparen op de kap van de niet-zo kleine man leidt tot nergens. Zowel op Vlaams als op federaal niveau klinkt de plaat hetzelfde: snoeien in het personeel van de overheid, een linaire besparing op de overheidsdiensten, minder uitkeringen voor werklozen, langer werken, besparingen in de ziekteverzekering,meer inschrijvingsgeld voor het hoger onderwijs, minder woonbonus, .... de litanie lijkt eindeloos.
De put, zogezegd door de vorige regeringen gedolven, moet unilateraal door de middenklasse en de werkende klasse gevuld worden. De echte rijken en de bedrijven blijven glimlachend aan de rechterzijde onaantastbaar toekijken. Tenzij natuurlijk Karel Van Eetvelde, die blijft roepen en tieren dat het allemaal niet ver genoeg gaat en dat we nog altijd potverteren. En hij heeft veel gezelschap in de rechtse werkgeverskringen, iedfere dag duikt er wel een voorstel op dat opnieuw oproept over minder verdienen en meer werken.
In Bepart-Waregem is er een tentoonstelling van Sarah Westphal die pijnlijk duidelijk maakt waar het ons zal brengen. Bepart is een voormalige villa van een niet onbemiddelde overleden kunsthandelaar, die een 10-tal jaar geleden werd ongevormd tot een centrum voor actuele kunst.Het centrum heeft de voorbije jaren zeer mooie tentoonstellingen ingericht ( Schoner Wohnen, Johan Van Gheluwe,...). Nu is de toekomst van dit centrum bedreigd: want dit provinciaal centrum zal door de zesde staatshervorming hetzij door de stad Waregem, hetzij door Vlaamse Gemeenschap worden overgenomen.Een beetje de keuze tussen de pest en de cholera: want hoe het ook afloopt het loopt slecht af.
Als de Vlaamse Gemeenschap het centrum overneemt, dan belandt Bepart in de maalstroom van besparingen en kan je gemaakelijk voorspellen dat er van het huidig beleid, en ook van het huidig personeel, weinig zal overblijven. Neemt de stad Waregem Bepart over, dan zal er na een paar jaar geen echt platform meer zijn voor hedendaagse kunst. Wellicht wordt het centrum opnieuw een privé-galerij.
Sarah Westphal heeft in de kelderruimte perfect de toekomst van Bepart voorspeld: in een verkommerde en onder water gelopen kelder staan wat verloren fietsen, een foto-ontwikkellabo uit betere tijden,een collectie van kitch-schilderijen, een versleten aftandse matras.
Dit wordt met de huidige regeringsplnannen ook de toekomst van Belgie en Vlaanderen.
Ik schrijf een boek over Atef, een Palestijnse vriend. Het boek is ongeveer af, alleen ontbrak er nog een inleiding. Leila Shahid, de ambassadrice van Palestina in Belgie en bij de Europese commissie, had beloofd de inleiding te schrijven. Alleen, Gaza en haar onvermoeibare pendeltocht tussen conferenties, speeches, analyses, ontmoetingen met journalisten maakten dat er geen ruimte was in haar agenda.Tot gisteren. Pardoes op 9 oktober, mijn verjaardag.
Ik bel aan bij een burgershuis in de schaduw van het Berlaymontgebouw. Aan de deur een papiertje: Palestijns cultureel centrum. Een jonge vriendelijke secretaresse opent de deur en zegt dat mevrouw me zo dadelijk zal ontvangen. Ondertussen discussieert de secretaresse met Palestijnen die iets met paieren moeten in orde maken. Blijkbaar ontbreken er papieren,want meermaals valt het woord fax. Een fax is blijkbaar uit de tijd,want de Palestijnen willen GSM-foto's versturen. Lukt niet, ze moeten faxen. Ik kijk afwezig naar het plafond: er zit een groot gat in, precies of er hier ook een Israelische scud door het plafond kwam.
Plots staat Leila Shahid in het bureautje en vraagt me mee in haar bureau. Een paar zetels, veel boeken en de Palestijnse vlag. Zoals steeds neemt Leila Shahid het heft in handen. Zij begrijpt geen Nederlands,dus kon ze mijn boek niet lezen en vraagt ze een samenvatting van de inhoud en de manier waarop het boek tot stand kwam. Dan begint ze over de verschillende thema's commentaar te geven: hoe de Israeli's niet begrijpen dat de gevangenissen echte opleidingscentra zijn voor de gevangen Palestijnse burgers. Dat iemand die ongeschonden de gevangenis verlaat een sterke figuur is en in de ogen van het Palestijnse volk een leider is voor hen.Zij vraagt me of ik de film Paradise now en Omar van de cineast Hany Abu Assad zag, want die zijn in Nablus opgenomen. En Omar toont hoe de Israeli's collaborateurs recruteren.
De tijd loopt, Leila Shahid dicteert me haar inleiding op het boek. Als een handige diplomate verpakt ze haar boodschap tussen de lijnen. En daarna begint ze honderuit te vertellen over haar moeder, die twee jaar geleden overleed. Ook haar moeder schreef een boek om de Palestijnse traditionele verhalen en het verleden uit haar jeugd te bewaren.Geen verhaaltjes over klein duimpje en roodkapje, maar over het echte leven in Jeruzalem. Mijn dag kan niet meer stuk, ik zweef door de Brusselse straten met de handtekening van Leila Shaid in mijn tas.
Heb je een rijke familie of een vetbetaalde job ? Dan koop je alles nieuw, ook een huis. Sleutel op de deur,geen vuile handen en een fonkelnieuwe kast van een villa met oprit en aangelegde tuin.
Heb je minder geluk,dan kan je terecht op 2de hands. Te midden van de haaien en bedriegers. Een mooi idyllisch boerderijtje, blijkt een bouwvallige krot. Doe het zelf,renovatie. Hopelijk heb je een grote familie. Indien niet, dan kan een droomhuis veranderen in een nachtmerrie. Allen koelbloedige planning, vasthoudend geduld en veel optimisme kunnen je redden.
Een helikopterzicht op de bouwwerf helpt. Maar als je er middenin zit dan heb je creativiteit en handigheid nodig.Is er een renovatieplan, wie is de werfleider ? De droom bestaat, dat doet de architect wel met een paar mooie pennetrekken. Maar de pakken bakstenen,houten balken,gips, verf: het ligt nog allemaal in de winkel.
Een nieuw huis wordt van onder naar boven gebouwd, een oud huis wordt van boven naar onder gerenoveerd. Met stof, pakken stof, die in je huid,je ogen, je oren kruipen. Meteen krijg je het uitzicht van een mijnwerker.Alle omstaanders kijken je aan of je uit de hel komt. Maar je glimt van de trots, want weinigen kunnen zeggen: dat, dat heb ik nu allemaal zelf gedaan !
Een kunstenaar heeft een muze nodig.Voor mij is dat iemand waaraan ik mijn ideeën kan toetsen. Ben ik duidelijk genoeg ? Zijn er niet te veel storende schrijffouten in mijn tekst ? Gebruik ik wel alle argumenten die in mijn hoofd zitten ? Voor mij is het een geduldige, luisterende, reactieve vrouw. Zonder muze ben ik niet gedisciplineerd genoeg om een tekst correct af te werken of toch een paar maal te herschrijven.
Voor sommigen moet een muze een jonge en vooral mooie vrouw zijn. Zo noemde Berlusconi zijn Marokaanse nachtclubdanseres Ruby zijn muze. Hij had correcter moeten zijn: een speelgoedpoppetje was juister geweest. Een muze werd door de kunstenaars aangeroepen voor ze aan een kunstwerk begonnen, het was een godin uit de Griekse Mythologie die hen moest helpen als de inspiratie op was. Van de Griekse mythologie naar facebook is vandaag slechts een kleine stap. Inspirate te over en het wemelt van de mogelijke muzen. Maar ik heb het liever iets minder virtueel.
Mijn muze is zeer gewoon, zij kan verrukkelijk koken en houdt van mooie dingen. Wij zijn soulmates en babbelen honderduit. Zo heb ik een laboratorium waar ik mijn ideeën kan toetsen en laten groeien. Dank zij mijn muze denk ik twee maal na voor ik iets schrijf: waarschijnlijk best. Want als je over nog in leven zijnde personages schrijft, denk je best meer dan een keer na. Niet meteen een van mijn sterkste karaktertrekken als ik achter een toetsenbord zit. Maar dan hoeft mijn muze enkel eens bedenkelijk te kijken.
Zijn kunstenaars gek of gekken kunstenaars ? Na een periode van experimenteren in de beeldende kunst is er plots behoefte aan eenvoud. Dan komt er plaats voor " vrijwilligers" of amateurkunstenaars.Soms heet dit naieve kunst. Deze moderne primitieven schilderen hyper-realitische gewone levenstaferelen. Aan de rand van deze kunstenaars zijn er ook vele gekke kunstenaars, die hun inspiratie halen uit psychische problemen of waanvoorstellingen. Zij hebben hogere ambities met hun kunstwerken zijn ook dikwijls "uitvinders", niet enkel artisten. In het LAM te Lille hebben ze een volledige afdeling verzameld van wereldberoemde kunstenaars uit onze contreien.
Patrick, een goede vriend, had er ook iets van. Van beroepsschilder was hij uitgegroeid tot een goede artiest, die les volgde aan de kunstakademie in Menen en zijn eerste prijzen won met zijn keramiekwerk.Ja,hij had soms "speciale"projecten. Zoals de woonhut in polyester die hij voor de avontuurlijke vakantiereizen op zijn auto monteerde. Of de dieren in keramiek, die op dorpsgenoten leken. Hij schilderde de heroische strijd van de jeugd tegen de pastoor in het dorp, ontwierp de strijdkarren voor de geboorte van mijn eerste kind. Geen probleem, hij was een artiest in wording, geen zonderling.
Toen hij geconfronteerd werd met de dood van zijn moeder, knakte er iets van binnen. Het kwam nooit meer goed. Hij begon iedereen, ook zijn beste vrienden te wantrouwen en leed aan achtervolgingswaanzin. Zijn kunstwerken werden steeds moeilijker begrijpbaar voor zijn omgeving. Langzaam werd hij een eenling, vrienden werden steeds zeldzamer. Na een psychische tocht door de woestijn woont hij in een appartement, alleen met zijn kunstwerken opgestapeld en verborgen. Toch had hij talent. Hij had alleen het geluk niet Picasso te kennen. Anders stond hij wellicht ook me"t enkele van zijn prachtige werken in het LAM.
Ik weet het: je moet voorzichtig zijn met woorden:zoniet verliezen ze hun betekenis. Toch wil ik het woord volkerenmoord gebruiken om de oorlog van Israel tegen de Palestijnen te omschrijven. In het kort wil de staat Israel sinds 1948 alle Palestijnen weg uit het historische Palestina. Zij beschouwen dit land als het "beloofde" land voor hen en voor hen alleen.
Sinds de Nakbah zijn er steeds opnieuw oorlogen, die door de Israelische militairen gewonnen werden ten koste van veel Palestijnse doden. Slechts 1 keer waren er onderhandelingen : in Madrid. Maar daar kwamen de Palestijnen met lege handen terug. De andere Arabische landen kregen hun gebieden die ze tijdens de zesdaagse oorlog aan Israel verloren terug in ruil voor de erkenning van de Israelische staat.
De sterk gemilitariseerde staat Israel, met steun van de USA, is geen partij voor de Palestijnse milities. Het is een gevecht van David tegen Goliath, van een dwerg tegen een reus. De militarisering van het conflict is wat Israel het liefst heeft: zij weten dat ze superieur zijn. En ze moeten niet onderhandelen.
Mijn hart bloed. Als ik denk aan mijn vele Palestijnse vrienden. Zij zitten in hun eigen geliefde land opgesloten, omringd en gecontroleerd door militairen, die als cipiers in een gevangenis het dagelijkse leven bepalen.Met veel willekeur, wantrouwen, straffen. Levenslang zijn generaties opgesloten in deze cel.Iedereen die kan ontsnappen vlucht weg. Zo bereikt de Israelische staat,langzaam maar zeker zijn doel: een staat met enkel Joodse burgers, met hier en daar een tweederangs Palestijn. Op termijn verdwijnt ook die laatste Palestijn uit zijn land,van zijn grond.
De internationale rechtsnormen worden al 60 jaar lang straffeloos opzij gezet. Een zoveelste oorlog in Gaza, een militair optreden waartegen geen natie durft reageren. De media stellen de agressie voor als een verdedigingstaktiek van Israel tegen de agressie van Hamas. In praktijk schrijven de de perscommuniques van het Israelische leger over. Een humane oorlog, zonder collateral dammage. "Hallo", hier het Israelische leger. Spreekt U Hebreeuws ? Binnen vijf minuten bombarderen we !Alleen de vriendelijke groeten ontbreken.Het kan moeilijk cynischer.
Ik hoop dat het militair optreden zo snel mogelijk gestopt kan worden en dat de vredevolle Israelisch hun stem verheffen tegen hun eigen regime. "Niet in onze naam". Om samen met de internationale gemeenschap een planmatige genocide te stoppen
Ik ben geen harddie voetybalfan. Ik denk dat ik ooit wel eens op een bal getrapt heb op de middelbare of lagere school,maar ik ben waarschijnlijk nog nooit een voetbalstadium binnen geweest om voor een ploeg te supporteren. Ik beperk mij dus tot de kijkbuis thuis. Meestal hou ik het niet eens een helft vol, tenzij het razend spannend wordt of er veel op het spel staat.
Toch ontsnap ik deze dagen niet aan het WK in Brazilie. Ja,ik weet best dat het een hoog commercieel gehalte heeft, dat de maffia Fifa alle opbrengsten in zijn zakken steekt, dat er opnieuw overbodige stadia gebouwd werden zonder rekening te houden met de elementaire veiligheidsvoorschriften voor de arbeiders, dat de arme bevolking, de bedelaars en straatkinderen opgepakt werden en de straten schoongeveegd, maar je verhelpt daar allemaal niet aan door niet te kijken. Troost ik mijzelf.
Alsof massa-hysterie verslavend werkt, iedere Belgische vlag, ieder radiobericht wijst streng met een vinger naar de match. De match der matchen,waar ons imago wereldwijd van afhangt. Als je de posts uit Zuid-Afrika of Nicaragua leest weet je het: daar is men na de prestatie van Wilmots fier Belg te zijn. Want op het veld was het niet veel soeps: de ploeg speelde ondermaats tegen de Algerijnse ploeg, die de Belgische ploeg stevig in een tactische greep hield.Maar ondertussen gaat het verder.De match tegen de USA mocht er zijn. Goed en aantrekkelijk voetbal. Alles uit de voorrondes rechtgezet. Wordt hun doodsteek: echt voetbal willen spelen los van taktiek: dan verlies je. Maar blijkbaar kan je ook verliezen als de andere ploeg niet wil spelen zoals Argentinie.
In de pauze krijgen we op TV steeds een beetje bladvulling tussen de twee bedrijven in. Daarvoor zijn er nu twee "ollanders" van dienst. Zij spelen hun ingestudeerde rol voortreffelijk. De een heeft het over taktiek, de andere over de spirit. Ze hadden gisteren alletwee een punt: de taktiek was niet goed, de spirit weg. Maar aan de zijlijn is het gemakkelijk om betaalde commentaar te geven.Het positieve aan heel die voetbalmatch is dat we geloven. Als vrijzinnige zie ik dat Belgie plots vol believers loopt voor die ene god: de voetbalgod ! Na de uitschakeling zie je ook wat geloof met zich kan meebrengen: overmoed in het eigen kunnen, tristesse en na de kater: ongeloof !