Het zou een wandelvakantie worden in Gran Canaria. Een oord waarvan je enkel denkt dat er kilometers naaktstrand zijn met zonnekloppende Duitsers. Mis dus. Het beperkte zich tot een paar reepjes zandstrand waar je flink moest turen om een paar "oben ohnes" te bespeuren. Genant, als er te weinig zon is om een zonnebril op te hebben.De hippies zijn hier in ieder geval verdwenen.
Het zou meteen een vakantie worden waar we tussen de stormen door toch op wandeletocht gingen. En het binnenland heeft heel wat te bieden. Eeerst even aanstippen dat in de tijd van Colombus de Spanjaarden bijna alle oorspronkelijk inwoners naar andere oorden deporteerden en het eiland bevolkten met rasechte Spanjaarden. Gran Canaria was immers een uitvalsbasis voor de vele ontdekkingstochten op zoek naar de nieuwe specerijen uit Azie. Het voedseloverschot moest immers ingepeperd en inpekeld worden om langer bewaard te kunnen worden.Colombus bleef er zijn hele leven van overtuigd dat hij India en niet Amerika ontdekt had. Maar het toont aan dat het eiland economisch en politiek enorm belangrijk was.
Het was zo belangrijk dat de Antwerpse Daniel Vandamme als belastingsontvanger voor de Spaanse koning Filips ging werken.Hij mocht de belastingen op buitenlandse handel innen. Toen hijzelf te actief werd in de wijnbouw verweten Spaanse jaloerse edellieden hem belangenvermenging en moest hij zich beperken tot het heffen van de belastingen op het bezit van geiten en schapen.Vandaar dat er vandaag in Gran Canaria nog steeds een krater staat die Bandama ( Vandamme) heet en dat er in de streek nog steeds heel wat Bandama wijn verkocht wordt.
De Bandamakrater is een mooie plek om te wandelen, een beschermd natuurgebied. Op de top van de berg staat een klein gebouwtje, vroeger een winkeltje dat in concessie was van Juan Espino Moreles. Hij plaatste er zijn dochter in die 30 jaar het winkeltje openhield. Plots kregen zij de kans om het winkeltje te kopen, maar de lokale besturen staken er een stokje voor en het winkeltje bleef dicht. Nu worden er hangertje en souvenirs aan toeristen verkocht vanop een houten tafel, naast het winkeltje.De brave man had ook een terrein aangekocht om een resaturant te bouwen, snel snel voor het ganse gebied tot natuurgebied werd uitgeroepen.Als architekt werd Fermin Suarez Valido aangenomen. Dit was een vertegenwoordiger van een nieuwe gedurfde stedelijke stijl van bouwen, wat toen op de Canarische eilanden niet meteen in de saam viel van de lokale bevolking.
Kortom: zowel het restaurant als het winkeltje werd een twistpunt tussen de dochter Olga Espina Ojeda en de twee gemeentebesturen van Gran Canaria en San Brigittina. Toen ook de Bandamakrater een oord van liefdesnestje werd, maakten nachtelijke politie- patrouilles de berg onaantrekkelijk voor toeristen.Er kwam zelfs een ketting voor het restaurant om te beletten dat toeristen het restaurant bezochten. De maat was nu vol voor Olga en met de steun van een paar plaatselijke journalisten ging ze in Canarische klederdracht protesteren aan de respectievelijke gemeentehuizen. Zij won na 10 jaar protest de strijd en verkreeg een uitbatingsvergunning en een bouwvergunning voor het restaurant. Ondertussen is ze 75 jaar en zoekt een goede kok, want voor haar is de tijd van koken voorbij.
|