Hallo bezoeker,
welkom op het blog van de Mailgroep Huisdieren, een hechte groep Dierenvrienden-SeniorenNetters, die er zijn voor, door en met elkaar.
Op dit blog kunnen jullie kennismaken met onze dieren, tips vinden over de verzorging en de gezondheid van de dieren, dierengedichten en dierenartikels lezen, werkjes in verband met dieren bekijken, enz.
Veel kijk- en leesplezier!
15-07-2009
Vogels zingen omdat ze moeten
Om half 5 wakker worden en dadelijk op een prachtig vogelconcert getracteerd worden, zet er mij toe aan hierover meer te willen weten. vandaar dit artikel hieronder:
Vogels zingen omdat ze moeten
Door Gerrit Jansen.
Veel zanglijsters zingen al weer minder uitbundig dan twee weken geleden. De territoriumgrenzen zijn afgebakend en een aantal zit al op eieren. foto's Otto Faulhaber ;Torenvalken.
Veel zanglijsters zingen al weer minder uitbundig dan twee weken geleden. De territoriumgrenzen zijn afgebakend en een aantal zit al op eieren. foto's Otto Faulhaber ;Torenvalken.
1Of vogels plezier aan het zingen beleven, is maar de vraag. Ze zingen omdat ze moeten. Wij mensen worden er vrolijk van, maar zij musiceren enkel om een partner te lokken en om de territoriumgrenzen af te bakenen.
Iedere vogel zingt zoals hij gebekt is en daarom verstaan alleen soortgenoten elkaar. Als een mens niet goed in zijn vel zit of alleen maar chagrijnig is, zal hij niet gauw een vrolijk lied ten gehore brengen.
Vogels zijn waarschijnlijk nooit chagrijnig, maar ook niet vrolijk. Ze zingen als het moet en als ze er tijd voor hebben. Toch vraag ik mij wel eens af hoe een boerenzwaluw zich 'voelt', als hij er net een reis van een paar duizend kilometer op heeft zitten. Ben je eindelijk thuis, dan word je op hagel en sneeuw getrakteerd. Logisch dat je dan even je snavel houdt. Toch weet zo'n vogel dat, wanneer hij eenmaal op de plaats van bestemming is aangekomen, hij zo gauw mogelijk moet laten horen dat hij er is.
Vogelzang heeft een duidelijke boodschap en moet daarom opgevat worden als een signaal.
Bij vogels die in vaste paren leven, zoals kauwen en eksters, stelt de zang, hoewel zij gezien de bouw van hun strottenhoofd wel zangvogels zijn, niet veel voor. Ook vogels met een opvallend verenkleed zijn minder gebekt dan de grauwe onopvallende soorten, zoals fitis, tuinfluiter, spotvogel en de nachtegaal niet te vergeten.
De gekleurde vogels hebben niet zo'n uitgebreid zangrepertoire omdat zij met hun bontgekleurde verenpak al voldoende opvallen. De wielewaal, wat kleuren betreft een plaatje, komt dan ook niet veel verder dan 'dudeldjo'. Mezen en kwikstaarten weten met hun kleuren ook voldoende te imponeren. Met een herhaald 'tjiet- jiepè' bij de koolmees en een kwetterend 'tsis-sit' van de kwikstaart houdt het bij deze twee zangvogels wel op.
Elk voorjaar wil ik minstens één keer, voordat de vogels wakker worden, buiten zijn. Ik wil mijn oor te luisteren leggen bij de gevederde muzikanten in de bebouwde kom. Ruim voor zonsopkomst wordt het al licht. Daarom zette ik de wekker op half zes. De alarmroep van de merel onder ons slaapkamerraam vertelt mij om tien voor half zes dat dit rijkelijk laat is.
Om half zes sta ik dan ook buiten. Als eerste hoor ik het scherp krassende 'kraaa', viermaal herhaald. Dat komt van een zwarte kraai en daar kun je nu niet bepaald van zeggen dat hij de sterren van de hemel zingt.
Vijf minuten later hoor ik de eerste merel zingen. Ongelooflijk, binnen een paar minuten zingen alle merelmannen in de buurt en dat zijn er heel veel! Drie minuten later klinkt het gepingel van een ontwakende roodborst en de metaalachtige roep van de koolmees.
De roodborst had ik eigenlijk nog eerder verwacht, want onderzoek heeft uitgewezen dat hij met recht een vroege vogel is.
Gemiddeld begint hij drie kwartier voor zonsopkomst te zingen. Altijd nog even eerder dan de merel. Deze roodborst zingt bij de oprit van de dijk onder een lantaarnpaal; soms doet hij dat zelfs midden in de nacht. Hetzelfde onderzoek wees uit dat de koolmees en de tjiftjaf van uitslapen houden. Ik hoorde de laatste dan ook pas om zeven uur zijn eentonige liedje roepen en dan te weten dat hij pas twee dagen thuis is. Ik zeg bewust roepen, want een grote zangkunstenaar kun je de tjiftjaf niet noemen. Dat geldt wel voor de heggenmus; vanaf half zeven preludeert een drietal heggenmusmannen met grote overgave. Op een televisiemast jubelt een zanglijster. Het is er een met veel noten op zijn zang. Misschien is hij wel muzikaler dan zijn naaste neef, de merel. Op verschillende plaatsen hoor ik het gedempte 'koe-koe- roe.., koe-koe' van de houtduiven. De luide, vlugge triller van de groenling klinkt weinig ingetogen. Eén duidelijke stem heb ik tijdens mijn fietstochtje door het dorp gemist, maar als ik thuis de oprit weer oprijd blaast Klein Jantje, de winterkoning, vrolijk zijn deuntje mee.
Vroeg in de ochtend valt er meer vogelzang te beluisteren dan later op de dag. Rond het middaguur is het dikwijls uitgesproken stil, terwijl de avond weer een kleine opleving te horen geeft. Voor die stilte op de middag is wel een verklaring.
De meeste zangvogels voeden zich in het voorjaar en in de zomer met dierlijke, eiwitrijke hapjes. Insecten zijn wat hun activiteiten betreft afhankelijk van hoge temperaturen. Daarom moeten door onze zangvogels de vliegjes, kevertjes en spinnetjes voor het grootste deel rond het middaguur buit gemaakt worden.
Net voordat ik naar de koffie wil, dient het paartje torenvalken zich boven de nestkast aan. Het mannetje wisselt zijn zweefvlucht regelmatig af met snelle vleugelslagen, waarbij een vliegbeweging ontstaat alsof hij aan een touw wordt rondgedraaid. Als het vrouwtje in de nestkast landt, verdwijnt hij even uit beeld.
Een scherp ki-ki-ki maakt duidelijk dat hij weer in aantocht is. Torenvalken kunnen niet zingen, maar ook zij gebruiken hun stem om het territorium af te bakenen en een dame te lokken.
Jonge mierenleeuwen zijn beresterk, later worden het softies
Jonge mierenleeuwen zijn beresterk, later worden het softies
door Gerrit Jansen.
Een volwassen mierenleeuw is met recht een 'netvleugelige'. De geaderde vleugels zien we ook bij gaasvliegen en kameelhalsvliegen. foto Gerrit Jansen ;Valkuilen van mierenleeuwlarven. foto Ria Luttikhold
(foto uit "Sla me niet dood")
Alleen jonge mierenleeuwen gedragen zich als leeuwen. Volwassen mierenleeuwen zijn softies en worden niet voor niets juffers genoemd. Berend Jan Speek heeft leeuwen in de achtertuin. Onder het afdak aan de garage ziet hij al een paar weken wel twintig kuiltjes in het zand.
Kraters met mooi afgewerkte, gladde kanten die in een punt naar beneden lopen. Het grootste kuiltje heeft een diameter van 8 cm, de kleinste is 2,5 cm. Het lijken vangkuiltjes van de mierenleeuw, maar ondanks het leegscheppen met een lepel komt er geen leeuw te voorschijn. Als Berend de kuiltjes vlak strijkt, worden ze nachts weer opnieuw gemaakt. Ik heb de waarnemer aangeraden toch nog eens goed te spitten. En ja hoor een week later kreeg ik foto's met daarop heuse mierenleeuwen.
Een paar jaar geleden vertelde iemand mij dat hij vangkuilen van mierenleeuwen in het losse zand van zijn plantenkasje had. We hebben samen een uur op een krukje bij de kraters gezeten en we hadden 'voer' bij ons: een potje met daarin een twintigtal mieren. Met onze neuzen hingen we boven de kuiltjes nadat we er een mier in gegooid hadden. Een voor de mier luguber, maar voor ons fantastisch schouwspel speelde zich daar af. Er werd zelfs met zand gegooid door de geheimzinnige aardbewoner. Als de mier langs de wand omhoog probeerde te klimmen, gooide de mierenleeuw hem met zand naar beneden. De wand stortte dan een beetje in en de prooi zakte naar het centrum van de valkuil. Bliksemsnel hapte de vijand toe. De mier spartelde even tegen en dan werd het stil.
De mierenleeuw, Myrmeleon formicarius, is een netvleugelige. Dat is een groep insecten waar ook de gaasvliegen en de kameelhalsvliegen toe behoren. Linnaeus rekende alle insecten met geaderde doorzichtige voor- en achtervleugels tot de netvleugeligen; dus ook de libellen en de kokerjuffers. Latere systematici hebben in deze groep orde op zaken gebracht. Op grond van onder andere de volkomen of onvolkomen gedaanteverandering werden de libellen en de kokerjuffers tot een aparte orde verheven.
Mierenleeuwen kennen een volkomen metamorfose. De larve lijkt totaal niet op het volwassen insect en de levenscyclus kent een popstadium. Het slanke imago lijkt het meest op een waterjuffer. Het heeft in tegenstelling tot de juffers echter knotsvormige voelsprieten en de vleugels worden anders gevouwen. De mierenleeuw vouwt in rust de vleugels als een afdakje op de rug, terwijl een juffer de vier vleugels achter de rug tegen elkaar legt met de rand naar boven. De volwassen dieren worden tegen de avond pas actief. Overdag hangen ze in de vegetatie. Omdat ze stil zitten en met de transparante vleugels en het donkere lichaam goed gecamoufleerd zijn, ziet men ze maar zelden. Net zoals gaasvliegen zijn mierenleeuwen slechte vliegers: ze vliegen langzaam en zijn weinig wendbaar.
De insectengroep dankt de naam aan de naam aan de larven. Deze beestjes zijn, het formaat in ogenschouw genomen, inderdaad zo sterk als een leeuw. Een larve is kort en dik. Heeft een gespierde nek en een platte kop. Deze kop en de gewapende kaken dienen als zandschep. De achterpoten zijn verbreed tot graafpoten. Steeds, achteruitschuivend, graaft de larve een rond kuiltje. Het uitgegraven zand wordt met een zwaai van de kop naar achteren geslingerd.
Ik heb mierenleeuwen ook wel eens grotere prooien dan mieren aangeboden. Kleine pissebedden werden graag gepakt. Met grotere had de leeuw moeite. Volwassen pissebedden en oorwormen wisten te ontsnappen. De 'sterkte' van de valkuil werkt selectief. Als grote, sterke prooidieren niet zouden ontsnappen, zouden de rollen wel eens omgedraaid kunnen worden. Dan is de mierenleeuw het haasje. Als een prooi door het ingespoten gif wordt verlamd, zuigt de larve het hapje langzaam leeg. De lege resten worden met een kopstoot uit de valkuil gesmeten. Een in de val gegooide miljoenpoot, werd wel geconsumeerd, maar het lege omhulsel was te zwaar om verwijderd te worden.
Het is niet moeilijk een mierenleeuw in gevangenschap te houden. Neem een schaal en doe daar wat droog zand in. Binnen een kwartier bouwt de larve zijn eerste valkuil. Wat prooi betreft, is de jager niet erg kieskeurig: als er geen mieren voorradig zijn, doen vliegen het ook wel. Als er geen prooi aanwezig is, moet je goed kijken of de larve nog wel aanwezig is. Is hij hongerig dan zie je onder in de krater een stukje kop met opengesperde kaken.
Spannend een leeuw in huis? Ja, voor een paar dagen. Breng hem daarna maar weer naar de vindplaats. Daar voelt hij zich thuis.
Mierenleeuwen komen oorspronkelijk op droge zandgronden voor. De valkuilen treffen we vaak onder overhangende heidestruiken langs zandpaden aan. Veel van dergelijke zandpaden zijn inmiddels verdwenen en ook de omvang van het heideareaal houdt niet over.
De meeste soorten overleven een dergelijke biotoopvernietiging niet en worden daarom zeldzaam. De mierenleeuw is echter meer opportunist dan men dacht. Het blijkt dat de dieren op de zandgronden hun valkuilen steeds vaker onder viaducten graven. En, zoals we uit de waarneming van Berend Jan kunnen opmaken, ze hebben ook de bebouwde kom ontdekt. Dat komt omdat particulieren minder met gif spuiten en meer ecologisch tuinieren. Daardoor ontstaat er meer diversiteit aan micromilieus. Prachtig toch dat een zeldzame soort als de mierenleeuw in je achtertuin leeft. Het kost weinig moeite een plekje in een kasje of onder een overkappingen voor de mierenleeuw geschikt te maken. Zorg voor fijn zand en voorkom dat de plek nat wordt. De bevruchte vrouwtjes laten 's nachts boven het losse zand hun eieren vallen. De larve leeft twee of drie jaar in het zand. Die periode hangt af van het aantal mieren dat in de val loopt. In de verpoppingfase zit het 'roofdier' een paar weken in een bolletje spinsel gemengd met zand. De leeuw verandert tijdens de verpopping in een ware juffer. Een zachtmoedig insect zonder leeuwenstreken.
Ciska: Geef toe, dit is toch een prachtvogel! Ik moest er meer over weten en ging voor jullie op zoek naar info en vond dit op Wikipedia. Met een klik op de foto of op een woord in blauwe letters, zie je nóg meer:
De fuut of kuiffuut (Podiceps cristatus ) is in Europa het grootste lid van de Podicipedidae .
Kenmerken
Zoals alle leden van deze familie is de fuut een typische watervogel van plassen en meren. Zijn donkere oorpluimen geven hem een karakteristiek uiterlijk. Hij heeft een wit gezicht met een roodbruine en zwarte kraag eromheen die opgericht staat bij het baltsritueel. Zijn onderkant is wit, van boven is hij donker overgaand in roestbruin. De jongen zijn zwartwit gestreept en vaak maken zij een ritje achterop de rug van hun ouders. Het ouderpaar begroet elkaar met een uitgebreid baltsritueel .
Verspreiding
Behoudens een deel van Scandinavië komt de fuut in heel Europa en ook in Zuid-Afrika voor. Het is gedeeltelijk een trekvogel .
13/07 Aquatopia op het Antwerpse Astridplein pakt uit met een nieuwigheid voor durvers. Voor 50 euro mag je mee in het water met de meest angstaanjagende haaien.
Jaarlijks vergapen meer dan 200.000 mensen zich in Aquatopia aan de meest bloeddorstige haaien. Bloeddorstig is in de meeste gevallen fel overdreven en dat wil men bij Aquatopia bewijzen door de bezoekers mee in het water te laten bij de gevreesde dieren.
Het is niet zo dat iedereen hier nu zomaar in het water kan springen, zegt general manager Frank Cops. We hebben een arrangement uitgewerkt waarbij je de haaien zelf eten kunt geven. Eerst krijg je de nodige uitleg van hoofdverzorger Peter Van Genechten en dan ga je samen met Peter in het water.
Frederic Coteur (27) uit Hasselt was gisteren de eerste die het mocht proberen. Ik heb al wel tussen de dolfijnen gezwommen, maar hiervoor heb ik toch wel wat stress, gaf hij op voorhand toe. Eerst ging hij met Peter en een zebra- en een verpleegsterhaai in een afgesloten gedeelte. De dieren leken niet echt hongerig en daarom mocht hij vanaf de rand de hele meute te eten geven.
Ze zijn lief
Frederic was in het begin wat onwennig maar Peter stelde hem op zijn gemak. Eigenlijk zijn het wel lieve dieren, was Frederics eerste commentaar na de voederbeurt. Je mag vooral geen schrik hebben, want dat voelen die haaien. Met de hulp van Peter is me dat prima gelukt. Ik heb er enkele gestreeld en ze voelen aan als licht schuurpapier. Eerder zwom ik al tussen de dolfijnen in Nieuw-Zeeland en die voelen veel gladder aan.
Echt mee zwemmen tussen de haaien is niet de bedoeling in Aquatopia, maar Frederic raadt het voederen wel iedereen aan. Mits wat interesse voor wilde dieren natuurlijk. Het is geweldig als je voelt hoe een haai een vis uit je handen trekt. Ik heb al veel avontuurlijke dingen gedaan, maar nu wil ik echt alles weten over de haaien en hun gedrag. Ze zijn zeker niet zo bloeddorstig als we soms in de film te zien krijgen.
Meestal komen ze in het nieuws door wat ze achterlaten. Dit zegt meer over hun baas dan over de hond zelf. Om ze nu eens in een goed daglicht te plaatsen, hierbij twee evenementen voor hondenliefhebbers.
Als niet paardenkenners hoor je die paardenliefhebbers hier (ja, want die edele viervoeter is toch ook een "huisdier") misschien wel eens van die vreemd klinkende woorden gebruiken. Daarom even iets meer over dat paardenjargon. En een blauwe klik leert je nog meer. Prettige ontdekkingsreis !
Anatomie
achterhand - dat deel van het paardenlijf achter het zadel
appelschimmel - grijs paard met donker gekleurde 'appels' (cirkels)
benen - de poten van een paard worden door sommige paardenliefhebbers 'benen' genoemd, omdat ze vinden dat paarden 'edele dieren' zijn.
borst - gedeelte aan de voorkant tussen de voorbenen.
bruin paard - paard met bruin lijf en met zwarte manen, zwarte staart en zwarte onderbenen
droge benen - 'vel over been' op de benen, de gewrichten, spieren en aderen zijn goed zichtbaar; dit wordt erg gewaardeerd; men spreekt wel over 'glashard beenwerk'
hoef - harde hoorn om de laatste anderhalve vinger/ teenkootjes. Te vergelijken met de menselijke nagel.
hoefgewricht - het gewricht binnen in de hoef tussen het 2e en 3e vinger/teenkootje
hoofd - kop van een paard (zie opmerking bij 'benen')
koffer - het gedeelte van het lichaam tussen de voorhand en de achterhand, bijvoorbeeld: een paard kan 'een diepe koffer' hebben, d.w.z. een brede borstkas.
koot - onderste gedeelte van het been nèt boven de hoef, anatomisch gezien twee vinger- of teenkootjes
kogel - gewricht, plm. 10 cm boven de hoef (bij een mens: de knokkels tussen handrug en vingers/ voet en tenen)
koudbloed - zwaargebouwd trek- of werkpaard met een rustig (koelbloedig) temperament
maantop - langere haren (manen) vooraan boven op het hoofd en tussen de oren
manen - rij langere haren in de mediaanlijn van de nek tot de schoft.
nek - een gedeelte van ongeveer vijf centimeter net achter het hoofd; de rest van de nek heet bij een paard 'de hals'. Het is het gewricht tussen schedel en eerste halswervel.
schoft - de kleine welving waar de rug overgaat in de hals, 'schouderhoogte'.
schofthoogte - afstand van de grond tot de schoft, ook stokmaat genoemd.
spronggewricht - gewricht halverwege het achterbeen; de 'enkel' van het paard, aan de achterbenen. Veel leken zouden dit de knie noemen maar dit gewricht buigt de andere kant op. De achterknie zit hoger, tegen de romp aan. Paarden lopen in feite op de toppen van hun tenen.
volbloed - paard met edelste kenmerken van de 'arabier' (woestijnpaard), slank en lichtvoetig. Renpaarden noemt men Engelse volbloeden.
voorhand - voorste ledematen, dat deel van het paardenlijf voor het zadel
voorknie - de pols van het paard halverwege het voorbeen. De elleboog zit weer hoger.
vos - roodbruin paard, ook aan de benen en de staart. (maar zie: bruin paard).
warmbloed - tussen koud- en volbloed in; een veelvoorkomend en veelzijdig kruisingsproduct, bijvoorbeeld gebruikt in de springsport , de mensport en in de dressuur
tact : dressuurterm, die vaak met 'snelheid' wordt verward. De tact is het ritme waarin de hoeven op de grond komen. Een dribbelstap heeft een hoge/ snelle tact, maar omdat het stap is, een relatief lage snelheid. Kalmeert het paard, dan kan de snelheid gelijk blijven, maar met de ruimere passen krijgt het dier een correcte, lagere tact.
telgang - gang waarbij twee benen links tegelijk worden verplaatst, gevolgd door twee benen rechts, zoals ook bij kamelen.
07/07 Plantenetende dino's zijn gigantisch groot kunnen worden dankzij hun grote luiheid. Ze hadden een efficiënte energiehuishouding en voedsel in overvloed. Moesten dino's even energie-efficiënt geweest zijn als reptielen, zouden ze - in theorie - misschien beesten van 330 ton geworden zijn.
Tot deze conclusie komt Brian McNab van de University of Florida in het vakblad Proceedings of the National Academy of Sciences. Je bent wat je eet gold blijkbaar ook in de voorhistorie. Hoe hoger de energie-efficiëntie hoe groter een dier kan worden. McNab heeft statistische gegevens over de energiehuishouding van bestaande vogels, reptielen en zoogdieren geëxtrapoleerd naar dino's.
Hagedissen
Wat energie-efficiëntie betreft zitten dino's tussen zoogdieren en reptielen. Ze verbruiken een vijfde van de energie van zoogdieren, maar nog drie keer zoveel als hagedissen.
Brontosaurus
De grootste dinosaurussen, genre Brontosaurus, hebben naar schatting een gewicht bereikt van 100 ton. Maar nieuwe rekenmodellen trekken dat gigantische gewicht in vraag. Het theoretische gewicht van ongeveer 330 ton dat ze met een verbrandingsmotor van een reptiel zouden bereiken, is dan ook wel zeer hypothetisch. Ondermeer de bloedtoevoer naar de hersenen zou bij dergelijk tonnage problematisch worden.
OOSTENDE/NIEUWPOORT- Inktvissen komen steeds vaker voor in de Noordzee, en dus vind je ze steeds meer in de viswinkels aan onze kust.
Inktvissen duiken steeds vaker op aan onze kust. 'Soorten zoals de zeekat of de pijlinktvis leven al langer in de Noordzee en het kanaal', zegt mariene bioloog Francis Kerckhof, 'maar we zien inderdaad dat inktvissen steeds beter gedijen in onze wateren. Een van de oorzaken is de opwarming van de aarde en van ons zeewater, maar ook zijn er in de Noordzee steeds minder natuurlijke vijanden van de inktvis, zoals tonijn, haaien, dolfijnen en zelfs zeehonden.'
Aan onze kust hebben nog maar weinig vissers zich op de vangst van inktvis toegelegd. Alleen Luk Louwagie uit Nieuwpoort vist specifiek naar zeekat. Hij heeft vierhonderd potten aan lange touwen op de zeebodem liggen. Daarmee haalt hij gemiddeld vijf à tien dieren per pot boven waarvoor hij op de veiling zo'n twee euro per kilogram krijgt.
Hoewel er meer inktvis in de Noordzee leeft, zal die toch nog niet zo snel de zeldzamer wordende tong, rog, kabeljauw of tarbot op ons bord vervangen. 'De prijzen zijn zeker betaalbaar', weet vishandelaar Romeo Rau uit Nieuwpoort. 'Voor pijlinktvis betaalt de consument ongeveer 9 euro per kilogram, zeekat kost tussen de 3 à 4 euro per kilogram. Maar de Vlaming kent de inktvis nog niet goed en dus is er nog niet zo veel vraag naar. Jammer, want een goed klaargemaakte zeekat of pijlinktvis is om van te smullen.'
Geldt hier ook "zo het baasje, zo het hondje" of is het eerder "elk pondje gaat door het mondje" ? Ik wens jullie allemaal, mens én dier, een fijne dag vanuit een stormig (bestaat dit woord wel?)Nederland,
Ciska
Een op de drie Vlaamse honden is te dik - 09/07/2009 12:18:30
Een op de drie honden in Vlaanderen is te dik. Dat blijkt donderdag uit een onderzoek van de hondencommunity www.icareformydog.be bij zowat 500 honden van verschillende rassen.
Vooral teefjes kampen met overgewicht: ongeveer 37 procent moet een pak overtollige kilo's meezeulen. Bij de reuen is ongeveer een kwart (24 procent) zwaarlijvig.
Opmerkelijk is dat er ook duidelijke regionale verschillen zijn. Zo sukkelen honden uit Vlaams-Brabant het vaakst met overgewicht (36 procent). In Limburg lijken de honden dan weer het best in conditie: daar weegt slechts een op de vijf honden te veel.
Voorts blijkt ook ondergewicht regelmatig voor te komen bij honden. Om en bij de 12 procent van de viervoeters wordt daarmee geconfronteerd.
Tijdens het onderzoek werd onder de meer de hoogte en het gewicht van de hond gemeten. Aan de hand daarvan werd een Body Score Index (een soort Body Mass Index, maar dan voor honden) berekend.
Het enige varken dat Afghanistan rijk is, mag weer vrij rondlopen in de zoo van Kaboel. Het dier werd twee maanden geleden in quarantaine geplaatst uit vrees voor de Mexicaanse griep. Dat meldt het persagentschap Reuters.
Unicum Het varken, een unicum in het moslimland, krijgt zijn vrijheid terug omdat het gevreesde H1N1 virus enkel via mensen kan doorgegeven worden. "Andere dierentuinen hebben ons verzekerd dat we ons geen zorgen moeten maken", zegt zoodirecteur Aziz Gul Saqib. "Daarom besloten we om 'Khanzir' uit quarantaine te halen. In Afghanistan is tot dusver geen enkel geval van Mexicaanse griep vastgesteld. (eb)
In Groot-Brittannië heeft een haan een kip doodgewipt.
Haan Elvis liet kip Berol suf achter na een stomende vrijpartij. Het dier was er zo erg aan toe dat het afgemaakt moest worden.
Voor Elvis worden het eenzame nachten want de andere drie kippen uit zijn harem werden eerder door ratten doodgebeten.
"Hij is een kleine geile duivel", lacht eigenares Katherine Cooke. "Al wat hij wil is een nieuwe harem." De vrouw probeert de haan nu dan ook elders onder te brengen.
PIETERBUREN - Medewerkers van de zeehondencrèche in Pieterburen hebben in de Dollard minstens vier oranje zeehonden aangetroffen. De dieren hebben vlekken op verschillende delen van hun lichaam. Hoe ze daar aan komen, is niet bekend, zo zei een woordvoerster van de crèche donderdag.
ARCHIEFFOTO
De vlekken zitten onder andere op hun kop, rug en buik. Behalve zeehonden met oranje vlekken, zijn er ook dieren met een gekleurde waas over hun vacht aangetroffen. ,,Het is nog een raadsel waarom juist deze zeehonden vlekken hebben, en andere niet. We vermoeden dat het een soort ijzeroxide is. Dat kan komen doordat er veel industrie in de buurt van de Dollard zit, maar het kan ook een natuurlijke oorzaak hebben'', aldus de zegsvrouw. Omdat de dieren geen last van de vlekken hebben, gaat de zeehondencrèche ze niet onderzoeken. ,,We observeren veel in dat gebied, maar hebben geen afwijkend gedrag gezien. We gaan ze niet uit hun natuurlijke omgeving halen om onderzoek te doen naar de oorzaak.''
Reizen met honden, katten of fretten en andere huisdieren is voortaan op Europees niveau gereglementeerd voor alle lidstaten. Zorg ervoor dat Felix en Max in orde zijn, als je problemen aan de grenspost wil vermijden.
Binnen de Europese Unie
Sinds 1 oktober 2004 moet elke hond, kat of fret uit de EU die reist naar een andere lidstaat van de EU gechipt of getatoeëerd zijn, gevaccineerd worden tegen hondsdolheid en in bezit zijn van een standaardpaspoort dat is ingevuld door de dierenarts.
Het paspoort is uniform voor alle EU-lidstaten, en het vervangt de modellen en gelijkaardige documenten die tot op heden in gebruik waren. Het paspoort vermeldt het ID-nummer (van de chip of van de tatoeage), een beschrijving van het dier en de naam en het adres van de eigenaar. Het wordt afgeleverd vanaf het moment dat het dier ingeënt is tegen hondsdolheid. Het document wordt dus ingevuld door een dierenarts.
Het paspoort bestaat uit twee delen. Het eerste bevat alle relevante informatie over de gezondheid van het dier, een beschrijving, het adres van de eigenaar, de vaccinaties en de medicijnen die het dier worden toegediend. In het tweede deel schrijft de eigenaar informatie over zichzelf.
Dierenbezitters die hun hond, kat of fret willen meenemen op reis, zijn dus verplicht hun dier te laten chippen of tatoeëren. In België wordt de microchip gebruikt, die onderhuids ingeplant wordt door de dierenarts. Naast de chip wordt voorlopig de (leesbare!) tatoeage nog toegestaan, behalve voor wie naar het Verenigd Koninkrijk of Malta wil reizen.
Honden, katten en fretten moeten ingeënt worden tegen hondsdolheid. Wanneer u uw dier van drie maand of ouder wil meenemen op reis zonder dat het gevaccineerd is, moet u zich eerst informeren bij de autoriteiten van het land van bestemming. Zweden, het Verenigd Koninkrijk, Ierland en Malta weigeren bijvoorbeeld formeel om niet-gevaccineerde dieren het land in te laten wanneer die ouder zijn dan drie maanden.
Wanneer u de grens overgaat, moeten de papieren van uw huisdier absoluut in orde zijn. Indien dit niet het geval is, riskeert u dat het dier in quarantaine wordt geplaatst in afwachting van een paspoort, dat het weer naar huis wordt gestuurd of, erger: geëuthanaseerd wordt.
Voor meer inlichtingen: FOD volksgezondheid Contactpersoon: Willem DHooghe Tel: 02/210.52.55 - fax 02/210.52.64 E-mail: willem.dhooghe@health.fgov.be
Dierenrechtenorganisatie BLID wordt overstelpt met klachten en vragen.
De vzw Belgische Landelijke Inspectiedienst voor Dierenwelzijn (BLID) wordt naar eigen zeggen overstelpt met klachten en vragen van mensen over de verzorging van dieren in extreme hitte. De klachten gaan onder meer over konijnenhokken en dieren in de weide die in de brandende zon staan, zonder schaduw en water. Ook meldingen van honden die worden vervoerd in oververhitte auto's zijn schering en inslag, zegt BLID.
Water en schaduw De vzw vraagt elke eigenaar om goed voor de dieren te zorgen en de nodige voorzorgsmaatregelen te nemen. Voldoende water en schaduw zijn daarbij erg belangrijk, luidt het. Inspecteurs van de BLID proberen tijdens deze warme dagen zoveel mogelijk extra aandacht te geven aan mogelijke mistoestanden.
Honden Voor honden is het belangrijk dat ze zo weinig mogelijk vervoerd worden in warme auto's. "Honden achterlaten in een auto is op dit moment uit den boze. De dieren raken dan oververhit en gaan dood. Zorg voor voldoende water en schaduw en maak niet te lange wandelingen met de hond", aldus de dierenorganisatie.
Schapen scheren Voor katten is het probleem minder groot, die zoeken wel een schaduwplekje in de tuin. Voor knaagdieren is het erg belangrijk dat de hokken, die gewoonlijk buiten staan, in de schaduw worden gezet en dat er voldoende water aanwezig is. Ook voor de dieren die permanent buiten in de wei staan, zoals paarden, pony's, koeien, geiten en schapen, is schaduw en drinkwater volgens de BLID noodzakelijk. Voor schapen is het ook nuttig dat ze zijn geschoren. "Wie nu nog zijn schapen moet scheren, doet dat best niet in de felle zon. De dieren zouden kunnen verbranden", luidt het. (belga/kh)
AMSTERDAM - Een op de zes honden heeft last van reisziekte. Dat komt omdat de honden tijdens het autorijden niet naar buiten kijken.
Foto: ï¿?Fotoburo Jos Schuurman 2008. Alle rechten voorbehouden. Zonder
Dankzij de open grenzen binnen Europa is steeds makkelijker om je hond of kat mee op vakantie te nemen. Het meenemen van je huisdier op vakantie lijkt echter makkelijker gezegd dan gedaan want veel honden hebben last van reisziekte.
Reisziekte komt vaak voor bij honden die tijdens het autorijden niet naar buiten kijken. Er ontstaat dan een verschil tussen de werkelijke bewegingen die een hond maakt en de bewegingen die hij waarneemt. Een hond die bijvoorbeeld bij zijn baasje op schoot ligt, kan die werkelijke beweging niet zien. Dat veroorzaakt desoriëntatie, waardoor het braakcentrum in de hersenen geactiveerd wordt. Maar braken is niet het enige symptoom. Honden die last hebben van reisziekte zijn ook erg onrustig en opgewonden en speekselen overmatig.
Veel hondeneigenaren proberen dat op te lossen door thuis met middeltjes te experimenteren, terwijl andere hun hond gewoon thuislaten. Wat veel hondenbezitters niet weten, is dat hun dierenarts een effectief en veilig middel tegen reisziekte voor kan schrijven. Omdat één tabletje minstens twaalf uur werkt, is het middel ideaal voor lange afstanden. En dat is voor veel hondenbezitters dé uitkomst nu de zomervakantie voor de deur staat.
Honden kunnen ruiken of iemand kanker of suikerziekte heeft, blijkt uit diverse onderzoeken. Honden kunnen blaaskanker ruiken. Dat verrassende feit kwam uit een onderzoek naar voren dat aan de Amersham Hospital in Buckinghamshire, in Engeland, is gehouden. Er werd daar door honden geroken aan urine van patiënten en in ruim veertig procent van de gevallen detecteerden de honden kankercellen in de urine. Dat bevestigt de verhalen die de ronde deden over honden die veelvuldig roken aan plaatsen op het lichaam van hun baasje die later gezwellen en kwaadaardige moedervlekken bleken te zijn. Honden die kanker detecteren was iets dat al tientallen jaren besproken werd.
Uit nieuwsgierigheid begon orthopedisch chirurg Hunt vijf jaar geleden een onderzoekscentrum om te kijken of er waarheid zat in verhalen over honden die hun baas bleven besnuffelen op plekken waar later een tumor bleek te zitten. De eerste test was een urinetest. Honden kregen een kleine urinemonster en moesten de geur van blaaskanker opsporen. Een groot succes; in 56 procent van de gevallen lukte het de honden. De honden zijn inmiddels nog beter getraind. Deze studie toont overtuigend bewijs dat kankers die verborgen zijn onder de huid op eenvoudige manier door een hond kunnen worden ontdekt via iemands adem, aldus onderzoeksleider Michael McCulloch. Door vroeg de ziekte te ontdekken is de kans op herstel groter. Het onderzoek is drie jaar geleden verschenen in het Integrative Cancer Therapies-magazine, en werd uitgevoerd door de Pine Street Foundationuit San Anselmo, California. Een studie toont dat honden aan de adem van een persoon kunnen ruiken of deze kanker heeft. Het gaat om gewone honden die slechts een paar weekjes puppy-training hebben gevolgd. De dieren ruiken zeker honderdduizend keer beter dan de mens. Hunt en zijn collegas willen een machine bouwen die netzo goed kan ruiken als honden. Er zijn al elektrische neuzen, maar die zijn nog niet goed. Met dit onderzoek is het de bedoeling de kwaliteit daarvan te verbeteren.
Biochemische sporen Honden kunnen chemische sporen veel beter onderscheiden dan mensen. De onderzoekers hopen dat prostaatkanker ook nog vroeger kan worden ontdekt door de honden te laten snuffelen aan urine van de patient.
Hoe onderzocht? De onderzoekers gebruikten 5 honden voor hun studie. Op basis van het klassieke belonen-met-voedsel-systeem (zo leert de gemiddelde mens zijn hond ook pootjes geven) verkreeg men de resultaten. Afhankelijk van of het dier ging zitten of liggen vertelde de hond of er kanker aanwezig was of niet.
Alleen op basis van de ademgeur detecteren ze 55 gevallen van longkanker en 31 gevallen van borstkanker. 83 Gezonde mensen werden ook als dusdanig geclassificeerd. De dieren waren correct in 88 tot 97% van de gevallen; een hoog slaagpercentage. Het lijkt niet uit te maken welke hond we gebruikten, noch in welke fase de kanker was ontwikkeld, zegt Broffman daarover. Van long- en borstkanker is bekend dat ze sporen achterlaten in de adem van het slachtoffer. Kanker laat andere restproducten achter dan gezonde cellen. De verschillen zijn zo groot dat een getrainde hond deze kan oppikken, zelfs in een vroeg stadia van de ziekte.
Op basis van dit onderzoek denkt men nu aan een elektronische neus die net zoals bij honden tot 100.000 keer beter werkt dan de menselijke variant.
De voorouders van de olifant waren niet groter dan een konijn en wogen zo'n vijf kilogram. Dat beweren Franse wetenschappers.
Onlangs werd in Marokko de schedel van zo'n mini-olifant opgegraven. Uit analyses bleek dat het beest geen slurf had. Over slagtanden beschikte het dier ook niet, wel had het twee kleine snijtanden in de bek.
De schedel is het oudste olifantenfossiel ooit. Olifanten zouden vijf miljoen jaar geleden ontstaan zijn na het uitsterven van de dino's.