Jamal had TBC, hij overleed op 36-jarige leeftijd in het UNWRA ziekenhuis Hassan Taher van Nablus.De toestanden in het ziekenhuis waren schrijnend: overvolle kamers,lange wachttijden voor de patienten,overwerkte dokters, weinig medicijnen. Maar de behandeling en de opname waren gratis.De doodsoorzaak van Atef's vader was een gebrek aan antibiotica en vaccins. Maar ook de armoede en de slechte levensomstandigheden waarbij TBC als een schim steeds aanwezig is.Tuberculose was een zeer besmettelijke ziekte en betekende dikwijls de dood. Een beetje zoals Aids vandaag.¨Patienten werden dan ook geisoleerd en konden geen bezoek ontvangen. In het geheugen van Atef blijft het niet kunnen bezoeken van zijn stervende vader met een fles melk onuitwisbaar.
Jamal had zijn ziekte-latente TBC- voor zijn vrouw Subhyah verborgen gehouden tot na zijn huwelijk Nu bleef zij alleen met zes kinderen: Ahed ( 10 jaar) Khadiga (9 jaar) Adnan ( 8 jaar) Atef (7 jaar) Jamu ( 4 jaar) en Imad ( 3 jaar). Adnan werd geadopteerd door de broer van Jamal die naar Ramallah gevlucht was bij de Nakbah. Hij bleef bij hen voor altijd, zelfs toen hij in de jaren zestig emigreerde naar Koeweit. Deze broer had in de administratie van de Britten gewerkt en verdiende goed als boekhouder in Ramallah, zijn vrouw zette een textielhandel op en verdiende extra door te weven en kleren te maken.
Financieel had Subhiyah het niet breed, zij weigerde opnieuw te huwen. Zo werd het gezin afhankelijk van de steun die de familie aan hen gaf, een kleine opbrengst uit het verhuren van de beenhouwerij en het amandelpellen thuis. Atef kluste tijdens de vakantie bij op de groetenmarkt. Samen met de hulp die zij als geregistreerde vluchtelingen van de Unrwa ontvingen kwamen zij rond.
De moeder van Atef keek streng toe dat zij hun school niet verwaarloosden, want het was volgens haar de enige manier om aan de armoede te ontsnappen.
|