Hallo bezoeker,
welkom op het blog van de Mailgroep Huisdieren, een hechte groep Dierenvrienden-SeniorenNetters, die er zijn voor, door en met elkaar.
Op dit blog kunnen jullie kennismaken met onze dieren, tips vinden over de verzorging en de gezondheid van de dieren, dierengedichten en dierenartikels lezen, werkjes in verband met dieren bekijken, enz.
Veel kijk- en leesplezier!
25-04-2008
Vernielzuchtige insecten kunnen opwarming klimaat versnellen (Martina1)
Nieuws
Vernielzuchtige insecten kunnen opwarming klimaat versnellen
Een zware invasie van de Dendroctonus Ponderosae, een vernielzuchtig insect in de Rocky Mountains, kan van de wouden in Brits Colombia een CO2-producerende zone maken. Dat blijkt uit een Canadese studie die donderdag verschijnt in het wetenschappelijke Britse vakblad Nature. Nu slorpen de bomen CO2 op.
Bomen ontbinden De wouden in het westen van Canada lijden aan een invasie van de Dendroctonus Ponderosae. Die is te wijten aan de opwarming van het klimaat. Want daardoor kunnen de insecten overleven in gebieden waar dat anders niet mogelijk was. Het insect maakt de bomen ziek of doet ze afsterven.
De bomen die normaal gezien koolstofdioxide opnemen tijdens hun groeifase, stoten die weer uit in de atmosfeer wanneer ze ontbinden. In deze eerste studie over de effecten van insecten op de opwarming zijn de onderzoekers van de dienst voor Canadese wouden in Victoria (Brits Colombia) van oordeel dat tegen 2020 de regio zal getransformeerd zijn van CO2-absorberend terrein in een bron van CO2-productie, omdat vele dode bomen zullen ontbinden.
374.000 km2 woud De invasie van de Dendroctonus Ponderosae kan 374.000 km2 woud aantasten en tegen 2020 270 miljoen ton koolstofdioxide vrijgeven. "Dat is exact de hoeveelheid waarmee Canada zijn uitstoot zou verminderen tegen 2012 in het kader van het Kyoto-protocol", aldus Brian Hoyle in Nature.
"Het is belangrijk om factoren als insecten niet te negeren, want als we dat doen blijven we in de illusie leven dat CO2-absorbeerders zullen blijven functioneren zoals in het verleden", luidt het nog in de studie. (belga/odbs)
Wie wil wegdromen bij de verschillende geluiden van de dieren, op ondestaande link staan er veel, vogels, tijgers, honden, poezen enz. Is nog leerrijk ook,
vr 25/04/08 - In de vijver van het Karreveldkasteel in Molenbeek worden vissen en eendenkuikens opgegeten door schildpadden.
Het gaat allicht om exotische schildpadden die er zijn achtergelaten door mensen.
De groendienst van de gemeente heeft intussen een val geplaatst. "Geregeld zien we de schildpadden rond de val zitten. Maar ze kruipen ook op het eilandje in het midden van de vijver. Daar kunnen we niet bij", zegt gemeentearbeider Stefan Kerckhofs.
Schildpadden die in de val lopen, worden overgebracht naar het asiel van Veeweyde.
Op 25, 26 en 27 april barst Animal Event voor de tweede maal los. Tijdens Animal Event zet Safaripark Beekse Bergen haar deuren open voor alle dierenliefhebbers en staan de huisdieren centraal in het Safaripark.
Er zijn volop clinics, demonstraties en workshops waarbij je alles te weten komt over dieren en natuur. Natuurlijk zijn er op alle dierenpleinen ook een heleboel dieren te zien. Kom ook gezellig shoppen op Animal Event, ieder dierenplein is gezellig ingericht met standhouders die allerlei leuks en lekkers voor je huisdier aanbieden.
Dierenpleinen Er valt voor iedere dierenliefhebber een hoop te beleven op Animal Planet. DogCity vertegenwoordigt de honden, in HorsePlanet staan de paarden centraal. Kattenliefhebbers kunnen terecht in CatPlaza. In SmallWorld vind je konijnen, vogels, knaagdieren, vissen en reptielen en in WildLife leer je alles over wilde dieren, natuur en wildlife conservation. KempenGoed laat je tenslotte graag kennismaken met de manier waarop er in deze regio aan de natuur en het landschap wordt gewerkt.
Thema Het thema van Animal Event 2008 is Kind, Natuur en Toekomst. Onderwerpen als biodiversiteit, duurzaamheid en de natuurlijke omgeving van mens en dier komen in het programma aan de orde. Het programma van Animal Event is ook zeer geschikt voor kinderen.
Kaarten bestellen De voorverkoop van Animal Event is inmiddels afgelopen. Heb je nog geen kaartje gekocht? Aan de kassa bij de ingang van Safaripark Beekse Bergen kun je nog entreekaartjes kopen.
Als ik me weer eens eenzaam voel dan deel je dit met mij Je kruipt behaaglijk op mn schoot je staat me zorgzaam bij Mn tranen vallen soms op jou zachte hondenvel Stilletjes laat jij me weten samen redden we het wel.
Een wandeling, een knuffel, je ligt bij mij in bed, ik koffie, jij `n koekje, de bank door jou bezet.
Jij hoort bij mijn leven, dat gaat nooit voorbij, want in mijn hoofd en in mijn hart, blijf jij er altijd bij.
Je bent zo lief zo eindeloos goed je bent de kleurstof in mijn bloed jou blik is dieper dan de zee je loopt in al mijn dromen mee jou trouw is van de beste soort ik weet dat jij mij toebehoort als ik je aanraak word ik stil is of ik dan niets anders wil Als mijn geestkracht soms gaat kwijnen wil ik door jou de zon zien schijnen je bent zo ongeëvenaard je maakt mijn leven levenswaard jou zieltje is aan mij verwant t verschil zit aan de buitenkant door jou voel ik me weer gezond jij bent mijn vriend mijn lieve hond.
De vriendschap van een hond is een vriendschap voor het leven voor een ander onbekend, hoeveel een hond kan geven.
Want ben je eens verdrietig, hij kijkt je dan zo aan alsof hij zeggen wil "ik zal altijd naast je staan".
En als je dan weer vrolijk bent dan slaat hij met zijn staart en blaft alsof hij tegen je zegt "dat hebben we weer geklaard".
Zo'n vriendschap is een wonder om te beleven zo'n vriendschap kan geen mens, geen mens kan zoiets geven.
Wanneer ik thuiskom ren jij me altijd tegemoet, Ik heb het misschien nooit gezegd maar dat doet me goed.
Ik ben weer thuis, wat ben jij blij, Je ogen kijken vragend: 'heb je tijd voor mij?
Je springt op mijn schoot alsof ik jaren ben weggeweest, Ik deze momenten denk ik:'wat ben je toch een lief beest'
Je kwispelt, je ogen stralen en je rent heen en weer, Ik moet je aaien telkens weer.
Je krijgt nooit genoeg van mij en ik nooit van jou. Je mooie oortjes, je kleine neusje en je ogen van trouw Lieve Kiki ik hou ontzettend veel van jou.
Je begint te rennen en te springen wanneer ik je riempje pak, Je weet al genoeg, we gaan weer op pad.
Onderweg kijk je telkens achterom, Je kijkt of ik je wel achterna kom.
Kiki, Kiki, lieve hond. Je bent zo mooi en je springt zo vrolijk rond Als je vraagt wie ik het liefste vindt Zeg ik Kiki, mijn lieve hond!
Als ik eventjes ben weggeweest en ik kom dan weer naar huis, dan lijkt het wel een heel groot feest, en denk ik: ik ben weer thuis! Er wordt geknuffeld en gelikt, ze geeft mij een poot, en kruipt op mijn schoot. Ze voelt altijd met mij mee, in vreugde en verdriet. Ze geeft liefde, ze is tevree, al wat ik haar ook bied. Wat geeft mij zoveel vreugde en hoop? Het is mijn vagebond, ze is voor geen miljoen te koop, m'n lieve, kleine, trouwe hond.
Ho mijn meester, Kies mij als vriend, en ik zal van al je vrienden de trouwste zijn. Geef mij een thuis, en ik zal de beste bewaker zijn. Geef mij een naam, en ik wil nooit nog een andere. Geef mij een bevel, en ik zal je gehoorzamen. Geef mij voedsel, en je zult nooit ontgoocheld zijn. Geef mij een liefkozing, en ik zal gelukkig zijn. Geef mij uw affectie, en ik zal je mijn leven geven.
do 24/04/08 - Een man uit de Nederlandse gemeente Spijkenisse heeft een wel een heel bijzondere dwangneurose. Hij kan bij het zien van een eend of een zwaan niet laten om de dieren te voederen. Het resultaat is dat de volledige buurt onder de vogelpoep ligt.
De man geeft soms wel zes keer per dag de eendjes en zwanen in de buurt te eten. Het gaat zelfs al zo ver dat ook andere vogels de hele dag in de tuinen van de buren zitten te wachten tot wanneer de man weer met emmers vol brood, rijst en zaad verschijnt.
Gezien de vogels reikhalzend staan te wachten op hun maaltijd, liggen hun uitwerpselen overal verspreid. Omwonenden klagen dus steen en been. Zij eisen dat het gemeentebestuur een eind maakt aan de voederpartijen die in de loop der jaren alleen maar zijn toegenomen.
De gemeente maande de man al schriftelijk aan om te stoppen met het voederen van de vogels. Ze hopen ook dat hij professionele hulp zoekt.
Zelf zegt de man dat hij er niets kan aan doen en dat geen enkele van de door hem bezochte psychiaters hem kan helpen.
Pauwen waren al bij de oude Egyptenaren bekend. Ook bij de Romeinen en de Grieken waren deze dieren geliefd. In India worden ze ook tegenwoordig nog als heilig beschouwd en vereerd. De pauw leefde oorspronkelijk in bossen en oerwoudgebieden in India. Vanwege zijn schoonheid wordt hij inmiddels overal op aarde in gevangenschap gehouden. Hij behoort tot de hoendervogels. De mannetjes hebben grote staartveren die over de eigenlijke staartveren heen liggen. Tijdens de balts zet het mannetje zijn staartveren op tot een prachtige waaier. Daarbij komen het patroon van de ogen en de oplichtende kleuren goed tot hun recht. De blauwe pauw wordt beschouwd als de stamvader van de tamme dieren. Zijn kop, hals en borst zijn blauw gekleurd, zijn rug is groen. De staartveren zijn groenblauw en ze zijn voorzien van de typische pauwenogen. Op de kop draagt het mannetje een pluim. De veren zijn aan de bovenkant franje-achtig.
Het verenkleed van het vrouwtje is een stuk gewoner en bruinachtig van kleur. De staart duidelijk kleiner. De sleep ontbreekt totaal. Na de balts leggen de hennen maximaal 10 eieren in een eenvoudig nest. De broedtijd bedraagt ongeveer 30 dagen. Kort nadat de kuikens uit het ei zijn gekomen, kunnen ze de moeder al volgen. Pauwen voeden zich met graankorrels, zaden, knoppen, wormen, kleine weekdieren en reptielen. Een andere bekende pauw is de argusfazant. In Afrika leeft de Kongopauw, deze soort heeft duidelijk kortere staartveren (worldwildbase)
Papegaaienziekte is een ziekte waar iedere vogelliefhebber, en met name mensen die kromsnavels houden, bang voor zijn. Niet alleen omdat de ziekte snel dodelijk kan zijn voor met name papegaaiachtigen, maar ook omdat papegaaienziekte (psittacose) besmettelijk is voor mensen! Papegaaienziekte wordt veroorzaakt door de bacterie (eigenlijk ricketsia) : Chlamydia psittaci. Inmiddels is deze ziekteverwekker omgedoopt tot Chlamydophilia maar voor het gemak gebruiken we hier nog de oude naam. Van deze ziekteverwekker zijn verschillende stammen bekend. De meeste stammen veroorzaken een ontsteking van de luchtwegen. Recentelijk is de naam van deze verwekker wat aangepast, maar omdat de naam chlamydia zo ingeburgerd is gebruiken we hem op deze pagina nog even.
Bij papegaaien en parkieten uit zich dat in eerste instantie in een ontsteking van het oogslijmvlies (vaak maar van een oog). Dit irriteert het dier en hij zal dat oog dichtknijpen: het dier zit permanent te knipogen. Enkele uren tot dagen later, zal het dier ineens zeer ziek worden, stoppen met eten, bol gaan zitten en gele tot neongroene ontlasting produceren. Als er niet snel ingegrepen wordt, zal het dier binnen enkele dagen (soms zelfs binnen 1 dag) overlijden.
Andere stammen van de papegaaienziektebacterie tasten met name de lever aan. Deze vorm van papegaaienziekte is moeilijk te herkennen. De dieren zijn ziek en willen niet goed eten. Pas in een (te) laat stadium van de ziekte gaan de dieren geelzucht vertonen: het urinedeel van de mest, dat normaal krijtwit is, wordt geel.
De diagnose kan op verschillende wijzen gesteld worden: - kleuring van een ontlastingsmonster (snelle uitslag maar ongevoelige test) - Elisa test op een cloaca uitstrijkje (snelle uitslag en gevoeliger test) - PCR reactie op een cloaca of ooglid uitstrijkje (tragere uitslag maar zeer gevoelig) - of één van bovenstaande testen op lever of miltweefsel van een overleden dier.
In onze kliniek hebben we de beste ervaring met de Elisa (Quickvue) test op orgaan materiaal en de PCR reactie op ontlasting of ooguitstrijkjes..
Bij sectie van dode vogels valt de enorme milt en leverzwelling zwelling op. Soms zijn ook longontstekingen en ooglidontstekingen aanwezig. Hoewel de aanwijzingen bij sectie flink in de richting van papegaaienziekte kunnen wijzen, is de diagnose is niet met zekerheid zonder nader laboratorium onderzoek (microscoop, Elisa, PCR) met enige zekerheid te stellen.. Zo kunnen ook polyomaof circo virusinfectieslever en miltzwellingen geven. miltzwelling
Papegaaien zijn het beste te behandelen met injecties met een antibioticum (doxycycline). Deze injecties hebben zeer snel effect: binnen 24 uur knappen zij in het algemeen snel weer op. Ongeveer 24 uur na de eerste injectie zijn de dieren niet meer besmettelijk voor andere dieren en mensen, maar tot die tijd moeten zij in quarantaine gehouden worden. Deze injecties moeten wekelijks herhaald worden (6 maal) totdat alle ziekteverwekkers uit het lichaam verdwenen zijn. Kleinere kromsnavels zoals Bourkes, grasparkieten etc. kunnen met doxycycline geimpregneerd zaad behandeld worden of een drinkwater kuur met doxycycline krijgen. Andere tetracyclines als chloortetracycline en oxytertracycline zijn minder werkzaam..
Kleine kromsnavels als grasparkieten, agaporniden e.d. worden gedurende 42 dagen behandeld met een met chloortetracycline (CTC) of doxycycline (DC) geïmpregneerd zaadmengsel dat gewoonlijk bestaat uit 85% gepelde milletzaad, 10% gepelde en gebroken haver en 5% gepelde zonnebloempitten. Tijdens de kuur dient men bijzondere aandacht te schenken aan de verzorging, omdat de vogels dan extra bevattelijk zijn voor infecties met schimmels. Het verdient aanbeveling tijdens de behandelingsperiode dagelijks een multivitaminepreparaat aan het drinkwater toe te voegen teneinde de negatieve bijwerkingen van detetracycline af te zwakken en de natuurlijke weerstand van de vogels te ondersteunen. Tijdens de behandeling geen grit of kalk verstrekken omdat dit met name de chloortetracycline nagnoeg onwerkzaam maakt.. Het regelmatig reinigen en desinfecteren van het vogelverblijf met een quarternair ammoniumprodukt, als Halamid draagt bij de smetstof uit te schakelen en herbesmetting te voorkomen. Draag een goed mondmasker en ventileer flink: de kans op besmetting van de vogelhouder door het inademen van stof bij flink vegen in een afgesloten ruimte zijn hoog !.
Bij mensen openbaart papegaaienziekte zich als een soort griep: hoofdpijn, koorts en/of spierpijn zijn allemaal symptomen die kunnen duiden op papegaaienziekte. Bij een gewone griep verminderen de ziekteverschijnselen na ongeveer 3 dagen. Bij papegaaienziekte blijft met name de koorts hoog en krijgen de mensen een benauwd of kortademig gevoel als gevolg van de erbij optredende longontsteking. Papegaaienziekte is zeer goed te behandelen, als er maar op tijd ingegrepen wordt. Dit geldt met name voor mensen: vaak wordt de juiste behandeling bij mensen laat gestart omdat artsen de ziekte niet goed herkennen. Voor het aantonen van papegaaienziekte dient de arts 2x bloed af te nemen met een tussentijd van 14 dagen, tenzij het eerste bloedmonster al een zeer hoge titer tegen chlamydia psittaci vertoond.
De ziekte wordt meestal binnengehaald in een vogelbestand door de aankoop van volkomen gezond ogende maar desondanks besmette dieren die verder (lang) symptoom vrij zijn of kunnen blijven. Daarom is een quarantaine (isolatie) periode van 2-3 weken voor besmette vogels sterk aan te raden. Door de stress van de verhuizing kunnen dragers alsnog ziek worden. Bij quarantaine blijven de problemen dan tot slechts 1 vogel beperkt. Of beter is het om elke aankoop standaard te laten testen op de aanwezigheid van chlamydia. Een investering van ca. 75,= tot 100,= in een test is dan een prima verzekering tegen het risico van vele doden en duizenden guldens schade bij een uitbraak in het hele bestand. Nog afgezien van de gezondheidsrisico's voor de vogelhouder en zijn gezinsleden.
Het gebeurd niet vaak dat een huisdier vraagt om een douche. Of dat hij bijvoorbeeld je een goede dag wenst.
Tenzij, uiteraard, het gaat om een pratende papegaai.
Als Bingo mijn ara in bad wilt dan roept hij: Wil je in bad? Wil je onder de douche? zegt Leisa Daniel uit Independence, eigenaresse van 4 papegaaien.
En wanneer haar Grijze Roodstaart, Amazing Grace, merkt dat ze weggaat zegt ze haar gedag.
Daniel is voorzitter van de Pet Bird Club. Ze organiseren aanstaande zaterdag voor het 6e achtereenvolgende jaar een Vogel bijeenkomst. De non-profit organisatie informeert het publiek over de avicultuur, opvoeding en zorg voor vogels. De gehele dag zijn er exotische praatjesmakers aanwezig, van kaketoe tot valkparkiet.
En er zijn geen Polly-wanna-cracker dodos aanwezig.
Daniel verteld dat de intelligentie van papegaaien te vergelijken is met dat van een kind tussen de 2 en 4 jaar oud. Afhankelijk van de soort papegaai kan het praten al beginnen op 2 a 3 maanden of pas als ze een jaar zijn. De grijze roodstaart is het intelligentst.
Ze leren praten zoals een kind dat doet. Het vocabulaire van een grijze roodstaart is buiten alle proporties.
Daniel zegt dat Amazing Grace, een jonge vogel, een woordenschat van ongeveer 60 woorden heeft maar dat sommige oudere grijze roodstaarten wel 200 tot 300 woorden kennen.
En de defenitie van het woord parrot waarmee napraten wordt bedoeld is niet correct.
Die definitie is uit de tijd. Ze herhalen wel wat je zegt maar dan gaan ze de woorden in de goede context gebruiken.
Als Amazing Grace bijvoorbeeld twee mensen ziet die op het punt staan om te zoenen of hun neus te snuiten dan maakt ze het goede geluid voordat de mensen het doen.
De meeste papegaaien komen uit het regenwoud dus hun veren moeten regelmatig nat gemaakt worden.
Ze spreiden hun vleugels, zegt ze, terwijl ze het zelf voordoet. En ze schudden met hun staartveren zodat hun hele achterwerk mee wiebeld.
Fido en Miss Kitty zijn allebei zindelijk. Daniel zegt dat papegaaien makkelijk het commando poepen kunnen leren.
Eigenaren kunnen ook met hun vogel gaan wandelen.
Je kan ze een harnas omdoen zodat ze niet wegvliegen, zegt ze. (red. of kortwieken)
Zoals vogelkweker Donald Carpenter uit Pleasant Valley. Hij loopt door de kamer met Chris, zijn geelkuif kaketoe, op zijn schouder. Chris draagt een harnas die Carpenter aan een lijn vast kan klikken.
Ik doe hem aan de lijn in de auto zodat mocht ik een ongeluk krijgen hij niet weg kan vliegen, legt hij uit. Hij haalt de dunne, knal roze lijn uit zijn broekzak en haakt deze aan de ring die hem verbind met zijn riem.
Niet geheel verrassend is het dat papegaaien kinderen ook erg aanspreken.
Hunter DAgostino, 8 jaar, vond een olijfkleurige Agapornis met een roze gezicht genaamd Miracle.
Miracle heeft zijn naam eerlijk verdiend, zegt kweker Kimberly Cannon uit Sugar Creek.
Hij werd geboren met een eierschaaltje vast aan zijn hoofd. Hij had het bijna niet gered legt ze uit. Hunter wilde hem omdat ze dezelfde verjaardag hebben. Ik E-mailde hem dat de vogel een unieke naam moest hebben na alles wat hij had meegemaakt. Ik had de vogel al Miracle genoemd maar dat zei ik hem niet. Hij E-mailde me terug dat hij de vogel Miracle wilde noemen. Dat gaf me kippevel.
Iedereen kan de eigenaar van een papegaai worden, zegt Daniel, maar het is een besluit waar niet te licht over mag worden gedacht. Papegaaien zijn sociale dieren en hebben een hoop aandacht nodig.
Je moet toegewijd zijn en geen impuls aankoop doen, waarschuwt ze. Ze zijn niet alleen heel er mooi, je moet er keihard voor werken. En ze zijn lawaaierig. Je moet er veel voor over hebben maar je krijgt er een hoop voor terug.
Als je een papegaai verwaarloosd wordt hij neurotisch en begint zichzelf te verwonden door zijn veren uit te trekken. Ze gaan ook schreeuwen.
Papegaaien kunnen wel 110 jaar oud worden. Amazing Grace kan ongeveer 80 jaar worden en Bingo 110.
Als je goed oplet kom je ze overal tegen. Een sportauto met een verchroomd hoefijzer verwerkt in de grill, een sieraad met een hoefijzertje, dasspelden, postkaarten, hoefijzers op de gevel van een hoeve, hoefijzers als gelukssymbool, hoefijzers overal.
Vroeger werd er zelfs een hoefijzer door de bruidegom gedragen voor het toekomstige huwelijksgeluk. Ook werd er op sommige plaatsen door de priester een hoefijzer boven de hoofden van de pas getrouwde stelletjes gehouden, dit als gelukssymbool.
De een vindt een hoefijzer en bekijkt het als een stuk afval, terwijl de ander het ziet als een goed voorteken.
Een van de verklaringen van het hoefijzer als geluksbrenger is dat het lijkt op de maan die telkens stukje voor stukje te zien is voordat we hem als 'volle maan' kunnen aanschouwen. De cyclus van de maan stond vroeger symbool voor het steeds groter wordende geluk. Vandaar dat het hoefijzer als symbool van geluk werd gezien.
Het hoefijzer werd niet alleen als geluksbrenger gezien maar ook als beschermmiddel tegen 'boze invloeden'. Vooral in Italië geloofde men vroeger dat er mensen waren die door slechts een blik met hun ogen een ander ongeluk konden brengen. Deze blik werd Mal Ócchio, het boze oog of slechte oog genoemd. De persoon die deze blik had, was een Gettatore (betekent zoiets als: iemand die betovert met zijn blik). De Italianen geloofden destijds dat als je een Gettatore tegen kwam je metaal moest aanraken en het liefst een hoefijzer, dat zou je dan beschermen.
De Arabieren geloofde ook in het 'boze oog' en beschermden zich door reepjes met koranspreuken in de teugels te naaien. Ook de rode kleur werd als bescherming gezien tegen het boze oog en veel tuigen van muildieren en paarden werden daarom versierd met deze kleur.
Maar even terug naar het hoefijzer voordat we afdwalen.
Het vinden van een hoefijzer zou extra geluk brengen als je deze op 26 december zou vinden, Sint Stefanusdag.
Als je een hoefijzer met de open kant naar buiten op de drempel van je huisdeur spijkerde, dan werd je beschermd tegen heksen, blikseminslag en brand. Handelaars die dit deden, kregen volgens het volksgeloof ook veel meer kopers in hun winkel. Het hoefijzer moest wel met drie spijkers vastgespijkerd worden en elke spijker moest met drie hamerslagen bevestigd worden.
Ik zie het mijn schoonvader nog niet doen, hij is een fervent zeiler en heel zuinig op zijn boot, maar vroeger nagelde men een hoefijzer met de opening naar beneden op de mast om zo een gunstige wind en voorspoedige reis te garanderen. Dit werkte dan alleen als er een Bijbel aan boord was.
In de 17e eeuw geloofde men dat als je een gevonden of zelfs een gestolen hoefijzer op de schoorsteenmantel plaatste, deze geluk bracht.
In Holstein werd elk huis dat gebouwd werd voorzien van een hoefijzer. Liefst een gevonden exemplaar, als deze er niet was, werd er maar een nieuwe gebruikt. In Thuringen had men deze gewoonte ook, alleen werd het ijzer daar steeds op de binnendeuren genageld en moesten het steeds nieuwe ijzers zijn. Deze ijzers moesten dan wel gesmeed zijn op St. Jansnacht (24 juni) door een 'kuise' jonge man.
In Duitse grensstreken kom je ook wel eens grensstenen tegen waar hoefijzers uitgebeiteld zijn. Dit werd waarschijnlijk gedaan zodat het hoefijzer zeker op zijn plaats zou blijven en niet gestolen kon worden en hierdoor het ongeluk over de plaats zou komen
Dinosaurussen hadden zeer vroegrijpe zwangerschappen (Martina1)
Dinosaurussen hadden zeer vroegrijpe zwangerschappen
De dinosauriërs waren seksueel rijp voor ze de volwassen leeftijd bereikten, en de vrouwtjes baarden jongen vanaf hun prille adolescentie. Dat staat in een Amerikaanse studie die maandag werd gepubliceerd.
De onderzoekers hebben sporen van zwangerschappen aangetroffen op de fossielen van drie jonge dinosauriërvrouwtjes met een leeftijd van 10 tot 18 jaar.
Deze fossielen bewijzen dat de seksuele rijpheid van deze prehistorische wezens sneller optrad dan vooraf gedacht door de wetenschappers. Op dat vlak staan ze dichter bij bepaalde zoogdieren dan bij hun de vogels die van hen afstammen. Zoogdieren, waaronder de mens, kunnen zich voortplanten nog voor ze tot wasdom zijn gekomen.
Ezelpinguïn met kuikens tussen de walvisskeletten.
Palmer Station, gezien door een kolonie adéliepinguïns.
Een groep van 100 Belgische toeristen reist dezer dagen met Asteria Expeditions op een tot passagiersschip omgebouwde ijsbreker in het spoor van de zuidpoolexpeditie van Adrien de Gerlache, die in 1897-1898 naar Antarctica voer met het zeilschip de 'Belgica' en er een poolwinter doorbracht.
De groep blijft 10 dagen op zee en exclusief voor HLN.be bericht zuidpoolreiziger Johan Van Praet tien dagen lang vanop de ijsbreker Polar Star over zijn wedervaren.
DAG 7: WOENSDAG 30 JANUARI
Een nieuwe dag 5 uur. "Good morning." Ik wring me uit mijn klamme slaapzak. Tien minuten later trek ik met een volle blaas en blote handen de vastgevroren tentharingen uit het sneeuwijs. Ik ben wakker.
Kaartjes posten Nadat we de twee vastgelopen zodiacs weer vlot konden sleuren, licht ook de Polar Star het anker. Port Lockroy, een gerestaureerde Britse basis anno 1944, is onze volgende stop. De vroege vogels genieten buitendek van de lage zon die de gletsjers en zwartgranieten bergen van Neumayer Kanaal in een gloed onderdompelt. Tot we Goudier Eiland (64° 49' Zuid - 63° 29' West) bereiken, de ideale plek om een station neer te poten. Welkom aan boord Rick Atkinson. "Ons eilandje ligt goed beschut en wordt beschermd door een microklimaat waardoor het driestromenkanaal minder snel dichtvriest." Rick hangt hier al zo'n 30 jaar rond en kent zijn pappenheimers. Tien jaar geleden ontving zijn vierkoppige team enkele honderden toeristen per jaar. Vorig jaar waren het er maar liefst 17000. De souvenirshop dito postkantoor draaien dan ook op volle toeren. "Waarom onze militairen hier destijds een station bouwden? De Argentijnen claimen land door er kindjes te maken, de Chilenen zetten een hotel en wij baten een postkantoor uit." Paul Spruyt zit op het puntje van zijn stoel. Als verwoed stempelverzamelaar propt hij de Britse brievenbus boordevol voorgestempelde post. "Groetjes vanuit het meest fascinerende natuurgebied ter wereld", begint Etienne zijn lading postkaartjes. Met wat geluk bereiken ze binnen zes weken hun bestemming.
Walvissenkerkhof Intussen dwarrelt een tweede groep over het vlakbij gelegen Jougla Point, broedplaats van een forse kolonie ezelpinguïns. En laatste rustplaats van enkele in de zon gebleekte walvisskeletten. Van 1911 tot 1933 slachtten de walvisjagers hier maar liefst 3500 dieren af.
Antwerpen Eiland Damon, onze scheepsexpeditieleider, programmeert voor deze namiddag een gelijkaardig scenario op Antwerpen Eiland. De Amerikanen houden er met veel bravoure thuis in Palmer Station (64° 46,5' Zuid - 64° 2,9' West). Het moet gezegd, de ontvangst is tot in de puntjes voorbereid, incluis chocoladecake, koffie en de Belgische vlag netjes onder de 'stars and stripes'. Ik mis de Britse nonchalance, maar ben blij dat we het Amerikaanse bastion mogen bezoeken. Om overkill te vermijden, gunnen de Amerikanen jaarlijks slechts 12 cruiseschepen een bezoek. Serge en Melanie lachen in hun vuistje. Als rasechte Antwerpenaren zetten ze in alle stilte voet op vaderlandse bodem. "Antwerpen is een havenstad. Wij voelen ons hier direct thuis, zie al die zodiacs aangemeerd liggen." Kristen, Jennifer en Hannah, drie volbloedbiologen doen er onderzoek naar het effect van mensen - beter toeristen - op de nabijgelegen adéliepinguïns. Ze verdeelden Torgensen Eiland letterlijk in een zone 'toeristen toegelaten' en een zone 'verboden toegang'. "Uit de eerste resultaten blijkt dat menselijke aanwezigheid nauwelijks invloed heeft op het leef- en broedgedrag." Verrassend en tegelijk weer niet. Immers, de lieve, op het eerste gezicht ondoorgrondelijke diertjes krijgen al tientallen jaren bezoek van wetenschapslui die ze komen bestuderen. Soort zoekt soort. (HLN)
UTRECHT - Onderzoek aan de Universiteit Utrecht heeft aangetoond dat het brein van dieren niet alleen pijnprikkels registreert, maar dat dieren de pijn ook echt als emotioneel onaangenaam ervaren.
Iets wat tot op heden nog steeds een punt van discussie is in de wetenschappelijke wereld, volgens de onderzoekers.
Tijdens het onderzoek werd bij ratten en honden de pijnperceptie vastgesteld door het meten van hersenactiviteit. Als pijnprikkel zijn kleine elektrische pulsjes gebruikt die aanvoelen als een speldenprik.
Tijdens het onderzoek is naar zogenoemde pijngerelateerde evoked potentials, aangeduid met SEP, gekeken. Een SEP is de gemeten hersenactiviteit die optreedt als reactie op een pijnprikkel. Bij mensen is al aangetoond dat de hoogte van een SEP aangeeft hoe pijnlijk de toegediende prikkel wordt ervaren. De onderzoekers laten zien dat ook bij dieren de hoogte van de SEP aangeeft hoe vervelend de toegediende pijnprikkels waren voor het dier. Het is overigens niet zo dat de onderzoekers pijn kunnen meten bij elk dier en in elke denkbare situatie. (ANP)
Baksteenanemoontjes, of ook wel golfbrekeranemoontjes genoemd zijn kleine, tot 6 cm. grote, oranjeachtig gekleurde anemoontjes. Hoewel, voornamelijk in de winter, de kleur van de tentakels ook wel bijna wit kan zijn. Zoals de meeste anemonen bestaat de baksteenanemoon uit een voetschijf, waarmee hij zich aan de ondergrond hecht, een zuil, waarin zich de maag bevindt, en de mondschijf, met in het midden een opening omringd door tentakels. De mondopening dient niet alleen als mond, maar ook als anus. Als een anemoon met zijn netelcellen een te dichtbij gekomen prooi heeft verlamd of gedood met zijn gif, wordt deze door zijn tentakelkrans naar de mondopening toegewerkt. Bij gevaar kan hij zijn tentakelkrans ook naar binnen trekken. De golfbrekeranemoon doet dit schoksgewijs en betrekkelijk snel, in ieder geval sneller dan b.v. de zeeanjelieren , die zijn tentakels maar langzaam zal intrekken.
De baksteen anemoon is niet heel erg kieskeurig wat zijn ondergrond betreft. Hout, steen, schelpen of wier, alles kan tussen de laagwaterlijn en niet al te grote diepten voldoet. Zelfs de rug van een krab kan als ondergrond dienen. Op sommige plaatsen kunnen baksteenanemonen gezamenlijk hele grote stukken ondergrond bedekken. Zo zijn er in het oostelijke gedeelte van de Oosterschelde plaatsen waar de bodem bestaat uit veenblokken, Gorishoek die vrijwel geheel bedekt zijn met baksteenanemoontjes.
Op plaatsen waar voldoende voedsel aanbod is, zijn baksteenanemoontjes in staat om zich geheel, over de lengte, in tweeën te delen zodat elk gedeelte weer kan uitgroeien tot een volledige zeeanemoon. Dit is echter niet de enige manier waarop zij zich voortplanten, Ook de geslachtelijke voortplanting, waarbij eieren en sperma in het water vrijkomen komt bij baksteenanemonen voor.
Anemonen zijn, in tegenstelling tot wat de meeste mensen denken, wel degelijk instaat om zich te verplaatsen, zij het zeer langzaam. Zo zag ik een aantal jaren geleden in de Grevelingen op een stuk zeesla een, voor mij onbekend, diertje dat in eerste instantie leek op een soort naaktslakje. Bij nadere beschouwing bleek het een heel klein baksteenanemoontje te zijn dat aan de wandel was gegaan. Het had zich op zijn zij laten vallen en bewoog zich, heel langzaam, als een soort slak voort. Andere soorten blijken zich ook op andere manieren te kunnen verplaatsen. Zo zijn er soorten die zich via hun voetschijf verplaatsen, of via hun tentakels. Er zijn zelfs soorten die zich als het ware opblazen, zich daarna losmaken van de ondergrond om zich vervolgens te laten meevoeren door de stroming tot zij weer een geschikte ondergrond hebben gevonden.
Er loopt een man in de Kalverstraat ter hoogte van een juwelier, als er plotseling een vrachtauto voor de winkel stopt en er twee olifanten uitstappen. Ze lopen naar de etalage van de juwelier en slaan de vitrine stuk en zuigen met hun slurf alle juwelen op en stappen in de vrachtauto, die met gierende banden wegrijdt.De man is met stomheid geslagen van datgeen wat hij zo juist heeft gezien. Een paar minuten later arriveert de politie, die naar de man lopen om te vragen of hij de daders heeft gezien. Jazeker, zegt de man, maar je gelooft me toch niet als ik vertel dat het twee olifanten waren. Waarop de agent vraagt of het Afrikaanse of Indiaase olifanten zijn. Helaas heb ik dat niet kunnen zien, zegt de man, want ze hadden bivakmutsen op. ;-) ;-)
*een lieve groet doet elk van ons goed Toshi & tante Lotte*
De verkoudheidsvorm komt zeer regelmatig voor vooral bij jonge paarden. Deze vorm veroorzaakt koorts en soms een snotneus, hoesten en/of dikke benen. De abortus-vorm komt regelmatig voor bij merries en veroorzaakt abortus of zeer zwak geboren veulens die vaak sterven. De neurologische-vorm komt slechts incidenteel voor en veroorzaakt verschijnselen van het zenuwstelsel. Dit begint meestal met een wat slappe staart en ataxie (¨lopen als een dronkeman¨). Eventueel kunnen ernstiger verlammingsverschijnselen optreden. Meestal zijn alleen de achterbenen aangetast, maar in de ernstigste gevallen kunnen ook de voorbenen meedoen. Alle paarden in Nederland komen regelmatig met het rhinopneumonie-virus in contact. Het is helaas niet bekend waarom een bedrijf soms getroffen wordt door abortussen of verlammingsproblemen.
paarden in de sneeuw
Behandeling Voor rhinopneumonie is geen specifieke therapie. In het geval van de verkoudheidsvorm is dat geen probleem omdat de paarden doorgaans snel herstellen, net zoals de mens in het geval van een verkoudheid. De abortus-vorm veroorzaakt de dood van de vrucht of van het ernstig ziek geboren veulen, maar geeft geen echte ziekteverschijnselen bij de merrie.. Voor het veulen is behandeling niet mogelijk en voor de merrie meestal niet nodig. In het geval van de neurologische-vorm is er geen echte therapie, maar paarden met de neurologische-vorm hebben wel intensieve verpleging nodig. Met een goede verzorging kunnen deze paarden gedeeltelijk of volledig herstellen. De belangrijkste punten van de verzorging/behandeling zijn: voorkomen dat het paard, als hij zich niet meer staande kan houden, in paniek raakt en gaat liggen ¨vechten¨ en zich zelf ernstig beschadigt. voorkomen dat de blaas overrekt wordt De zenuwaandoening van de achterhand begint met een gedeeltelijke blaasverlamming en dit heeft o.a. tot gevolg dat het paard geen plasdrang meer heeft. Het is dus van belang zonodig de blaas te katheteriseren (de dierenarts brengt dan via de vagina of via de penis een slangetje in de blaas waardoor de urine kan afvloeien). zorgen dat het paard voldoende vocht en voedsel binnen krijgt.
Preventie In hoeverre het mogelijk is paarden preventief te beschermen tegen rhinopneumonie hangt af van de vorm. Een vaccinatie tegen de verkoudheidsvorm is redelijk betrouwbaar, maar moet tenminste tweemaal per jaar worden gegeven. Een vaccinatie tegen de abortusvorm is veel minder betrouwbaar en dient tenminste vier maal per jaar te worden gegeven. Ondanks vaccineren kunnen er op een bedrijf toch merries aborteren. De vaccinatie biedt dus geen volledige bescherming tegen abortus. Tegen de neurologische vorm van rhinopneumonie is vaccineren waarschijnlijk niet effectief. Wel kan vaccineren van een gehele stal het rondgaan van het virus verminderen. In het geval dat er al een besmetting aanwezig is, is vaccineren sterk af te raden.
Verspreiding De verspreiding van het rhinopneumonie-virus (ook wel equine herpesvirus genaamd) vindt voornamelijk plaats door direct contact tussen paarden of door samen stallen in één ruimte. In principe kan het virus ook door de mens via kleren en handen worden overgedragen als deze van het ene naar het andere paard gaat. Door goed douchen en schone kleren en schoenen kan deze vorm van overbrengen worden uitgesloten. Het passeren van paarden op straat of in het bos is dus geen mogelijke bron van besmetting als direct contact wordt voorkomen. Een bedrijf dat een (mogelijk) probleem heeft doorgemaakt dient twee weken na de laatste koortsaanval contacten met andere paarden te vermijden.
Onderzoek Een goed overzicht van het voorkomen van de neurologische-vorm van rhinopneumonie in Nederland is niet mogelijk omdat veel eigenaren van maneges of andere paardenbedrijven niet openlijk uitkomen voor eventuele problemen en paarden met verlammingsverschijnselen direct opruimen. Een bedrijf dat openlijk uitkomt voor de problemen, de paarden probeert te behandelen en onderzoek toelaat, draagt er aan bij meer over de aandoening te leren en in de toekomst misschien zelfs te kunnen voorkomen. Eigenaren van paarden dienen zich te realiseren dat de neurologische-vorm van rhinopneumonie zich overal in Nederland kan voordoen en dat alleen openheid en voldoende kennis van zaken het probleem kunnen beperken.
Rhinopeumonie is een virus dat behoort tot de groep van de herpesvirussen. Deze groep van virussen heeft een aantal zaken gemeen, waardoor hij berucht is bij mens en dier. Bij de mens is de koortslip waarschijnlijk de meest bekende. Na besmetting met het herpes simplex virus ontstaat de koortslip. Het lichaam maakt wel afweerstoffen tegen dit virus, maar de weerstand die ontstaat is niet hoog genoeg om het virus uit het lichaam te verwijderen. De symptomen (de koortslip) zullen verdwijnen. Op het ogenblik echter dat de weerstand van een lichaam wat lager is, bijvoorbeeld door een slechte conditie of het doormaken van een andere infectie ziet het virus weer kans om op te spelen en komt de koortslip weer terug. Doordat een lichaam het virus niet meer definitief kan verwijderen is er dragerschap ontstaan.
Wat zijn de gevolgen van zo'n dragerschap: 1. De patiënt kan steeds weer last krijgen van zijn infectie. 2. De drager kan anderen besmetten (de drager zal vooral anderen kunnen besmetten op het ogenblik dat het virus weer actief is in een lichaam).
Waarom geven herpesvirussen nogal eens aanleiding tot het ontstaan vandragerschap? Herpesvirussen geven vaak aanleiding tot het ontstaan van dragerschap omdat deze virusgroep: 1. Vaak het lichaam niet voldoende aanzet tot de productie van antilichamen afweerstoffen). 2. De herpesvirussen zitten vaak in cellen waar ze niet bereikbaar zijn voor de antilichamen.
Dragerschap is na het doormaken van een herpesvirusinfektie vaak een groot probleem. Volgens specialisten op het gebied van Rhinopneumonie van het paard, zou dat in 30 tot 40% van de gevallen zijn.
Besmettelijkheid Onder besmettelijkheid kan men verscheidene zaken verstaan
1. De afstand waarbij een infectie overgebracht kan worden. Sommige virussen zijn zo klein dat ze als kleine deeltjes lang in de lucht blijven hangen als zeer kleine druppeltjes. Erg berucht in deze zin is het influenzavirus. Een paard dat 20 minuten nadat hij door lucht loopt waar een besmet paard heeft staan hoesten, kan zich nog met dit virus besmetten.
Het meest beruchte virus in deze zin dat bij zoogdieren voorkomt, is het mond en klauwzeervirus, dat zich door de lucht vele kilometers kan laten verplaatsen met de wind. Herpesvirussen zijn niet zo klein en hebben dan ook een vrij nauw contact nodig om van het ene individu op het andere over te gaan. De koortslip zal niet van de ene mens naar de andere waaien, er is een vrij direct of indirect contact nodig voor de besmetting.
Van het rhinopneumonievirus wordt aangenomen dat er bij een afstand enige meters al geen overbrenging meer mogelijk is. Dit geldt natuurlijk niet voor voorwerpen die meegenomen worden. Door snot van het ene paard naar het andere te brengen kun je natuurlijk het virus overbrengen. Vruchtwater van een door het rhinopeumonie aborterende merrie bevat ook erg veel virusdeeltjes (schoenen vingers gereedschappen enz).
2. De hoeveelheid virus die nodig is om een infectie te laten beginnen. Paarden en ezels zijn zeer gevoelig voor het Rhinopeumonie virus en hebben dan ook weinig smetsof nodig om de ziekte te gaan doormaken. Dit geldt natuurlijk niet als ze antilichamen tegen dit virus hebben. Of ze al of niet een infectie gaan doormaken is afhankelijk van, aan de ene kant met hoeveel smetstof ze in aanraking komen (infectiedruk) en aan de andere kant hoeveel antilichamen (afweer) het dier heeft. Bij een kleine afweer en een grote infectiedruk zal het paard zich opnieuw besmetten en de ziekte doormaken.
Samenvattend kunnen we zeggen dat:
1. Rhinopneumonie vaak dragerschap geeft. Dit heeft tot gevolg dat het doormaken van de infectie vaak een opflikkering is van een oude infectie. Nieuwe infecties, van paarden die geen of weinig weerstand hebben, worden veroorzaakt doordat ze besmet worden door stalgenoten die drager zijn. 2. Het virus is niet erg besmettelijk; in die zin dat er een vrij nauw contact moet zijn met het paard dat het virus bij zich draagt. 3. Ook een paard dat afweerstoffen heeft kan de ziekte door maken als de infectiedruk hoger is dan de weestand die hij/zij heeft.
Het klassieke verhaal van een stal met Rhinopeumonie is dan ook: Bij de introductie op een stal van meerdere dieren die geen weerstand hebben (vaak jaarlingen) worden deze besmet met het virus door dragers. Op het ogenblik dat deze dieren de ziekte doormaken stijgt de infectiedruk op stal. Doordat er erg veel virus op stal is gaan ook die paarden die wel afweerstoffen hebben, toch weer de ziekte doormaken, waardoor er nog meer virus in de omgeving komt. Deze nog hogere infectiedruk kan ook dieren met een vrij hoge weerstand besmetten. In tegenstelling tot wat vaak gevreesd wordt raast een infectie niet door een streek, maar door een stal. Uit bovenstaande mag ook duidelijk zijn dat dieren die erg veel schade van een infectie kunnen oplopen (drachtige merries) apart gehuisvest worden in kleine groepen en zeker niet samen met jonge dieren, die bij het doormaken van de ziekte de infectiedruk enorm kunnen opvoeren.
Twee typen EHV-virus Er zijn twee typen virus: het EHV-1 en het EHV-4. Er is een heleboel discussie of de verschillende typen verschillende ziektebeelden geven. Uitbraken op een bedrijf zijn tot nu toe vrijwel volledig veroorzaakt door EHV1. Meestal verloopt de infectie als volgt: 1. Na een incubatie tijd van 5-12 dagen, zijn de paarden ziek, hebben loopogen, neusuitvloeiing en afhankelijk van de heftigheid van de infectie van een beetje verhoging tot stevige koorts. Vaker is een infectie zo mild dat hij nauwelijks opvalt. Naarmate de infectie heftiger plaatsvindt, is de kans op zo'n complicatie groter. 2. De infectie van de baarmoeder, die optreedt gedurende het doormaken van de ziekte, zorgt ervoor dat meestal na enige maanden een abortus optreedt. 3. Niet vaak voorkomend, maar zeer gevreesd, is de neurologische vorm. Door aantasting van het ruggenmerg kunnen paarden verlamd raken (ataxie). De aantasting kan van een klein beetje, tot zeer heftig zijn (door achterbenen zaken, en niet meer kunnen mesten). 4. Een enkele keer, maar door ons toch al enige malen gezien, is de oog vorm.. Doordat de infectie in de oogbol gaat zitten ontstaan er witte vlekken op de oogbol (in het hoornvlies). Als deze aandoening niet goed behandeld wordt, kan er een blijvende beschadiging van het oog ontstaan. 5. Keelvorm, deze aandoening zouden we hebben kunnen noemen onder A, maar hij geeft toch een wat apart beeld. De infectie handhaaft zich hierbij in de keel. Er ontstaat niet zozeer neusuitvloeiing, maar vooral hoesten en soms een wat snurkend geluid bij inspanning. Het buigen van het hoofd geeft bij deze paarden veel problemen.
Wedstrijden De besmettingskans van een paard dat een buitenwedstrijd bezoekt, tussen de activiteiten op de eigen veewagen of trailer blijft staan en niet in direct contact komt met andere paarden wordt uiterst gering geacht. Veel paarden dicht bij elkaar bij een binnenwedstrijd verhoogt het risico op infectie omdat het virus zich ook over korte afstand via de lucht kan verspreiden in kleine ruimtes. Het stallen van een paard bij vreemde paarden brengt relatief het grootste risico met zich mee. Stress (vervoer, wedstrijden etc.) doet bij besmette paarden de kans op neurologische symptomen waarschijnlijk toenemen. Het is daarom aanbevelenswaardig paarden eenmaal daags te temperaturen en bij een koortspiek stress en echte inspanning enkele weken zoveel mogelijk te vermijden.
Ezels Ezels kunnen wel Rhinopneumonie krijgen, maar ze zijn gevoelig voor een ander serotype dan het paard. Het rhinopneumonie-virus (Equine Herpes Virus) bestaat in 8 soorten, die genummerd zijn van EHV 1 t/m 8. Het paard is gevoelig voor serotype 1 t/m 5, de ezel voor serotype 6 t/m 8.
Dit betekent dus, dat paarden en ezels dit virus niet van elkaar kunnen overnemen. Dit betekent ook, dat, omdat er veel meer paarden dan ezels in dit land leven, de serotypes waar de ezel gevoelig voor is, weinig voorkomen. Ezels lopen dus hier een kleiner risico op het krijgen van de ziekte.
God maakte op de eerste dag de hond, God maakte op de tweede dag het hondehok, de derde dag maakte God hondenvoer, op de vierde dag maakte God het vrouwtjeshondje voor de voortplanting, op de vijfde dag maakte God een speelbot, op de zesde dag maakte God het Internet en de zevende dag wou God graag rusten, maar hij moest de hond uitlaten.
Moesson bedreigt wilde dieren en huisdieren in India (Knudde1)
Moesson bedreigt wilde dieren en huisdieren in India
Het IFAW (International Fund for Animal Welfare) heeft een team gemobiliseerd om dieren te redden, die slachtoffer dreigen te worden van wat de VN de zwaarste overstromingen sinds mensenheugenis noemt. Het immens grote gebied dat door de zware regens is getroffen omvat Pakistan, Bangladesh, Nepal en India. Samen met de Wildlife Trust of India (WTI) en lokale hulporganisaties in India concentreert het IFAW zich met name op: 1) het beschikbaar stellen van voedsel, geneeskundige zorg en een veilige opvang voor vee en huisdieren die uit hun omgeving zijn verdreven, en 2) het vaccineren en ontwormen van de getroffen dieren. (indianfeelings)