In de vakbondslokalen in Colombia kom je overal Che tegen in foto en tekst. Conservatieve kranten beschuldigen Che van de ellende in dit land en zeggen wel eens dat hij de oorzaak is van alles, van drugs tot guerilla. Vooral nu de studenten opnieuw acties voeren...
Een tweede fenomeen bij de vakbond: je word er goed beschermd. Bewakingscamera's alom, een ijzeren afsluiting met een bewaakte poort met privebewakers, en gepantserde wagens met veiligheidsagenten incluis, de revolver binnen handbereik. In Cartegena heeft de plaatselijke vakbond twee wagens en twee van die professionele bodygards.
Op de parking zijn de muren prachtig geschilderd met slogans tegen de privatisering en hangen ook grote geschilderde portretten van vermoordde vakbondsleiders en politieke figuren. Eentje ken ik. Camillo Torres. Deze priester kwam uit een burgerlijk milieu en trok vrij jong het seminarie in. Hij was verwonderd dat de ongelooflijk onrechtvaardige samenleving door de kerk niet bekritiseerd werd. Hij trok naar Leuven om er sociologie te studeren en werd een belangrijke aanhanger van de bevrijdingstheologie.
Terug in Colombia bestudeerde hij de landbouwproblematiek en ontwierp een plan om de grond rechtvaardiger te verdelen onder de armste boeren. Hij stichtte het "Frente Unido" ( eenheidsfront) een pluralistische politieke partij die alle linkse krachten organiseerde. Uiteindelijk koos hij voor de guerilla en stierf in een confrontatie met het leger in de bergen van santander op 15 februari 1966.
Ee fiere arbeider vertelde me "toen ik acht was schudde Camillo mij de hand. Hij was zeer vriendelijk, maar vooral een groot revolutionnair en een wijs man" Toen ik de vergaderzaal binnentrad stond op het bord geschreven : " Dios existe" (God bestaat): Er was juist een vergadering voorbij over het lot van de ontslagen arbeiders na de laatste staking. Want zo regelen ze dat hier na een staking: ontslag van al te ijverige activistas...