Vandaag was er een Uno-conferentie in het Europees parlement over Palestina. Leek me wel interessant om mee te maken. Conform alle reglementen schreef ik me netjes op tijd in zowel in New York, als in Belgie. Na wat mails bleek alles ok. Deze morgen dus naar het Europese parlement. Bleek ik wel ingeschreven te zijn,maar mijn toegangsbadge was er niet.Veel verontschuldigingen en een korte uitleg dat ik mij in een ander gebouw moest registreren. Samen met Newyorkse joden en een Italiaanse NGO'ster stond ik netjes mijn registratie af te wachten. De obligate foto en na een dik uurtje wachten met de ingangsbadge opnieuw naar het gebouw Altiero Spinelli. De zoveelste bewaker kon me niet binnenlaten, dit was blijkbaar een kaart die alleen kon gebruikt worden,indien je vergezeld was van een organisator. Opnieuw naar de inschrijvingsdesk, waar een vriendelijk onthaalmeisje me vergezelde. Ik werd neergepoot, niet in de plenaire zaal, daarvoor was ik reeds te laat, maar in een zaal voor toehoorders. Je zag er niks, je hoorde alleen , via een krakende luidspreker de officiele toespraken. Eerst nam ik dit allemaal filosofisch op en dacht aan de 500 checkpoints op de Westbank, waar de Palestijnen dergelijke 'administratieve pesterijen' dagelijks meemaken. Maar toen besefte ik dat ik me in Europa, de bakermat van de democratie bevond. Dat de veiligheidsobsessie eigenlijk ook je persoonlijkheid aantast. Dat je zonder pasje en toegangsbadge, zelfs als is dat niet je eigen schuld, een nulliteit wordt in een administratieve en zenuwachtige molen van wantrouwen. Om wat af te koelen, wandelde ik terug weg, via een park waar vrolijke muziek weerklonk. Daar kon je gewoon gratis luisteren, zonder pasje en zonder bewaking, maar daar was er weinig plaats door te veel volk....