Vandaag besluiten we met een bus naar Jeruzalem te gaan. Door het checkpoint. De lange muur wordt voor de Palestijnen enkel geopend via checkpoints. Auto's en bussen gaan door de grote poort, voetgangers die het openbaar vervoer gebruiken moeten door het checkpoint met twee verschillende controles. Je waant je in een luchthaven. Een draaideur laat de personen een voor een door (met rood en groen licht),waarna je uw bagage, horloge, geld, bril,riem,schoenen moet uitdoen om door de metaaldetector te gaan. Het systeem staat op scherp, want alles wordt via gepiep gesignaleerd.Alsof het nog niet voldoende is wordt er telkens ook luid vakensgeknor gehoord als je iets verkeerd doet. Ondertussen zie je niemand en hoor je alleen soldaten die schelden en bevelen roepen als het allemaal in het honderd loopt. Koen had pech, het geknor bleef maar komen. Hij besloot zelfs zijn broek uit te doen. Meteen schoot de bewaking in paniek en mocht hij zo door. Een leuke anekdote, een dagelijks vernederende verplichtte passage voor de Palestijnen in hun eigen hoofdstad, in hun eigen land.Na de varkenscontrole heb je daarna nog de pascontrole waarbij de Palestijnen hun pasje moeten afgeven en hun hand op een soort ijzeren plaat moeten leggen, die veronderstel ik, hun vingerafdrukken neemt. De kleine kinderen die al het gebrul moeten meemaken kijken bedrukt, wellicht went dit nooit. Jeruzalem lijkt een bezette stad met op alle hoeken en kanten in de oude stad gewapende politie. We zien er zelfs eentje in burger met een machinegeweer op de rug. Naarmate je dichter bij de muur en de Al Aksa-moskee komt, krijg je meer en meer controles. De klaagmuur is op deze zaterdag goed bezet. Omwille van het el Eid-feest kunnen we de moskee niet binnen. We gaan de Heilige grafkerk binnen en staan verwonderd te kijken naar de vele religies. Elk hun eigen kerk in de grote kerk. Niet direct mijn gedacht...