Het is opnieuw crisis, zeker voor de jongeren op de arbeidsmarkt.Meer noch allochtonen worden nog meer gediscrimineerd bij het vinden van werk: soms moeten ze slechts maar hun voornaam zeggen of de telefoon vliegt op de haak. Deze jongeren belanden dan ook vrij snel in de armoede. En meteen staan ze ook zeer dicht bij de criminaliteit.Maar de relatie heeft alles te maken met hun sociaal economische toestand, niet met hun afkomst of origine.
De jongeren staan onder zeer grote druk om het te maken en dus werk te vinden. Opvoeding is dikwijls een afwisseling tussen straf en beloning. De gekende stok of de wortel. Ik geloof meer in beloning om een leereffect te bekomen,straf frustreert en heeft te veel nadelige neveneffecten.De GAS-boetes zijn een duidelijke illustratie van de denkwijze om "overlast" te bestraffen.
Een gekend fenomeen is de externalisatie: iemand anders is de schuld, iemand anders moet het dus oplossen.Dit kan niet zonder de individualiseren van alle maatschappelijke problemen en de groei van het nationalistisch gevoel als antwoord op de globalisering. Het wegvallen van de maatschappelijke denkkaders versterken de indruk dat wij zelf verantwoordelijk zijn voor onze situatie en onze toekomst.
In het jongerenwerk van vandaag ontbreekt de maatschappelijke context: de jeugdbeweging is geent op burgerlijke methodes en doelstellingen. De verschuiving naar het lokale nivo versterkte deze tendens enkel. Nu blijft er niet veel meer over dan de papierberg om plannen en subsidies te bekomen. Maar alles keert terug: in het huidige jeugdwerk duikt P. Freire, Gieseke en Gramski terug op als inspiratiebron. Dertig jaar geleden voegde men de daad bij het woord en waren er marsen tegen de jeugdwerkloosheid. Waar blijven ze vandaag ?
|