De voorbije week was het wel even stil op de blog. Een Palestijnse delegatie was te gast. Atef en Mohammed werden uitgenodigd om te komen vertellen wat er juist schort in hun bezette land. Ik trok een weekje met hen rond. De start was al moeilijk. Vrijdagmorgen vertelde een mail van Atef mij dat ze niet wegkonden uit de luchthaven van Amman. Vanuit Nablous hadden ze alle Israelische checkpoints doorstaan, alleen zaten ze met een tikket van Britisch Airways geblokkeerd. Groot-Britannie behoort niet tot de chengengroep en ze hadden een speciaal visum nodig, het visum voor belgie volstond niet voor de transit London-Brussel. Inventief zochten zij via een taximan een nieuw tikket: Amman-Frankfurt-Brussel. Dit lukte nu wel: een dagje later dan voorzien stonden zij in Brussels Airport. Amper een uur later werden zij op ons eerste seminarie voorgesteld. Zondag was hun enige vrije dag.Zij kozen voor Brugge en de zee. Zij hebben toch zelf een zee ? Ja, het was wel twintig jaar geleden dat zij de zee zagen. Opnieuw zorgt de Israelische bezetting daar voor. Wij kunnen ons moeilijk nog een bezet land voorstellen. In Westbank alleen zijn meer dan 600 checkpoints. Daar staan Israelische militairen iedereen zijn papieren, zijn bagage te controleren. Soms ben je er door in vijf minuten, soms in twee uur. Nooit kunnen zij afspraken maken. Studenten die op 15 minuten van de Universiteit wonen moeten op kot. Proffen zijn genoodzaakt een appartement te huren.Tijd is in Palestina dan ook een ander begrip dan bij ons... Na een mosselmaal op de zeedijk wilden ze de Ensor tentoonstelling in het PMK te Oostende zien. Grote ogen bij de pentekeningen van Felicien Rops. Een kleine kultuurchock Bij hen gesluierde vrouwen, hier blote madammen.