Hallo bezoeker,
welkom op het blog van de Mailgroep Huisdieren, een hechte groep Dierenvrienden-SeniorenNetters, die er zijn voor, door en met elkaar.
Op dit blog kunnen jullie kennismaken met onze dieren, tips vinden over de verzorging en de gezondheid van de dieren, dierengedichten en dierenartikels lezen, werkjes in verband met dieren bekijken, enz.
Veel kijk- en leesplezier!
04-12-2008
Vogels voeren in de winter
Vogels voeren in de winter.
Tijdens de donkere wintermaanden hebben de vogels minder tijd om op zoek te gaan achter voedsel. Nu het stukken kouder is hebben ze het nochtans echt broodnodig. Daarom is het aan te raden om een handje te helpen, zodat ze gezond en wel de strenge vrieskou kunnen trotseren. We kunnen de dieren helpen om hun vetreserve op peil te houden door energierijk voedsel aan te bieden. De vogels zullen dit ten zeerste waarderen en zelf kunnen we een hele winter lang genieten van de vele vogels die aan en af komen gevlogen.
De voederplaats: Het voederen kan starten vanaf het moment dat het begint te vriezen. Strooi het eten op de grond op open plaatsen dan lopen de vogels geen gevaar zelf te worden opgegeten door katten die op de loer zitten tussen de struiken. Een andere mogelijkheid is het plaatsen van een voederplank of een voederhuis / -buis die met een touw aan een tak vast hangt. Daar kunnen de katten enkel maar met veel smaak naar opkijken. Plaats de voederplank op een zonnige en windarme plaats, liefst daar waar U ze vanachter het vensterraam in het oog kan houden. Zorg ervoor dat er een afdakje boven de voederplank is, zodat het voeder niet nat wordt of verdwijnt onder een sneeuwbui. Verder is het ook niet interessant de voederplank dicht bij grote bomen, tuinhuisjes, pergola's,... te plaatsen waar katten kunnen afspringen.
Het meest geschikte voedsel: Tijdens deze koude periode hebben de vogels vooral nood aan energierijk voedsel dat veel koolhydraten bevat. Deze vinden we in grote percentages terug in zaden, vruchten en groenvoer. Vogels hebben trouwens het vermogen om het teveel aan koolhydraten om te zetten in lichaamsvetten. Vet is eveneens een belangrijke energiebron voor vogels. Vele keukenrestjes bevatten een hoog gehalte aan vet en zijn dan ook ideaal als vogelvoeder: kaas zonder plastiek randjes, ongezouten spek, cake, gebak,...
Vetbollen of mezenbollen : vooral voor roodborstje, mezen, spreeuw, mussen,... Zelf vetbollen maken gaat gemakkelijk door een zadenmengeling uit de winkel te mixen met gesmolten frietvet. Het mengsel wordt in stenen bloempotten, duiventesten of lege melkkartons gegoten waarin het kan opstijven. Het hard geworden vetmengsel kan gemakkelijk uit de potten,... door deze even in een bak met warm water te houden.
Fruit : overrijp fruit valt vooral in de smaak bij spreeuwen, merels, roodborstjes en lijsters.
Granenmengeling : liefst een mengsel voor vogels met veel zonnebloempitten en oliehoudende zaden.
Ongebrande pinda's : in netjes of op draad rijgen
Waarop letten: Voeder meerdere keren per dag. Bij voorkeur 's morgens na de lange, koude nacht en tegen de late namiddag.
Zeker niet doen: Te veel voedsel geven kan ertoe leiden dat het eten met uitwerpselen wordt bevuild. Dat werkt ziektes in de hand en trekt s nachts muizen en ratten aan. Een teveel aan boter zal werken als laxeermiddel. Probeer zout in het voedsel of water steeds te voorkomen. Ongekookte rijst zal in de vogelmaag gaan opzwellen.
Water geven: Als er sneeuw ligt zullen de vogels dat als waterbron gebruiken. Wanneer er geen sneeuw ligt en alle water is bevroren dan kunnen we de vogels helpen. Geef gewoon zuiver water en zet dat op een windvrije, beschutte plaats. Door de drinkbak af te dekken met gaas kunnen ze geen koude douche nemen. Het verenkleed zou anders kunnen bevriezen met alle gevolgen vandien. Op zeer koude dagen mag men het ijs met een hamer in kleine ijsbrokjes slaan. De vogels pikken de stukjes op en laten het in hun bek smelten.
Tips en weetjes : Het voederen kan starten vanaf dat het begint te vriezen en vanaf dat de lente zich aankondigt kan men ermee stoppen. Te lang doorvoederen in het voorjaar kan gevaren met zich mee brengen. Mezen die verzot zijn op traag verterende pinda's kunnen die dan voederen aan hun jongen. Deze zullen door de trage vertering van pinda's gedurende enkele uren geen hongergevoel hebben waardoor ze niet meer bedelen, afkoelen en sterven.
Er wordt door sommige mensen beweerd dat het niet goed is om vogels te voederen omdat ze daar dan afhankelijk zouden worden. Wees gerust, vogels leven niet enkel en alleen van het voedsel van de voederplanken. Ze leven van verschillende voorraden en voedselbronnen die ze tijdens hun constante zoektocht in de regio vinden.
Nog veel plezier met het voederen en begluren van de verschillende soorten vogels die uw voederplaats bezoeken.
In bijna elke tuin zijn ze in deze tijd wel te vinden: vetbollen, pindanetjes en zelfgemaakte snoeren met apenootjes.
Met deze lekkernijen helpen we de vogels de koude wintermaanden door. Maar wat veel mensen niet weten, is dat er eigenlijk best het hele jaar door bijgevoerd mag worden.
"In de winter is het echt noodzakelijk om vogels bij te voeren, maar ook de rest van het jaar is het zeker wenselijk. Dat is het advies van de Vogelbescherming", weet Remco Reinten van dierenspeciaalzaak Pet's Place in Gennep. "De natuurlijke voedselbronnen worden namelijk steeds minder doordat er steeds meer bebouwing komt."
Om vogels naar de eigen achtertuin te trekken, wordt het aanbod aan voer in de dierenwinkels steeds gevarieerder. "Vroeger beperkte dit zich tot zadenmengsels maar tegenwoordig hebben we bijvoorbeeld ook mengsels met insecten", licht Reinten toe.
Zelfs voor de zomermaanden is een apart assortiment te verkrijgen. Dan hebben de vogels geen extra vet nodig en kunnen er vetbollen met een speciale samenstelling, met minder vet, in de tuin gehangen worden.
Dat de vogels afhankelijk worden van bijvoer wanneer ze dit het hele jaar door krijgen, blijkt onjuist. Ze vertrouwen namelijk nooit op één voedselbron. Uit onderzoek is gebleken dat vogels maximaal 20 procent bijvoer op het menu hebben staan. De rest scharrelen ze zelf bij elkaar in de natuur.
Wie zorgt voor bijvoer in de tuin, mag rekenen op een breed scala aan vogelsoorten zoals vinken, mussen, roodborstjes, lijsters, merels en mezen.
Reinten: "Voorwaarde is wel dat je het voer op een droge plaats aanbiedt, zoals in een vogelhuisje, en dat er voldoende beschutting in de tuin is."
Met de keuze voor bepaalde voersoorten kun je deels zelf bepalen welke vogels in je tuin neerstrijken. "Zo zijn roodborstjes dol op insecten en kun je de mees vooral blij maken met zonnebloempitten en pinda's."
Ook de manier van voeren heeft invloed op het vogelaanbod. "Vinken vind je niet snel op een voederplank. Die halen hun voedsel het liefst van de grond."
Waterbakjes kunnen tijdens vorstperiodes beter achterwege worden gelaten. Vogels wassen zich hier in en daardoor kunnen de vleugels bevriezen.
"Een prima alternatief is het voeren van appels, want hier zit veel vocht in", stelt Reinten.
Wie in het voorjaar graag broedende vogelparen in de tuin wil hebben, moet de nestkastjes volgens Reinten nu al ophangen.
"De nesten worden pas in het voorjaar gebouwd, maar vogels zijn nu al de omgeving aan het verkennen, op zoek naar een geschikte plek om te broeden (de Gelderlander)
Onderzoekers van de universiteit van Kopenhagen hebben ontdekt dat het gentiaanblauwtje, een vlindersoort die ook in Nederland voorkomt, andere dieren voor de gek houdt zodat deze voor haar kroost zorgen.
De vlinder weet namelijk larven te produceren met een chemisch laagje dat precies overeenkomt met dat van larven van de gewone steekmier. Dat meldden de onderzoekers donderdag in het tijdschrift Science.
De vlinders laten hun larven achter op de klokjesgentiaan, waar ze gevonden worden door de mieren. Deze herkennen de larven als hun soortgenoten en brengen ze instinctief terug naar hun kolonie.
Daar worden ze door de mieren gevoed tot ze volgroeid zijn en er vandoor gaan. Elders in Europa vermomt het gentiaanblauwtje haar larven ook als die van andere mierensoorten, aldus de Deense onderzoekers. (anp/mvl) (De Morgen)
Het vingerdier of aye-aye (Daubentonia madagascariensis ) is een halfaap die voorkomt op Madagaskar . Het is de enige nog levende soort uit de familie vingerdieren (Daubentoniidae). De verwantschappen van de soort zijn onduidelijk.
De vacht van het vingerdier is donkerbruin tot zwart, met blekere plekken op zijn snuit en hals. Hij heeft een lange, dikke pluim staart van ongeveer 50 cm lang. Dat is langer dan de kop-romplengte van 45 cm. Hij heeft een ronde kop met een stompe snuit. De ogen zijn oranje gekleurd. Net als bij knaagdieren groeien de snijtanden van een vingerdier continu; een unicum onder de primaten. Aan de poten heeft hij lange en smalle vingers met scherpe klauwen . Alleen de grote teen mist een klauw.
De middelvingers van dit diertje zijn zeer merkwaardig. Deze zijn veel langer dan de andere vingers. De lange, dunne, knokkelige vinger gebruikt hij als een soort echoapparaat . Dat is een ander uniek kenmerk binnen de primaten. Ze tikken met de vinger op de schors van een boom en horen of daarachter een insecten larve zit. Hij kan daarmee zelf larven vinden die tot 2 cm diep onder de schors zitten. De vinger wordt daarna gebruikt om de larven uit de boomschors te peuteren.
Het vingerdier leeft op Madagaskar , verspreid over twee gescheiden gebieden: een klein gebied in het noordwesten en een groot gebied in het oosten. Deze gebieden zijn dicht bebost.
Het vingerdier is een nachtdier. 's Nachts zoekt hij naar eten en overdag slaapt hij in zelfgemaakte nesten . Ze eten graag larven van insecten, maar ook fruit . De lange vinger kan bijvoorbeeld ook gebruikt worden om het vruchtvlees van een kokosnoot uit te peuteren. Af en toe plundert het dier een nest en eet eieren . Vingerdieren leven alleen of in paren. Per keer bevalt het vrouwtje van één jong. De dieren leven betrekkelijk lang voor een klein zoogdier. In Artis is een vingerdier wel 23 jaar oud geworden.
Door de ontbossing is hij een zeer bedreigde diersoort geworden. Het huidige leefgebied is gefragmenteerd. De houtkap rukt steeds verder op; als het in dit tempo doorgaat zal het niet lang duren voordat ze uitgestorven zullen zijn. Vroeger zag de plaatselijke bevolking in het diertje de reïncarnatie van overleden familieleden. Die angst mag hem dan vroeger hebben beschermd, tegenwoordig wordt er gewoon jacht op ze gemaakt. In dierentuinen zijn ze haast niet te vinden, maar in Noord-Madagaskar is een eiland vlak voor de kust waar gevangen dieren worden vrijgelaten.
Uiteraard komt de naam vingerdier van de uitzonderlijke lange vingers. De naam 'aye-aye' is afgeleid van het Madagaskische 'aiay', de inheemse naam voor het diertje. De wetenschappelijke naam voor dit diertje is Daubentonia madagascarensis . De soortnaam madagascarensis spreekt voor zich, maar de naam van het geslacht Daubentonia werd gegeven ter ere van zijn ontdekker, de Franse zoöloogLouis Daubenton .
Huisdieren zijn zich niet bewust van de gevaren van producten die in en om het huis gebruikt worden. De kans op vergiftiging is dan ook reëel.
Voorbeschikt voor vergiftiging
Honden en katten zijn van nature speels en nieuwsgierig. Het is dan ook normaal dat ze het hele huis doorsnuffelen op zoek naar leuke objecten. Helaas zit zo'n huis vol valstrikken zoals bijtende en/of toxische , producten, voedsel dat er aantrekkelijk uitziet, maar helemaal niet geschikt is voor dieren of sierplanten die voor vergiftiging kunnen zorgen. Maar katten, en vooral honden, zijn niet altijd in staat om een onderscheid te maken tussen wat goed en wat niet goed voor hen is. Zo zal een hond niet aarzelen om met een plastic fles te spelen en ze stuk te bijten waardoor hij in contact komt met toxische stoffen. Honden en katten worden ook aangetrokken door de geur of de smaak van bepaalde substanties die niet geschikt zijn voor consumptie en die de gezondheid in gevaar kunnen brengen.
Onderhoudsproducten en geneesmiddelen
De meeste schoonmaakproducten en onkruidremmers kunnen brandwonden veroorzaken aan de tong, de mond, de slokdarm, de ingewanden en de huid. Producten die in heel wat garages staan zijn bijvoorbeeld antivriesmiddelen die op een paar uur tijd de dood van uw huisdier kunnen veroorzaken door nierinsufficiëntie. De zoete smaak van de producten valt helaas in de smaak van heel wat honden. Ook strooizout is bijzonder toxisch. De consumptie ervan leidt tot uitdroging, spijsverterings- en zenuwstoornissen. Producten die bedoeld zijn om knaagdieren te weren, zijn vaak anti-coagulantia. Als uw hond of kat ervan snoept dan levert dat na één a drie dagen coagulatiestoornissen op. De stoornissen gaan gepaard met neusbloedingen en huidbloedingen, bloed in de stoelgang en bloed in het braaksel. Uw lievelingshuisdier kan ook aan de verpakkingen van geneesmiddelen knabbelen die hij op zijn pad tegenkomt. Hij kan de geneesmiddelen ook inslikken
Voedingsmiddelen
Chocolade wordt door de meeste mensen goed verdragen, maar voor een hond kan de lekkernij toxisch zijn omdat chocolade theobromine bevat dat bij honden maagzweren kan veroorzaken, het hartritme kan doen versnellen en voor onvrijwillige spiercontracties kan zorgen. De intensiteit van de symptomen (van onbestaand tot dodelijk) wordt bepaald door de hoeveelheid en het soort chocolade (pure chocolade is veel rijker aan theobromine). Andere voedingsmiddelen die niet geschikt zijn voor uw huisdier zijn uien, rauw vlees en rozijnen die in grote hoeveelheden voor nierinsufficiëntie kunnen zorgen en mogelijk ook tot de dood.
er liep eens een varkentje door de wei en dacht bij zichzelf "ik voel mij vrij" geen mens om mij heen,' alleen mevrouw koe" maar ach, wat doet het er toe ik voel mij vrij en blij en huppelend door het gras liep hij naar de koe die vroeg hen wie hij was het varkentje zei" mijn naam is Bas'en hoe heet jij"? "mijn naam is mamma koe ik ben hier de baas over het veld het is maar dat je het weet en het wel even aan iedereen doorverteld" "o sprak Bas vol van verbazing ik dacht dat dit veld was voor ieder levend ding" "wij zin geen dingen, ja voor de mensen maar die hebben altijd van die domme wensen ik geef ze melk en boter en kaas maar jij geeft zelf een karbonade helaas". Bas keek vol verbazing naar mamma koe en zei"wat doet dat er nou toe" voorlopig ben ik vrij en blij en hoop nog lang te genieten hier samen met jou in de wei zo liepen mamma koe en leine Bas gezamelijk en naast elkaar door het gras en een goeie boer die nu moest verzinnen om Basje voor zich te winnen want mamma koe had heel slim Basje meegenomen naar de rest van de kudde en sprak op moederlijke toon hier is Bas en hij blijft hier gewoon we dopen hem koe alleen zonder melk maar als wij iets meer gras kauwen zal de boer niets van de inhoud merken en kan basje lekker hier blijven werken zo lekker tussen de vlaaien en het gras dat was de toekomst voor kleine Bas maar altijd nog beter dan een kilo vlees zonder gras
Een konijn en een cavia? Een konijn kan ook samen met een cavia gehouden worden, maar het is beter om twee konijnen bij elkaar te zetten. Denk er ook aan dat een konijn ander voer nodig heeft dan een cavia.
Kan een konijn iets leren? Konijnen kunnen leren wat ze wel en niet mogen. Doe dit via belonen met iets lekkers en niet via slaan. Herrie maken of een klopsignaal geven op de grond kan helpen om uw konijn iets af te leren.
Verzorging van de vacht Konijnen verzorgen hun eigen vacht door zich dagelijks te wassen. Er kunnen dan veel haren in de maag en darmen terecht komen waardoor problemen kunnen ontstaan. Voorkom dit door het konijn dagelijks te kammen, vooral de langharige konijnen.
Er zijn 2 veel voorkomende virusinfecties bij het konijn: Myxomatose en VHS (=RHD). Deze virusziektes hebben helaas bijna altijd een dodelijke afloop. Er is geen goed werkende therapie, daarom is voorkomen door een vaccinatie zo belangrijk!
Er zijn veel wilde konijnen in Nederland gestorven door VHS in het voorjaar van 2004.
En eind 2004 was er een uitbraak van Myxomatose in Utrecht en omgeving. Een konijn dat myxomatose had is behandeld en heeft het door de goede verzorging van de eigenaar overleefd!
De juiste hoeveelheid konijnenvoer is van levensbelang voor je konijn!
Een diëet voor het konijn moet aan de volgende voorwaarden voldoen.
onbeperkt hooi
20 gram konijnenvoer (biks) per kilogram lichaamsgewicht
groenvoer
Uitleg van het juiste voer voor een konijn:
Onbeperkt hooi van goede kwaliteit .
Konijnen hebben een grote blinde darm waarin ze veel voedsel kunnen opslaan. Hierdoor kan een konijn veel ruwvoer verwerken (= bijvoorbeeld hooi en gras). Geef je konijn onbeperkt hooi oftewel ad lib => het konijn mag zoveel hooi krijgen als dat het wil of kan eten.
Eet het konijn veel biks dan zal het te weinig hooi eten en daardoor kan het snel last krijgen van zijn darmen. Ruwvoer bevat vezels en deze zijn van belang voor een goede darmwerking. Krijgt een konijn onvoldoende ruwvoer dan zal het problemen krijgen met zijn darmstelsel. De darm kan stil gaan liggen en er ontstaat een paralytische ileus
Geef bikskorrels in plaats van gemengde granen. Geef liever geen gemengde granen omdat het konijn dan selectief gaat eten. Het eet alleen de lekkere dingen op en niet de biks die het nodig heeft en krijgt daardoor niet alle voedingsstoffen binnen. Vooral calcium is hierbij van belang. Een tekort aan calcium geeft tand en kiesproblemen. Het bot wordt zachter en de gebitselementen raken los te zitten.
De aanbevolen hoeveelheid biksvoer per dag is: 20 gram per kilogram lichaamsgewicht per dag.
Geef niet teveel konijnenvoer , want dan wordt er niet genoeg hooi gegeten!
Geef niet teveel konijnenvoer , want dan worden de blindedarmkeutels niet opgegeten!. Blindedarmkeutels , zijn klein, zacht en donker van kleur. Als het goed is zie je deze keutels niet. Ze worden gelijk opgegeten. Indien het konijn teveel konijnenvoer (biks, korrels) krijgt, krijgt het dermate veel energie binnen dat het zijn eigen poep niet meer zal opeten! De caecumkeutels zitten dan aan de kont geplakt en er wordt ten onrechte gedacht aan een probleem met de ontlasting terwijl het een voedingsprobleem is. Lees bij het hoofdstuk voeding over de juiste hoeveelheid en het goede soort voer.
Als het konijn niet zijn blindedarmkeutels opeet kleven deze vast aan de kont. Dit geeft een vieze kont. Vaak wordt er gedacht dat er diarree aanwezig is, maar er is gewoon een voedingsprobleem doordat de eigenaar teveel konijnenvoer aan het konijn geeft. Daarbij is er het gevaar dat er vliegen kunnen komen die hun eitjes in deze poep leggen. Uit deze eitjes ontstaan maden en deze maden kunnen de huid aantasten. Lees verder over madenziekte of myasis .... .
Dit probleem is eenvoudig te voorkomen door de juiste hoeveelheid konijnenvoer te geven . Hiermee dwing je je konijn als het ware om de blindedarmkeutels op te eten.
Geef niet teveel konijnenvoer , want dan wordt het veel te dik! Als een konijn teveel of zelfs onbeperkt konijnenvoer kan (of mag) eten wordt het veel te dik . Je konijn is te dik als de ribben niet meer te voelen zijn als je de borstwand navoelt. Ook heeft er zich dan een grote wam gevormd. De wam is een vetplooi tussen de kin en de borstingang.
Het te dikke konijn op de foto hieronder woog 3,95 kg. Dit kwam omdat zij veel biks mocht eten. Het andere konijn is even groot en weegt 1,9 kg hetgeen een normaal gewicht is voor een konijn van een dergelijk formaat. NB: de konijnen zijn onder verdoving.
Geef niet teveel konijnenvoer , want dan kan er blaaszand ontstaan! Een extra reden om niet teveel biks te voeren is dat hierdoor teveel calcium binnenkrijgt en dit kan blaasstenen of blaaszand veroorzaken. Het dikke konijn, op de foto hierboven en hiernaast, had ook blaaszand door teveel konijnenvoer. Door de calciumoxalaten is een blaasontsteking ontstaan en heeft er zich urinebrand ontwikkeld. Lees verder over oxalaten in de blaas tgv teveel biks ....
Wij raden Science Selective voer aan, een volledig voer waar extra vezels inzitten. Vooral voor konijnen met darmproblemen raden wij dit voer aan. U kunt in onze Dierenkliniek een gratis proefzakje op komen halen.
3 soorten groenvoer per dag . Let op dat u niet teveel groenvoer in 1 keer aanbiedt. (houdt 50-100 gram per kg lichaamsgewicht aan per dag). Ook zijn sommige soorten niet goed voor het konijn. Hieronder staat een lijst met geschikte groenten en een lijst met groenten die u niet mag geven (zie onderstaande links):
Een konijn mag geplukt gras hebben maar geef niet teveel als het konijn het nog niet gewend is. Let op: Pluk geen gras op plaatsen waar wilde konijnen komen omdat dit gras besmet kan zijn met VHS!!! Geef geen gemaaid gras , dit gaat namelijk erg snel achteruit in kwaliteit.
Fruit mag het konijn eten echter niet teveel omdat de suikers het konijn dik maken. Teveel fruit kan ook diarree geven.
Voldoende vers drinkwater.
Geef liever geen snoepjes of knabbelstaafjes die in de dierenwinkel verkocht worden. Ze maken het konijn vaak dik. Geef ze liever wat groente of fruit om ze te verwennen.
Bij sommige konijnen slijten de kiezen niet goed op elkaar af. Als de kiezen niet recht afslijten kunnen er scherpe punten, de zogenaamde haken, op de kiezen ontstaan. Deze kunnen op den duur in de tong of de wang gaan steken. Dit is erg pijnlijk voor het konijn en een konijn kan daardoor minder gaan eten of zelfs stoppen met eten. Ook kunnen ze een natte kin krijgen omdat ze door de iritatie van de haak op het slijmvlies van tong of wang meer gaan speekselen. Door het overmatig speekselen ontstaan er zelfs kale plekken bij de huid van het konijn.
Foto rode rondje: haak op de kies, blauwe rondje beschadigde tong. Klik op de foto voor een grotere foto.
Zie foto hieronder voor de natte kin die het konijn krijgt door het overmatig speekselen. Doordat het konijn zich veelvuldig gaat wassen ontstaan er kale plekken onder de kin. Klik op de foto voor uitleg.
Oorzaak... Vaak heeft het verkeerd afslijten van de kiezen een achterliggende oorzaak. Naast het behandelen van de haken is het daarom van belang om te proberen die achterliggende oorzaak op te sporen en te verhelpen. Omdat voedingsfouten hierbij vaak een rol spelen betekent dit dat in de meeste gevallen een aangepast dieet, waarin calcium in optimale hoeveelheden in de voeding aanwezig is, gegeven moet worden. Zie voor meer informatie onder het kopje voedingsfouten .
Diagnose... Als gedacht wordt aan haken op de kiezen kunnen die al vaak door middel van een bek-inspectie aangetoond worden. Deze inspectie kan het best gedaan worden door met behulp van een oorkijker (otoscoop) met een speciaal opzetstuk in de bek te kijken. Meestal zijn zo de haken al goed te zien. Soms moet een konijn verdoofd worden om een goed beeld te krijgen van de kiezen.
Voorbereiding... Voor de haken kunnen worden verwijderd dient het konijn eerst onder sedatie te worden gebracht. We hebben een speciale dosering voor de konijnenverdoving ontwikkeld en het verdovingsrisico bij ons voor een konijn is niet groter dan voor een hond of kat. We geven een pijnstiller en een antibioticum voordat we aan de behandeling beginnen.
De behandeling ... Vooraleerst de haken verwijderd kunnen worden is het van belang om een goed zicht op de kiezen te krijgen. Een beksperder (voor op de snijtanden), een wangsperder en goede verlichting zijn hiervoor onmisbaar. Met behulp van speciale kniptang kunnen de haken weggehaald worden. Hierna wordt de kies tot op het slijmvlies weggeslepen.
De speciale kniptang
De kiezen worden zo kort mogelijk afgeslepen ....
De kiezen worden zo kort mogelijk afgeslepen, we noemen dit radicaal wegnemen van de kiezen. Dit om te zorgen dat de kiezen daarna zo uitgroeien dat ze de grootste kans maken om weer goed op elkaar af te slijpen. Indien de kiezen dusdanig scheef zijn dat ze so wie so niet meer goed op elkaar afslijten en dat er altijd weer haken terugkomen, dan zal deze behandeling het konijn een langere periode tussen de behandeling geven dan indien er alleen haken weggenomen worden.
We gebruiken een speciale boor met een afschermkap ....
We gebruiken een speciale boor die we bestellen bij een tandheelkundige firma waar tandartsen hun materiaal bestellen. Ook zorgen we ervoor dat het slijnvlies en de tong beschermd worden. Hiervoor wordt dan ook gebruik gemaakt van een boor in een beschermkapje om te voorkomen dat het slijmvlies van de wang of de tong beschadigd wordt. (zie de foto hieronder).
Een speciale boor met beschermkap.
Het is belangrijk om te weten dat de haken kunnen terugkomen, soms al na enkele weken. Als je goed slijpt duurt het vaak enkele maanden voordat er weer haken zijn ontstaan. Dit betekent dat bij sommige konijnen de behandeling regelmatig herhaald dient te worden.
Nazorg... Na de operatie moet het konijn onder een warmtelamp gelegd worden. We geven een pijnstiller en Antisedan. Antisedan zorgt dat de evrdoving snel opgeheven wordt. Om ervoor te zorgen dat het konijn ook weer goed gaat eten geven we pijnstiller mee naar huis. De ervaring leert dat na een behandeling van de kiezen een konijn vaak een paar dagen slechter eet. Wij laten de eigenaar het konijn na de behandeling dwangvoeren totdat het konijn weer uitzichzelf eet. Indien een stille darm aanwezig was zullen we deze ook behandelen met Cisaral en Laxatract, naast de pijnstiller en het dwangvoeren.
Een tweede, meer diervriendelijke manier om afwijkende en te lange snijtanden bij het konijn te behandelen is door middel van slijpen. Bij het slijpen van de tanden is de druk die op de tand uitgeoefend wordt minimaal waardoor de problemen die je bij knippen ziet hier niet optreden. tevens is het mogelijk om door middel van slijpen de stand van de snijtanden zodanig te corrigeren dat ze weer op natuurlijke wijze op elkaar af kunnen slijten.
Voorbereiding... Om de stress bij het konijn tot een minimum te beperken is het wel noodzakelijk dat het konijn onder verdoving wordt gebracht. We hebben een speciale dosering voor de verdoving van het konijn ontwikkeld . Het verdovingsrisico voor een konijn is daardoor niet groter dan die bij een hond of kat.
Op de foto's hieronder ziet u afgebroken ondersnijtanden en de behandeling bij het konijn.
Beter alternatief... Soms is de afwijkende stand door het slijpen niet te corrigeren. Het kan dan noodzakelijk zijn om de snijtanden elke paar weken te slijpen. Omdat dit een te grote belasting voor het konijn vormt heeft het dan de voorkeur om de snijtanden te trekken.
Extractie van de snijtanden:
Bij sommige konijnen is de stand van de snijtanden zo afwijkend dat ook door middel van slijpen geen normale stand meer gerealiseerd kan worden. Dat zou dan betekenen dat de tanden om de paar weken ingekort moeten worden. Het is in zo'n geval beter om de snijtanden onder sedatie te trekken.
Voorbereiding... Voor de extractie dient het konijn eerst onder sedatie (=verdoving) te worden gebracht. We hebben een speciale dosering voor de verdoving van het konijn ontwikkeld . Het verdovingsrisico voor een konijn is daardoor niet groter dan die bij een hond of kat. We geven een injectie met pijnstiller (Metacam 0,1 mg/kg LG SC) en antibioticum (Duplocilline 0,2 ml/kg LG SC) voordat we aan de behandeling beginnen. Tijdens de operatie wordt voor goede verlichting gezorgd en wordt het konijn warm gehouden door een warmtematje onder het konijn te plaatsen.
De operatie...
Eerst worden de te lange snijtanden ingekort zodat de operatie gemakkelijker uit te voeren is. De onder en boventanden worden met een speciale boor doorgeboord.
Vervolgens moet de wortel van de snijtand losgemaakt worden van het slijmvlies van de tandkas. Met behulp van een gebogen elevator volgens Fahrenkrug of nog beter een rechte scherpe elevator van Luxator , worden de lamellen waarmee de wortels van snijtanden in de tandkas zitten gebroken.
Het is van belang om vanaf alle kanten druk te zetten op de snijtand, zodat deze volledig los komt te zitten. Pas als de tand helemaal is losgemaakt kan deze getrokken worden. Bij iedere snijtand herhaal je deze behandeling en ook de stifttanden worden op deze manier getrokken. De snijtanden hebben een hele lange wortel en het is de kunst om ze te trekken zonder dat er een stuk van de wortel afbreekt. Als de wortel breekt groeit de snijtand namelijk weer aan.
Nu de boventanden
Nazorg... Na de operatie moet het konijn onder een warmtelamp gelegd worden en door middel van een injectie Antisedan ook zo snel mogelijk weer wakker gemaakt. Dit is om de recovery zo kort mogelijk te laten duren. Om ervoor te zorgen dat het konijn bij thuiskomst geen pijn krijgt wordt er een pijnstiller (Metacam 2x daags 0,1 mg/kg LG oraal) voor 5-7 dagen meegegeven. Ook wordt er voor een paar dagen een dwangvoermiddel meegegeven.
Ook zonder snijtanden kunnen konijnen prima eten. Het eten, zoals het hooi en groentes, moet alleen wel in wat kleinere stukjes worden aangeboden.
Hieronder een overzicht van hoe deze tanden eruit zien:
Gezondheid huisdieren: hoe moet je de hond uitlaten?
Gezondheid huisdieren: hoe moet je de hond uitlaten?
Wandelingen zijn noodzakelijk voor het welzijn van uw hond en het is ook een vorm van ontspanning voor u en de viervoeter. Op voorwaarde dat uw huisdier een goede opvoeding genoot
Waarom is het belangrijk?
Minstens drie keer per dag gaan wandelen (vooral als men geen grote tuin heeft) is noodzakelijk voor het fysiek evenwicht van een hond . Het geeft hem de kans om zich uit te sloven en om te voldoen aan zijn behoefte aan spel en ruimte. Het is ook dé manier om soortgenoten te ontmoeten wat zijn sociaal leven ten goede komt. Wandelingen zijn ook nodig voor het ontdekken van duizenden geuren. De reukzin van een hond is namelijk veel meer ontwikkeld dan die van de mens. Er zijn heel wat verschillen tussen beide reukorganen. Een voorbeeld. Men schat het aantal reukcellen in de neus van een labrador op 200 miljoen, terwijl een mens er niet meer dan 5 miljoen heeft. De duur en de frequentie van de wandelingen hangen vooral af van de leeftijd van de hond en zijn gezondheidstoestand. Een jonge hond die in goede gezondheid verkeert, heeft een grotere behoefte om zich uit te leven dan een oudere of zieke hond (artrose, hartaandoening, enz.)
De anderen en de wet respecteren
Als men een hond zou kunnen vragen waar hij het liefst gaat wandelen dan is de kans groot dat hij eerder voor velden en bossen kiest dan voor de stad. Maar waar u ook op stap gaat, als u met een hond op een openbare plek komt dan moet u de wetgeving respecteren en moet uw huisdier zich kunnen gedragen. De wet verplicht u om uw viervoeter aan een leiband te houden op de meeste plaatsen en op slechts een paar plekken is het toegelaten om uw hond los te laten, op voorwaarde dat u uw hond perfect onder controle hebt zonder riem. Het is belangrijk voor de veiligheid van iedereen, ook die van de hond . Om een hond goed onder controle te kunnen houden, moet men een hond nemen waarvan het postuur overeenstemt met de fysieke kracht van het baasje zodat die het dier in toom kan houden.
Gehoorzaamheid is een noodzaak
Om samen met uw hond van momenten van de ogenblikken van vrijheid te kunnen genieten is het noodzakelijk dat het huisdier goed opgevoed, dat het gehoorzaamt en dat de hond ook de notie van teruggeroepen worden beheerst. Hij moet terug naar u komen als u hem dat vraagt. Dat kan men makkelijker aanleren wanneer de hond van jongsaf aan omgangsvormen geleerd heeft. Hij zal serener zijn, ook bij het kruisen van andere honden en mensen. Om uw hond te leren om terug naar u te hollen wanneer u hem roept, moet u een precieze formule gebruiken en altijd dezelfde en op dezelfde toon. Als hij niet meteen naar u toekomt dan moet u hem een paar keer aanmoedigen. Als hij uiteindelijk doet wat hij moet doen dan moet u hem hartelijk prijzen. Zich opwinden of brullen is zinloos, de hond zal van u weglopen. Als u niet slaagt in uw opzet, dan moet u een beroep doen op een opvoeder. Het is noodzakelijk om uw hond uit te laten zoals het hoort.
Het konijn behoort tot de orde der Lagomorpha (= haasachtigen) en niet, zoals veel mensen denken, tot de knaagdieren. Het verschil zit hem in de stifttandjes die achter de boven snijtanden van het konijn staan (zie plaatje links). Knaagdieren hebben deze stifttanden niet.
Konijnen zijn meestal altijd vriendelijke dieren, ook voor kinderen, maar sommige konijnen kunnen bijterig of krabberig zijn. Meestal begint dit als het konijn geslachtsrijp wordt (rond de 3-4 maanden), het konijntje dat daarvoor schattig en lief was is dan dominant geworden en niet meer zo lief! Verder is een konijn territoriaal: het zal zijn hok zal verdedigen als je hem daaruit probeert op te pakken.
Waarom eet een konijn zijn eigen keutels op?
Dit is nodig omdat niet alle voedingsstoffen en energie bij de eerste darmpassage uit het voer gehaald kunnen worden. Grote onverteerbare delen worden gelijk uitgepoept. Dit zijn de gewone droge harde keutels. De overige kleinere deeltjes worden eerst achtergehouden en bewerkt in de blinde darm: het caecum. Deze keutels worden in groepjes uitgescheiden en rechtstreeks uit de anus opgegeten door het konijn. Bij de tweede passage door de darmen worden alle stoffen die nodig zijn uit deze keutel gehaald.
Konijnen hebben twee soorten keutels.
Gewone keutels , deze zijn groot, stevig van vorm en licht van kleur. Het is normaal als je die in grote hoeveelheden ziet liggen.
Blindedarmkeutels , zijn klein, zacht en donker van kleur. Als het goed is zie je deze keutels niet. Ze worden gelijk opgegeten. Indien het konijn teveel konijnenvoer (biks, korrels) krijgt, krijgt het dermate veel energie binnen dat het zijn eigen poep niet meer zal opeten! De caecumkeutels zitten dan aan de kont geplakt en er wordt ten onrechte gedacht aan een probleem met de ontlasting terwijl het een voedingsprobleem is. Lees bij het hoofdstuk voeding over de juiste hoeveelheid en het goede soort voer.
Omdat een konijn veel beweging nodig heeft is het verstandig om een ruime kooi of een ruim hok te nemen. Of bij een kleiner hok de mogelijkheid te geven om ook het hok uit te kunnen door middel van een buitenren of dat ze de kamer in kunnen lopen (dit is belangrijk om vechten te voorkomen).
Binnen of buiten? Konijnen kunnen zowel binnen als buiten gehuisvest worden mits het buitenhok bescherming biedt tegen regen, zon en wind. Als u het konijn buiten houdt dan is een buitenhok met een ren het leukste voor het konijn zodat het 'vrij' kan rondlopen. Let er hierbij op dat katten en honden niet in de ren kunnen komen en dat het konijn zich niet uitgraaft.
Loslopen door de kamer Een konijn dat binnen gehuisvest wordt vindt het leuk om af en toe door de kamer te lopen. Let er wel op dat konijnen knagen ook leuk vinden, dus denk aan meubels en elektriciteitsdraden.
Zindelijk te maken? Konijnen zijn van nature zindelijke dieren waarbij ze in de kooi meestal een hoekje uitkiezen om hun behoefte te doen. Hierdoor kan een konijn geleerd worden om op de kattenbak te plassen als het vrij in huis rondloopt. Vaak belonen met iets lekkers helpt hierbij.
2 of 1? Een konijn is een gezelschapsdier en is gewend om in groepen te leven. Dit betekent dat het niet graag alleen is. Als u niet veel thuis bent is het dus gezelliger voor het konijn om 2 konijnen bij elkaar te houden.
Wat zet je dan bij elkaar? Een mannetje en vrouwtje samen is de beste keus! Konijnen kunnen goed samen gehuisvest worden maar door seksueel gedrag van konijnen onderling kan onrust ontstaan. Ook is er het gevaar dat je ongewenste nakomelingen kunt krijgen!
Twee konijnen samen en/of het koppelen van konijnen
Een konijn alleen of twee konijnen samen? Een konijn is een gezelschapsdier en is gewend om in groepen te leven. Dit betekent dat het niet graag alleen is. Als u niet veel thuis bent is het dus beter om 2 konijnen te nemen. Een konijn alleen is maar alleen en dit kan leiden tot het ontstaan van gedragsafwijkingen.
In het begin van dit stukje beschrijven we over jonge konijntjes die samen uit het nest of van een dierenwinkel komen, daarna bespreken we het koppelen van oudere konijnen uit bijvoorbeeld een opvang of asiel.
Jong en/of volwassen? Het beste is om konijnen bij elkaar te zetten die allebei jong zijn of allebei volwassen. Vaak gaat het plaatsen van een jong konijn bij een volwassen konijn niet goed. Er zijn ook veel oudere konijnen in opvangcentra die een nieuw tehuis zoeken.
Twee jonge konijnen samen
Twee konijnen samen: wat zet je dan bij elkaar? Een mannetje en vrouwtje samen is de beste keus!
We adviseren om een mannetje en een vrouwtje te nemen. Konijnen kunnen goed samen gehuisvest worden maar door seksueel gedrag van konijnen onderling kan onrust ontstaan. Ook is er het gevaar dat je ongewenste nakomelingen kunt krijgen!
Let op: een konijn kan al vanaf 3-4 maanden leeftijd geslachtsrijp worden (= hormonale puberteit), op die leeftijd moet je ze apart zetten om te voorkomen dat ze nakomelingen krijgen. Een mannetje castreren kan vanaf 4-5 maanden leeftijd, een vrouwtje steriliserenpas vanaf 6 maanden leeftijd. Het advies is dus om eerst het mannetje te castreren en 2-3 weken later mag hij dan weer bij het vrouwtje. Later kun je dan het vrouwtje laten steriliseren.
Waarom moet je een konijn laten helpen? Als dierenarts adviseren we dat je je konijn laat helpen (= steriliseren of castreren), omdat je voorkomt dat ze ongewenst gedrag gaan vertonen zoals, hormonaal bepaald, dominant gedrag, sproeien, agressie en vechten of nog erger ongewenste nakomelingen krijgen. Ook is steriliseren van een vrouwtje erg belangrijk omdat ze op latere leeftijd een baarmoedertumor kunnen krijgen.
Twee van hetzelfde geslacht We adviseren om een mannetje en vrouwtje te nemen. Soms gaat dit niet en wil je twee mannetjes of twee vrouwtjes uit hetzelfde nestje bij elkaar houden. Ze kunnen samen opgroeien, maar zodra de puberteit begint kunnen ze gaan vechten. Zodra je dit ziet moet je ze uit elkaar halen en laten castreren/steriliseren. Eenmaal vechtende konijnen kunnen slecht weer samen, ze blijven dan namelijk vaak vechten. Niet vechtende konijntjes die geholpen zijn kunnen goed samen harmonieus oud worden. Onze ervaring is dat 2 gecastreerde mannetjes samen beter gaat dan 2 gesteriliseerde vrouwtjes. De beste combinatie blijft een mannetje en een vrouwtje!
Hoe voorkom ik vechten: geef ze ruimte! Als je onderling vechten wilt voorkomen denk dan aan het volgende: een uitloop of ren waar de dieren bij elkaar weg kunnen is heel erg belangrijk. Ze kunnen als het ware een time out nemen. Als de konijnen achter elkaar aanrennen en niet weg kunnen zal de voorste zich omdraaien en gaan vechten. Voorkom een te kleine ruimte!
Help mijn konijntje is agressief geworden! We zien vaak dat zodra een konijntje in de hormonale puberteit komt het niet meer het lieve kleine konijntje is. Het konijntje kan gaan grommen, stampen met de achterpoten, aanvallen als je voer geeft en zelfs bijten. We zien vaak dat een konijntje dan weg moet, omdat de kinderen het konijn niet meer leuk vinden. Het gedrag verbetert gelukkig enorm als ze gesteriliseerd of gecastreerd worden!
Twee volwassen konijnen samen
Als 1 konijn overblijft, wat dan? Het komt helaas voor dat 1 van de konijnen van een koppeltje dood gaat. Je wilt dan een nieuw konijn als maatje voor het overgebleven konijn. Wij adviseren dan om niet op zoek te gaan naar een jong konijntje maar om een ouder konijn uit een opvang of asiel erbij te plaatsen.
Kun je zomaar een nieuw konijn erbij zetten? Je kunt niet zomaar een konijn ophalen en deze bij je andere konijn in het hok zetten! konijnen die elkaar niet liggen kunnen elkaar bevechten tot de dood erop volgt. Vechten zie je vooral bij konijnen die nog sexueel actief zijn en die dus niet gesteriliseerd of gecastreerd zijn.
Een nieuw konijn koppelen Je kunt naar een opvangadres gaan om een nieuw konijn uit te zoeken of beter neem je konijn mee en laat je konijn een nieuwe partner uitzoeken. De combinatie mannetje-vrouwtje is de beste keuze, maar er zijn ook konijnen die een sexe-genoot uitzoeken als partner. Laat je adviseren in je keus door de opvang, zij hebben vaak veel ervaring met het koppelen van konijnen.
Vaak komt een eigenaar met de klacht dat het konijn rode of oranje urine heeft. Gelukkig is er dan vaak geen blaasontsteking, maar is de urine rood verkleurd door kleurstoffen in de voeding. Zie voor meer informatie hieronder.
Blaasproblemen bij het konijn
Lees verder over de verschillende oorzaken van blaasproblemen bij het konijn. Waaronder rode urine, "zand in de blaas", blaasstenen en nog enkele andere oorzaken.
Konijnen zijn vruchtbaar vanaf 3-5 maanden leeftijd. Een vrouwtje kan gedekt worden zodra ze vruchtbaar is. Wij raden dan ook aan vanaf die leeftijd de mannetjes en vrouwtjes van elkaar te scheiden. Als een konijn gedekt is duurt de dracht tussen de 29 en 33 dagen.
Wat gebeurt er als een konijntje is geboren?
Lees verder over de belevenissen van jonge konijntjes als ze zijn geboren.
Het is aan te raden om vrouwelijke konijnen te laten steriliseren. U verkleint hiermee de kans dat uw konijn op latere leeftijd een baarmoedertumor krijgt. U kunt uw konijn vanaf de leeftijd van 6 maanden laten steriliseren.
Ook is het aan te raden om mannetjes te castreren: niet gecastreerde mannetjes kunnen namelijk agressief worden naar soortgenoten en/of naar de eigenaar. Ook kunnen zij gaan sproeien in huis.
Hoe gaat een sterilisatie in zijn werk?
Lees verder over hoe een sterilisatie bij het konijn in zijn werk gaat. Op de foto ligt een speelgoedkonijn op de operatietafel tijdens onze open dag.
We hebben een nieuwe hechttechniek in onze dierenkliniek, we lijmen de huid in plaats van deze te hechten. Deze techniek is vooral geschikt om de huid te hechten bij de sterilisatiewond van het konijn.
Niet gecastreerde mannetjes kunnen agressief worden naar soortgenoten en/of naar de eigenaar. Ook kunnen zij gaan sproeien in huis. Castratie kan hiertegen helpen en kan vanaf de leeftijd van 6 maanden.
Een abces aan de kaak tgv van tand of kiesproblemen
Een abces aan de kaak tgv van tand of kiesproblemen
Een abces kan zich ontwikkelen door een tand of een kiesprobleem. Dit kan een veroorzaakt worden door bijvoorbeeld een breuk of door losse tanden of kiezen. Het los komen te staan komt door een verkeerde voeding ( zie onze pagina over verkeerde voeding .... ) Door voedingsfouten kan er een tekort aan calcium (osteoporose) ontstaan, zodat het bot van de kaken zachter wordt. De tanden en kiezen kunnen los komen te zitten in de tandkas en er kan een ontsteking aan de wortel ontstaan.
symptomen... Bij konijnen kan er door kiesproblemen een abces aan de onderkaak ontstaan. Het konijn heeft dan een bult bij de onderkaak die steeds groter wordt. Ook zie je vaak dat het konijn minder goed eet en minder actief is.
We zullen op deze pagina de onderkaak problemen bij een konijn bespreken. Bij problemen aan de bovenkaak zie je vaak dat er overmatige ooguitvloeiing of dacryocystitis ontstaat. Lees verder over problemen van kiezen aan de bovenkaak...
Diagnose van een onderkaakabces bij het konijn... De diagnose wordt gesteld door de bult aan te prikken en te ontdekken dat er pus in de bult zit. Een abces is een met pus gevulde holte. Bij konijnen is het abces vaak gevuld met dikke kaasachtige pus, pasteurella bacteriën zijn meestal de oorzaak.
Behandeling onder sedatie... De behandeling zal bestaan uit een grondige inspectie van de bek onder sedatie. Gezocht wordt naar afgebroken tanden of kiezen.
Klik op de foto voor de uitleg. Op de linkerfoto is een afwijkende kies van de onderkaak te zien.
Röntgenfoto... Als het probleem niet gelijk duidelijk is maken we een röntgenfoto van de schedel. De stand van de kiezen en tanden en een eventuele breuk is goed te zien. Ook kan de ontsteking zo uitgebreid zijn dat er nieuw gevormd bot te zien is. Er worden meerdere opnames gemaakt, het is belangrijk om de schedel in diverse standen te draaien om een goed beeld te krijgen.
Trekken van tanden of kiezen... De tand of kies die het probleem geeft wordt getrokken. De kies wordt alleen getrokken als deze los zit. Er moet geen kies getrokken worden die vast zit, het probleem is dat deze namelijk kan afbreken of er kan een groot stuk kaakbot loskomen. Met behulp van een gebogen elevator volgens Fahrenkrug kan de kies of kiezen getrokken worden. De mond is vrij smal en je hebt weinig ruimte om te werken.
Wij trekken alleen kiezen die loszitten en laten de kiezen die er tegen over zit zitten.
De tegenoverliggende kies of kiezen van de bovenkaak hoeven niet getrokken te worden. Onze ervaring is dat deze kies maar heel langzaam zal groeien, of zelfs niet eens zal groeien, ondanks dat er geen kies is waarop hij zal moeten slijten. Het lijkt erop dat er druk op de kies moet staan om uit te groeien.Voor de zekerheid laten we konijnen na een paar weken en maanden terugkomen om de kiezen te controleren.
Bacteriële kweek en antibiogram... Voordat we de oorzaak behandelen, bijvoorbeeld een slechte kies of tand, wordt het abces steriel geopend. Pus uit het abces wordt met een swab (een soort wattenstaaf) in een speciale medium gebracht om na te gaan welke bacterie het abces veroorzaakt. In een laboratorium bij de faculteit Diergeneeskunde wordt deze kweek uitgevoerd en ze testen gelijk welk antibioticum geschikt is om deze bacteriën te bestrijden.
Abces openen en schoonmaken... Het is van groot belang dat het abces grondig schoongemaakt wordt. Het abces wordt zo ruim mogelijk opengelegd en alle pus wordt weggehaald, daarna wordt de abcesholte grondig uitgespoeld. Voor het uitspoelen gebruiken we fysiologisch zoutoplossing of een verdunde waterstofperoxide oplossing.
Afhankelijk van hoe groot het abces is en op welke plaats het zit wordt één van de volgende behandelingen ingezet:
Behandeling met zalf.... De huidwond wordt ruim opengelegd en de wond wordt zolang mogelijk open gehouden. Twee keer per dag wordt er zalf in de wond ingebracht en de korst die gevormd wordt wordt iedere dag weggehaald.
Behandeling met calciumhydroxide... Calciumhydroxide (CaOH) wordt in de tandheelkunde gebruikt om nieuw tandweefsel te laten vormen. Het wordt vaak gebruikt bij wortelkanaalbehandelingen. Wij gebruiken het omdat door de CaOH een hoge PH gevormd wordt, hierdoor gaan bacterien dood. Als CaOH ingehecht wordt moet dit na een week of 2 weer verwijderd worden. Vaak kan dit zonder verdoving gebeuren.
Behandeling met een doxycyclinegel... We heben een tandheelkundig materiaal waarin doxycycline (een antibioticum) opgelost is en waaruit de doxycycline langzaam vrij komt. Dit materiaal is ideaal om in te hechten in een schoongemaakte holte van een abces.
Bovenstaande foto: er is een tand en een kiesprobleem.Klik op de foto voor uitleg.
Nabehandeling... De nabehandeling zal bestaan uit een antibioticum, eventueel een antibioticumzalf en een pijnstiller. Er wordt een antibioticum gegeven in afwachting van de uitslag van de bacteriële kweek en het antibiogram. Indien het gegeven antibioticum niet goed is wordt deze aan de hand van de uitslag aangepast. Ook zal het konijn indien het niet uit zichzelf eet gedwangvoederd moeten worden.
Welk antibioticum is geschikt voor een abces bij het konijn... We gebruiken een onderhuids gegeven Penicilline injectie (wordt om de dag gegeven soms wel 8 weken of zelfs nog langer) en lokaal een Doxycylinezalf voor in de wond. We hebben goede ervaringen met deze onderhuidse penicilline injecties en zien geen spuitplekken of dysbacteriose ontstaan. Oraal (via de mond) mag er nooit penicilline aan het konijn gegeven worden, als het in de darmen terecht komt ontstaat er namelijk dysbacteriose. De normaal gangbare antibiotica die bij het konijn gebruikt worden zijn niet geschikt om te gebruiken voor de behandeling van abcessen! Trimethoprimsulfa (Bactrimel, Sulfatrim Drops, etc.) dringt niet in abcessen door en wordt zelfs afgebroken door pus, dit moet dus niet gebruikt worden! Enrofloxacine (Baytril, Enrofloxaral Drops, etc.) werken niet tegen anaerobe bacteriën. Deze anaerobe bacteriën komen vaak voor bij konijnenabcessen.
Het is dus belangrijk om door middel van een bacteriële kweek na te gaan welke bacterie(n) er in het abces voorkomen en met een antibiogram welk antibioticum er tegen die bacterie(n) werkt. We hebben bijgehouden welke bacterien er vaak voorkomen. De meest voorkomende bacterien zijn: Anaerobe bacteriën en Pasteurella Multocida. Maar ook Staphylococcus Intermedius, Clostridium en Actinomyces.
ROTTERDAM - De hond is al 30.000 jaar metgezel van de mens. Dat leert een fossiel uit de Ardennen.
BIOLOGIE
Een 'wolvenschedel' uit de prehistorische Goyet-grot bij Namen, die vol lag met gebruiksvoorwerpen uit de Late Oude Steentijd, is in werkelijkheid van een grote hond. En voor een hondenschedel is hij verrassend oud: 31.000 jaar oud, midden uit de Laatste IJstijd.
Met deze vondst is het oudste fossiele bewijs voor de domesticatie van de wolf tot hond in één klap twee keer zo oud geworden. Dat schrijft een team van onderzoekers onder leiding van paleontologe Mietje Germonpré (Instituut voor Natuurwetenschappen) in een artikel dat gepubliceerd wordt in het Journal of Archaeological Science.
Cruciaal voor de identificatie als hond vormde de relatief korte en brede bek van de Goyet-schedel. Uit isotopenonderzoek van het botmateriaal blijkt dat de hond waarschijnlijk leefde van paarden- en bizonvlees.
Samen met de Ardense schedel zijn ook tien andere prehistorische 'wolven'-schedels onderzocht. Die zijn vergeleken met vijf zekere prehistorische hondenschedels en achttien schedels van de twee moderne hondenrassen die genetisch en in uiterlijk de oudste eigenschappen lijken te hebben (de Siberische husky en de chowchow), met 35 andere moderne hondenschedels en met 48 moderne wolvenschedels. In totaal zijn 117 schedels nauwkeurig opgemeten.
Twee andere, Oekraïense prehistorische schedels die altijd als wolven waren getypeerd, bleken ook afkomstig van honden, beide ongeveer 15.000 jaar oud. Onder de wolvenschedels in de musea en archeologische depots zitten dus veel hondenschedels verborgen.
In de eerste reacties op de vondst, op serieuze blogs als anthropology.net, wordt vooral benadrukt dat er nog maar één hondenschedel is ontdekt die veel ouder is dan gedacht. Als de domesticatie inderdaad 30.000 jaar geleden begon, zou je er toch meer verwachten. Die kunnen nog komen, maar bij de kleine Europese mensenpopulaties in de IJstijd (niet heel veel meer dan enkele duizenden) is een enorme hondenpopulatie (en dus veel fossielen) niet te verwachten. Buiten Europa is niet veel opgegraven.
De nieuwe schedel is wel een héél stuk ouder. De oudst bekende betrouwbare hondenfossielen waren tot nu toe een 14.000 jaar oude kaak uit Duitsland en een ongeveer15.000 jaar oude schedel uit het Russische Eliseevichi (even oud dus als twee van de drie nu als hond ontmaskerde schedels).
Op grond van die fossielen (en DNA-analyses) werd de laatste jaren dan ook verondersteld dat de domesticatie van de hond zo'n 15.000 jaar geleden geschiedde: waarschijnlijk getemd door wolvenpups bij mensen op te laten groeien en met de tamste verder te fokken.
Uit een uniek fokexperiment met vossen in Rusland bleek een paar jaar geleden hoe snel selectie op tamheid ook bij vossen typische hondeneigenschappen kan laten ontstaan. Vijfenveertig jaar lang mochten op een fokstation in Siberië alleen die vossen zich voortplanten die het minst bang voor mensen waren en niet naar hen beten. En nu kwispelen ze (doen wolven of vossen nooit), ze blaffen (idem) en ze begrijpen zelfs wat een mens bedoelt als die ergens naar wijst (daarmee hebben zelfs chimpansees moeite). Ook hebben ze rondere en kortere gezichten met slappe oren - allemaal typische hondenkenmerken.
Daarmee zijn de vosjes nog geen bruikbare jacht- of waakhonden geworden maar de transformatie is wel verbluffend snel, en dat dankzij selectie op maar één kenmerk: tamheid.
Met de oude datum van 15.000 jaar geleden was de hond nog altijd het oudst bekende gedomesticeerde dier, maar de komst van de beste vriend van de mensheid zit dan nog altijd chronologisch dicht op de domesticatie van andere dieren. Volgens de laatste inzichten zijn de geit en het schaap al vanaf 12.000 jaar geleden gedomesticeerd. Dat is dus ongeveer gelijktijdig met de landbouwgewassen die het menselijk leven helemaal voorgoed hebben veranderd. De domesticatie van de hond was dan wel iets vroeger en nog duidelijk onderdeel van een jachtcultuur, maar lijkt toch in dezelfde trend te passen.
Met de nieuwe datering van de hondendomesticatie rond 30.000 jaar geleden is dat verband met andere domesticaties verbroken. En daarmee lijkt een oudere gedachte te herleven. Want nog niet zo lang geleden werd een veel eerdere domesticatie verondersteld, verwijderd van de klimaatturbulenties van het einde van de Laatste IJstijd en van het begin van het landbouwtijdperk 12.000 jaar geleden.
In 1997 verscheen een mitochondriaal (mt) genetische analyse van 162 wolven en 140 honden in Science waarin een domesticatie vanaf 100.000 jaar geleden werd geconcludeerd (berekend op basis van mutatiesnelheid). Dat is ver voor de tijd dat de moderne mens (Homo sapiens, ontstaan circa 200.000 jaar geleden) echt modern gedrag ging vertonen, met geavanceerde werktuigen en kunstvoorwerpen. Die laatpaleolitische culturele revolutie gebeurde ongeveer 45.000 jaar geleden.
De datering op 100.000 jaar geleden werd weer verlaten toen een mtDNA-studie uit 2002 onder veel meer honden (654) leidde tot de conclusie dat de huishond Canis familiaris zo rond 15.000 jaar geleden was ontstaan. En waarschijnlijk in Oost-Azië.
Op zijn minst is dus nu in Goyet een heel vroeg getemde wolf gevonden, maar waarschijnlijk moet het begin van de domesticatie van honden gewoon verder terug dan die 15.000 jaar geleden, aldus het onderzoeksteam in Journal of Archaeological Science. Tenslotte zijn in de Chauvet-grot, met de beroemde rotstekeningen van 30.000 jaar oud, óók hondachtige pootafdrukken gevonden, samen met kindervoetsporen.
DNA-onderzoek aan de Goyet-schedel leverde niet veel op: een tot nu onbekende mtDNA-variant. Maar dat is ook te verwachten bij zulke oude vondsten. Lang niet alle varianten blijven bestaan, misschien stammen alle huidige honden (tenminste voor hun mitochondriaal DNA) wel inderdaad af van een hond die circa 15.000 jaar geleden in Oost-Azië leefde.
Maar dat hoeft helemaal niet de eerste hond te zijn. Zo is het bij mensen ook niet. De oudste Homo sapiens -fossielen zijn 200.000 jaar oud, maar de oudste mitochondriale voorouder (mitochondriale Eva ) wordt meestal op 150.000 jaar geleden gedateerd. Veel mtDNA-lijnen verdwijnen.
Een verwarrende factor in het genetisch onderzoek is ook nog dat er altijd vermenging is geweest tussen honden en wolven (aan de rand van het bos). Maar van de oude variatie in wolfsgenen is weinig meer over na de ineenstorting van de wolvenpopulatie in de laatste eeuwen.
Fossielen van de veertig centimeter grote schildpad Odontochelys semitestacea tonen dat het schild ontstaan is uit ruggenwervels en ribben. rr
BRUSSEL - Een 220 miljoen jaar oude fossiele schildpad toont eindelijk hoe het reptiel aan zijn enorme harnas komt.
PALEONTOLOGIE
Het enorme harnas dat schildpadden meetorsen, stelt paleontologen al jaren voor een mysterie. Hoe is dat schild ontstaan? De oudste fossielen die tot voor kort bekend waren, tonen dat voorouders ruim 200 miljoen jaar geleden ook al een geheel gesloten rugschild hadden. Nergens in het fossiele archief van schildpadden waren tussenstadia te vinden; dieren met een gedeeltelijk gesloten schild die aantonen hoe de bescherming was ontstaan.
Een van de 'missing links' is onlangs ontdekt in het zuidwesten van China. Odontochelys semitestacea (of 'half bepantserde schildpad met tanden') zoals de 220 miljoen jaar oude Chinese schildpad is gedoopt, zou het bewijs leveren dat het schild is ontstaan uit vergroeiingen van de ruggengraat en de ribben. Een artikel hierover van Chinese, Canadese en Amerikaanse paleontologen staat deze week in Nature .
In embryo's van huidige schildpadden is ook te zien dat het schild zich vormt doordat de ruggenwervels en ribben naar buiten toe expanderen. Paleontologen wogen deze kennis mee. Maar het was onvoldoende om uitsluitsel te geven over de ontstaansgeschiedenis van het schild. Maar nu is er dus fossiel bewijs.
Nature schrijft in een redactioneel commentaar dat de hele ontstaansgeschiedenis van de schildpad moet worden herzien.
De ontdekking maakt volgens de onderzoekers korte metten met een concurrerende theorie die stelt dat het schild is ontstaan uit de vergroeiing van harde plaatjes van been, zogenaamde osteodermen, die in veel fossiele dinosauriërs gevonden zijn en die krokodillen nu ook nog gebruiken als bepantsering.
Odontochelys semitestacea had helemaal geen osteodermen. Vanuit zijn ruggengraat vormde zich een schild dat zijn rug gedeeltelijk afschermde. Het buikschild, of plastron, was wel al helemaal ontwikkeld. De onderzoekers denken dat het dier, dat zo'n veertig centimeter lang was, in het water leefde en dat hij daarom vooral zijn onderkant moest beschermen tegen roofdieren. (tvd)
Spaanse wetenschappers zijn erin geslaagd 'supermuizen' te creëren, die bestand zijn tegen kanker en veertig procent langer kunnen leven, meldden diverse media vrijdag.
De muizen werden genetisch gemanipuleerd door onderzoekers van het centrum van kankeronderzoek CNIO en de universiteit van Valencia, meldt onder meer het magazine 'Cell'.
De sleutel van het experiment was een enzyme met de naam telomerase. Dankzij telomerase worden de uiteinden van de chromosomen, bekend als telomeren, verlengd. De cellen kunnen immers blijven delen en dat zou ervoor zorgen dat de levensduur wordt verlengd. Het risico op kanker wordt daardoor echter wel groter.
De muizen werden genetisch gemanipuleerd om bestand te zijn tegen kanker, terwijl de hoeveelheid telomerase in hun lichaam werd verhoogd.
Daardoor hadden de muizen een beter neuro-musculaire coördinatie, een kleinere kans om diabetes te ontwikkelen en ook hun weefsel was gezonder op latere leeftijd dan bij gewone muizen. Ze leefden ook tot veertig procent langer.
'De relatie tussen telomeren en het ouder worden is bekend sinds 1990, maar het is de eerste keer dat de levensverwachting van een heel organisme verlengd is', zei Maria Blasco, voorzitter van de studie in de krant El Mundo .
'Gelijkaardige technieken zouden ervoor kunnen zorgen dat mensen 120 jaar oud worden', zei Blasco. Het was echter niet mogelijk om dezelfde methode voor genetische manipulatie toe te passen op mensen, legde ze uit.
GROENE HART - Bij het verdedigen van zijn territorium kan de zwaan tekeergaan en als het niet goedschiks gaat, dan verdrinkt hij zijn rivaal ter plekke.
Voor de knobbelzwaan valt het niet mee om uit het water op te stijgen.
Veel mensen zijn een beetje bang van knobbelzwanen. Dat is niet zo vreemd, want vooral als ze jongen hebben, kan vader zwaan zich behoorlijk agressief gedragen. Doch de verhalen, dat een zwaan met een klap van zijn machtige vleugel je een gebroken arm kan bezorgen, zijn behoorlijk overdreven. Het is wel eens gebeurd, maar in de meeste gevallen brengt hij de indringers, die te dicht bij nest of jongen komen met zijn snavel flinke verwondingen toe.
Ook bij het verdedigen van zijn territorium kan de zwaan behoorlijk tekeergaan en als het niet goedschiks gaat, dan verdrinkt hij zijn rivaal ter plekke, zoals wij vorig jaar nog in Driebruggen hebben gezien. Juist door dat agressieve gedrag durft geen enkele rover in de buurt van een zwanennest te komen en dat heeft logischerwijs tot gevolg, dat er steeds meer knobbelzwanen in de polders komen en er in sommige streken stemmen opgaan om zwanen te gaan afschieten.
Wij wandelden rond de Lagenwaardse Polder ten noorden van Koudekerk in de hoop de eerste kleine zwanen (afkomstig van de poolcirkel, met gele snavels) en kolganzen te zien die hier vaak met honderden overwinteren. Niets van dat al, maar van knobbelzwanen kun je ook altijd wel genieten.
Een zwanenpaar blijft levenslang bij elkaar, maar hecht absoluut niet aan een familieband. Van zeer nabij hebben we meegemaakt, dat het mannetje ruim vijf maanden zijn kroost verdedigde en daarbij zelfs niet schroomde om een tractor op het weiland aan te vallen. Om zich plotseling begin december tegen zijn eigen nakomelingen te richten en dat ging niet zachtzinnig ook. Die jonge zwanen, vaak nog grauwwit en zonder knobbel, snapten er niets van, dat hun vader plotseling zo lelijk ging doen en kwamen steeds weer terug, totdat het mannetje echt hard ging pikken en de jongen definitief uit het gebied verdreef. Die jonge dieren zoeken elkaar vaak op in de buurt van meren (Nieuwkoop, Reeuwijkse surfplas) en blijven vaak in groepen bijeen, totdat ze na twee jaar geslachtsrijp worden en een partner kiezen.
Het is moeilijk voor te stellen, maar in de jaren vijftig van de vorige eeuw waren zwanen zeldzaam in de polders. Zij werden wel gehouden voor hun dons en nog langer geleden voor het vlees en gekortwiekte exemplaren zwommen in parken en grachten. Van oudsher is de knobbelzwaan een inheemse vogel, maar de bijna honderdduizend exemplaren, die nu over heel Nederland voorkomen, zijn bijna allemaal ontsnapte en dus verwilderde zwanen.
Het vrouwtje weegt meestal ruim 10 kilo, maar de mannetjes komen gemakkelijk aan 16 kilo en het is duidelijk, dat het niet meevalt om met dat gewicht op te stijgen uit het water en dat geldt ook eigenlijk voor het landen. De knobbelzwanen hebben een flinke start- en landingsbaan nodig, maar het blijft een prachtig gezicht de dieren met het zoevende soms fluitende geluid te zien opstijgen en de vergelijking met een vliegtuig is al vaak gemaakt (vandaar ook het reclamefilmpje). Het zijn krachtige vliegers, maar als gevolg van de forse massa niet bepaald wendbaar. In de randstad vallen de meeste slachtoffers door het feit dat zij in de vlucht nauwelijks kunnen zwenken en dan tegen een hoogspanningsmast of ander hoog obstakel vliegen.
Geef vogels wat ze willen en ze komen graag in uw tuin. Zodat u kunt genieten van hun zang, ze heerlijk bezig kunt zien, het grootbrengen van hun jongen kunt volgen. Kijken en luisteren naar vogels is enorm rustgevend en geeft een geweldig natuurgevoel. Zet de juiste planten in uw tuin en de vogels komen vanzelf. En hoe meer variatie in het groen, des te meer soorten vogels u mag verwachten.
Winterkoninkjes broeden graag in dichte hagen. Vinken, goudhaantjes, heggenmussen en mezen buitelen zingend door de struiken op zoek naar insecten. Turkse tortels koeren liefst in een wat hogere boom. Spreeuwen laten hun trillers vanuit de plantentoppen horen. Lijsters en merels eten net zo lief vruchten als wormen. Roodborstjes, kwikstaarten, boomklevers, piepers, paapjes en tapuiten, fitis, tjiftjaf en tuinfluiter, u mag ze allemaal verwachten met de juiste struiken en een enkele boom in de tuin. Misschien zal zelfs ooit een verscholen nachtegaal u tijdens een zoele zomernacht laten genieten zijn verrukkelijke geluid.
Wat er nodig is
U moet planten neerzetten die beschutting en bescherming bieden, die een uitkijkpost kunnen vormen, waarin veilig gebroed kan worden, waarin veel insecten te vinden zijn, waaraan voedzame bessen en andere vruchten groeien. Dat kan in iedere tuin, ongeacht stijl, vorm, maat of sfeer. Er zijn meer dan genoeg planten om uit te kiezen. Kies bij besdragende heesters en bomen liefst voor cultivars met rode of donker gekleurde bessen (blauwzwart). Daar komen de vogels eerder op af dan op witte of gele vruchten.
Vogelvriendelijke loofgewassen, ook klimmers, stekelplanten en besdragers
Eén mezenpaar met jongen verorbert in één jaar de ongelooflijke hoeveelheid van meer dan 50 kg insecten (natuurlijk inclusief larven, rupsen, poppen enz.). Dat scheelt geweldig veel aantastingen (en dus werk) in de tuin. Veel andere zangvogels zijn ook flinke insectenbestrijders. En daar hoeft u niets anders voor te doen dan te zorgen dat ze het in uw tuin prettig vinden. Zorg behalve voor de juiste planten en veilige nestgelegenheid, voor wat water om te drinken en in te badderen. Een goed voorziene voedertafel is ook een prima vogelmagneet, zeker in de winter. Zorg wel voor ruimte eromheen, zodat uw vogels katten en roofvogels op tijd in de gaten hebben.