Hallo bezoeker,
welkom op het blog van de Mailgroep Huisdieren, een hechte groep Dierenvrienden-SeniorenNetters, die er zijn voor, door en met elkaar.
Op dit blog kunnen jullie kennismaken met onze dieren, tips vinden over de verzorging en de gezondheid van de dieren, dierengedichten en dierenartikels lezen, werkjes in verband met dieren bekijken, enz.
Veel kijk- en leesplezier!
24-12-2007
Kattentaal vertaald
Hebben jullie je ook al eens afgevraagd wat er daar allemaal rondgaat in dat hersenpannetje van je viervoeter? Ik wel. Misschien is dit filmpje reeds een begin van een antwoord daarop :
Deel 6: Voeding en verzorging van moederloze dieren
Voeding en verzorging van moederloze dieren
Af en toe worden we geconfronteerd met vragen over de opfok van moederloze dieren: van egels tot eekhoorns, en van konijnen tot kittens.
Het Konijn
Het geboortegewicht van het konijn is afhankelijk van het ras. gemiddels is dat ongeveer 40 gram. de jongen komen blind en kaal ter wereld en blijven zo'n 3 weken in het nest. dat laatste bestaat uit borst- en buikharen van de moeder (de voedster). Een jong van een middelgroot ras groeit zo'n 25 gram per dag. Op 6 weken worden de jongen gespeend; ze wegen dan pakweg 1 kg. Op 3-4 weken nemen ze al vast voedsel op. De lactatiepariode (= de tijd dat de moeder melk geeft) duurt 4-6 wken. Hierbij produceert de voedster 160-200 gram melk per dag. De zoogfrequentie is 1-2 keer per dag.
Jong konijntje
Huisvesting Voor het werpen dienen voedsters een werpkast te hebben of plaats ze op een laag stro of hooi.
Melkvervanging Als melkvervanger kun je kuntsmelk voor kittens of puppies gebruiken. Wil je het zelf maken: 100 gram koebiest (vaak bij een melkveehouder te krijgen) + 10 gram plantaardige olie (bijvoorbeeld zonnebloemolie) of 25 gram Protifar (een eiwitrijke dieetvoeding in poedervorm van Nutricia) + 10 gram plataardige olie + 75 gram water.
Voeding en verzorging Moederloze tamme of wilde konijnen kunnen worden ondergeschoven bij een tamme voedster. Dit is tot ongeveer 2 weken na het werpen mogelijk. Het melkvervangend preparaat geef je eenmaal daags kort na zonsondergang met behulp van een druppelflacon of een speenflesje door een ruimte tussen de kiezen en tanden in de bek. Houdt de omgevingstemperatuur de eerste dagen na de geboorte op ongeveer 37 graden Celsius.
Voor kleine herbivoren (= planteneters) zoals konijnen, cavia's, chinchilla's, schildpadden en slangen is er via de dierenarts tegenwoordig ook het voedingssupplement Crital Care® beschikbaar wat met water moet worden aangemaakt. Dit wordt gebruikt na ziekte in de herstelperiode maar mag ook worden gegeven zodra aan het jonge dier vast voedsel mag hebben.
De Haas
Haasjes worden ziende, met vacht en tanden geboren. Ze wegen bij de geboorte 100-130 gram en groeien per dag 25-30 gram. Als ze 4 weken zijn wegen ze ongeveer 1 kg. In de natuur verlaten de jongen binnen een week na de geboorte het nest en nemen dan vast voedsel op. De zoogperiode is 3-4 weken.
Melkvervanger Een melkvervanger voor hazenmelk is de hier beschreven vervanger voor konijnenmelk, eventueel aangevuld met 5 gram zonnebloemolie per 100 gram.
Voeding en verzorging De melk wordt eenmaal daags gegeven, ongeveer een uur na zonsondergang, op dezelfde wijze als beschreven bij moederloze konijnen. Per dag is de melkopname tot 150 ml per dag voor een haasje van 2-3 weken oud.
Het konijn (Oryctolagus cuniculus ) is een zoogdier , behorende tot de orde der haasachtigen (Lagomorpha). Hoewel het oppervlakkig op een knaagdier lijkt, behoort het konijn dus niet tot de knaagdierenorde. Het is de enige soort uit het geslacht Oryctolagus. Het konijn wordt veelvuldig gehouden als huisdier .
De grootte van het konijn zit tussen die van de echte hazen en de fluithazen in. De achterpoten van het konijn zijn relatief veel korter dan die van de hazen, maar langer dan die van de fluithazen. De buik is veel lichter van kleur dan de rug, vaak wit van kleur. Ook de onderzijde van de staart en de poten is wit. Het konijn leeft enkel van plantaardig voedsel. Ook eet het konijn zijn eigen keutels op ( coprofagie ).
ook voor onze dieren: opletten geblazen (Martina1)
Hoe gevaarlijk is huidcontact met strooizout?
Om ijzel en sneeuw van straten en trottoirs te doen smelten gebruikt men strooizout. Meestal gebruikt men hiervoor calciumchloride (natriumchloride of keukenzout wordt soms ook gebruikt). Calciumchloride is een irriterend product. Als een kind valt op plaatsen waar gestrooid is, kan er lokaal een lichte irritatie zijn, zeker als er een schaafwonde is. Als het de vingers in de mond steekt, kan ook daar een lichte irritatie ontstaan. Het zal ook zout smaken. Spoelen met water van huid en mond is absoluut noodzakelijk. Kleren die nat geworden zijn van het smeltwater moeten zeker uitgedaan worden. Er zijn gevallen van brandwonden beschreven na een langdurig contact met de huid. Na inname van 2 of 3 korrels zout, moet men de mond grondig reinigen met een nat washandje, zorgvuldig spoelen en water laten drinken. Bij inname van grotere hoeveelheden , of wanneer het kind spijsverteringsstoornissen vertoont (misselijkheid, braken en buikpijn) neemt men best contact op met het Antigifcentrum. (gezondheid.be)
Deel 5: Voeding en verzorging van moederloze dieren
Voeding en verzorging van moederloze dieren
Af en toe worden we geconfronteerd met vragen over de opfok van moederloze dieren: van egels tot eekhoorns, en van konijnen tot kittens.
De Hamster
Verzorging en voeding Moederloze hamsters jonger dan zo'n 10 dagen zijn waarschijnlijk alleen groot te brengen met een hamstermoeder die bereid is tot adoptie. Kunstmatige opfok en onderleggen bij ratten of muizen is tot op heden altijd mislukt.
De Gerbil
De zoogperiode voor gerbils is ongeveer 21 dagen. Na zo'n 16 dagen beginnen de jongen met de opname van vast voedsel. De speenleeftijd is 25-30 dagen en ze wegen dan 15-25 gram, terwijl ze bij de geboorte maar 3 gram wegen.
Links: gerbils van een paar uuir oud, rechts: gerbil van ongeveer 6 weken
Huisvesting Omgevingstemperatuur: 20-24 graden Celsius, 12 uur licht per dag. Zaagsel is prima als bodembedekking en papier als nestmateriaal.
Verzorging en voeding Handmatige opfok van gerbils is niet praktisch. De voor de muis beschreven methode zou je kunnen gebruiken. Moederloze jongen worden vaak door een pleegmoeder geaccepteerd, vooral als de eigen jongen even oud zijn. Het onderleggen bij zogende ratten of muizen lukt maar matig.
De Muis
Het geboortegewicht is slechts 1 gram. Het moederdier lacteert (= geeft melk) ongeveer 20 dagen. Wanneer ze worden gespeend (na 18-21 dagen) wegen ze zo'n 10 gram. Pasgeboren muizen zijn kaal en hebben gesloten oogleden. Na 6-7 dagen begint de vachtgroei en na 13-14 dagen zijn de oogleden geopend. De eerste dagen na de geboorte is de opgenomen melk in de maag van buitenaf zichtbaar. Vanaf een leeftijd van ongeveer 12 dagen nemen de jongen ook vast voedsel op.
Muisje wordt met een speenflesje gevoerd
Voeding en verzorging Als kunstmelk kan worden gebruikt warme koffieroom met daaraan per 100 ml toegevoegd 2 gram Protifar (een eiwitrijke dieetvoeding in poedervorm van Nutricia). Moederloze muizen van 12-14 dagen oud kunnen met gemalen en/of geweekte vollledige muizekorrels worden gevoed. Handopfok van moederloze muisjes jonger dan 14 dagen is niet makkelijk: een dun slangetje moet als speen fungeren en om de 4 uur moet je ze voeren. Houdt de diertjes lekker warm. Jonge muizen worden vaak ook door een pleegmoeder geadopteerd.
De Rat
Het geboortegewicht is 4-6 gram. De jongen zijn bij de geboorte blind, haarloos en tandenloos. Na 5-7 dagen begint de vacht te groeien. Vast voedsel wordt opgenomen vanaf 11-12 dagen en rond deze tijd gaan ook de ogen open. De lactatieperiode is 20-24 dagen. De speenleeftijd is ongeveer 21 dagen en de jonge ratjes wegen dan 40-50 gram.
Twee baby-ratjes: de linker is zojuist geboren
Voeding en verzorging Moederloze ratjes kunnen net zoals muisjes met de hand worden opgefokt. Melkgevende ratten kunnen echter uitstekende pleegouders zijn: de eigen jongen mogen zelfs ouder zijn dan de pleegjongen.
Deel 4: Voeding en verzorging van moederloze dieren
Voeding en verzorging van moederloze dieren
Af en toe worden we geconfronteerd met vragen over de opfok van moederloze dieren: van egels tot eekhoorns, en van konijnen tot kittens.
De Chinchilla
Het geboortegewicht van de chincilla is 30-50 gram. Vast vopedsel wordt vanaf een leeftijd van ongeveer 28 dagen opgenomen. De zoogperiode is zo'n 8 weken en de speenleeftijd 6-8 weken.
Baby-chincilla wordt gevoed
Melkvervangers Melkvervangende preparaten voor moederloze jongen zijn kunstmelk voor kittens, geitenmelk of een mengsel van 50 gram melkpoeder, 50 gram water en 25 gram druivesuiker.
De melkvervanger kun je met een pipetje verlengd met een slangetje in de ruimte tussen kiezen en hoektand in de bek druppelen.
Voor kleine herbivoren (= planteneters) zoals konijnen, cavia's, chinchilla's, schildpadden en slangen is er via de dierenarts tegenwoordig ook het voedingssupplement Crital Care® beschikbaar wat met water moet worden aangemaakt. Dit wordt gebruikt na ziekte in de herstelperiode maar mag ook worden gegeven zodra aan het jonge dier vast voedsel mag hebben.
In Nature prijkt deze week een nieuwe neef van de walvissen. Die ziet er niet uit als een enorm zeezoogdier, maar lijkt nog het meest op een dwerghert.
Wie een beetje goed in de walvissen zit, weet dat niet alle walvissen op walvissen lijken. Zo kwam bioloog en geoloog Hans Thewissen in 2001 op de proppen met een verhaal over de allereerste walvis, 'Pakicetus' genaamd. Dat beest leek totaal niet op het huidige, enorme zeezoogdier, maar eerder op een uit de kluiten gewassen rat met hoeven.
Toch was het er één, want de tanden waren precies die van oeroude (mariene) walvisfossielen en het had van die typische walvisoren. Ook had Pakicetus ongewoon dikke botten, wat erop wees dat het dier veel in het water verbleef. Zijn zware botten hielpen hem met alle vier de poten op de modderige bodem te blijven. De ontdekking haalde de omslag van Nature.
Het dier dat Thewissen, werkzaam aan het Northeastern Ohio Universities College of Medicine in Rootstown, Ohio (VS), deze week in Nature beschrijft heet 'Indohyus' en is geen walvis. Zou je ook niet zeggen, want Indohyus heeft nog het meeste weg van een kantjil of dwerghert.
Toch is-ie familie. Sterker nog, volgens Thewissen is Indohyus het met de walvissen nauwst verwante beest. Niet de voorouder, want Indohyus is 'slechts' veertig miljoen jaar oud en de walvissenfamilie ontstond vijftig miljoen jaar geleden al. Toch zal de echte voorvader wel enigszins op Indohyus geleken hebben.
Thewissen vond het fossiel in India. En hoewel hij bewust op zoek was naar een naaste verwant van de walvissen, kwam hij er door een ongelukje in het lab pas achter dat hij beet had. "De knaap die altijd de boel voor me prepareert, brak per ongeluk het oor. Niet zo mooi natuurlijk, maar daardoor kon ik er wel in kijken en dacht verrek, dat lijkt wel een walvisoor."
Behalve het oor bleek het fossiel de zware botten van een in water levend beest te hebben. Waarom het beest dan niet ook gewoon ingedeeld bij de walvissen? Thewissen: "De kiezen zagen er niet walvisachtig uit. Ze leken meer op die van een tapir, of koe, zo u wilt. In ieder geval waren het de kiezen van een planteneter. En walvissen - ook de vroegste exemplaren - eten vis of schaaldieren."
Dat was opmerkelijk, zegt de onderzoeker. "Want we gingen er altijd vanuit dat de voorouders van de walvissen vanwege het voedsel - die vis en schaaldieren - naar het water waren getrokken. Maar Indohyus was een planteneter. En leefde toch in het water. Blijkbaar kwam de verhuizing naar het water voor de verandering van het dieet."
Genoeg reden om 'm buiten de walvissenclan te plaatsen, meent Thewissen. "Ach, je moet ergens een streep trekken natuurlijk. Meestal doe je dat daar waar het grootste tijdsgat zit. Maar de laatste jaren hebben we zoveel verschillende walvisfossielen gevonden, dat de gaten tussen opeenvolgende soorten relatief klein zijn. Dat is een lastig probleem als je de boel wilt ordenen. Maar wel een heel goed probleem om te hebben, vind ik."
Remy van den Brand
J.G.M. Thewissen e.a.: 'Whales originated from aquatic artiodactyls in the Eocene epoch of India', Nature, 20 december 2007
Ten gevolge van een langdurig en kostelijk verblijf in het ziekenhuis ben ik genoodzaakt mijn foto-apparaat te verkopen. Dit foto-apparaat maakt zeer scherpe foto's zoals u zelf kan vaststellen aan de hand van de laatste foto die ik er mee heb gemaakt.
Waaraan kan ik mannetjes- en vrouwtjesvissen herkennen?
Waaraan kan ik mannetjes- en vrouwtjesvissen herkennen?
Bij de meeste dieren is het verschil tussen mannetje en een vrouwtje niet zo moeilijk te zien. Bij vissen is het onderscheid veel moeilijker te maken. Terwijl het wel belangrijk is te weten wat je in je bak hebt.... al is het maar om een explosieve groei van je vissenbevolking te voorkomen.
Uiterlijke kenmerken De sekse van je vis kun je vooral vaststellen aan de hand van uiterlijke kenmerken. Bij veel vissen hebben de mannetjes een helderdere en diepere kleur dan de vrouwtjes. Ook bezitten de mannetjes vaak grotere vinnen en zijn - raar maar waar - vaak de slankste van de twee. Veel vissoorten hebben nog een eigen kenmerk, specifiek voor de soort, waaraan je het geslacht kunt aflezen. Voor meer informatie daarvoor kun je in de gespecialiseerde dierenwinkel terecht.
Uitgekiende groep Sowieso is het handig om, voordat je de vissen koopt, in de gespecialiseerde dierenwinkel uitgebreide informatie te vragen over het geslacht van de vissen. Vraag bijvoorbeeld welke soorten vissen bij elkaar kunnen en wat de beste verhouding tussen mannetjes en vrouwtjes is. Soms kun je maar één mannetjesvis per aquarium nemen, omdat er anders grote vechtpartijen kunnen ontstaan.
Begin je net met je eigen aquarium? Dan is een zoutwateraquarium waarschijnlijk niet aan te raden. De bak is moeilijker te onderhouden en gevoeliger voor invloeden van buitenaf dan een zoetwateraquarium.
Maar als je je zaken eenmaal op orde hebt, is een zoutwateraquarium een lust voor het oog en een geweldige hobby. Hier lees je een paar tips over de zorg van je zoutwateraquarium en zijn bewoners.
Tropisch of niet? Je aquarium kan bestaan uit tropische zoutwatervissen of niet-tropische zoutwatervissen. In Nederland kun je het beste een niet-tropisch zoutwateraquarium aanschaffen. Ten eerste omdat de bewoners makkelijker te verkrijgen zijn. En ten tweede omdat het makkelijker te onderhouden is. De temperatuur van een niet-tropisch zoutwateraquarium is hetzelfde als in de kamer.
Vissen en beplanting In een zoutwateraquarium kun je een heleboel verschillende vissen huisvesten. Maar de eerste keuze waar je voor staat is of je anemonen of koraal wilt plaatsen. Er zijn namelijk een aantal kleine vissen die door de anemonen worden gegeten. Een enkele vis, zoals de clownvis is bestand tegen de anemoon. Wanneer je daarentegen koraal neemt, heb je ruime keus uit vissen die hier bij kunnen. Let wel op de combinatie van je vissen onderling; sommige soorten vreten elkaar aan! Verder moet je je goed verdiepen in het soort beplanting, dat je vissen nodig hebben. Zo heeft een zeepaardje veel behoefte aan dichte begroeiing. Hij houdt zich vast aan de planten en verschuilt zich erin tegen vraatzuchtige medebewoners.
Zeewater Het water voor een zoutwateraquarium kun je zo rechtstreeks uit de zee halen. Je aquarium moet dan wel beschikken over een goed filtersysteem, omdat het zeewater ziektes kan bevatten. Als je wat ver van de kust woont, kun je het zeewater ook zelf maken. Je hebt dan twee bakken nodig, waarin gewoon water op de juiste manier gemengd wordt met de juiste dosering zeezout en een mix van mineralen. Vraag je aquariumspeciaalzaak naar de goede ingrediënten en verhoudingen.
Algen Als je een aquarium hebt aangeschaft, plaats het dan op een enigszins donkere plaats. Als je aquarium namelijk op een te lichte plaats staat, zullen zich snel algen ontwikkelen. Het resultaat: heel troebel water. De regel bij alle aquaria is eigenlijk: hoe meer lichtinval hoe meer algen.
Je wilt een reptiel als huisdier en je hebt gehoord dat de baardagaam een leuk dier is. Voordat je zomaar een vreemd dier in huis neemt, wil je natuurlijk eerst weten of het wel een geschikt huisdier is en waar je op moet letten.
Onbekend diertje Een tijdje terug was de baardagaam nog een tamelijk onbekend diertje, maar tegenwoordig wordt dit reptiel steeds vaker als huisdier gehouden. Waarom nemen steeds meer mensen dit reptiel in huis? In het wild Oorspronkelijk komt de baardagaam uit Australië. Daar kun je hem vinden op de savanneachtige streken waar hij lekker in het zonnetje ligt. De baardagaam kan zowel in het wild als in gevangenschap een lengte tussen de 30 en 45 centimeter bereiken. Hij dankt zijn naam aan de keelzak (baard) die hij openspert als er gevaar dreigt. In het wild is de baardagaam meestal grijs tot bruin gekleurd. Door het vele kruisen is het tegenwoordig ook mogelijk om een baardagaam aan te schaffen in allerlei verschillende kleurvariaties: van oranje tot pastel.
Tam De baardagaam is een leuk reptiel om als huisdier te houden. Dit diertje is heel actief, maar gelukkig ook erg makkelijk tam te krijgen. Daarom is een baardagaam zeer geschikt voor beginnende reptielenhouders. Hij vindt het leuk om geaaid te worden, vooral op de baard en tussen de ogen.
Opletten Als je een baardagaam wilt kopen zijn er een paar dingen waar je heel goed op moet letten. Natuurlijk moet je, voordat je een baardagaam in huis haalt, voldoende informatie verzameld hebben. Daarnaast is het erg belangrijk om bij aankoop te kijken of het diertje wel gezond is. Dit kun je bepalen door op een aantal dingen te letten. Allereerst moet de jonge baardagaam helder uit zijn ogen kijken. Ook is het belangrijk dat alle lichaamsdelen van het dier compleet zijn. Dit klinkt misschien raar, maar het komt vaak voor dat een jonge baardagaam een stukje van zijn teen of staart mist. De staart groeit dan wel vanzelf aan, toch is het verstandig om het even na te laten kijken. Jong of oud Of je nu een jonge baardagaam of een ouder dier koopt, het diertje moet nieuwsgierig en actief zijn. Bij een jong dier is het verstandig om te kijken of zijn ouders in de buurt zijn. Als zijn ouders niet gezond zijn, zijn de jongen dat waarschijnlijk ook niet. Mocht je een wat ouder dier kopen, let dan goed op dat het geen zwanger vrouwtje is. Het dier kan dan namelijk ziek zijn of legnood hebben. Dit laatste is een ziekte die het leggen van het ei bemoeilijkt of zelfs onmogelijk maakt, waardoor de baardagaam niet lang zal leven. Het is verstandig om je baardagaam rechtstreeks bij een kweker te kopen. Hij zal je meer betrouwbare informatie kunnen geven over je baardagaam. Als je er zeker van bent dat alles met dit diertje in orde is, kun je erover nadenken om het in huis te halen. Zorg verder voor voldoende ruimte in het terrarium en dat je genoeg weet over de voeding.
Let op Een baardagaam houden doe je niet zomaar. Je moet er tijd en geld insteken en je goed laten voorlichten over wat er allemaal bij komt kijken. Het houden van een baardagaam moet je zien als een hobby waar je iedere dag mee bezig bent.
Foto: Walter Getreuer, reptielenzoo SERPO - Avro.nl
Ik vind giraffen hele leuke aandoenlijke dieren. Ze zijn zo heerlijk elegant met hun lange benen en tegelijkertijd zo lekker lomp met die scheve bekken. Ik was toch al bezig een lofzang te houden op Ouwehands Dierenpark dus ik ga nog maar even door :) Ze hebben namelijk de giraffen in een soort kuil neergezet waardoor ze voor het publiek op ooghoogte staan, erg slim bedacht!! Hierdoor wordt het een stuk eenvoudiger om ze te fotograferen!!
De voerkorven hangen aan de randen van hun verblijf en als de dames en heren giraf willen eten, doen ze dat dus recht voor je neus, briljant!!
Als je eten dan op de grond valt, heb je als giraf toch best een probleem!!
Gisteren heb ik voor het vrouwtje geposeerd, nu heb ik daar niet altijd zin in en draai dan gauw mijn hoofd weg. Ik heb gezegt dat ik het alleen voor een plakje rosbief doe, en zij mij voorlopig met rust moet laten. Nou dat was een deal en ik heb gewillig geposeerd. Het plakje rosbief heb ik gekregen, en smaakte verrukkelijk. Vinden jullie mij mooi?
De boxer is een middelgrote, vierkant gebouwde hond, gespierd, een echte atleet. Zijn gedrag/ karakter is zelfbewust en zijn ogen stralen uit ofdat hij "de hele wereld aan kan".
Een hond met een gezicht! Hij is trouw en erg aanhankelijk tegenover zijn baas en gezin (een grote kindervriend).Altijd vriendelijk en in voor een spelletje.Al met al, de clown onder de honden. Waakzaam en onverschrokken, hij is van oudsher een verdedigingshond zonder vrees maar weet wanneer het ernst is. Als je je inlaat met een boxer, ben je verliefd voor het leven!
de standaard:
schofthoogte reuen: 57-63 cm gewicht: 35-39 kg. teven: 53-59 cm " 28-32 kg.
kleur: geel of gestroomd met of zonder witte aftekeningen de witte aftekening mag niet meer zijn dan 30%.
gebit: de boxers is een ondervoorbijter d.w.z. de onderkaak steekt boven de bovenkaak uit en is lichtjes naar boven gebogen. Bij gesloten mond mogen geen tanden of tong gezien worden.
Bouw: De bouw is vierkant, gespierd met stevige rechte benen met klein gesloten kattevoeten.
Vacht: Kort, hard, glanzend en aansluitend.
Staart: Hoogaangezet, sinds 1 september 2001 wordt de staart niet meer gecoupeerd.
Oren: Hoogaangezet, ongecoupeerd klein, dun en vallen mooi in een plooi langs het hoofd.
Ogen: Zo donker mogelijk, niet klein of uitpuilend.
Hoofd: Mooie smalle schedel , droog (zonder te veel rimpels), met een volle snuitpartij en vulling onder de ogen. De snuit moet net zo breed zijn als de schedel. (net als een vierkant doosje). Het zwarte masker beperkt zich tot de snuit. (wel of niet met witte aftekening).
De geschiedenis van de boxer: (bron NBC) De boxer in zijn huidige vorm is een betrekkelijk jong ras.Zijn verre voorouders stammen echter rechtstreeks af van de Tibetdog, die duizenden jaren geleden al bestond. Vanuit het oude Griekenland werden de zware honden, de Molossers, in het Romeinse keizerrijk ingevoerd. Bij de Romeins legers deden ze niet alleen dienst als
waakhond, maar ook als de voorloper van de huidige tank. Om te voorkomen dat de tegenstanders houvast kregen aan de staart of de oren, werden deze lichaamsdelen er van tevoren afgehaald. In die tijd was het couperen een functionele maatregel om de dieren te laten overleven in hun gevaarlijke strijd. De Romeinen veroverden bijna geheel West Europa en toen er een tijdperk van betrekkelijke vrede aanbrak, waren de honden als oorlogshond overbodig geworden. Men ging toen op zoek naar andere specifieke taken voor deze makkelijke af te richten honden. De zware kolossen konden worden ingezet als bewakings en verdedigingshond . De lichtere honden bleken uitstekend te voldoen als opdrijvers voor het vee. In West Europa is het ongeveer zo'n vijf eeuwen de gewoonte geweest om de honden op te hitsen tegen het slachtvee, omdat het vlees zo smakelijker zo worden. De speciaal voor dit volksvermaak gefokte honden waren niet alleen sterk, maar ook erg wendbaar.
Behalve voor het ophitsen van vee, werden de honden ook gebruikt voor de jacht op beren en zwijnen. Deze honden zijn de geschiedenis ingegaan als "Bullebijters".
Tegen het eind van de 19e eeuw is uit de Brabantse bullebijter de boxer voortgekomen. De Brabantse Bullebijter was kleiner en lichter, maar meer atletisch en wendbaarder en zeker even moedig als zijn grotere soortgenoten. Ook de Engelse Buldog heeft grote invloed gehad op het ontstaan van het Boxerras. Het blijft gissen hoe de naam is ontstaan. De meest voor de hand liggende verklaring is de manier waarop de honden in hun spel de voorpoten gebruiken. Een manier die sterk doet denken aan de bewegingen van een vuistvechter in de ring. De liefhebber van het ras verenigden zich in de Duitse Boxerclub, die in januari 1896 werd opgericht en meteen al op 29 maart een tentoonstelling organiseerde. Na deze tentoonstelling is men de raspunten gaan vastleggen in een rasstandaard, die echter pas in 1905 werd aangenomen.
bron huisdiereninfo
*een lieve groet doet elk van ons goed Toshi & tante Lotte*
De reuzenmanta is het grootste lid van de roggenfamilie en behoort tot de kraakbeenvissen . Soms wordt de manta ook wel Grote duivelsrog genoemd. De vis heeft de status "kwetsbaar" .
Met een spanwijdte tot 7 meter weegt de manta tot 1800 kg. De lengte kan wel 5 meter bedragen. De manta komt tussen de 35° N en 35° S breedtegraad in alle tropisch en sub-tropisch oceanen voor.
De reuzenmanta voedt zich met plankton en kleine visjes die hij uit het water filtert. De mond zit niet aan de onderkant zoals bij andere roggen maar min of meer aan de voorkant. De bovenkant is meestal zwart of blauw en de onderkant wit.
Manta's brengen in tegenstelling tot andere roggen hun jongen volledig ontwikkeld ter wereld. De geschatte maximale leeftijd is 20 jaar.
In de Australische en Amerikaanse wateren is in het verleden wel gevist op manta's voor hun huiden en levertraan . Tegenwoordig wordt er weinig op manta's gevist hoewel in de Filipijnen het vlees van de vis als een delicatesse wordt beschouwd. Duiktoerisme op plaatsen waar de manta regelmatig wordt aangetroffen en de kwetsbare status heeft hier waarschijnlijk aan bijgedragen. Door hun grootte zijn naast de mens alleen grote haaien een bedreiging voor reuzenmanta's.
PS:Een reuzenmanta vliegt uit het azuurblauwe water van de Californische Golf aan de MEZICAANSE KUST; Sommige wetenschappers geloven dat de vlucht van de grote vissen een manier is om fit te blijven of hun om van parasieten af te geraken.
Anderen denken dat de vissen het louter voor hun plezier doen. De reuzenmanta's kunnen een spanwijdte tot 7 meter krijgen en 1,8 ton zwaar worden. Ze staan er ook om bekend het grootste brein van alle vissen te hebben, en vinden het leuk om rond diepzeeduikers te zwemmen. (cv/pm)
Gepubliceerd op 19 december 2007, 11:06 Laatst bijgewerkt op 19 december 2007, 11:26
SCHIERMONNIKOOG -
Op de kwelder van Schiermonnikoog zijn nog nooit zo weinig hazen gesignaleerd als deze herfst. Ieder najaar tellen oud-jagers en studenten de hazen op de Oosterkwelder.
Zij noteerden op 23 oktober een diepterecord van 173 dieren. In 2004 zagen de tellers nog 675 hazen in 2005 waren het er 361. Volgens onderzoekers van de universiteit van Wageningen heeft het weer grote invloed op de hazenstand.
Sinds dertien jaar is er op Schiermonnikoog een hazen-inventarisatie. In jaren dat er veel neerslag viel of het zeewater over de kwelder spoelde, waren er weinig dieren.
bron; dierennieuws
*een lieve groet doet elk van ons goed Toshi & tante Lotte*
Apen kunnen bijna even goed hoofdrekenen als Amerikaanse studenten. Dat blijkt uit een Amerikaans onderzoek waarvan de resultaten maandag zijn vrijgegeven.
Eerder onderzoek had al uitgewezen dat dieren, net als mensen, getallen met elkaar kunnen vergelijken. Zo zien dieren het verschil tussen vier en acht objecten. Maar tot nu toe was niet bewezen dat dieren ook kunnen hoofdrekenen.
Elizabeth Brannon en Jessica Cantlon van de Duke University deden hun onderzoek met makaken. De apen werden voor een computer met een aanraakscherm gezet waarop een verschillend aantal stippen te zien was. Na en tijdje verdwenen de stoppen en werd een nieuw aantal stippen zichtbaar. Daarna verscheen een derde scherm dat in twee helften was verdeeld. Op de ene helft stond de som van het aantal stippen afgebeeld, op de andere helft een ander aantal stippen. De apen werden beloond als ze de helft met de som van het aantal stippen aanraakten. 76 percent van de apen slaagde in de test.
Dezelfde test werd ook bij een groep studenten uitgevoerd. Bij hen slaagde 94 procent. Gemiddeld hadden de studenten en de apen elk een seconde bedenktijd nodig.
Zowel de studenten als de apen vergisten zich het vaakst als het getoonde resultaat dichtbij het afwijkende resultaat lag. "Als de exacte som 11 was en de andere helft van het scherm toonde 12 stippen, hadden de apen en de studenten meer tijd nodig en vergisten ze zich vaker", aldus Cantlon.
Het feit dat mensen en apen eenvoudige rekensommen kunnen uitvoeren, kan een aanwijzing zijn voor een gedeeltelijk gezamenlijk afgelegde evolutie. bron GVA
*een lieve groet doet elk van ons goed Toshi & tante Lotte*
Af en toe worden we geconfronteerd met vragen over de opfok van moederloze dieren: van egels tot eekhoorns, en van konijnen tot kittens.
De Cavia
Pasgeboren cavia's zijn .nestvlieders'. Bij de geboorte zijn de ogen open, en de vacht en het gebit volledig ontwikkeld. Het zeugje produceert gedurende 2-3 weken melk, maar al enkele dagen na de geboorte beginnen de jongen met de opname van vast voedsel en water. Het geboortegewicht is 70-100 gram. Op een leeftijd van 15-28 dagen worden ze gespeend en ze wegen dan 180-240 gram. Verdere gegevens over de cavia lees je hier .
Baby-cavia's met hun moeder links) en een jonge cavia in de hand
Melk en andere voeding Een melkvervangend preparaat bestaat uit 100 gram volle koemelk + 8 gram Protifar (een eiwitrijke dieetvoeding in poedervorm van Nutricia) + 50 mg (meestal is dat 1 tablet) vitamine C. De fijngewreven tablet vitamine C wordt gemengd met wat Protifar. De rest Protifar toevoegen en met een deel van de melk aanmaken. daarna de rest van de melk toevoegen, roeren en verwarmen tot 38 graden Celsius.
Verzorging Moederloze jongen kunnen makkelijk naar een ander melkgevend zeugje worden overgeplaatst. Handopfok is tamelijk eenvoudig. de omgevingstemperatuur moet niet lager dan 17 graden Celsius zijn. De eerste 5 levensdagen moet je de jongen 5 maal daags kunstmelk geven (ze nemen dan ongeveer 20 gram melk per dag op) met een speenflesje of pipetje.
Vanaf de vierde dag kun je er vast voedsel bijgeven en de kunstmelk in een schaaltje doen. Na elke flesvoeding moet je na elke flesvoeding de buik en gebied rond anus masseren met een vochtig watje of tissue om het poepen en plassen te stimuleren. Per week kunnen de jongen 30 gram groeien.
Voor kleine herbivoren (= planteneters) zoals konijnen, cavia's, chinchilla's, schildpadden en slangen is er via de dierenarts tegenwoordig ook het voedingssupplement Crital Care® beschikbaar wat met water moet worden aangemaakt. Dit wordt gebruikt na ziekte in de herstelperiode maar mag ook worden gegeven zodra aan het jonge dier vast voedsel mag hebben.
Af en toe worden we geconfronteerd met vragen over de opfok van moederloze dieren: van egels tot eekhoorns, en van konijnen tot kittens.
De Fret Er zijn situaties waarbij je zelf de opfok van de jongen ter hand moet nemen. Dat kan zijn als de moeder ('moertje') geen melk geeft, als ze is gestorven of als ze een melkklierontsteking (mastitis) heeft. Een enkele keer kan het ook voorkomen dat het moertje haar jongen wil opeten (kannibalisme).
Globale leeftijdsbepaling Worpgrootte: 2-17 (gemiddeld 8) Geboortegewicht: 5-12 gram Jongen zijn bedekt met fijn wit haar en blind: pasgeboren haar begint te groeien: 3 dagen Wisselende melktanden: 2 weken Eerste vaste voedsel wordt geaccepteerd: 2 weken Jongen begeven zich buiten het nest: 2-3 weken Donkere aftekening bij wildkleur zichtbaar: 3-4 weken Openen van ogen en oren: 28 dagen Ogen volledig open: 35 dagen Doorbreken van de hoektanden: 47-52 dagen Speenleeftijd: 6-8 weken Uitvallen melkhoektanden: 50-70 dagen Speengewicht: 300-450 gram Volwassen gewicht: na 4-5 maanden
Twee baby-fretjes
Huisvesting Zet vóór de geboorte een drachtig moertje apart in een kooi met een vrij klein werphok. Als nestmateriaal gebruik je stro of houtschaafsel. Het werphok moet klein zijn om het moertje een beschermd gevoel te geven en om te voorkómen dat de jongen verspreid komen te liggen en zo eventueel onderkoeld raken. De omgevingstemperatuur mag niet beneden de 15 graden Celsius komen. In een te dikke laag strooisel kan een jong verloren gaan.
Voeding Je kunt daarvoor lactosevrije kunstmelk voor kittens gebruiken. Een alternatief is: 1 dl volle melk 1 ei (dooier + wit) 1 eetlepel Brinta. Alles goed mengen en verwarmen tot het ei gestold is. Daarna laten afkoelen tot 30-35 graden Celsius.
Na 2 weken kan je kattenvoer (blik) bijvoeren. Geleidelijk aan geef je meer blikvoer.
Verzorging Een jong moet je minstens 6-8 maal per dag voeren. De eerste dagen oppassen dat ze niet ondervoed raken. Steeds kleine beetjes voeren omdat ze zich kunnen verslikken en daarmee kans lopen op een longontsteking. Na het voeren met een vochtig watje of diekje de buik en anus wrijven om het poepen en plassen te stimuleren. Als de ontlasting dun wordt of gaat stinken, dan ander voer proberen.
De eerste dagen moet het gewicht telkens toenemen. Let daar dus op. Na het spenen groeien ze sneller. Zelfstandige jongen (meestal zijn ze dan al 300 gram) kun je voeren met een commercieel verkrijgbaar nertsenvoer.
Af en toe worden we geconfronteerd met vragen over de opfok van moederloze dieren: van egels tot eekhoorns, en van konijnen tot kittens.
De Egel
Inleiding Het verzorgen van jonge egels is lastig en tijdrovend. Als ze toevallig in een nest buiten op een geschikte plek toegedekt worden gevonden, laat ze daar dan liever en let op of de moeder terugkomt. De egel is in Nederland beschermd op grond van de Natuurbeschermingswet. Het is dus verboden de egel te verstoren tenzij men een vergunning heeft. In Nederland zijn ongeveer veertig adressen (vergunninghouders) waar egels worden opgevangen die ziek of gewond zijn. Jonge egels zijn nestblijvers: ze worden hulpeloos, blind en met korte zachte stekeltjes geboren. In geval van nood moeten ze door de mens worden verzorgd.
Een baby-egeltje in de hand
Globale leeftijdsbepaling Geboortegewicht: 12-20 gram Stekels wit en zacht: geboortestekels Stekels aan basis donker en lichte top: 3 dagen Gewicht tot 45 gram: 2 weken Melktanden breken door: 2 weken Gewicht 75-150 gram: 3-4 weken Gewicht 150-175 ram: ongeveer 5 weken Speenleeftijd: ongeveer 40 dagen (soms eerder) Volwassen stekels, beginnend aan achterhand: 6 weken en ouder Gewicht 300-375 gram: ongeveer 7 weken Een volwassen egel weegt zo'n 800-1200 gram en heeft zo'n 6000 stekels op zijn rug.
Huisvesting Jonge (baby)egels leg je op een rustige plaats in een nestje van warme zachte materialen, zoals handdoeken. Met een warmtekussen wordt het nest op ongeveer 30 graden Celsius gehouden. Niet met een warmtelamp ('biggelamp'), want dan liggen ze voortdurend in het licht! Wat grotere dieren (200-300 gram) houd je binnen in een ruime doos met daarin als slaapvertrek een kleinere doos die je op zijn kop zet met een ingang in de korte kant. In de doos leg je wat hooi en doeken als nestmateriaal. Egels zijn zindelijk in hun slaapvertrek: ze hebben een eigen toilet. Maak daarom de grote kooi dagelijks schoon en het slaapvertrek eenmaal per week.
Voeding Als melkvervanger kun je gebruiken een (lactose-vrije) kunstmelk voor jonge kittens. Ook heel goed is biest van koeien of geitenmelk. Als voedsel kun je zuigelingendieet van Nutricia geven en kattenvoer uit blik.
Verzorging Baby-egels moet je elke 3-4 uur voeren met melk. Je kunt dat druppelgewijs ingeven met bijvoorbeeld een pipetje of een spuitje. Je voert net zo lang tot de diertjes hun kopje afwenden of in slaap vallen. na het eten de buik masseren met een vochtig watje of kietelen met een penseel. Egeltjes van 50-70 gram kun je zuigelingendieet voeren. Controleer regelmatig het gewicht. Als ze niet of slecht groeien kun je eventueel rijstebloem toevoegen of teruggaan naar het lactosevrije melkpreparaat.
Op een leeftijd van zo'n 4 weken (80-100 gram) wordt vast voedsel (kattevoer uit blik) in lage bakjes voorgezet. Eventueel kun je nog fruit, bruin brood en rozijnen toevoegen aan het dieet. En ook nu kun je ze tevens lactosevrije melk voorzetten.
Egels van 250 gram of meer krijgen voeding voor volwassen egels: kattevoer (zowel nat voer als droge brokjes) en schoon en vers drinkwater. Heeft een gevonden egel diarree geef 'm dan maximaal 24 uur een elektrolieten-oplossing.
Als een egel tenminste 700 gram weegt en geen parasieten heeft (teken, vlooien en vliegenlarven) kun je 'm uitzetten: ver weg van de snelweg in een gebied met veel hopen takken en blad om een nest te kunnen maken. de eerste dagen kun je eventueel nog wat van het vertrouwde voedsel en water klaarzetten.