In ons land zijn er 10 feestdagen: slechts eentje zint mij: het feest van de arbeiders op 1 mei. Bij het begin van de echte lente is het een feest van hoop en rechtvaardigheid. De grote dromen zijn niet uitgekomen: de landen die het anders probeerden dan via de uitbuiting van hun bevolking zijn op een hand te tellen.
Hierop zijn verschillende reacties mogelijk: ontgoocheling of cynisme, naief geloof in een betere wereld, frustratie over de weinige politieke alternatieven in ons oude continent, wegzinken in een zelfgenoegzame lethargie....
Maar misschien zijn dit gewoon individuele reacties op gevoelens of dagdromerijen. Vergeten we het universele dialectische denken niet wanneer de vele stoeten met Rode vlaggen in onze omgeving gewoon uitdunnen. Willen of kunnen we nog overtuigen, discussieren en modellen voor een meer rechtvaardige wereld uittekenen ?
De syndicalisten uit het Zuiden peppen mij op: wij zijn wellicht verwende kinderen die niet weten welk PC-spelletje wij eerst zouden willen spelen. Willen wij een oorlogsspelletje of een doolhofspelletje of een moeilijk kruiswoordraadsel ? De lucide analyses van syndicalisten uit het Zuiden leert mij de juiste inzet van de syndicale strijd: een tegenmacht tegen onrecht organiseren met en temidden van de arbeiders.
|