Ludo Abicht was te gast op de eerste filo-avond in Waregem naar aanleiding van zijn boek De Haan van Asklepios Dit boek is het vervolg op het boek over emotionele intelligentie, een pleidooi voor meer emotie in je moraal.
Eerst iets over zijn boek. De titel verwijst naar de laatste woorden van Socrates voor hij de giftbeker dronk aan zijn leerlingen: Vergeet niet een haan te offeren aan Asklepios. In het toenmalige Griekenland was het immers de gewoonte een haan te offeren aan de God van de gezondheid Asklepios wanneer men genezen was van een erge ziekte. Hoe moeten we die boodschap nu interpreteren ? Socrates had getwijfeld of hij die giftbeker wel zou drinken. Zijn leerlingen hadden hard op hem ingepraat om te vragen dat Socrates de stad zou uitvluchten en zijn werk in een andere stad zou verder zetten. Bijna was Socrates verleid om hieraan toe te geven, dit zou echter een verraad zijn aan zijn rebelse zelf, aan zijn publieke getuigenis als filosoof,die onkreukbaar de waarheid opzocht en hierover publiek sprak. Het zou verraad zijn aan zijn boodschap. Socrates dronk dus de giftbeker en was niet bezweken aan de ziekte van de verleiding. Vandaar: de haan voor Asklepios. Voor Ludo Abicht de uitleg over zijn eigen opdracht en taak als filosoof: steeds opnieuw op zoek gaan naar de waarheid en die waarheid luidop zeggen.
Bestaat God ?
Ludo Abicht is een volgeling van Leo Apostel. Zijn antwoord: hoogst waarschijnlijk is er geen god. Een verstandig mens komt bijna automatisch tot de conclusie dat God niet bestaat en dat het toeval dus een enorme rol speelt. Door de eeuwen heen zijn atheïsten zeer lang in een defensieve rol gedwongen: de ganse samenleving , iedereen geloofde in de religieuze dogmas. Atheïsten moesten zich dan wel verdedigen tegen de heersnede macht, die op die vooronderstellingen gebouwd was. We mogen echter niet blijven hangen in een ouderwets antiklerkalisme,waarbij we bij wijze van spreken ons atheïsme enkel maar voeden door religie en katholicisme dagelijks door de hekel te halen. Dit volstaat niet langer. Ook de opdeling in zuilen,een gevolg van de schoolstrijd, die ervoor zorgt dat we zeker geen confrontatie krijgen met andere godsdiensten is voor Abicht voorbij. We hebben nood aan een actief pluralisme waarbij we samenwerken met anders denkenden. Wij hebben nood aan een militant atheïsme dat een antwoord geeft op de fundamentele levensvragen.
Fundamentele levensvragen
De godsdiensten stellen levensvragen,waar wij ook als Atheisten een antwoord moeten op hebben. Waar komen wij vandaan, wat doen we hier, wat na ons bestaan ? Godsdiensten zijn een antwoord op de fundamentele angst voor de dood. Zo lang er vragen zijn is er hoop, hoop op verandering. Een gelovige heeft als allereerste deugd, zoals dat heet, de eigenschap, het geloof. Dat heb ik dus niet, dat hebben wij dus niet. Dus zeg ik: de hoop. De hoop betekent dat je niet tevreden bent met hetgeen je nu hebt, maar hard werkt om daar iets aan te doen. Je kunt niet zitten hopen in je luie stoel en wachten tot het verbetert. Het zal niet verbeteren. Je moet wat doen. En hoop is iets heel actiefs.
Maar er is ook kwaad in de wereld. Het kwaad bestaat. Zoals de concentratiekampen, de folteraar als trouwe vader. De folterende huisvader, hé! Dat heb je ook bij boeken zoals die van Frantz Fanon over die Franse officieren, correct, sincère, de gaullistische figuren, heel katholiek, en dan gaan ze van negen tot vijf, letterlijk, from nine to five, folteren, en zulke dingen meer. Hoe kan dat? Dat vind je overal terug, dus het kwaad. Het kwaad, daarmee hangt natuurlijk ook samen: wat is dan dat zondebesef? Komt dat alleen maar uit de catechismus of is er inderdaad iets waarvoor wij ons soms schuldig voelen? Is het schuldverzuim, wat is het? Schuldig verzuim, of is het iets anders? Iets goeds nalaten, wat dan toch in die filosofie komt. En zo overloopt Ludo Abicht de verschillende domeinen zoals economie,politiek en liefde. Hij stelt vragen aan het publiek en weet dat volgens de Socratische methode de vraag dikwijls veel belangrijker is dan het antwoord.
|