Na het beeindigen van de burgeroorlog in Mozambique besloot de internationale gemeenschap dat er veel geld moest komen om het straatarme land uit de problemen te helpen. Die problemen zijn immers enorm: analfabetisme,droogte,gebrek aan voedsel en water,sterke afhankelijkheid van Zuid-Afrika,weinig interne capaciteit. Kortom als je alle expertise moet uit het buitenland halen kost ieder hulpprogramma duur, zeer duur.Meer dan de helft van het overheidsbudget is buitenlandse hulp. Zonder die hulp klapt het land in elkaar. De Belgen en de Vlamingen zijn nadrukkelijk en met vrij veel centen aanwezig in Mozambique. Marleen Temmerman ondersteunt de gezondheidszorgen met haar Universitair onderzoekscentrum Isra, Vais is aanwezig met een paar programma's en BTC wil in de toekomst alles concentreren op het energie-thema. Iedereen uit Europa wil zowat zijn specialiteit, zijn niche inbrengen en de andere programma's ondersteunen. Zo willen de Nederlanders hun expertise inzake water valoriseren,via het aanleggen van een netwerk van irrigatiekanalen en pompen.De Clintonfoundation bestrijdt aids en verhoogt de capaciteit van de ziekenhuizen. Fos volgt de BTC-politiek en concentreert zijn programma op de samenhang tussen het voedselprogramma en de energiepoot met zonnepanelen. Door hun jarenlange ervaring heeft het Fos betrouwbare partners in Mozambique gevonden waardoor de efficientie van de investeringen meer en meer rendeert. Toch stelt zich de vraag naar de duurzaamheid van de investeringen en de noodzaak van een exitstrategie om de zelfredzaamheid te bevorderen.De duurzaamheid van de zonnepanelen lijkt het kleinste en gemakkelijkste probleem: zorg voor reservestukken en plaatselijke technici die bijstand en know-how hebben om de noodzakelijke herstellingen te kunnen uitvoeren. Het meest fundamentele vraagstuk : hoe maak je een land en een bevolking minder en minder afhankelijk van buitenlandse hulp, is moeilijker aan te pakken. Want een lievelingskind wordt snel een verwend kind...