De palestijnen hier noemen Inuits. Ongeveer 1 procent van de bevolking: 80.000 mensen, 11 volkeren, 40 gemeenschappen,15 dorpen. Allemaal verschillend met namen als de Abenakis, de Alquins,de Atikmekw, de Micmacs, de Mohaks, de Hurons-Wendat.. Een mooi overzicht van hun levenswijze en cultuur vind je in het museum van de civilisation - of sifilisation-in Quebec. Het verhaal van de Inuits is verre van mooi. Zij werden voor alcohol en kralen van hun grond verdreven en in reservaten als verwende kinderen opgesloten. Zij wilden immers niet meewerken aan de grote economische ontwikkeling, waarvoor alle immigranten hier uit alle delen van de wereld toestroomden. Inouts kenden geen begrippen als prive-bezit, in hun taal ontbreken begrippen als hij en zij, zij denken in termen van wij.De grote werken als mijnontginning verdreven de inouts van hun gronden en vooral van hun toegangswegen en hun trekkingroutes.Eenmaal de mijnuitbating na een dertig-tal jaar niet meer winstgevend was trokken de oorspronkelijke inwijkelingen weer weg. Voor de Inouts een onverwacht geschenk. Alsof zij hun gronden terugkregen.Maar de provincies, motor in Canada van de economische ontwikkeling, weigerden aanvankelijk de Inouts opnieuw toe te laten. Een ganse protestbeweging zorgde voor nieuwe akkoorden over de gronden. Dit kaderde in de modernisering van de staat, het liberalisme, dat van gelijke rechten en het bestrijden van discriminatie een prioriteit had gemaakt. Het bestrijden van dit primair racisme is een werk van lange adem,want vandaag bestaan er nog steeds veel vooroordelen tegenover de Inouts.Men verwijt hen te teren op de akkoorden,geen belastingen te betalen en niet mee te werken aan de welvaartstaat.Maar hun overtuiging zit dieper: zij vinden leven in de natuur en gaan vissen veel belangrijker...