In de vloedlijn van De Panne wandelt een kudde olifanten recht de zee in vanuit de duinen. Een kunstwerk van de Zuid-Afrikaan Andries Botha. De olifanten zijn gemaakt uit drijfhout,dat aanspoelde op het strand.Samengevezen met dikke bouten. Slagtanden, staart uit een stuk. Niets ontbreekt, ook de forse penis niet van de grote olifant achteraan. De olifanten wandelen in kudde, typisch het kleine olifantje dat uit de rij stapt en de andere richting uit loopt. Straks wordt hij terug in de familie geduwd. De marsrichting van de olifanten is duidelijk: opnieuw de zee in. Het beeld roept de Zuid-Afrikaanse realiteit op. Het opnieuw aangaan van de eeuwige strijd om te overleven. In het museum van Soweto las ik dat de strijd van de studenten niet tegen de taal was, maar tegen het systeem. Je moet weten dat het Zuid-Afrikaans , de taal van de apartheid,in alle scholen verplicht zou worden. Het kind van de opstand is een man geworden, die door gans Afrika reist, die door gans de wereld reist. De olifanten marcheren samen de zee in, in Soweto betoogden de studenten in rijen van vijf, hand in hand. Zij lieten elkaar niet los...ook wanneer er geschoten werd.