Hallo bezoeker,
welkom op het blog van de Mailgroep Huisdieren, een hechte groep Dierenvrienden-SeniorenNetters, die er zijn voor, door en met elkaar.
Op dit blog kunnen jullie kennismaken met onze dieren, tips vinden over de verzorging en de gezondheid van de dieren, dierengedichten en dierenartikels lezen, werkjes in verband met dieren bekijken, enz.
Veel kijk- en leesplezier!
23-01-2008
Dolfijnen bedreigd door dodelijk virus (Martina1)
Dolfijnen bedreigd door dodelijk virus
In Spanje zijn dit jaar al meer dan 35 dode zeezoogdieren, waaronder dolfijnen en walvissen aangespoeld. Volgens de Spaanse krant El Periódico de Catalunya werd bij enkele van de dode dieren een dodelijk virus aangetroffen, dat sterk lijkt op het virus dat al 17 jaar lang massasterftes onder dolfijnen veroorzaakt.
Het virus werd 17 jaar geleden voor het eerst aangetroffen aan de kust van Valencia, waarna het zich verspreidde over Middellandse Zee. In het begin van de jaren negentig zouden naar schatting tussen de 4.000 en de 8.000 gestorven zijn door de ziekte.
Volgens Spaanse biologen kan het virus door een mutatie nu ook andere zeezoogdieren besmetten.
GESCHIEDENIS De Stabyhoun behoort tot de rassengroep van de Continentale Staande Honden van het Spanieltype. Hij stamt uit de provincie Friesland in Nederland en is waarschijnlijk een nakomeling van de grotere Nederlandse jachthond, de Drentse Patrijshond , die gekruist werd met andere Franse en Duitse Spaniels.Net als de Wetterhoun en die Drentse Patrijshond komt ook de Friese 'Staby' uit de Friese Woudstreek. In Nederland zelf is het ras meestal groter dan de aangegeven standaard. Deze honden werden gebruikt voor trekwerk en voor de jacht op haar- en veerwild. De Friese Staby jaagt echter graag op mollen en hazen. De Nederlandse rassen werden vaak door schrijvers en schilders in hun werk opgenomen en hieruit blijkt dat de Hollandse honden vele eeuwen lang zuiver zijn gefokt. Het ras bestaat waarschijnlijk al sinds 1800 en werd in 1942 door de Raad van Beheer op Kynologisch Gebied erkend. De Stabyhoun is een goed gebalanceerde en goede bevederde middelgrote hond.Het is een veelzijdige hond die tegenwoordig als gezelschapshond wordt gehouden. Buiten Nederland komt men het ras nauwelijks tegen.
IDEALE RASKENMERKEN Het lichaam is gestrekt met vrij diepe, niet te brede borst en goed geronde ribben. De rug is vrij lang en recht. Matig opgetrokken buik. Benen matig lang met sterk bot. Korte, ronde hals zonder keelhuid. Kleur : zwartbont, blauwbont, bruinbont en oranjebont. Hoofd en schedel : matig brede, vrij lange schedel. De snuit is even lang als de schedel. De schedel is iets gewelfd. Lichte stop. De neus is zwart; bij anders dan zwart-wit gekleurde honden mag de neus bruin zijn. De zwartbonte honden hebben donkerbruine ogen, iets lichter voor bruin- of oranjebonte honden. De oren zijn middelmatig lang en vlak hangend. Schaargebit. Staart : lang, reikend tot aan de sprong. Recht naar beneden gedragen, lang behaard, niet bevederd maar bossig. Voeten : rond met sterke voetzolen. Vacht : lang en sluik, goede bevedering, hoofd echter kort behaard. De schofthoogte voor reuen bedraagt maximaal 50 cm; voor teven iets minder. Het gewicht gaat van 15 tot 20 kg. AARD : de Stabyhoun is een uitstekende waakhond en metgezel, en daarnaast heeft hij ook nog de capaciteiten van een Retriever en Pointer. Hij is aanhankelijk binnenshuis en altijd goed geaard. Zijn gevoelige neus stelt hem bovendien in staat gewond wild op te sporen ( en te apporteren ). Hij is intelligent, rustig en gemakkelijk te trainen. ACTIVITEIT : mits deze hond geregeld wordt uitgelaten, past hij zich goed aan een stadsleven aan.
De staartmees of Aegithalos caudatus U zult een groepje staartmezen eerder door uw tuin zien trekken dan een voedertafel bezoeken. De zwerm bestaat meestal uit ouders en hun jongen van dat jaar. Zo'n groep heeft voordelen, zoals het samen vinden van het voedsel, het alarmeren tegen roofvogels en verder kruipen ze soms dicht bij elkaar op koude avonden om elkaar warm te houden. In februari en maart splitsen de wintergroepen zich en de mannetjes bezetten eigen territoria binnen het gebied waar ze rondgezworven hebben en paren met de vrouwtjes van andere groepen. Kenmerken Het verenpak is voornamelijk zwart en wit; de jongen zijn bruiner van kleur. De staartmees heeft een lange staart en een roze schakering op het lijf. Lengte : 14 cm. Voedsel Staartmezen eten veel minder zaden dan andere mezen. Ze eten vooral insecten en andere ongewervelde dieren. In tegenstelling tot andere mezen houden ze voedsel niet onder hun poten vast om het beter te kunnen opeten. In plaats daarvan hangen ze ondersteboven aan een pootje, terwijl ze met het andere het voedsel grijpen. Wintervoedering Sommige staartmezen leren dat er iets te halen valt, vooral bij ijzel en vorst. Ze houden van kleine stukjes vlees, vet en pinda's en worden ook aangetrokken door vet dat op de schors van bomen is gesmeerd. Nest Het bouwen van het nest begint al in februari of maart en duurt, omdat het bijzonder fijn is afgewerkt, wel drie weken. De bol van mos, spinnenweb, haar, veertjes en korstmos wordt door beide partners gebouwd in een dicht braambos, heg of hoog in de mik van een boom. De jongen worden soms gevoerd door helpers; dit zijn naaste familieleden die hun eigen jongen verloren hebben. Broedgegevens Maanden maart tot mei - één legsel - acht tot twaalf roodgestippelde, witte eieren - broedtijd : 14-18 dagen door het vrouwtje - vliegvlug : na 15-16 dagen; pas het volgende broedseizoen zelfstandig. (worldbase) ( eveneens de mail met de Stabyhoun was bron vergeten te vermelden)
Zoals met vele trends, was ook deze er 'plots'. De ene dag had niemand van een 'puggle' gehoord, de volgende dag waren er overal honden met geplooide voorhoofden en floppy oren.
Wallace Havens - een hondenfokker uit Wisconsin - had deze trend al lang voorspeld. Begin jaren negentig had hij een beagle teefje en een mannelijke mopshond ('pug' genaamd in het Engels) en besloot hen te kruisen. Het resultaat was een eerste nest met 'puggles' , met lichaampjes als beagles, en de kenmerkende bolle ogen van een mops. Hij was ook de eerste om het ras te registreren bij de American Canine Hybrid Club , een vereninging onstaan om 'hybride' rassen te registeren en benoemen.
Puggles worden vandaag tegen $1,000 tot $1.300 verkocht in de winkel. Puggles werden pas een hut toen Sylvester Stallone er in 2005 eentje kocht. Al snel volgende James Gandolfini (Tony Soprano). In november verschenen de honden in de ochtend shows op televisie. Het ras is razend populair. De ACHC ziet het aantal nesten enkel toenemen. 20% van de hybride nesten die maandelijks geregistreerd worden zijn puggles.
Het aantal soorten hybride rassen neemt ook snel toe: op vandaag zijn er 400 hybriden geregistreerd bij de ACHC , met inbegrip van de 'affenpoo' (kruising Affenpinscher en Poedel ), de 'rat-a-pap' ( Amerikaanse Terrier en Vlinderhondje ') , de 'bordoodle' ( Border Collie en Poedel) en de 'jack-a-bee' ( Beagle met Jack Russell Terrier ). De populariteit van de rassen heeft volgens de ACHC vooral te maken met de wens naar iets 'nieuws'. Maar er zijn ook voordelen bij hybride rassen. Kruisingen met Poedels leveren bijvoorbeeld vaak hypoallergene honden. Bovendien wordt er aangenomen dat kruisingen gezonder zijn dan pure rashonden.
Geen verrassing dat de 'ras honden gemeenschap', weinig goeds heeft te melden over de opkomst van de hybriden. De American Kennel Club (dé vereniging van rashonden fokkers en eigenaars in de Verenigde Staten), erkent de rassen niet. "De mensen die deze honden fokken, zijn uit op geldbejag gebaseerd op een trend."
Enkel tijd zal uitwijzen of de trend ook standaard praktijk wordt.
De Basset Artésien Normand is voortgekomen uit de Basset d'Artois en vindt zijn oorsprong in midden en noord Frankrijk. Basset betekent "laag gesteld". In de tweede helft van de 19de eeuw waren er twee fokkers, die ieder een eigen type Basset d'Artois hadden ontwikkeld: Henry Cte Couteulx de Canteleu en Louis Lane.
Basset d'Artois
Basset Artésien Normand
Rond 1900 wist Leon Verrier het beste uit deze twee types samen te brengen.Zijn Bassets hadden meer adel en hun hoofden leken op de Chien Normand, een hoogbenige jachthond. De Bassets van Verrier werden Basset Artésien Normand genoemd. Zij legden de basis voor de standaard van onze Basset Artésien Normand, die in 1938 werd
Een hele opluchting en een mooi resultaat na een nacht hard werken.
Inderdaad, Room Service hoort bij de privileges van het jonge-moederschap.
Dokter op bezoek
(Intussen hebben we de gekleurde halsbandjes van de pups vervangen door stippen met wimperverf, om de pups van elkaar te kunnen onderscheiden)
"Goedemorgen, waar blijft mijn ontbijt-op-bed?"
En dat geeft Bliss even een mogelijkheid om bij Chérie op kraamvisite te gaan.
Met socialiseren kun je ook al niet vroeg genoeg beginnen. Voorbeeld: er zijn meer rassen dan de Golden, kijk maar. "Kijk kinderen, dit is nu een Beagle."
Alweer een week verder
Roken mocht ik niet tijdens de zwangerschap, maar nu neem ik het er even lekker van met een fijn damessigaartje (van buffelhuid en zonder tabak of vuurtje...)
Beurp... hoe je toch een hekel gaat krijgen aan roken als je er een tijdje van af bent... Mijn koters vinden er ook al niets aan. Ik hoop dat ze er nooit aan beginnen.
Dan nu een kleine demonstratie Eerste Pasjes Van Opgroeiende Puppies. (Ja kom, we zullen ons laten kisten door de puppies van buurvrouw Chérie, die zijn maar net een weekje ouder dan wij...)
Snoepie, toch?
4e week:
Schoonheidsslaapje tussen twee voedingen door.
En Bliss slaapt natuurlijk mee...
Had ik jou niet een servetje gegeven? Dan maar even zo.
Na een leuke dag
Tijd om op te staan en om te beginnen met de ochtendgymnastiek.
Puppie work-out.
En alweer tijd voor het ontbijt...
verhuizing. Chérie is met haar nest groter gaan wonen, Bliss ook.
Heerlijk, zo'n fijne nieuwe ruime ruimte in het groen...
Nederlandse gedragsbiologen hebben een computerprogramma gemaakt waarmee hondengeblaf doorgrond kan worden. Het programma onderscheidt blij, angstig en vijandig geblaf, schrijft Algemeen Dagblad.
De onderzoekers analyseerden opnames van meer dan zesduizend blaffen en kunnen inmiddels zes "woorden honds" onderscheiden, is te lezen in nrc.next. Uit het onderzoek van de biologen blijkt verder dat honden blaffen om te communiceren met hun baas: wilde hondachtigen blaffen nauwelijks. (DWM)
Voor jullie geplukt uit nrc.next:
De hond blaft voor de mens
Rotterdam, 17 jan. Zes woorden begrijpen wetenschappers nu van hondengeblaf. Een team van Hongaarse, Zwitserse en Franse gedragsbiologen ontwikkelden een computerprogramma dat een blaf indeelt in categorieën: vreemdeling, vechten, uitlaten, alleen, bal en spelen. Hun resultaten publiceren ze vandaag in het wetenschappelijke blad Animal Cognition.
Sonogram van blaf: 'Vreemde'
De onderzoekers analyseerden opnames van meer dan 6.000 blaffen van veertien honden van het zogeheten Mudi-ras, een Hongaarse herder. De software stopte de blaffen in 43 procent van de gevallen in de juiste categorie. Blaffen met de betekenis vechten en vreemdeling herkende de computer het beste, respectievelijk 74 en 63 procent. Eerder was al vastgesteld dat mensen, of zij nu hondeneigenaar zijn of niet, goed zijn in het bepalen van de emotionele lading van hondenblaffen, blij, angstig of vijandig.
In tegenstelling tot de mens blijkt de computer veel beter in het herkennen van individuele honden aan hun blaf. In de helft van de gevallen kon deze de hond thuisbrengen, terwijl baasjes zelfs hun eigen hond niet herkennen.
Sonogram van blaf: 'Alleen'
Onderzoeker Péter Pongracz van de Eötvös Lórand universiteit in Boedapest denkt dat honden pas zijn gaan blaffen toen zij gedomesticeerd werden. Mensen begrijpen honden, maar begrijpen honden elkaar ook?, zegt hij aan de telefoon. Wolven en zwerfhonden die zijn verwilderd blaffen niet. Wellicht is het blaffen van honden niet speciaal bedoeld voor hun onderlinge communicatie, maar voor de communicatie met de mens, denkt Pongracz. Het is mijn droom dat ik ooit kan bewijzen dat de menselijke spraak het geblaf van honden heeft uitgelokt. Het is hun poging om met ons mee te praten.
Bekijk hier alle sonogrammen (Beeld: Peter Pongracz):
De buistandigen (Tubulidentata) is een orde uit de klasse der zoogdieren (Mammalia), met één familie , Orycteropodidae , waartoe alle soorten uit de orde behoren. De enige nog levende soort is het aardvarken (Orycteropus afer ), een middelgroot insectenetend dier dat in het grootste deel van Afrika voorkomt. Fossiele soorten zijn bekend uit Afrika (waar de orde waarschijnlijk ontstond), Europa en Azië . Het uitgestorven geslacht Plesiorycteropusuit Madagaskar wordt soms tot deze orde gerekend, maar wordt meestal in een eigen orde geplaatst, Bibymalagasia . De buistandigen worden, samen met onder andere de olifanten , zeekoeien , klipdassen , olifantsspitsmuizen , tenreks en goudmollen , gerekend tot de Afrotheria , hoewel ze traditioneel als verwanten van de hoefdieren worden gezien.
Buistandigen danken hun naam aan de bouw van de tanden . De tanden bestaan uit dicht op elkaar staande buisjes van dentine , gevuld met pulpa en bij elkaar gehouden door tandcement. Ze zijn niet bedekt met tandglazuur .
Heeft u zich wel eens afgevraagd waarom de kwikstaart altijd zo onrustig om zich heenkijkt en voortdurend met haar staart op en neer beweegt? Dat komt door een brutale diefstal, luister!
Tegen het einde van de Schepping waren de staarten op. Voor het wilde zwijn restte nog slechts een knullig krulstaartje en voor het konijn was er alleen nog een dom wit bolletje over, waardoor je haar overal in het land herkent. Zo was er voor een zwart-wit vogeltje helemaal geen staart meer over. Ze moest zich behelpen met een stompe achterkant en dat deed haar veel verdriet. In die dagen pronkte het winterkoninkje met een prachtige lange zwarte staart. Meewarig bewonderde het zwart-witte vogeltje deze prachtige staart. Ze vond die lange zwarte staart veel beter bij haar zwart-witte uiterlijk passen dan bij het kleine bruine vogeltje. Toen het winterkoninkje dan ook op een lome dag in de zon zat te dutten stal ons zwart-witte vogeltje in een razendsnelle actie de lange zwarte staart van het winterkoninkje en ze vloog naar een afgelegen boerderij. Daar zou niemand haar vinden. Zorgvuldig plakte ze de staart op haar stompe achterkant. Wat was ze blij en trots op die mooie staart! Maar de prijs die ze moest betalen was hoog. Het vogeltje woont nog steeds in afgelegen, stille streken. Tot op de dag van vandaag is ze bang dat het winterkoninkje op een onbewaakt moment de staart terugpakt. Ze kijkt voortdurend schichtig om zich heen, om te kijken of de mooie staart er nog aanzit en er geen kapers op de kust zijn. En om te zien of de staart er nog aanzit moet ze deze steeds omhoog wippen. Dat is de reden waarom dit vogeltje en al haar nakomelingen vanaf de dag van de diefstal kwikstaartjes genoemd worden.
En hoe gaat het met het winterkoninkje? Toen zijn lange zware staart werd gestolen bleef er slechts een klein onderstaartje over. En omdat het gewicht van de lange staart er niet meer op drukte, sprong deze omhoog, zodat we vandaag de dag het winterkoninkje in één oogopslag kunnen herkennen aan haar kenmerkende opwippende korte staartje.
De adoptie van een hond is dikwijls een mooie gebeurtenis die het begin markeert van een lang vriendschapsverhaal. Opdat die adoptie een mooie herinnering zou blijven, is het wel nodig de regels en zijn rechten te kennen zodat alles volgens het boekje kan gebeuren. Dat zal u achteraf in elk geval heel wat kopzorgen besparen.
Verkoopbewijs of adoptiecertificaat
Indien u een hond wil adopteren, kunt u er één kopen bij een fokker of er eentje adopteren bij particulieren of een nieuw leven schenken aan een hond die in een asiel achtergelaten werd. In elk geval, zou u een verkoopbewijs of een adoptiecertificaat moeten krijgen wanneer de hond uit een asiel komt. Op dat document moeten een aantal rubrieken vermeld worden: de gegevens van koper en verkoper, het identificatienummer van de hond alsook een waarborg betreffende de koopvernietigende gebreken bij de verkoop van huisdieren.
Gezondheidsboekje
Op het ogenblik van de adoptie van uw nieuwe hond , mag u niet vergeten zijn gezondheidsboekje te vragen. Het gaat gewoonlijk om een Europees paspoort waarin alle behandelingen die uw hond vóór de adoptie genoten heeft, vermeld staan. Wanneer een pup 8 weken oud is, kan hij voor het eerst gevaccineerd worden. Een tweede, noodzakelijke inenting volgt dan 3 tot 4 weken later. Indien u een volwassen hond gekocht hebt, moeten zijn jaarlijkse inentingen in orde zijn op het ogenblik van de adoptie. Wanneer de hond uit het buitenland afkomstig is, moet hij voor zijn vertrek ook nog gevaccineerd zijn tegen hondsdolheid. Het gezondheidsboekje moet bovendien de wormdrijvende middelen vermelden die de hond gekregen heeft. De eerste behandeling tegen wormen kan al starten wanneer de hond één maand oud is.
Identificatie
Alle honden moeten kunnen geïdentificeerd worden aan de hand van een elektronische chip of een tatoeage. Gaat het om een pup die bij u geboren is, dan moet u hem binnen 4 maand laten identificeren en registreren. Indien u een hond koopt bij een fokker of een particulier, dan moet de vorige eigenaar de hond vooraf hebben laten identificeren en registreren. Bovendien moeten honden , katten en fretten die binnen de Europese Unie reizen, geïdentificeerd zijn en beschikken over een Europees paspoort. Opgelet: vanaf 3 juli 2011 zal alleen de elektronische chip nog toegelaten zijn voor de identificatie.
Rashond met stamboom
Een stamboom (pedigree) is een officieel document met daarop de herkomst van de hond (ouders, grootouders ), zijn naam, zijn identificatienummer (tatoeage of elektronische chip), zijn geboortedatum De stamboom moet u overhandigd worden bij de aankoop van de hond , wanneer zijn ouders ingeschreven zijn in het 'Livre des Origines' van het land waarvan zij afkomstig zijn. Heel wat landen hebben hun eigen 'stamboek' met daarin alle honden van het ras in kwestie met hun nakomelingschap. Op die manier willen die landen de harmonieuze ontwikkeling van de verschillende hondenrassen bevorderen.
Een bezoekje aan de dierenarts
Na aankoop van uw nieuwe vriend, gaat u best eens naar de dierenarts. Daar kunt u in overleg een vaccinatieprogramma opstellen en, naargelang de levenswijze van uw hond , afspreken welke wormdrijvende middelen hij zal krijgen. Uw dierenarts zal u bovendien opvoedings- en gezondheidstips geven zodat u optimaal voor uw hond kunt zorgen. Het zou eventueel ook kunnen gebeuren dat uw dierenarts bij de hond koopvernietigende gebreken opspoort, waardoor de verkoper verplicht zal zijn u terug te betalen.
08-01-2008: Wetenschappers hebben eindelijk de betekenis van het piepen en fluiten van Dolfijnen-taal ontcijferd.
Volgens de Australische onderzoekers die dit Dolfijnse dialect hebben opgenomen, blijkt de taal van deze dieren meer overeenkomsten met mensentaal te hebben dan tot nu toe werd aangenomen.
De wetenschappers hebben inmiddels zon 200 verschillende fluittonen geïdentificeerd en stelden vast dat deze fluittonen gerelateerd zijn aan specifiek gedrag.
Bioloog Dr. Liz Hawkins en haar collegas hebben 3 jaar lang geluisterd naar het geklets van wilde tuimelaars, ook wel Flipper genoemd.
Dr. Hawkins die verbonden is aan het onderzoekcentrum verbonden aan Southern Cross University, zegt dat deze communicatie erg complex en contextueel is. In deze zin zou het omschreven kunnen worden als een taal.
Het was bekend dat dolfijnen specifieke fluitgeluiden maakten om zichzelf aan anderen kenbaar te maken, maar het gebruik van de overige fluittonen was een mysterie.
Dr. Hawkins heeft 1.647 verschillende fluittonen van 51 groepen dolfijnen uit de Byron Bay in New South Wales vastgelegd.
De biologen die haar werk presenteerden tijdens een bijeenkomst van de Society for Marine Mammalogy in Cape Town, groepeerden de fluittonen in 5 toonhoogten en stelden vast dat deze groepen, en zelfs de individuele fluittonen, duidelijk geassocieerd zijn met specifiek gedrag.
Dr. Melinda Rekdahl van de Universiteit van Queensland in Brisbane stelde dat het nog te vroeg was om vast te stellen of de fluittonen een specifieke betekenis hadden, maar dat dit wel tot de mogelijkheden behoorde. Dolfijnentaal, zo stelde zij, is gecompliceerder dan we dachten.
Volgens de wetenschappers zal het onderzoek leiden tot een heroverweging van de sociale complexiteit van dolfijnen, en vragen doen opwerpen over hoe de in gevangenschap levende dolfijnen behandeld moeten worden.
De wielewaal of oriolus oriolus Trekvogel van mei tot begin september. Ongeveer zo groot als een merel. Het verenkleed van het mannetje is felgeel; de vleugels zijn zwart met een gele spiegel; staart is zwart, met gele eindband. Lange, spitse, vleeskleurige snavel. Het vrouwtje is aan de bovenzijde geliggroen, aan de onderzijde lichtgrijs met een donkere tekening. Houdt zich meestal op verborgen in hoge loofbomen, is zelden op de grond of in de buurt van de grond te zien. Leeft solitair, soms in familieverband. Vliegt in lange golfachtige lijn. Verspreiding en woongebied : broedvogel in heel Europa, behalve Scandinavië en verre delen van het Britse eiland. Komt bij ons overal in het laagland voor, maar nooit in grote aantallen. Broedt in loofbossen, met voorkeur voor water. Is echter ook in parken met oude bomen te vinden. Voortplanting : het komvormige nest wordt hoog in de bomen gevlochten tussen twee loodrechtstaande takken of in een loodrechtstaande vertakking. De legtijd begint in mei; meestal slechts één legsel per jaar. Drie tot vier wit tot rozerode eieren met enkele kleine, donkere vlekjes. Vaak broedt het vrouwtje 14-16 dagen alleen; beide partners voerden de jongen 14-17 dagen lang in het nest. Voedsel : voedt zich met insecten; in de zomer ook met bessen en vruchten.(worlwildbase)
Op een dag zat er een vreemde, witte duif voor het hok van de postduif. Hij zag er moe en verfomfaaid uit. Dag zei de postduif. Dag zei de witte duif. Wie bent u als ik vragen mag? Ik ben de postduif antwoordde de postduif. Ik breng de post. Brieven en zo. In witte enveloppen En wie bent u? Ik ben de vredesduif zei de witte duif. Ik breng vrede.
Vrede? De vredesduif knikte. Is dat moeilijk? De vredesduif knikte opnieuw. Heel moeilijk, vrede kun je namelijk niet zien. Die moet je voelen Daar ben ik heel goed in, in voelen zei de postduif. Wij postduiven vliegen op ons gevoel moet u weten Voel eens dan zei de vredesduif. De postduif deed zijn ogen dicht en voelde. Ik voel iets zachts zei hij na een poosje. Rust, fijns en iets warms. Het doet me denken aan een nest. Een veilig nest, hoog in een boom. En aan maïskorrels en aan verse stukjes brood.
Zou dat vrede zijn? Dat is heel goed mogelijk knikte de vredesduif. Wilt u het hebben? Graag antwoordde de postduif. Als u het tenminste kunt missen. Och ik heb genoeg vervolgde de vredesduif. Lang niet iedereen wil vrede. Soms gaat mijn hele bestelling retour afzender. Onbegrijpelijk zei de postduif. Het voelt heerlijk. Ik dank u wel. Wilt u misschien iets eten?
Nee, dank u zei de vredesduif. Ik moet gaan. Het is een drukke tijd. De postduif knikte. Praat me er niet van. Tot ziens dan maar. En nogmaals hartelijk dank. Ik wist niet dat vrede zó goed voelde.