Als toerist een land bezoeken is vluchtig, minder wetenschappelijk dan dikke economische rapporten. Dit belet niet dat je rondreist met open ogen.De hamvraag is dan ook of de 70 % armen uit Venezuela er op vooruitgaan. Het antwoord is positief. De regering voert een tewerkstellingspolitiek zowel in de openbare diensten, maar vooral in het leger, de politie en de gemeenten. Die mannen rijden met gloednieuwe wagens en hebben goed materiaal. Iets minder zijn de lonen, waardoor corruptie onvermijdelijk groeit. Deze tewerkstellingspolitiek wordt nog versterkt door nationaliseringen en de oprichting van gemengde bedrijven: in Venezuela kan een arbeider niet ontslagen worden tenzij om zwaarwichtige redenen. Er zijn minimumlonen ingevoerd, maar toch compenseren de loonstijgingen de inflatie niet. Er is een prijzencontrole voor de winkels en de grootwarenhuizen, maar die werkt niet efficient. Corruptie en allerhande trukken vergroten het marktmonopolie van sommige bedrijven. Er is een groeiend tekort aan basisproducten zoals melk, wat prijsstijgingen in de hand werkt. Overal wordt er gebouwd. Er wordt veel geinvesteerd in nieuwe wegen, restauratie en sociale woningen.Er zijn investeringen in watertoevoer, scholen, ziekenhuizen en kinderspeelplaatsen.
De modale Venezolaan heeft het dus duidelijk beter dan een paar jaar geleden. Alleen zijn er wel onrustwekkende ontwikkelingen zoals de groei van de zwarte markt, de corruptie en het gebrek aan efficiente overheidscontrole. Maar dat zal de arme Venezolaan niet direct een zorg zijn: eerst het fressen, und dann die Moraal ( B. Brecht)