In het kader van een project "Dromen van Rozen"-verhalen van Armoede en Strijd interviewde ik een viert-tal tachtigers-plus. Zo kwam ik terecht bij Antonia Roudouk, afkomstig uit Myakoti in Oekraine. Haar verhaal greep me sterk aan: je vraagt je af wat een mens in zijn leven allemaal aankan. Antonia moet ongeveer vier jaar geweest zijn toen ze de nationalisering na de Russische revolutie van de ouderlijke herenhoeve meemaakte. Bij relletjes na de revolutie, werd haar vader,een voormalige politieman, doodgeschoten. Haar moeder moest de vier kinderen alleen verder opvoeden. Antonia liep geen school, ze was een beetje slechtziend en moest haar moeder helpen. Maar ze leerde lezen en schrijven aan haar zussen. De Duitse bezetting was verschrikkelijk: joden werden neergemaaid en met kalk in massagraven door te executeren soortgenoten met aarde overdekt,paarden lagen in de maisvelden te rotten,onontplofte handgranaten vormden een permanent gevaar voor de nieuwsgierige kinderen. De Duitsers ontvoerden ook alle kinderen en mannen die in de wapenfabrieken konden tewerkgesteld worden.De Nazi's vonden de Oekrainers een minderwaardig volk. Omdat er nog geen kinderen uit Antonia's familie naar Duitsland hadden moeten vertrekken, werd zij op transport gesteld. Zo werkte Antonia als OST-arbeidster tot aan het eind van de oorlog in de wapenindustrie bij de Paul Muller fabriek in Thruringen,waar zij haar toekomstige man, Albert uit Waregem leerde kennen. Zij werden goed bewaakt door de Duitse politie,kregen hongersoep en moesten dag en nacht werken om te kunnen overleven. Bij de bevrijding werd Antonia op Amerikaanse vrachtwagens snel nog naar België gebracht,dit deel van Duitsland zou door de verdeling van Duitsland onder USSR-voogdij vallen. Antonia heeft nochtans geaarzeld. Albert was niet enige die zijn oog op Antonia laten vallen had en zij wilde terug naar haar dorp in Oekraine,naar haar familie,naar haar moeder. Zij wou haar moeder geen verdriet aandoen,als de andere meisjes uit het dorp terugkwamen en zij niet. Maar Albert drong aan en zij gaf toe, vooral onder druk van haar Russische vriendin Tanja, die ook met een lief naar Belgie vertrok. In Waregem werden ze door de bevolking aangestaard en begaapt als een curiosum. Albert trok met Antonia naar zijn vader en zei:" als je mijn toekomstige vrouw niet aanvaardt, vertrek ik" De vader van Albert nam Antonia bij de hand en leidde haar binnen in het ouderlijk huis. Antonia denkt dikwijls met heimwee en tranen terug aan Myakoti, nu minder dan vroeger, maar toch !