Tijdens onderhandelingen belandt men snel in een opbod van voorwaarden die een kluwen van "als, als "indien, indien" tot een onontwarbaar geheel samen breien. Dit heeft natuurlijk met veel verschillende oorzaken te maken. Zo is iedereen aan de onderhandelingstafel bang gezichtverlies te lijden bui de verre buitenwereld eenmaal men de onderhandelingstafel verlaten heeft.Maar ook die achterban buiten de deur doet aan opbod, om opnieuw de bekomen toegevingen in vraag te kunnen stellen en de agenda te verschuiven. Een ideologisch praatje helpt natuurlijk om de echte bedoeling fijntjes te maskeren. Het is niet moeilijk om zo iedereen in zijn bunker te krijgen en er voor te zorgen dat een oplossing bijna onmogelijk geworden is. Iedereen kampeert dan op zijn groot gelijk. Denk aan het probleem van Brussel- Halle-Vilvoorde waar na jarenlange onderhandelingen de bekomen posities zo ingenomen zijn, dat niemand nog veel kan praten zonder de hete adem van verrader in de nek te voelen. Maar dit is slechts een voorbeeld van hoe een symbooldossier kan verrotten. We belandden dan bij immobilisme, het behouden van de eigen posities. Het recente jeugdonderzoek gaf als resultaat dat de jongeren een vrij klassiek verlanglijstje hebben: een job, een huis, een lief en een carriere. Woodstock, mei 68,de betogingen tegen onderwijshervormingen en besparingen, de vredesbetogingen, deze gebeurtenissen hebben mijn leven richting gegeven. Het is de basis van mijn engagement geweest, de basis van mijn motivatie om met ups en downs mij in te zetten voor maatschappijverandering. Soms naief, soms met bewuste kennis van de af te leggen weg. Ik was niet alleen verre van. Een ganse generatie liep storm. De vraag rijst: wat zal de volgende generaties doen bewegen ? Of blijven ze in welvaartszetel zitten ?