Barrancabermeja is een zeer belangrijke en centraal gelegen stad in Colombia. Olie, Uranium, goud en een kruispunt van handel. De ganse regio Magdalena-medio is van de stad met 350.000 inwoners afhankelijk. De stad wordt als het ware in twee delen gesneden met aan de ene kant winkels, openbare gebouwen en burgerhuizen en aan de andere kant de barios, de slums, de wijken met de armen.
Meteen de driehoek waar de guerrilla en de paramilitairen de macht willen. De openbare macht: de staat, het leger, de politie, de burgemeester zie je niet in deze burgeroorlog. In 1996 veroverden de paracas de stad, na verschillende massamoorden op de burgerbevolking.
Er is een vlucht per dag Bogota- Barranca, dit vliegtuig werd reeds twee maal gekaapt door de Farc ( één van de guerrilla-strekkingen). We werden dan ook grondig gefouilleerd voor we instapten. Ik had voordien gelezen dat Barranca de gevaarlijkste stad ter wereld was. Ik verwachtte dus een bezette stad, met camions vol militairen en op iedere straathoek een tot de tanden gewapende politieman. Niks : geen kat te zien.
Maar als je iets beter kijkt zie je dat de werkelijkheid veel erger is: de paracas zijn een deel van het persoonlijk leven van de bevolking. Als een bloedzuiger hebben ze zich op en in het lichaam van de mensen geënt.
Een voorbeeldje: een vrouw wil van haar man scheiden en wil dat doen via een rechtszaak. De man gaat naar de paracas en die regelen wel dat er geen rechtszaak komt. De man moet in ruil een opdracht uitvoeren voor de paracas, iemand bedreigen, soms iemand vermoorden. Overdreven ? Een rechter vertelt mij dat er jaarlijks 120 politieke moorden in Barranca zijn. Vandaag kon ik in de krant lezen dat de Farc in het Zuiden van het land een conservatief politicus vermoordde
Zaterdagavond wandelde ik vrolijk door de straat. Een orkestje speelde prachtige muziek er was ambiance. Ik wou wel even luisteren, maar kreeg een hint van mijn compagneros: blijf niet staan: het stikt hier van de paracas.
In werkelijkheid voor de rechtse regering een ideale situatie, het doet me denken aan de oorlogsjaren en de bezetting in ons land.. .
Vier jaar later bezoek ik opnieuw Barranca. Veel is er niet veranderd: een beetje meer politie in de straat, het leger staat paraat rond de raffinaderij. De laatste twee jaar zijn er nog bedreigingen, maar er werden geen vakbondsleiders meer vermoord. De Internationale Amerikanen die als levend schild voor de activisten hier kwamen, komen terug als toeristen.Toch zijn de paramilitairen niet weg, niet ontwapend. In tegenstelling tot wat de regering officieel allemaal beweerd.
Ze hebben zich omgeschoold tot een regelrechte maffia die de "temporales" in de olieraffinarderij organiseert. Dit kost een tijdelijke tussen de 5% en de 15%. Zij hebben hun wapens en uniformen in boerderijen wegestopt en treden alleen nog gemaskerd op. S'nachts patroelleren ze wel nog in de barrio's. Maar echt in het openbaar treden ze niet meer op. Ogenschijnlijk is het brute moorden gestopt ( er werden in een drie-tal jaar: 2000,2001 en 2002 een 800 burgers vermoord), maar de echte moordenaars gaan tot op vandaag vrijuit. Dat wordt meer en meer vergeten: de jongeren zijn de getuigenissen beu, ze willen van het leven genieten met volle teugen. Zonder gezaag..
|