In Cuba heb je twee munten: de CUC ( of omzetbare pesos), dit is het geld voor de toeristen en alle aankopen uit het buitenland. De CUC is een dollar waard.De Euro iets meer 1,20 CUC. De CUC maakt alles superduur, maar het is de les die ze geleerd hebben toen de voormalige DDR via West-Duitse marken economisch ondergraven werd. Daarnaast heb je het geld voor de Cubanen: de peso. De peso staat aan 0,24 CUC, vier keer minder, maar ontoegankelijk en onbruikbaar voor buitenlanders(1). Het Cubaanse loon bedraagt ongeveer 350 pesos per maand. Dit loon is gekoppeld aan de individuele productiviteit van de arbeider en het aantal uren dat hij werkte ( 40-urenweek). Door hard te werken kan je zo'n 5 procent meer verdienen.Iedereen werkt hier voor de Cubaanse overheid, ook de arbeiders die in joint-ventures of gemengde bedrijven werken. Dit zijn bedrijven met buitenlands kapitaal. De bedrijven moeten het loon aan de staat betalen, die daarmee de arbeiders betaalt. Veel bedrijven betalen uiteraard iets extra om hun werknemers te motiveren. Naar Latijns-Amerikaanse normen hebben de Cubanen een zeer performant systeem van sociale zekerheid. Gezondheidszorg is gratis. Na 25 jaar werken krijg je een pensioen dat minimaal 50 procent van je loon bedraagt. Het is een misverstand dat in Cuba het prive-bezit afgeschafd werd. Van de landbouwgronden is 51 procent privee, 49 procent collectief. De productiviteit van de kleine boeren is groter dan de productiviteit van de collective finca's. Zij zorgen voor het grootste deel van de voedselproductie. Toen ik in het hotel mijn was wou laten doen, bleek deze dienst enkel in zeer dure hotels te bestaan tegen prijzen waarvoor je gerust een paar nieuwe t-shirts kunt kopen. Ook de vrouwen die de kamer poetsen zagen het niet zitten, bij gebrek aan strijkijzers. Een van de vele tegenstellingen in een speciaal economisch systeem....
(1) Een reactie liet me weten dat buitenlanders wel degelijk pesos un Cuba kunnen kopen en daarmee gemakkelijk fruit op de marktjes kunnen kopen