Vorige week had ik het met een buitenlandse gast over de organisatiestructuur in de bedrijven . Hij glimlachte hartelijk en vergeleek dit met een Matrioska. Iedere keer je een doosje open doet, zit er nog een poppetje onder. Op de werkvloer heet dit "stylo's te veel, hamers te kort". Nu is er een wijze Amerikaanse socioloog 'Charles Tilly ' die daar zelfs een volledige theorie over ontworpen heeft.Zijn punt is dat het ongelijkheden niet door individuele capaciteiten ontstaan, maar door categorieën. Hij doorbreekt het Amerikaanse sprookje van de schoenpoetsers die door zijn inzet bedrijfsleider wordt. Het feit dat er cheffen en brave mensen zijn is niet doelbewust, maar toeval. De ongelijkheden worden gemaakt om de organisatieproblemen op te lossen. Blijkbaar is het moelijkste wat er zo bestaat het coordineren en het doen draaien van organisaties. Want er ontstaat al snel een verschil tussen de doelstellingen die we hebben en de feedback die gegeven wordt. Een illustratie: je vind niemand om het vuile werk te doen. Wel dan is het blijkbaar de gewoonte om daar een illegaal, een allochtoon, een student, een jongere, een laaggeschoolde, een interim enz... voor aan te nemen. En zo groeit de hierarchie in het bedrijf, zo krijg je ongelijkheden en spanningen. Omdat die bedrijfsmanger eigenlijk zijn organisatorische problemen niet kan oplossen.... en daarvoor niet nalaat in de kas te graaien zoals Jan Coene
|