Half wakend, half slapend is de toestand waarin je meestal droomt. Tussen realiteit en irrealiteit. Het geeft rust, het is een verwerkingsproces van de dagelijkse gebeurtenissen. Een teken dat je hersenen nog (ver)werken. Realiteit kan hard aankomen en tijd nodig hebben om te verwerken, irrealiteit kan je vooruitstuwen, recht de afgrond in. Iedereen droomt, gelukkig maar. Je kan dromen voor en over jezelf. Succes als zanger, politicus, gigolo of vedette. Je krijgt appalus, je mag handtekeningen zetten, televisieoptredens doen, interviews geven in de blaadjes, duizenden vriendjes op facebook die je leuk vinden. Je kan ook dromen over die andere, betere samenleving. Met een samenleving die hoopvoller, rechtvaardiger, minder ongelijk is. Meer solidariteit, geen honger en ondervoeding. Kinderen kunnen gratis studeren en kunnen bij een dokter terecht als ze ziek zijn. Kortom ze hebben het iets beter dan hun ouders en ze schoppen het in hun leven veel verder dan hun ouders. Vannacht droomde ik over mijn kleinkind Iris, andere nachten komen andere thema's aan bod. Vier maand en Iris lacht me toe, kirt en speelt. Ze moet nog alles leren: lopen, babbelen, zingen, spelen en lezen, schrijven en rekenen. Maar een ding kan ze al: dromen ! Wij zijn een paar maanden verder en Iris kwijt. Het liep niet zo goed met haar behandeling: kanker is geen griepje maar een verschrikkelijke ziekte. Ik kan de naam nog altijd niet uitspreken: rhybo en zoiets. Eerst leek het goed te lopen en konden wij dromen, daarna kwam het verdriet, het verlies.Maar daar kunnen we niet blijven bij stil staan. Veel verdriet en veel tranen. Maar daar maak je geen andere en nieuwe wereld mee. Dus geen optie.We blijven samen met Iris verder dromen.