Alicja Geschinska kwam filosoferen over haar boek " de prijs van de vrijheid". Zij is een jonge gedreven filosofe die overtuigd is van de opdracht dat filosofen een maatschappelijke rol te vervullen hebben en meer en meer met waarden en normen moeten naar buiten treden.
Haar vertoog komt er in het kort op neer dat je zoiets hebt als negatieve vrijheid en positieve vrijheid.Onder negatieve vrijheid wordt een totale en absolute vrijheid begrepen die vooral de nadruk legt op het ontbreken van beperkingen en grenzen . Positieve vrijheid legt de nadruk op de inspanning en het vermogen om actief iets te doen in je leven. Daarbij speelt het onderwijs een grote rol en de strijd tegen vormen van discriminatie. Kernbegrip is de noodzaak an respect voor de ander en de noodzaak om vanuit de kennis ons handelen te laten leiden.
Alicja heeft op vraag van de uitgeverij haar boek sterk verbonden met haar leven,wat de overtuigingskracht van haar verhaal versterkt. Haar Poolse afkomst en haar jeugdervaringen als migrante geven een meer concrete inhoud aan wat je onder vrijheid kunt begrijpen. Een vrije ruimte volstaat niet om gelukkig te leven, je moet er actief iets voor doen om je vermogen te ontwikkelen en een goede mens te worden. Haar vader leek een individu dat onvoldoende zich inzette voor de actieve vrijheid tot hij vernam dat hij door ziekte slechts nog enkel een paar maanden te leven had. Dat was een keerpunt,waardoor hij zijn luiheid omzette in engagement. De katholieke achtergrond van haar herkomst is eveneens een belangrijk element in haar denken: de centrale vraag blijft wat is goed,wat is kwaad ?
Ethische kwesties blijven voor de filosofe van de vrijheid moeilijk. Het recht op euthanasie is voor haar geen positieve vrijheid. Het blijft bij een gebrek aan alternatieven, zonder de positieve kant van juist het laatste te beslissen dat je kan beslissen: wanneer is het punt gekomen dat dit leven echt niet meer de moeite loont om geleefd te worden ?
|