Gisteren een Cubaanse delegatie van de vakbond op visite in Brussel. Osiris, Ramon en Raymundo kwamen in Cubaanse termen uitleggen hoe en wat er in de vakbond beweegt. Osiris is nieuw en heeft het moeilijk moeilijk met de koude. Niet alleen de temperatuur maar ook de kille en afstandelijke werkrelaties is zij niet gewoon. De vlakke vergaderingen, het strakke werktempo en het gebrek aan menselijke warmte vergen heel wat van haar aanpassingsvermogen. Raymundo is de nieuwe verantwoordelijke voor internationale relaties van de vakbond. Als dokter luistert hij geduldig en poogt een heldere diagnose te stellen. De ziekte noemt: te weinig permanente communicatie tussen de Cubaanse en Belgische vakbond. Maar de Cubaanse vakbond werkt dan ook in een totaal andere context dan de Belgische vakbond. In Cuba is er geen privé-bezit, de arbeiders zijn de eigenaar van de productiemiddelen zoals dat allemaal mooi in theorie benoemd wordt. In de praktijk blijkt er daar mee heel wat mis te lopen: omwille van allerlei redenen ( gebrek aan grondstoffen, geen vervoer, slechte planning) kunnen de Cubaanse arbeiders niet meteen de productiefste ter wereld genoemd worden. Daar moet de vakbond dus wat aan doen: er wordt een plan gemaakt dat per bedrijf moet gerealiseerd worden en waarbij de arbeiders beter moeten betrokken worden. Een tweede punt waar de komende jaren werk van gemaakt zal worden is de kloof tussen de vakbondskaders en de arbeiders. Blijkbaar zitten de 5000 vakbondsvrijgestelden te veel op hun buro en zijn ze niet genoeg op de vloer aanwezig.Ze luisteren ook niet genoeg naar de problemen van de arbeiders. In Cuba zijn dergelijke analyses nieuw... misschien het begin van een veranderende vakbondscultuur ? Vamos a ver.