Vandaag is een bezoek aan het petroleumbedrijf Ecopetrol gepland. Planning blijkt moeilijk.Omdat we eigenlijk het bedrijf niet mogen bezoeken is er een discussie met de Human Resourses aangevraagd. In de stille hoop, er toch een bedrijfsbezoek uit te slepen. Men vraagt ons onze fluwelen handschoenen aan te trekken en niet te provoceren, maar diplomatisch te zijn. Moises en Nacio begeleiden ons.
De HRM heefte grote middelen ingezet: 2 juristen, een secretaris en de HRM-himself, CAO-teksten in de hand. De afgesproken taktiek van de directie is aan ons zo veel als mogelijk vragen te stellen, zodat wij geen vervelend vragen kunnen krijgen en dus geen antwoorden moeten geven.
Diplomatisch kaart ik de natte droom van iedere HRM aan: centen voor opleidingsplannen, voorzien in CAOs of met andere woorden de werknemers financieren zelf hun eigen opleiding. Al is het maar om onze USO-syndicalisten in het bedrijf wat internationale allure te bezorgen en aan te geven dat zij op internationaal vlak scoren.
Dit belet ons niet om de staking van 2004 en de vele ontslagen syndicalisten net als de Internationale Arbeidsorganisatie aan te klagen en te veroordelen. De normen van de Internationale Arbeidsorganisatie zijn volgens de jurist op maat van Europa en Amerika geschreven en kunnen in Latijns-Amerika niet toegepast worden. Ik merk fijntjes op dat de Internationale Arbeidsorganisatie een tripartite is en als de Colombiaanse regering in Geneve akkoorden ondertekend, dat zij die in Colombia moet uitvoeren.
Volgens de HRM is alles, en vooral de loonverschillen, te herleiden tot een verschil in cultuur en opleiding. Hij maakt er een mooi tekeningetje bij,waarmee hij de klassentegenstellingen onder tafel veegt.
Op papier,niet in de realiteit van Ecopetrol
|