Het leven voor een syndicalist in Colombia is verre van rooskleurig. Naast de vele bedreigingen, aanslagen enz... moet je als vakbondsleider ook nog een achterban hebben. Leden dus. In de Colombiaanse context is lid worden van een vakbond niet eenvoudig. Hoe werkt dat in de praktijk? Minimum 25 arbeiders moeten lid zijn van een vakbond voor er CAO-onderhandelingen kunnen beginnen.Om lid te worden moet je een aanvraag doen bij de lokale vakbond en moet je aan je werkgever de toelating vragen om je vakbondsbijdrage af te trekken van je loon. Dit is ongeveer 2% van je loon. Indien er 25 arbeiders lid zijn van de vakbond, dan kan je tijdens de periode van CAO-onderhandelingen niet ontslagen worden.Dit maakt de zaken er niet simpeler op want dan is er de tweespalt voor de vakbond: lange onderhandelingen om ledenverlies te vermijden,of korte onderhandelingen en veel ledenverlies ?Het lokale eisenbundel wordt voorgelegd en goedgekeurd door de nationale vergadering ( de Assamblea Nacional). Voor hen is dat het bewijs dat de ganse vakbond dit eisenbundel zal verdedigen. Indien er 25 leden zijn in een bedrijf dan start de vakbond dikwijls een plaatselijke vakbondsafdeling op met de bedoeling een soort plaatselijke vakbondsleider te hebben, die dan weer beschermd is tegen ontslag. De vakbondstructuur is strak en wordt met strenge hand geleid door het nationaal bestuur ( de Junta Directiva). Zij starten nieuwe afdelingen op, onderhandelen in die bedrijven de CAO's,organiseren plaatselijke meetings, het dienstbetoon en de juridische betwistingen... kortom er zijn steeds handen te kort. Zij blijven op de loonlijst van hun bedrijf staan en worden dus door het bedrijf verder betaald. Niettegenstaande alle mooie reglementen van de Internationale Arbeidsorganisatie over de vrijheid om zich bij een vakbond aan te sluiten, is het in Colombia allemaal een beetje dode letter. De cijfers liegen niet: in Belgie is meer dan 60% lid van de vakbond, in Colombia zo een 2 à 3%. Niet verwonderlijk....