Vandaag duiken we in het reeele Mozambique. Je waant je opnieuw in het congo-dorp van expo 58 waar hutten en mensen aan de rand van de armoede een overlevingskamp opzetten.
De droogte,het gebrek aan regen, is reeds meer dan 30 jaar het grootste probleem. De voedselproductie van de bevolking is voldoende voor 4 à 5 maanden eten per jaar. Het valt precies samen met de droogte en de regenperiode in Mozambique. Regen is hier eten, droogte honger. De droogte is vechten om te overleven: de laatste geit wordt verkocht om eten in een andere streek te gaan kopen. Het enige alternatief is internationale hulp.
De regering heeft geen middelen om iets te doen. Vijftig procent van het regeringsbudget komt via internationale hulp. De regering beperkt zich tot het kanaliseren van de buitenlandse donoren. Het ontbreekt aan alles: analyse, plan, oplossingen.
Voor de bevolking zijn er geen goede wegen,geen voldoende zaaigoed,geen distributie van de geproduceerde goederen,geen begeleiding van de boerengemeenschappen,geen samenwerking.
Maar waar de staat niet aanwezig is duiken NGOs op. Zij verzamelen op dit tranendal de noodzakelijke centen om te overleven. Middenveldorganisaties hebben weinig keuze: zij moeten de eisen en criteria van de internationale donors slikken. De vraag is dan ook of ze de belangen van de Mozambikanen wel verdedigen of zich door Amerikaanse en Europese donoren laten inpakken.
|