Een van de vele worshops die hier te volgen zijn draaide omtrent mensen zonder papieren.Zij werken meestal in de informele economie of duidelijker gezegd in het zwart. Tegen lage lonen,in onveilige en ongezonde situaties kortom een beetje zoals onze overgrootouders moesten werken. Als vakbond moet je voor die groep opkoöen,al is het maar om sociale dumping op de arbeidsmarkt tegen te gaan. Daarom moeten CAO´s ook voor hen gelden,daarom moeten koppelbazen en mesenhandelaars in de gevangenis, daarom moet de hoofdaannemer aansprakelijk zijn voor de ganse ketting van onderaannemingsbedrijfjes. En het heeft ook te maken met het bestrijden van racisme en discriminatie op de werkvloer. Hoe organiseren we dat. Door communicatie en pamfletten in hun eigen taal over de rechten die ze hebben, de lonen die ze moeten krijgen en de contracten die er moeten zijn. Door het eigen netwerk van de migranten aan te spreken en een rol te laten spelen en samen te werken met de migrantenorganisaties. Door het veiligheidsargument van alle arbeidders te gebruiken en desnoods inspectie er bij te betrekken. Door de werknemers zonder papieren bij de vakbond te betrekken,hun eigen delegees te laten verkiezen. Doorhet probleem bespreekbaar te maken en niet weg te moffelen in stilzwijgen. Na het seminarie trok ik even binnen bij een Libanese kapper.Hij was twaalf jaar geleden uit zijn land gevlucht voor de oorlog. Je voelde zo zijn beroepsfierheid en zoals iedere vluchteling was hij goedkoper uit noodzaak !
|