Foto
Inhoud blog
  • Lieve AMY
  • Lieve Babs
  • Boyke
  • Jerommeke
  • Youry onze Golden Retriever
    Zoeken in blog

    Beoordeel dit blog
      Zeer goed
      Goed
      Voldoende
      Nog wat bijwerken
      Nog veel werk aan
     
    Een huisdier neem je voor 't leven, niet voor heel even.
    Werkjes van Frean
    Categorieën
  • Apen (20)
  • Dagboek van Poessietje (15)
  • Diertjes van de leden (16)
  • Filmpjes (71)
  • Gedichtjes (22)
  • Gezondheid hond & kat (50)
  • Hond (59)
  • Humor (22)
  • Insekten (17)
  • Kat (24)
  • Konijn (5)
  • Nieuws (396)
  • nieuws uit Thailand (21)
  • Olifanten (14)
  • Opvoeding hond (8)
  • Opvoeding kat (4)
  • Paard (25)
  • REGENBOOGBRUG VAN ONZE MAILGROEP (5)
  • Verzorging hond (19)
  • Verzorging kat (0)
  • Vissen (31)
  • Vogels (91)
  • Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Werkjes van Tuurke
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Werkjes van Victorijo
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Werkjes van Fien43
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Werkjes van Simone1
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Werkjes van Runne
    Foto
    Rondvraag / Poll
    Leest u graag de berichtjes over dieren ?
    1 ja
    2 nee
    3
    4
    5 of meer
    Bekijk resultaat

    Werkjes van Meiske
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Werkjes van Gwen
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Categorieën
  • Apen (20)
  • Dagboek van Poessietje (15)
  • Diertjes van de leden (16)
  • Filmpjes (71)
  • Gedichtjes (22)
  • Gezondheid hond & kat (50)
  • Hond (59)
  • Humor (22)
  • Insekten (17)
  • Kat (24)
  • Konijn (5)
  • Nieuws (396)
  • nieuws uit Thailand (21)
  • Olifanten (14)
  • Opvoeding hond (8)
  • Opvoeding kat (4)
  • Paard (25)
  • REGENBOOGBRUG VAN ONZE MAILGROEP (5)
  • Verzorging hond (19)
  • Verzorging kat (0)
  • Vissen (31)
  • Vogels (91)
  • mailgroep huisdieren

    Hallo bezoeker, welkom op het blog van de Mailgroep Huisdieren, een hechte groep Dierenvrienden-SeniorenNetters, die er zijn voor, door en met elkaar. Op dit blog kunnen jullie kennismaken met onze dieren, tips vinden over de verzorging en de gezondheid van de dieren, dierengedichten en dierenartikels lezen, werkjes in verband met dieren bekijken, enz. Veel kijk- en leesplezier!
    24-03-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Dieren Down Under: lori's


     
    In Oceanië komen verschillende soorten papegaaien voor, en ook in Australië fladderen felgekleurde lori's en lorikeets rond.

    Het gedrag en uiterlijk van de hyperactieve dieren komt enigszins clownesk over, waardoor ze steevast een glimlach op je lippen toveren. Dat is zeker het geval bij de prachtige regenbooglorikeet, die je snel vindt in de buurt van mensen.

    De vogels eten voornamelijk nectar en stuifmeel, en een zwerm durft al eens een struik kaalplukken. Op toeristische plaatsen wennen de nieuwsgierige vogels snel aan mensen, en komen ze zelfs uit je hand eten.

    Sommige soorten hebben het moeilijk, en enkele vogels dreigen uit te sterven als gevolg van de introductie van Europese ratten in Oceanië. Zo hoort de 'ultramarine lorikeet' bij de vijftig zeldzaamste vogels. (sam)

    In Sydney zagen we enkele regenbooglori's een boom half kaalplukken.
    Hieronder vind je een link waar je nog meer van die prachtig gekleurde vogels ziet.
    Het is een artikel dat komt uit Het Laatste Nieuws van vandaag.
    Colombine


    24-03-2010 om 22:58 geschreven door mailgroep

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Categorie:Vogels
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Enkele tips vooraleer naar het trimsalon te gaan
    Klik op de afbeelding om de link te volgen
    Tips

    * Laat de hond goed uit voordat u hem naar de trimsalon brengt.
    Het is voor de hond heel vervelend om zijn behoefte
    te moeten ophouden tijdens de trimbeurt. Mocht het echt nodig zijn dan laten wij hem natuurlijk ook uit, maar dit
    gaat ten koste van de tijd van de trimster, dus laat hem alstublieft zelf even uit.

    * Minimaal 2 dagen voor en na de trimbeurt de hond niet behandelen met anti-vlooien middel of andere bestrijdingsmiddelen.
    Breng de hond wel vlo-vrij.

    * Breng de hond zo droog mogelijk omdat een natte vacht moeilijk behandelbaar is. Doe een plukhond dan ook niet eerst
    in bad zodat hij schoon bij de trimster komt.

    * Heeft de hond besmettelijke aandoeningen of medische afwijkingen, meldt dit dat al aan de telefoon wanneer u de afspraak
    maakt zodat wij ons daarop kunnen instellen. Meldt het ook als de hond al oud is , dan kunnen wij hem tussendoor meer
    rust geven.

    * Breng de hond niet met een volle maag.

    * Breng de hond altijd aan de lijn.

    24-03-2010 om 14:14 geschreven door mailgroep

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 3/5 - (2 Stemmen)
    Categorie:Verzorging hond
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Peesproblemen bij paarden

    PEESPROBLEMEN

    EEN LANGE WEG NAAR HERSTEL

    Tekst: Tim Samoy (Dierenkliniek De Morette)
    Foto's: Dierenkliniek De Morette/ Karin Gillain

    Vele paardeneigenaars worden zenuwachtig bij het vaststellen van een peesletsel bij één van hun paarden. Peesletsels worden in de paardenwereld vaak in één adem uitgesproken met een langdurige rustperiode, intensieve opvolging door de dierenarts en een grote kans op herval.

    Paarden die presteren op topniveau zijn onderhevig aan enorme krachten inwerkend op hun ledematen. Dit vraagt een enorme belasting van zowel gewrichten als van weke delen waaronder ligamenten en pezen.

    ANATOMIE

    De meest voorkomende peesletsels komen voor ter hoogte van de buigpezen van de voorbenen. De verschillende buigpezen bevinden zich aan de achterzijde van het pijpbeen, waarbij van achter naar voren, de oppervlakkige buiger, diepe buiger, check ligament en interosseuspees gelegen zijn.

    De meest oppervlakkige gelegen pezige structuur is de oppervlakkige buiger. Deze maakt de verbinding tussen enerzijds de buigspieren en anderzijds de achterzijde van het kroon- en kootbeen. Onder deze oppervlakkige buiger bevindt zich de diepe buiger, die de verbinding vormt tussen buigspieren en het hoefbeen. Het distale check ligament is een ligamentaire structuur tussen het bovenste gedeelte van het pijpbeen en de voorzijde van de diepe buiger. Tegen de achterzijde van het pijpbeen bevindt zich de interosseuspees. Deze vertrekt aan de bovenzijde van het pijpbeen tussen de beide griffelbeenderen en hecht zich vast door middel van twee schenkels op de beide sesambeenderen ter hoogte van de kogel.

    De verschillende pezen hebben enerzijds als doel de kogel te ondersteunen om doorzakken te vermijden. Anderzijds staan ze in voor het overbrengen van de krachten van de spieren naar het skelet, wat een voorwaartse beweging mogelijk maakt.

    Een pees bestaat uit een grote hoeveelheid van vezels die gegroepeerd liggen, allen georiënteerd in dezelfde richting. Dergelijke opbouw zorgt voor een optimale treksterkte en elasticiteit. De pees vormt de verbinding tussen enerzijds de spierbundel en de botstructuren. De interosseuspees en het check-ligament zijn hier echter een uitzondering op. De interosseuspees vormt de verbinding tussen het bovendeel van het pijpbeen en de beide sesambeenderen onderaan. Het check-ligament vormt de verbinding tussen het pijpbeen en de diepe buigpees.

    ONTSTAAN VAN PEESLETSELS

    Tijdens de normale beweging zijn de verschillende peesstructuren onderhevig aan een welbepaalde belasting. Bij een zeer intensieve arbeid benadert de lengte van de verschillende vezels vaak maximale uitrekking. Bij repetitieve benadering van deze fysiologische limiet vergroot de kans dat er verschillende vezels gaan scheuren. Door het doorscheuren van deze vezeltjes gaat de gehele pees inboeten aan treksterkte en elasticiteit. In de normale situatie worden de beschadigde vezels op zichzelf hersteld, maar bij intensieve arbeid krijgen dergelijke vezels onvoldoende tijd om zich te gaan recuperen, waardoor steeds een groter percentage aan vezels beschadigd geraakt. Dit kan dan aanleiding geven tot een ernstig peesletsel. Peesletsels zullen zich voornamelijk manifesteren in het middelste centrale gedeelte van de pees. Door het grote aantal vezels die aangetast geraken, treedt er tevens een ontsteking of inflammatie op ter hoogte van het letsel.
    Het optreden van een acuut peestrauma ten gevolge van een slag van een ander paard is zelden, maar niet onbestaande.
    Aangetaste pezen hebben een groter risico voor het optreden van recurrente problemen.

    Foto's : links zie je bovenaan een landkaartvormige donkere zone in de oppervlakkige buigpees; rechts zie je hetzelfde letsel op een longitudinale peesscan.

    PREDISPONERENDE FACTOREN

    Het ontstaan van een peesletsel kan vaak gepaard gaan met predisponerende factoren.

    Conformationele afwijkingen:
    Standafwijkingen brengen een groter risico met zich mee bij het ontstaan van peesletsels. Zo zullen holle knieën, waarbij de voorknie meer naar achter toe gebogen is, een grotere kans op peesletsels geven. De continue krachten die hierdoor op de verschillende peesstructuren werken zijn veel groter in vergelijking met een rechte beenstand. Bijkomend veroorzaken een lage hielconformatie of een lange teen eveneens een grotere belasting op de buigpezen. Men benadrukt hierbij nog eens het grote belang aan een goed hoefbeslag.

    Onvoldoende trainingsopbouw:
    De elasticiteit van de verschillende pezen kan geoptimaliseerd worden door een goed trainingsprogramma te volgen. Het geleidelijk opbouwen van arbeidsintensiteit is uitermate belangrijk in het voorkomen van zowel peesaandoeningen als gewrichtsproblematiek. Bijkomend is de dagelijkse opwarming alvorens aanvatting van de effectieve training eveneens essentieel. Weefselmoeheid ten gevolge van onvoldoende uithouding en/of conditie kan aanleiding geven tot sneller optreden van een peesletsel. Te snelle hervatting van de training na een peesaandoening verhoogt het risico op herval. Dergelijk herval is vaak meer uitgebreid en prognostisch minder goed.

    Slechte trainingsomstandigheden:
    Een aangepaste ondergrond voor het werken met paarden is zeer belangrijk in het voorkomen van peesletsels. Een te harde bodem, zal minder efficient de verschillende krachten opvangen. Bij impact van een grote hoeveelheid kracht is de vervorming van de bodem bij steunname één van de factoren die verlichtend werkt op de verschillende weke delen van de paarden. Een te zachte of onregelmatige bodem is echter eveneens niet goed. Bij het aanleggen van de pistebodem moet men een evenwicht vinden tussen enerzijds een veerkrachtige bodem die een vlotte beweging van het paard mogelijk maakt en anderzijds voldoende structuur in de bodem. Het aanleggen van een goede bodem zal steeds een vakmanschap blijven.

    Te strakke bandagering:
    Recentelijk werd aangetoond dat het te strak bandageren van pezen een significante verhoging van de lokale temperatuur veroorzaakt. Door deze sterke temperatuursverhoging krijgt men een invloed op de bloedvloei ter hoogte van de benen waardoor schade sneller kan optreden. Bij het gebruik van beenbeschermers is het van cruciaal belang ze niet te strak aan te spannen en ze eveneens na de training onmiddellijk te verwijderen. Op deze manier verkleint men de kans op het induceren van vezelzwakte en peesletsels.

    SYMPTOMEN:

    Peesletsels worden vaak opgemerkt door het optreden van een zwelling aan de achterzijde van het pijpbeen. Dergelijke zwelling is pijnlijk bij palpatie. Niet alle peesletsels zijn noodzakelijk geassocieerd met een kreupelheid. Bij verderzetting van werk kan kreupelheid ontstaan.
    Bij het opmerken van een zwelling ter hoogte van de verschillende buigpezen is het steeds aangewezen een echografisch onderzoek te laten uitvoeren. Op deze manier kan de inwendige structuur van de verschilende pezen in 2 richtingen bekeken worden. Door middel van de echografie kan de oriëntatie van de verschillende peesvezels bekeken worden. Bij acute peesletsels kan men echografisch in het inwendige deel van de pees een zwarte vlek opmerken. Naargelang het herstel kan men een geleidelijke terugkeer van vezels ter hoogte van het letsel zien. Men ziet het frequentst een aantasting van de oppervlakkige buiger.

    MOGELIJKE BEHANDELINGSSTRATEGIE:

    De essentiële sleutel tot een volledig herstel van een opgelopen peesletsel is het inbouwen van een adequate rustperiode, waarbij het paard in geen geval in vrijheid mag bewegen. Deze rustperiode is kan oplopen van enkele weken tot verschillende maanden en dient te worden aangepast op basis van de grootte van het letsel. Afhankelijk van de uitgebreidheid van het letsel wordt geopteerd voor een strikte boxrust of het onmiddellijk starten van gecontroleerde beweging onder de vorm van dagelijks stapwerk. Afkoelingstherapie geeft een duidelijke meerwaarde bij de behandeling van peesletsels. Dit is enkel van belang in het acute stadium voor het kalmeren van het initiële onstekingsproces. Deze therapie kan op verschillende manieren worden ingevuld waaronder het afspuiten met koud water en/of het gebruik van Ice-Packs. Heden ten dage zijn er verschillende commerciële produkten op de markt die het diepe afkoelen van het peeswefsel tot doel hebben. Een voorbeeld hiervan zijn speciale ontwikkelde cryo-compressen.
    Sinds verschillende jaren zijn nieuwe technieken ontwikkeld voor het optimaliseren van een goede heling, waaronder stamceltherapie en Platelet enriched plasma (PRP).,.


    STAMCELTHERAPIE:

    Stamcellen zijn ongedifferentieerde cellen die zich kunnen omvormen in verschillende typen van weefsels, afhankelijk van het weefsel waarin ze zich bevinden. Dergelijke cellen bieden heel wat voordelen in zowel de humane - als in de diergeneeskunde.

    De stamcellen kunnen afkomstig zijn uit enerzijds een embryonaal stadium of anderzijds van het volwassen individu. Het collecteren van stamcellen gebeurt door afname van vetweefsel. In een gespecialiseerd labo kunnen vanuit het vetweefsel de stamcellen gekweekt worden. Het voordeel van dergelijke afname is dat de kweek van de stamcellen weinig tijd in beslag neemt en de collectie geen risico met zich meebrengt. Onder rechtstaande sedatie, lokale verdoving en na steriele preparatie wordt net naast de staartbasis een kleine incisie van een tiental cm gemaakt.






    Foto's : vetstaalname via een kleine chirurgische ingreep naast de staartbasis laat kweken van stamcellen in het labo toe. Het litteken is minimaal.
    Het vetweefsel wordt zorgvuldig weggesneden. Een hoeveelheid vet ( ca. Een koffielepel) laat ons toe in 8-10 dagen twintig miljoen stamcellen te cultiveren. De stamcellen die bewaard worden in een fysiologische oplossing worden zo snel mogelijk naar een met ons samenwerkend labo doorgestuurd. Hier worden de stamcellen verder gekweekt en na 8-10 dagen opnieuw op onze kliniek geleverd waar ze onmiddellijk dienen te worden ingespoten ter hoogte van het letsel. De inspuiting van de stamcellen ter hoogte van het peesweefsel gebeurt onder echografische begeleiding om ervoor te zorgen dat ze op de exacte plaats ingebracht worden. Er bestaat tevens een tweede manier voor het verzamelen van stamcellen waarbij door een beenmergpunctie ter hoogte van het borstbeen stamcellen geïsoleerd en verder gekweekt worden.
    Het revalidatieprograma is strikt afhankelijk van de ernst van het letsel en kan verschillende maanden in beslag nemen. Echografische opvolging elke 4 weken wordt geadviseerd voor het accuraat aanpassen van de revalidatie. De gecontroleerde bewegingen die dienen uitgevoerd te worden stimuleren de correcte orïentatie van de verschillende peesvezels.

    PLATELET RICH PLASMA (PRP):

    PRP-behandeling is eveneens een nieuwere techniek voor het behandelen van pees- en/of ligamentletsels. Bijkomend kan het een positieve invloed hebben op de heling van uitgebreide wonden. De afkorting PRP staat voor Platelet Rich Plasma. Hierbij bedoelt men het plasma van het paard dat door verwerking van het totale bloed een verhoogde concentratie aan bloedplaatjes bezit. Deze bloedplaatjes bevatten op hun beurt een groot arsenaal aan groeifactoren die de heling van pezen, ligamenten en wonden kan bevorderen. Na bloedname worden de verschillende fracties van het bloed gescheiden waardoor men het plasma met bloedplaatjes overhoudt.Dit dient dan vervolgens onmiddellijk onder echografische begeleiding geïnjecteerd te worden ter hoogte van het letsel. Door de injectie hiervan bekomt men een bepaalde activeringsreactie die de heling bevordert.

    PREVENTIEVE MAATREGELEN:

    Verschillende maatregelen kunnen worden genomen om peesletsels te voorkomen. Hierbij is het in eerste instantie van groot belang een aangepast en opbouwend trainingsschema te volgen. Dagelijkse controle van de verschillende pezen door grondig onderzoek op temperatuursverhoging, zwelling en/of pijnlijkheid kunnen bepaalde zaken aan het licht brengen, die aanwijzen dat er zich bepaalde problemen ontwikkelen. Bij een goede opvolging hiervan kunnen heel wat grotere problemen in de toekomst vermeden worden.

    BESLUIT:

    Het voldoende aandacht schenken aan de trainingsomstandigheden kan heel wat frustaties en problemen op vlak van de gezondheid van het beendergestel van de paarden vermijden. Bij een vroege herkenning van een probleem kan snel en adequaat ingegrepen worden, waardoor de verdere sportcarrière minder gevaar loopt.




    24-03-2010 om 14:12 geschreven door mailgroep

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (1 Stemmen)
    Categorie:Paard
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Heupdysplasie bij de hond
    H EUP D YSPLASIE
    Heupdysplasie of kortweg HD genoemd is een veel voorkomende aandoening van het heupgewricht bij honden en kan sporadisch ook bij katten voorkomen. Erfelijkheid is een belangrijke factor bij deze ziekte, maar ook omgevingsinvloeden tijdens de opgroeiperiode van het dier spelen een belangrijke rol.

    Het heupgewricht bestaat uit 2 delen : de gewrichtsbol (femurkop ) van het dijbeen past in de gewrichtskom (acetabulum ) van het bekken. Beiden worden samen gehouden door een gewrichtsband en het gewrichtskapsel dat het gewricht helemaal omgeeft. Bovendien is er dan nog 'uitwendige' hulp van de omgevende spieren om de beide delen van het gewricht netjes bij elkaar te houden zodat het gewricht optimaal functioneert.

    Bij een normaal dier is er een perfecte aansluiting tussen de gewrichtsbol en de gewrichtskom, maar in het geval van heupdysplasie, is deze aansluiting minder goed door bvb. te slappe gewrichtsbanden en -kapsel of een slecht gevormde gewrichtsbol of -kom. Het resultaat is dat het gewricht bij belasting veel minder stabiel zal zijn en er daardoor een schuivende beweging ontstaat, waarbij de femurkop over de rand van het acetabulum gaat 'krassen' en er bovendien spanning ontstaat op het gewrichtskapsel.

    Dit alles brengt ontsteking , pijn en degeneratieve veranderingen aan het bot met zich mee en het resultaat is dikwijls dat de aansluiting steeds minder en minder goed wordt en het probleem alleen maar erger wordt. Maar : door deze veranderingen zal er ook 'verstijving' optreden rond het gewricht en dit is eigenlijk het natuurlijk proces dat het dier moet proberen te helpen om zijn probleem onder controle te houden. Door de verstijving wordt de aansluiting immers bevorderd en kan het zijn dat een dier met HD na een periode van pijn, slappe gang of andere problemen tijdens zijn jeugd, uiteindelijk relatief weinig problemen laat zien als hij volwassen is. Meestal is het echter zo dat, naarmate de jaren vorderen, deze dieren toch geleidelijk terug meer en meer pijn en problemen krijgen en dat veel medicatie, voedingsupplementen of zelfs bvb. acupunctuur nodig zijn om het dier als 'senior' een aanvaardbare levenskwaliteit te bieden.

    Symptomen

    Bij een hond met ernstige heupdysplasie zal het probleem meestal al op jonge leeftijd (6-12 maand) te voorschijn komen. De symptomen kunnen variëren van unilaterale kreupelheid naar slappe gang, duidelijk pijnlijke heupen, gewicht naar de voorbenen plaatsen, opgebolde rug, abnormale stijfheid na neerliggen, etc.

    Opsporing verzocht !

    Het is een feit dat heupdysplasie vroeg of laat een ernstig en pijnlijk probleem vormt voor de patiënt en bovendien is de aandoening in bepaalde mate erfelijk en gekoppeld aan omgevingsinvloeden tijdens de opgroeifase van het dier. Het zal dus niet alleen belangrijk zijn om het probleem tijdig en dus op jonge leeftijd te onderkennen, zodat dan tijdig advies kan gegeven worden, maar ook om de erfelijke invloed te minimaliseren door niet met HD-positieve dieren te gaan fokken. Daarom werden bijna overal ter wereld programma's opgezet om toekomstige ouderdieren te laten testen vooraleer ze gebruikt worden in de fokkerij.

    De meest klassieke manier om deze aandoening op te sporen is het maken van een röntgenfoto in ruglig, waarbij een perfecte positionering van de patiënt en een hoge kwaliteit van het beeld absolute vereisten zijn. Het onderzoek is gemakkelijk en snel uit te voeren onder een kalmeringsprik of een lichte verdoving.

    Het probleem is hier echter dat de kans groot is dat je de aandoening pas ziet als er al duidelijke veranderingen aan het gewricht opgetreden zijn en dat een jonge hond schijnbaar goede heupen heeft, maar je niet kan vaststellen dat de aansluiting in het gewricht absoluut onvoldoende is door een te slappe gewrichtsband en/of gewrichtskapsel. Dit kan je wel nagaan door een 'ortolani-test' uit te voeren bij een hond in ruglig : hierbij wordt er op een dusdanige manier druk uitgeoefend op de heup en terzelfdertijd een kantelende beweging gemaakt, dat de onderzoeker kan voelen of die heup instabiel is en dus gemakkelijk 'uit de kom' springt. Maar, door zijn aard laat deze methode geen objectieve meting toe en daarom werd aan de Universiteit van Pennsylvanië een nieuwe methode ontwikkeld (PennHIP) waarbij niet alleen rekening gehouden wordt met het röntgenbeeld van de heup, maar ook de laxiteit in het gewricht gemeten wordt.

    Behandelingen ??

    Voorkomen is beter dan genezen : bij het aanschaffen van een pup van een ras waarin problemen met HD voorkomen (behalve de Greyhound is dit het geval voor zowat alle grotere rashonden en kruisingen ervan), is het belangrijk om te kijken naar de heupdysplasie-score van de ouders . Let op : dit is geen garantie dat de pup geen HD zal ontwikkelen, want naast de erfelijkheid zijn er nog veel andere factoren die een rol kunnen spelen bij het al of niet ontwikkelen van heupdysplasie. Zowat alle factoren die een invloed hebben op de belasting van het heupgewricht zijn mede bepalend (gewicht, beweging etc., voeding). Laat een opgroeiende hond dus niet te zwaar worden !!!!

    Wat je met 'beweging ' moet doen is iets moeilijker uit te maken, want enerzijds is beweging goed voor de ontwikkeling van de spieren en helpen sterke spieren de aansluiting in de heup te bevorderen, maar anderzijds kan te veel beweging er oorzaak van zijn dat de gewrichtsband en -kapsel bij een instabiele heup te veel belast worden en daardoor steeds meer uitrekken en het gewricht minder en minder stabiel wordt. Het zal dus zaak zijn om 'gezonde beweging' te doen : lange wandelingen waarbij overdreven snelheid vermeden wordt (aan leiband of aan de voet houden !), lopen naast de fiets (tempo beperken !) en zwemmen zijn een uitstekende training, maar springen, hellingen en trappen worden best vermeden.

    Als uw hond dan toch duidelijke HD heeft, dan moet je sowieso met bovenstaande maatregelen rekening houden, maar indien hij er te veel pijn of problemen door heeft, zal natuurlijk een verdergaande behandeling nodig zijn. Deze kan bestaan uit behandeling met medicatie om de pijn weg te nemen of de smering in het gewricht te bevorderen, voedingsupplementen om de ontwikkeling van het beenderstelsel en de gewrichtsbanden te stimuleren etc.

    In een aantal gevallen kan een operatie nodig zijn en daar zijn heel veel verschillende methodes voor beschreven waarvan de bekkenkanteling tegenwoordig de meest courante techniek is. Hierbij wordt de gewrichtskom van de heup op 3 plaatsen los gemaakt van het bekken en zo gekanteld dat de stabiliteit in het heupgewricht bij normale activiteit enorm toeneemt. Alternatieven kunnen gaan van het ontzenuwen van het heupgewricht of zelfs het wegnemen van de heupkop als budgetvriendelijke oplossingen tot het plaatsen van een volledige kunstheup .
    (Dierenkliniek de Bosdreef)


    24-03-2010 om 14:10 geschreven door mailgroep

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Categorie:Gezondheid hond & kat
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.PennHip helpt heupdysplasie opsporen
    De resultaten van het traditionele röntgenologisch onderzoek om de aanleg voor heupdysplasie of de aanwezigheid van te instabiele heupen te voorspellen zijn teleurstellend. Ondanks het feit dat fokhonden al generaties lang geselecteerd worden met een röntgenologisch onderzoek is bij veel rassen heupdysplasie nog altijd een groot probleem, . Dit is oa. het gevolg van het feit dat heupen er op de standaard-röntgenopname op jonge leeftijd soms schitterend uit kunnen zien, terwijl ze toch erg instabiel zijn en de hond vroeg of laat problemen zal ontwikkelen. Ondertussen kunnen dergelijke honden al te goeder trouw in de fokkerij gebruikt zijn.

    De PennHIP methode is ontwikkeld door Dr. Gail Smith van de universiteit van Pennsylvania in de Verenigde Staten om heupdysplasie beter te kunnen opsporen in zijn verschillende vormen.

    Waar het klassieke röntgenologische onderzoek pas kan uitgevoerd worden bij honden vanaf één of anderhalf jaar, kan dit onderzoek reeds uitgevoerd worden bij honden vanaf een leeftijd van 16 weken .

    Naast de klassieke röntgenopname (links) ter beoordeling van de aanwezigheid van botveranderingen, moeten bij de PennHIP methode nog 2 aanvullende opnamen gemaakt worden. Met de PennHIP distractie opname wordt, met behulp van een zogenaamde distractor, tijdens de opname de kop maximaal uit de kom gedrukt (midden : distractie-opname ). Door deze opname te vergelijking met een foto waarbij de kop en de kom juist in elkaar gedrukt worden (rechts : compressie-opname ), kan de zogenaamde distractie index op een objectieve manier bepaald worden. Deze distractie index blijkt een goede maat te zijn voor de kans op het ontstaan van HD op latere leeftijd.


    Hoe verloopt een PennHip onderzoek ?

    Voor het nemen van de PennHip foto's is het van belang dat het dier volkomen ontspannen op tafel ligt. Om die reden, en ook voor het comfort van de patiënt, wordt het onderzoek onder een kortwerkende, lichte verdoving uitgevoerd. Er worden dan minimum 3 verschillende röntgenopnamen gemaakt die voor de beoordeling naar het Pennhip centrum in Amerika opgestuurd moeten worden.

    Nadat de röntgenopnamen door de Pennhip-organisatie beoordeeld zijn, worden de resultaten naar de dierenarts en de eigenaar van de hond opgestuurd. Hierin staat oa. de distractie-index vermeld en dat is een getal dat tussen 0 en 1 zit. Een nul betekent een zeer goed resultaat, een 1 is dramatisch slecht. Hoe groter de distractie-index, hoe groter de kans dat de hond vroeg of laat heupdysplasie zal ontwikkelen. Bovendien krijg je bij de resultaten een indicatieve ranking van waar uw hond zich tussen zijn rasgenoten ongeveer bevindt mbt. de kwaliteit van zijn heupen. Zo kun je zien of uw hond zich bvb. bij de 10% beste van het ras bevindt, of dat hij bvb. veel slechter scoort dan het gemiddelde.

    Ondertussen zijn er al verschillende verenigingen die deze methode gebruiken ipv. het klassieke onderzoek. Eigenlijk zit dit klassieke onderzoek nog altijd in de Pennhip methode verwerkt, maar levert de Pennhip methode een belangrijke en waardevolle aanvulling om een betere evaluatie te krijgen. Het is dan ook de verwachting dat steeds meer organisaties naar dit systeem zullen overschakelen in de toekomst. Ook door het feit dat een betere beoordeling reeds kan gebeuren op de leeftijd van 16 weken , is deze methode voor de fokkers absoluut aan te raden.

    Mag iedere dierenarts Pennhip-testen uitvoeren ?

    Nee, als dierenarts moet je gecertificeerd zijn om deze testen te mogen uitvoeren. Het kan pas nadat je een cursus gevolgd hebt en nadien een praktische test met goed resultaat afgelegd hebt. Het distractie-apparaat dient bij de Pennhip-organisatie aangekocht te worden en heeft een individueel nummer om fraude tegen te gaan.

    In Dierenkliniek De Bosdreef hebben zowel Dr. Paul De Baerdemaeker, als Dr. Kris Camps deze test met een goed resultaat afgelegd en sinds februari 2006 kunnen we deze extra service aan onze klanten leveren.

    Meer info : www.pennhip.org .

    Foto : met dank aan de heren om ons met hun trouwe viervoeters te ondersteunen voor de Pennhip-examen sessie (december 2005).
    (Dierenkliniek De Bosdreef)

    24-03-2010 om 14:08 geschreven door mailgroep

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
    Categorie:Gezondheid hond & kat
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen. Een hond... ? JA! Die bijt ...? NEEN
    bron : Informatiebrochure

    FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de voedselketen en Leefmilieu.

    Hoe optreden tegen een agressieve hond ?

    Bij de eerste tekenen van agressiviteit bij uw pup of hond zou u een dierenarts moeten raadplegen. Wacht niet tot de hond bijt, want gedragstoornissen kunnen beter worden voorkomen dan genezen.

    Wat zijn die tekenen ?

    • uw hond knapt, bijt of gromt wanneer u hem benadert, met hem speelt of hem borstelt
    • uw hond knapt, bijt of gromt wanneer iemand (uzelf, een kind, eender wie) hem wil strelen
    • uw hond gromt wanneer iemand (een kind of eender wie) hem of u benadert
    • uw hond gaat personen in beweging achterna (renners, fietsers, joggers)
    • uw hond valt uit naar andere honden
    • uw hond heeft u of iemand anders gebeten

    Herkent u de dreigende lichaamstaal van uw hond ?

    • bij dominante honden die klaar staan om aan te vallen : kop en staart geheven, oren gespitst, rugharen overeind, lippen opgetrokken, de blik recht op de tegenstander gericht
    • bij bange honden : gedrukte lichaamshouding, oren plat, staart tussen de poten, soms ontblootte tanden en naar achter getrokken mondhoeken. Ze kunnen echter onmiddellijk bijten uit angst.
    Waarom bijten honden ?

    Om allerlei redenen. Sommige agressieve gedragingen maken deel uit van het normale gedrag van honden. Ondanks zijn socialisatie blijft een hond immers een dier dat kan bijten :

    • om zijn territorium te verdedigen
    • om zijn pups te beschermen
    • om te domineren, uit vrees, uit bezitsdrang of door jachtinstinct
    • uit irritatie (plagerijen door een kind, pijn …)

    Hou hier rekening mee !!!

    Hoe ongevallen vermijden ?

    * Honden moeten worden opgevoed. Een hond wordt gehoorzaam, evenwichtig en sociaal als hij van jongsaf (tussen 3 en 12 weken) went aan sociale situaties : aanwezigheid van vreemden, van kinderen, van een massa volk, van mensen in beweging, van andere dieren, van lawaai, …

    * Van bij zijn opname in het gezin moet het baasje de hond vaak in contact brengen met kinderen en volwassenen die hij niet kent. Dit leerproces maakt de hond verdraagzaam en vermindert zijn agressieve reacties, zonder evenwel zijn waakzaamheid te onderdrukken.

    * Eenmaal opgenomen in een gezin gaat hij familiebanden leggen om zijn plaats (rangorde) te vinden in de "meute" die het gezin vormt. De hond mag niet het hoofd van het gezin worden. Hij moet integendeel gehoorzamen en zijn plaats als huisdier kennen.

    Enkele raadgevingen :

    • de hond mag niet aan tafel gevoederd worden. Hij eet nà zijn baasjes.
    • Zijn slaapplaats is afgezonderd zodat hij niet in de weg ligt en zodat hij het doen en laten van zijn baasjes niet kan controleren.
    • De baasjes beslissen over spelen en strelen.
    • De hond mag zijn sexuele driften of dominant gedrag niet uiten door de benen van de mensen te berijden.
    • Zelfs spelenderwijs bijten kan men best van jongsaf afleren.
    • De pup kan best ook al jong ondervinden dat men wel eens zijn speeltje, kluif, voederbak, …, afneemt.
    Lessen in hondenopvoeding kunnen u helpen om basishandelingen in de omgang met uw hond onder de knie te krijgen en hem te laten gehoorzamen (lig, zit, rustig, kalm, …). Die lessen zijn ten zeerste aanbevolen.

    Het baasje moet de taal van de hond begrijpen. In de omgang met soortgenoten gebruikt de hond een gedragstaal en hij veronderstelt dat de mens deze taal ook begrijpt.

    Een gehoorzame hond die zich aangevallen voelt of agressie wil vermijden, zal een onderworpen houding aannemen door plat op de buik, op zijn zij op zijn rug te gaan liggen. Een hond in die houding mag men niet benaderen, noch straffen, anders loopt men het risico te worden gebeten.

    Als een dominante hond zijn poten op de persoon legt die hij gebeten heeft of uitgedaagd heeft, doet hij dat niet om te worden vergeven. Hij uit zijn overwinning op die manier. Een hond in die houding mag men niet strelen, want dat bevestigt zijn dominantie.

    Bewaak hond en kind !!

    Als kind en hond samen zijn, moeten ze steeds in de gaten gehouden worden. Een groot aantal ongevallen gebeurt op onbewaakte momenten. Leer het kind de hond te respecteren (het is geen speelgoed), zijn taal te begrijpen, voorzichtig te zijn, ook met een hond die het goed kent.

    Kinderen moeten leren :

    • De hond respecteren : rustig spreken met de hond hem laten snuffelen, hem zachtjes strelen. Trek niet aan de staart of aan de oren van de hond.
    • Een teef en haar jongen met rust laten, zo ook een hond die aangelijnd is, slaapt of aan het eten is, achter een hek of in een auto zit. Kom niet te dicht bij de hond, ga rustig en stil voorbij.
    • De hond bij zijn naam noemen vooraleer hem te strelen. Laat hem met rust als hij niet komt.
    • Een volwassene verwittigen als de hond gromt of zijn tanden toont. Kom niet te dicht en blijf kalm.
    • De toelating aan het baasje vragen vooraleer een onbekende hond te strelen.
    • Direct oogcontact met een onbekende hond te vermijden, dit contact is voor een hond bedreigend.
    • Ter plaatse blijven staan, armen los langs het lichaam, omhoog kijken en stil blijven staan als een hond naar hen toeloopt en ze bang zijn.
    • Het voorwerp dat ze vasthouden (speeltuig, koekje, …) laten vallen als de hond dit wil afpakken. Beweeg niet en wacht tot de hond wegloopt.
    • Een volwassene verwittigen wanneer honden vechten. Probeer ze niet uit elkaar te halen.

    24-03-2010 om 00:00 geschreven door mailgroep

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Categorie:Hond
    >> Reageer (0)
    12-03-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Help, mijn kat sproeit in huis!
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Allereerst wat betreft het sproeien in het algemeen. Dit gedrag komt weliswaar het meest voor bij ongecastreerde katers, maar ook gecastreerde katers en poezen kunnen sproeien. Hier kunnen verschillende oorzaken voor zijn zoals stress en onzekerheid over het territorium en dit komt veel vaker voor dan mensen denken. Buiten doen bijna alle katten dit en ze kunnen dit dus ook binnen gaan doen met heel uiteenlopende beweegredenen, een stuk stress bij de kat speelt eigenlijk altijd wel een rol hierbij.

    Als een kat er pas mee begonnen is kan het soms afdoende zijn een of twee  extra kattenbakken bij te plaatsen op of vlakbij de sproeiplekken en daarnaast de sproeiplekken goed schoon te maken, zodat deze geurloos worden. Als de kat niet meer buiten de kattenbakken sproeit dan kunnen de kattenbakken geleidelijk naar een  handigere  lokatie verplaatst worden. Helpt dit niet dan kunt u een consult bij een kattengedragstherapeut overwegen om er achter te komen waarom uw kat hier opeens in huis mee begonnen is. Als we de  precieze oorzaak weten is er, zeker in zo'n vroeg stadium, bijna altijd nog voldoende aan dit gedrag te veranderen!

    Maggie Ruitenberg - kattengedragstherapie - www.kattengedrag.com

    Het schoonmaken van kattenurine is een karwei op zich. Dit kan het beste gedaan worden met een biologisch middel dat enzymen bevat die de eiwitten verwijderen die de geur veroorzaken.(genre voorwasmiddel of zo)





    12-03-2010 om 23:54 geschreven door mailgroep

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 1/5 - (1 Stemmen)
    Categorie:Kat
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.de talrijkste tuinvogels herkennen
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    de talrijkste tuinvogels herkennen

    Wat kan ik doen?

    Voeder je tuinvogels! Wanneer de temperaturen dalen kunnen ze jouw hulp gebruiken. Hoe voeder je tuinvogels?

    Maak kennis met de meest voorkomende vogelsoorten aan de voederplaats. Als je deze basissoorten herkent wordt het makkelijker voor je  om ook de iets zeldzamere soorten hiervan te onderscheiden. Twijfel je aan een soort? Aarzel niet om ons een digitale foto door te sturen of vragen te stellen over tuinvogels via wim.vandenbossche@natuurpunt.be


    12-03-2010 om 17:27 geschreven door mailgroep

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Categorie:Vogels
    >> Reageer (0)
    09-03-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Vogelvriendelijke tuinen

    Vogelvriendelijke tuinen

    Wat kan ik doen?

    Heb je een bijzondere waarneming gedaan of heb je de vlinders in je tuin geteld? Meld het ons, zo kunnen we de natuur beter begrijpen. Lees meer.

    Hoeveel en welke soorten vogels kunnen zingen, broe­den en eten in je tuin hangt af van wat je ze te bieden hebt. Ze zoeken er veiligheid, voedsel en een plek om te broeden. En dat kan je ze geven. Zelfs in de kleinste tuin kan je de perfecte gastheer of gastvrouw worden. Een goed gekozen nestkast wordt de vaste stek voor koolmees of ringmus.

    Jammer genoeg wordt vaak vergeten dat een nestkast op zich niet volstaat om een vogelgezinnetje gelukkig te maken. Veel belangrijker nog is het om in je tuin ook de spontane natuur meer kansen te geven. In vogelvriendelijke tuinen vind je streekeigen bomen, bloesem- en bessenrijke struiken, bloemenveldjes die insecten aantrekken, ‘wilde’ hoekjes waar zelfs wat brandnetel als ‘opperonkruid’ wordt gedoogd. Je vindt er hier en daar dood hout (wat erg decoratief kan ogen!) of gestapelde bakstenen, waar troepjes ongewervelden in overleven. Je vindt er zeker géén gifspuit of slakkendodende korrels.

    Je leest er alles over in de Brochure Vogels in elke tuin welkom’ . Doorblader de brochure hier online.

    http://www.natuurpunt.be/nl/biodiversiteit/vogels/vogelvriendelijke-tuinen_1149.aspx

    09-03-2010 om 23:39 geschreven door mailgroep

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Categorie:Vogels
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Types nestkasten

    Types nestkasten

    De grootte van de nestkast en de invliegopening is samen met het type landschap bepalend voor welke soorten je kan aantrekken. Voor een aantal soorten zetten we de kenmerken op een rijtje. Heb je zelf opmerkingen over het gebruik van nestkasten of zit je met een prangende vraag, mail naar wim.vandenbossche@natuurpunt.be

    Boerenzwaluw

     

    Invliegopening: plateau

    Hoogte bevestiging: 2 m of hoger, onder rand dak. 

    Waar hangen? Broedt binnen in stal of garage.

    Speciale omstandigheden: modder nodig in de buurt, moeilijk aan te trekken als er geen andere koppels zwaluwen broeden.

    In welk landschap? Open of halfopen landschap.

    Type kast? Opbouwplateau

    Over de boerenzwaluw hebben we een technische fiche opgesteld.

    foto Vivara

    Foto: Vivara

    Bonte Vliegenvanger

     
    Invliegopening: 30 - 32 mm diameter (mag ovaal)

    Hoogte bevestiging: 2 m of hoger

    Waar hangen? Tegen boom.

    Speciale voorwaarden: Is een trekvogel die pas vanaf april terugkeert

    In welk landschap? Loof - en naaldbos.

    Type kast? Gesloten, enkelvoudige kast.

    Opgelet: afstand bodem tot vliegopening moet groot genoeg zijn, 20 cm ongeveer!
      foto: Patrick Palmen (Vivara)

    Boomklever

     

    Invliegopening: 32 mm diameter

    Hoogte bevestiging: 2 m of hoger

    Waar hangen? Tegen boom.

    Speciale eigenschappen: metselt de ingang gedeeltelijk toe dus de opening mag iets groter zijn.

    In welk landschap?  Oud loofbos, parken.

    Type kast? Gesloten, enkelvoudige kast

    Opgelet: afstand bodem tot vliegopening moet groot genoeg zijn, 20 cm ongeveer!

      Foto: Wim Van den Bossche

    Boomkruiper

     
    Invliegopening: opening van 4 tot 5 cm tegen de boom aan

    Hoogte bevestiging: 2 m of hoger

    Waar hangen? Tegen boom.

    In welk landschap? vooral in bosrijke omgeving en tuinen met veel struiken en bomen.

    Type kast? Gesloten, enkelvoudige kast

    Opgelet: afstand bodem tot vliegopening moet groot genoeg zijn, 20 cm ongeveer!
      Foto: Vivara

    Bosuil

     

    Invliegopening: 150 mm.

    Hoogte bevestiging: 4 m of hoger.

    Waar hangen? Tegen boom.

    Speciale eigenschappen: nabijgelegen bos moet enkele ha groot zijn.

    In welk landschap? Bos of halfopen landschap.

    Type kast? Gesloten, enkelvoudige kast.

      foto: Vivara

    Gekraagde roodstaart

     

    Invliegopening: 32 mm diameter

    Hoogte bevestiging: 2 m of hoger

    Waar hangen? Tegen boom, broedt soms bij tuinhuis of gebouw.

    Speciale voorwaarden: is trekvogel die pas vanaf einde maart, begin april terugkeert.

    In welk landschap? Bos  of halfopen landschap.

    Type kast? Gesloten, enkelvoudige kast.

    Opgelet: afstand bodem tot vliegopening moet groot genoeg zijn, 20 cm ongeveer!

      Foto: Wim Van den Bossche

    Gierzwaluw

      Film gierzwaluw familie: met dank aan Kurt De Wispelaere

    Waar hangen? Altijd tegen of in gebouw.

    In welk landschap? Steden, dorpen en industriegebieden.

    Speciale voorwaarden: is een trekvogel die pas vanaf april terugkeert.

    Type nestkast: er zijn heel wat methodes om gierzwaluwen te helpen: ingemetselde neststeen, geïntegreerde nestgelegenheid, nestkasten en  speciale dakpannen.
    Voor alle nestgelegenheden (behalve speciale dakpannen) geldt: minimum bodemoppervlakte 15 x 25 cm en minimum hoogte 13 cm.
    invliegopening maximaal 2 cm boven de bodem (van binnen gemeten).
    invliegopening 7 cm breed x 3,5 cm hoog of rond 5 cm doormeter of vierkant 5x5 cm. De invliegopening moet asymmetrisch aangebracht zijn, zodat er een donkere hoek in de nestgelegenheid ontstaat.
    Plaats nestgelegenheden in kleinere groepjes (vb. 4-5). Zo vinden de gierzwaluwen sneller hun eigen nest terug. Alle info vind je in deze pdf .



    Grauwe vliegenvanger

     
    Invliegopening: halve ovaal of halfopen met opening van zo'n 5 cm.

    Hoogte bevestiging: 2 m of hoger.

    Waar hangen? Onder afdak, ook in tuinhuis, in boom.

    Speciale eigenschappen: halfopen kasten beschermen tegen kraaiachtigen en katten (zie foto witte kwikstaart). Is een trekvogel die pas laat in het voorjaar terugkeert.

    In welk landschap? vooral in bosrijke omgeving, parken  en tuinen met veel struiken en bomen.

    Type kast? Gesloten, enkelvoudige kast met ovale opening of halfopen kast.
      foto: Vivara

    Holenduif

     
    Invliegopening: 150 mm.

    Hoogte bevestiging: 4 m of hoger.

    Waar hangen? Tegen boom.

    In welk landschap? Platteland, open of halfopen  landschap.

    Type kast? Gesloten, enkelvoudige kast.
      Foto: Wim Van den Bossche

    Huismus

     
    Invliegopening: 35 mm diameter

    Hoogte bevestiging: 2 m of hoger

    Waar hangen? Tegen bebouwing, niet in volle namiddagzon.

    Speciale voorwaarden: Koloniebroeder, enkelvoudige kastjes mogen 20- 30 cm naast elkaar gehangen worden of kies voor mussenappartement.

    Pikt graag graantje mee in kippenren. Heeft graag beschutting in de vorm van klimop, bamboe of dichte haag.

    In welk landschap? altijd bij mensen, dorp, platteland, steden (weinig).

    Type kast? Gesloten, enkelvoudige kast of appartement.

    Opgelet: afstand bodem tot vliegopening moet groot genoeg zijn in enkelvoudige kast, 20 cm ongeveer!

      foto Vivara

    foto Marc Herremans

    Huiszwaluw

     

    Invliegopening:  halfopen. 

    Hoogte bevestiging: 2 m of hoger.

    Waar hangen? Tegen gebouw, onder dakrand.

    In welk landschap? in dorpen, aan bruggen, alleenstaande gebouwen.

    Type kast? halfopen nestkast.

    Huiszwaluwen aantrekken is niet eenvoudig, lees alles in de technische fiche .

      Foto: Veerle Christiaens

    Kauw

     
    Invliegopening:  150 mm.

    Hoogte bevestiging:  4 m of hoger.

    Waar hangen? Tegen boom of gebouw. 

    In welk landschap? Alle landschapstypen.

    Type kast? Gesloten, enkelvoudige kast.
     

    Koolmees

     
    Invliegopening: 30-32 mm diameter

    Hoogte bevestiging: 2 m of hoger

    Waar hangen? Tegen boom of eventueel gebouw of schutting

    In welk landschap? Zeer zeldzaam in bosrijke omgeving, broedt altijd in buurt van gebouwen.

    Type kast? Gesloten enkelvoudige kast.

    Opgelet: afstand bodem tot vliegopening moet groot genoeg zijn, 20 cm ongeveer!
     

    Kuifmees

     

    Invliegopening:  30 - 32 mm diameter

    Hoogte bevestiging: 2 m of hoger

    Waar hangen? Tegen boom.

    Speciale eigenschap: bouwt graag eigen nest, een vermolmd blok berkenhout met voorgeboorde opening werken ze soms verder af. 

    In welk landschap?  Naaldbos.

    Type kast? Gesloten, enkelvoudige kast

    Opgelet: afstand bodem tot vliegopening moet groot genoeg zijn, 20 cm ongeveer!

      Foto: Wim Van den Bossche

    Pimpelmees

     
    Invliegopening: 26-28 mm diameter

    Hoogte bevestiging: 2 m of hoger

    Waar hangen? Tegen boom.

    In welk landschap? vooral in bosrijke omgeving en tuinen met veel struiken en bomen.

    Type kast? Gesloten, enkelvoudige kast

    Opgelet: afstand bodem tot vliegopening moet groot genoeg zijn, 20 cm ongeveer!
      foto: Vivara

    Ringmus

     
    Invliegopening: 30 - 40 mm diameter

    Hoogte bevestiging: 2 m of hoger

    Waar hangen? Tegen boom.

    Speciale voorwaarden: Pikt graag graantje mee in kippenren. Heeft graag beschutting in de vorm van klimop, bamboe of dichte haag.

    In welk landschap? platteland of halfopen landschap.

    Type kast? Gesloten, enkelvoudige kast.

    Opgelet: afstand bodem tot vliegopening moet groot genoeg zijn, 20 cm ongeveer!
      Foto: Wim Van den Bossche

    Roodborst

     

    Invliegopening: halve ovaal of halfopen met opening van zo'n 5 cm.

    Hoogte bevestiging: broedt graag laag 0 tot 2 m.

    Waar hangen? Tegen boom, struik of onder afdak, ook in tuinhuis.

    Speciale eigenschappen: halfopen kasten beschermen tegen kraaiachtigen en katten.

    In welk landschap? vooral in bosrijke omgeving en tuinen met veel struiken en bomen.

    Type kast? Gesloten, enkelvoudige kast met ovale opening of halfopen kast.

     

    Spreeuw

     
    Invliegopening:  45 mm diameter

    Hoogte bevestiging: 2 m of hoger

    Waar hangen? Tegen boom of tegen gebouw.

    In welk landschap?  Platteland, open of halfopen landschap, zeldzaam in steden.

    Type kast? Gesloten, enkelvoudige kast of aarden spreeuwenpot.

    Opgelet: afstand bodem tot vliegopening moet groot genoeg zijn bij de enkelvoudige kast, 30 cm ongeveer (groter dan mezenkast)!

      foto: Wim Van den Bossche

    foto: Vivara

    Steenuil

     
    Lees alles over de nestkasten voor de steenuil op deze projectpagina's . Foto: Vivara

    Torenvalk

     
    Invliegopening: halfopen nestkast.

    Hoogte bevestiging: 4 m of hoger.

    Waar hangen? Tegen boom.

    In welk landschap? Open of halfopen landschap.

    Type kast? Halfopen nestkast.
     

    foto: Vivara

    Winterkoning

     

    Invliegopening: halve ovaal of halfopen, minimaal 5-tal cm diameter

    Hoogte bevestiging:  1 m of hoger

    Waar hangen? In struik of tegen gebouw.

    Speciale voorwaarden: hangen in begroeiing, struiken  of onder afdak. 

    In welk landschap? zowel in bosrijke omgeving,  tuinen met veel struiken en bomen, soms in  takkenhoop.

    Type kast? Gesloten, enkelvoudige kast met ovale opening of halfopen nestkast.

    Opmerking: maakt vaak  "speelnesten"

      foto: Vivara

    Witte kwikstaart

     
    Invliegopening: ongeveer 8 tot 10 cm hoog en 16 cm breed.

    Hoogte bevestiging: 2 m of hoger

    Waar hangen? Tegen gebouw.

    Speciale voorwaarden: nest proberen te beschermen tegen kraaiachtigen en katten! Is trekvogels die pas in maart en april terugkeert.

    In welk landschap? platteland of halfopen landschap.

    Type kast? Halfopen nestkast.
      foto: Stefan Rousseau

    Zwarte mees

     
    Invliegopening: 30 - 32 mm diameter

    Hoogte bevestiging: 2 m of hoger

    Waar hangen? Tegen boom.

    In welk landschap?  Naaldbos.

    Type kast? Gesloten, enkelvoudige kast

    Opgelet: afstand bodem tot vliegopening moet groot genoeg zijn, 20 cm ongeveer!
      Foto: Wim Van den Bossche

    Zwarte roodstaart

     
    Invliegopening: ongeveer 8 tot 10 cm hoog en 16 cm breed.

    Hoogte bevestiging: 2 m of hoger

    Waar hangen? Tegen gebouw.

    Speciale voorwaarden: nest proberen te beschermen tegen kraaiachtigen en katten! Is trekvogel die pas in maart en april terugkeert.

    In welk landschap? platteland of halfopen landschap.

    Type kast? Halfopen nestkast.
      foto: Vivara

    Met dank aan Natuurpunt.be

    09-03-2010 om 23:37 geschreven door mailgroep

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 3/5 - (2 Stemmen)
    Categorie:Vogels
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Nestkast: hoe en wanneer

    Nestkast: hoe en wanneer

    Rond je huis en tuin kan je heel wat zaken doen om meer tuinvogels aan te trekken.

    Waar en hoe hangen?

    • De aanvliegroute naar de kast hou je best  vrij, er mogen geen takken of bladeren net voor de vliegopening hangen. Halfopen kasten plaats je best wel in begroeiing.
    • De hoogte waarop je de  nestkast best hangt verschilt van soort tot soort. Op de pagina's van de types nestkasten hebben we dit steeds aangegeven. Kleine zoogdieren roven vaak nesten, hang indien mogelijk dus de kast  op een hoogte van minimum twee meter en maximum vijf meter hoogte.
    • Op een open plaats richt je de invliegopening weg van het zuidwesten (de heersende windrichting).
    • Als je meerdere kastjes hangt, plaats ze dan niet te dicht bij elkaar. Kasten voor verschillende soorten moeten minimaal drie meter uit elkaar hangen, kasten voor dezelfde soort moeten minstens tien meter uit elkaar hangen.
    • De huismus houdt wel van gezelligheid, hang een aantal kasten  met invliegopening van 35 mm met een tussenafstand van 20 tot 30 cm op, of experimenteer met een mussenappartement. Let wel, huismussen broeden enkel heel dicht bij mensen dus zoek zo mogelijk een plaatsje tegen de muur of stalling. Hang het kastje zo op dat er geen katten bij kunnen.
    • Halfopen nestkasten moet je in beschutting hangen zoals bijvoorbeeld klimop of ze op een of andere manier met draad beschermen tegen eksters en katten. Op de rechterfoto een draad van ongeveer 5x5 cm (tip: Aimé De Pauw).

    Vrijwel geen kans op succes Veel kans op succes
    foto: Karolien Van de Velde Foto: Stefan Rousseau

    • Woon je in een bosrijke omgeving dan bestaat de kans dat grote bonte spechten het kastje openhakken. Een metalen plaatje rond de invliegopening is een manier om spechten te ontmoedigen om het nest te vernielen, ofwel kan je voor een houtbeton nestkast opteren.

    Wanneer hangen en hoe onderhouden?

    • Je kan de nestkasten het ganse jaar laten hangen. Wil je ze toch weghalen voor de winter dan wacht je tot september om ze weg te nemen en hang je ze terug vanaf begin of half februari.
    • Na elk broedsel mag je het oude nestmateriaal verwijderen. Het oude materiaal in een nestkast herbruiken ze niet dus je doet de toekomstige ouders een plezier door het nestmateriaal te verwijderen en het kastje te kuisen door er bijvoorbeeld heet water door te gieten. In het oude materiaal leggen ongewenste insecten,  zoals vogelvlooien en –luizen, hun eitjes dus dat doe je beter weg.
    • Heb je minder tijd kuis dan zeker eens half september en nog een keer half februari om de uitwerpselen en ander vuil dat in de winter erin kwam te verwijderen.
    • Probeer ook eens te experimenteren met wat nestmateriaal te geven: pluisjes, korte haartjes (let wel geen lang paardenhaar dat kan de jonge vogels verwonden).

    Foto: Wim Van den Bossche

    Er komt niets in!…geduld

    • Vogels moeten vaak een tijdje wennen aan een nieuw nestkastje. Je kan de nestkast het ganse jaar laten hangen. De vogels hebben dan alle tijd om de nestkast te ontdekken, ook buiten het broedseizoen. Bovendien kunnen de koolmees, de pimpelmees en zelfs de grote bonte specht er in de koude winternachten in slapen.
    • Heb je het eerste jaar nog geen bezoekers, laat het kastje dan rustig hangen, wie weet heb je volgend jaar meer geluk.
    • Koop je een nestkast in de handel zorg er dan voor dat de hoogte groot genoeg is voor een klassieke kast voor mezen of mussen (zeker een 12 tot 20-tal cm van invliegopening tot bodem). Dit geldt niet voor halfopen kasten maar die moet je op een beschut plekje hangen waar ekster en kat er niet goed bijkunnen.

    Dit is een kast voor in een volière, voor buiten is de invliegopening te groot en de afstand tussen de opening en de bodem te klein. Een nest in deze kast en buiten opgehangen wordt vrijwel  zeker geroofd!! Dit zijn juiste verhoudingen met van invlieggat tot bodem zo'n 12 tot 20-tal cm.

    Jonge vogels…

    • Vind je een jonge vogel die er verweesd uit ziet, laat die dan rustig zitten. Meestal zijn de oudervogels in de buurt en op zoek naar voedsel. Zij komen wel weer aangevlogen als je ver genoeg uit de buurt bent.

    Voor de trekvogels!

    • Heb je meerdere nestkasten dan kan je er eentje pas later in het voorjaar ophangen. De gekraagde roodstaart en de bonte vliegenvanger broeden ook in nestkasten maar komen pas vanaf april uit hun overwinteringsgebieden in Afrika. Kool- en pimpelmezen nemen snel de kasten in dus als je er één pas in april hangt maken de verre reizigers meer kans om ook in jouw tuin een plaatsje te vinden.

    Vraag over nestkasten? Mail naar wim.vandenbossche@natuurpunt.be


    09-03-2010 om 23:33 geschreven door mailgroep

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Categorie:Vogels
    >> Reageer (0)
    05-03-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Hondenweetjes

    Hondenweetjes   


    kruising
    - Een hond van 1 jaar oud heeft een mentale rijpheid in mensenjaren van een 15 jarige

    - Honden schudden vaak het hoofd als ze een speeltje in de muil hebben. Dit is instinctief jachtgedrag dat genetisch bepaald is en teruggaat tot de tijden dat honden hun prooi heen en weer schudden om ze te doden.

    - honden hebben andere levensbehoeftes en levensstijl naarmate ze ouder worden. In hun eerste levensjaren zijn spelen en uitgelaten worden de hoogtepunten van de dag , bij oudere honden zijn dat de voedermomenten

    - bij kruising van 2 hondenrassen vertonen honden meestal de karaktertrekken van het ras waar ze uiterlijk het meest op lijken.


    Bron : I care for my dog



    05-03-2010 om 00:23 geschreven door mailgroep

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
    Categorie:Hond
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Hondennagels knippen is geen gevecht.
    .Hondennagels knippen is geen gevecht.

    Vele hondeneigenaars vinden het knippen van hondennagels maar een enge bedoening. Voor anderen is het dan weer een gevecht om de hond in bedwang te houden. Hoe kan je deze twee frustraties vermijden en van nagelknippen een aangename activiteit maken voor hond en baasje? Hieronder een aantal tips om je hond te laten wennen aan deze noodzakelijke activiteit.

    Trainen om pijn te vermijden

    Het knippen van hondennagels kan gevaarlijk zijn voor hond en baas als de hond  bang is van de knipbeurt. Honden die bang zijn slaan wild om zich heen, waarmee ze het risico verhogen dat baasjes te snel willen knippen omdat ze de hond niet onder controle krijgen. Hierbij loopt men het risico om in het "leven" te knippen. Het "leven" is het gevoelige gedeelte dat zich binnenin de nagel bevind. Eens men daarin heeft geknipt zal de vrees van de hond voor de trimbeurt alleen maar toenemen. Daarenboven zijn honden die pijn hebben in staat om te bijten en verhoog je dus je eigen risico.

    Een aversie voor nagelknippen kan voortvloeien uit een gebrek aan basisopvoeding binnen de verzorging van je hond of aan een slechte eerste knipbeurt. De juiste socialisatie en gewenning aan verzorgende handelingen zijn dus op zijn plaats bij de opvoeding van elke hond. Wanneer mogelijk kan je je pup best met deze handelingen confronteren vanaf een leeftijd van 3 tot 12 weken. Het is gemakkelijker om deze trimaversie te voorkomen (zoals bij elke angstaanjagende ervaringà door de hond een heleboel positieve ervaringen te laten opdoen in deze kritieke periode dan hem te genezen van een lang opgebouwde negatieve historiek.
    Ongeacht het feit dat je een hond hebt zonder trimervaring of een ouder hond met een bestaande angst doe je er goed aan om je hond te laten gewennen aan de betasting en manipulatie van poten en tenen.
    Puppies, die socialisatiesponzen zijn in deze leeftijdsperiode, zullen met gemak deze handelingen ondergaan. Honden met een gevestigde reactiviteit zullen wellicht meer tijd en energie vragen. Blijf dit positief trainen met alle lekkers waar je hond gek op is!

    tekening nagel

    Hoe kan je de hondennagel knippen?

    Eens je de hond gewend hebt gemaakt om poten en tenen te laten manipuleren, kan je starten met het echte knipwerk. Indien je nooit tevoren hondennagels hebt geknipt is het aan te raden dit eerst even te laten demonstreren door je dierenarts of een professioneel trimmer. Zwarte nagels zijn een beetje moeilijker dan witte/doorschijnende nagels omdat  het "leven" daarin niet zichtbaar is.
    Zorg ervoor dat de nagelscharen steeds scherp zijn. Stompe, oude nagelscharen zorgen ervoor dat je de nagel verbrijzeld ipv knipt. Dit resulteert in een hogere druk en dus meer pijngevoel. Scherpe nagelknippers geven een mooie en zuivere snede die het risico op uitsteeksels(risico op blijven haperen) vermindert.
    Er bestaan diverse types van nagelknippers maar het Guillotine systeem en het schaarsysteem zijn de twee belangrijkste. Beide systemen hebben hun eigen kniptechniek en het is dus belangrijk onderstaande instructies goed te lezen.
    Om te controleren of het noodzakelijk is dat de nagels geknipt worden zet u de hond recht op zijn poten. Staan de nagels nu van de grond af, dan hoeft u niet te knippen, indien de nagels wel de grond raken moeten de nagels geknipt/gevijld worden. Te lange nagels kunnen voor een afwijkende stand van de voeten veroorzaken. Ook kunnen ze na lange verwaarlozing doorgroeien (rond groeien) tot in het vlees, overbodig te vermelden dat dit zeer pijnlijk is.

    Heeft uw hond lichtgekleurde nagels, dan kunt u zien waar het "leven" zit, dit is de rode ader die u in de nagel ziet. U kunt ruim daarvoor de nagel veilig afknippen. Heeft uw hond zwarte nagels dan knipt u het minimale wat nodig is eraf om te voorkomen dat u in het "leven" knipt, wat zeer pijnlijk is voor de hond. Soms is de nagel aan de achterkant opengespleten, in dat opengespleten gedeelte is het ook veilig om te knippen. Houd bij het knippen van de nagels de lijn aan zoals die aangeven staat op de tekening. Gebruik bij twijfel een vijl om een stukje van de nagel af te vijlen.
    Mocht u onverhoopt toch het bloedvat raken dan moet deze zo snel mogelijk gedicht worden. Daarvoor zijn meerdere mogelijkheden, variërend van een heet mes of een soldeerbout ertegen aan drukken tot stelpen met wat maïzena. De meest diervriendelijke en effectiefste methode is het dichtdrukken van de bloedende ader met een speciaal daarvoor bestemd stelpmiddel.

    Andere technieken van nagelonderhoud

    Honden die in een stadsomgeving leven en regelmatig worden uitgelaten op de harde voetpaden hebben meestal minder nagelonderhoud nodig. Opgelet: bij deze honden moet je wel regelmatig de duimklauw laten bijknippen gezien deze de grond niet raakt.
    Je kunt ook de hondennagel onderhouden met een Dremel boortje dat in de meeste doe het zelf zaken verkrijgbaar is. Ook hier is het noodzakelijk om je hond langzaam te laten wennen aan het geluid van het boortje.
    Een ander veel gebruikte techniek  ( meestal mensen die heel veel tijd kunnen besteden aan de verzorging van hun hond) is het gebruik van de hondenvijl. Deze kan je zelf vervaardigen door een fijn zandpapier (gebruik bij het schuren bij behang en verfactiviteiten) te bevestigen op een houten plankje. Je kan hiermee dan naar believen en op elk mogelijk ogenblik de nagels van de hond vijlen. Daardoor verminder je het risico op "inknippen" en ga je de nagels meer geleidelijk onderhouden dan het drastisch wegknippen van de overtollige nagelstukken.
    Welke methode je ook gebruikt, met een beetje tijd en moeite kan je de hond gemakkelijk op een veilige en rustige manier laten gewennen aan het nageltrimmen. Veel succes!


    Bron : I care for my dog

    05-03-2010 om 00:22 geschreven door mailgroep

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (2 Stemmen)
    Categorie:Verzorging hond
    >> Reageer (1)
    02-03-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Syringomyelia.
     

     

     
     

     

     

     

     

     

    Hieronder vind je wat meer info over Syringomyelia.

    Ken je iemand met een hondje dat opvallend veel krabt aan één zijde? Zeg het verder!

     

    Syringomyelia is een vaak voorkomende aandoening bij Cavalier King Charles Spaniels. Het probleem ontstaat door een in aanleg te klein achterhoofdsbeen en daardoor een te klein achterhoofdsgat. Dit heet de Chiari malformatie of misvorming.
    Dit betekent dat de schedelholte achter in de kop te klein is en dat de vloeistof die hersenen en ruggenmerg omspoelt niet vrij kan circuleren. Deze vloeistof wordt in het ruggenmerg geperst waardoor een holte ontstaat en dit wordt syringomyelie genoemd.

    De holtevorming in het ruggenmerg veroorzaakt beschadigingen waardoor typische verschijnselen ontstaan. Het meest voorkomend is krabben aan één kant, maar het kan beiderzijds voorkomen. Er zijn hierbij geen afwijkingen aan huid of oor. Aangedane honden zijn tevens gevoelig aan kop, nek en voorpoten en gillen vaak van de pijn zonder duidelijke reden. De pijn kan samenhangen met de houding van de kop en sommigen honden eten en slapen bij voorkeur met de kop omhoog. Sommige ernstig aangedane jonge honden ontwikkelen een nek skiliose, dit is een kronkel in de ruggengraat. Tenslotte krijgen ernstig aangedane honden een waggelende gang met de achterpoten en of zwakte van de voorpoten. Doofheid komt vaak voor en wordt veroorzaakt door vloeistof in het middenoor.

    Beide sexen en alle kleurtypes zijn aangedaan. De verschijnselen ontstaan meestal vanaf de leeftijd van een halfjaar. Veel honden leiden een relatief normaal leven, maar sommige honden verslechteren toenemend en worden rond middelbare leeftijd geëuthaniseerd.
    Er bestaan dus duidelijk verschillende graden van ernst van de aandoening. Bij andere rassen komt de aandoening soms ook voor zoals bij King Charles Spaniels, Yorkshire terriers en Malteser terriers.

    De enige zekere manier om de diagnose syringomyelie en misvorming van het achterhoofdsgat vast te stellen, is door middel van een MRI scan. MRI is Magnetic Resonance Imaging.

     

    Ik dacht altijd dat het een ckc spaniel ziekte was..

    De King Charles Spaniel en Syringomyelia

    Dit stukje heb ik geschreven voor het weblog van de rasvereniging, gelukkig zijn ze nu bezig goede maatregelen te treffen.

    Omdat ik mijn King Charles Spaniel Ollie na een vreselijke ziekte-periode heb moeten laten inslapen ten gevolge van syringomyelia, wil ik op dit blog aandacht geven aan het bestaan van deze ziekte bij de King Charles Spaniel. Tot een paar maanden geleden was ik namelijk nog in de veronderstelling dat deze ziekte bij de King Charles Spaniel niet voorkwam. Ook weten de meeste dierenartsen nog weinig van deze ziekte en om deze redenen is de diagnose bij Ollie te laat gesteld en is de behandeling ook nog eens helemaal verkeerd verlopen. Hierdoor heeft Ollie onnodig veel moeten lijden. Om dit leed in de toekomst te voorkomen, wil ik ervoor pleiten dat syringomyelia als mogelijke ziekte wordt opgenomen in de gezondheidsinformatie over het ras. Daarnaast vind ik ook dat er binnen de fokkerij meer preventieve maatregelen genomen zouden moeten worden. En uiteraard is het ook van belang dat dierenartsen en andere professionals uit de hondenwereld meer over deze ziekte te weten komen, zodat de begeleiding zo optimaal mogelijk kan verlopen.

    Wat is syringomyelia?
    Om te beginnen is het een verschrikkelijke rotziekte. Bij de mens staat deze ziekte bekend als één van de meest pijnlijke aandoeningen die er is. De ziekte ontstaat doordat het achterste deel van de schedel te klein is en het achterhoofdsgat te groot, hierdoor puilt een deel van de kleine hersenen uit in het achterhoofdsgat. Het ruggenmerg begint bij het achterhoofdsgat en hier ontstaat een blokkade. Dit uit zich in een verstoring van de normale beweging van het hersenvocht en abnormale drukverhoudingen binnen en rondom het ruggenmerg in de nek. Uiteindelijk ontstaan hierdoor holtes in het ruggenmerg die kunnen lijden tot een aantal vreemde en pijnlijke symptomen.

    Wat zijn de symptomen van de ziekte?
    Het meest belangrijke en steeds terugkomende symptoom van syringomyelia is pijn. Deze is moeilijk te lokaliseren en omdat de pijn vaak wisselend optreedt, wordt deze vaak gemist door zowel eigenaar als dierenarts. Om het iets makkelijker te maken pijn vast te stellen bij uw hond, hieronder een aantal voorbeelden van hoe de pijn zich kan uiten:
    - na springen of beweging met het hoofd tussen de beide voorpoten op de grond gaan liggen,
    - plotseling schreeuwen of gillen,
    - een zacht piepgeluid bij de ademhaling,
    - kreunen,
    - verlaagde motivatie voor activiteiten waar de hond vroeger wel zin in had. Mijn hond wilde op een gegeven moment helemaal niet meer wandelen,
    - vermoeidheid,
    - met het hoofd in een ongewone (vaak opgeheven) positie slapen,
    - gewone aanrakingen als pijnlijk ervaren (vermijdingsgedrag bij begroeten), de hond vindt het vaak niet fijn om op bepaalde plaatsen van het lichaam aangeraakt te worden en de hond laat bijv. borstelen of een halsband niet toe,
    - krabben (vaak tijdens het lopen en meestal aan 1 zijde),
    - een scoliose of hernia-achtig beeld,
    - irritatie, een slecht humeur,
    - rusteloosheid en veel van ligplaats veranderen. Vaak wil de hond koel gaan liggen omdat dit verlichting geeft,
    - er is vaak sprake van aangezichtspijn die de hond uit door met het gezicht overal langs te willen wrijven. Dit kan zijn langs een stoel, maar ze kunnen ook gaan rollen in hun mand of op het grasveld,
    - veel gapen,
    - smakken met de mond,
    - schudden met het hoofd,
    - onzeker gedrag, lichaamstaal van een hond die met een stroomband wordt getraind,
    - een droevige gezichtsuitdrukking,
    - spanning of agressie bij ontmoeting met (onstuimige) honden.

    Naast de pijnklachten kunnen er ook neurologische verschijnselen ontstaan zoals een krachtvermindering in de poten, afname van spierweefsel en verlamming van de achterhand. Evenwichtsverlies, omvallen, wegglijden van poten en scheefstand van de kop worden ook gezien.

    Nogmaals, het is heel erg moeilijk om de ziekte vast te stellen. Mede doordat veel van de pijnuitingen zoals het krabben en rollen in de mand ook als normaal gedrag gelden en mede doordat de pijn wisselend op kan treden. Er kunnen perioden zijn dat de hond nergens last van lijkt te hebben en ineens kan er een periode zijn dat de hond zich raar gedraagt. En om het nog ingewikkelder te maken, laat lang niet iedere hond alle symptomen van de ziekte zien en wisselt het ziektebeeld dus per individu. Hierdoor vergis je je als eigenaar al snel en denk je dat de hond een tijdelijk huid- of oorprobleem heeft gehad. Vooral als de ziekte in een beginstadium verkeert, denk je aan onschuldige zaken. Zeker als er daarna weer een periode komt dat je niets aan de hond merkt. Jammer genoeg heb ik aan den lijve mogen ondervinden dat wanneer de ziekte in een zwaar stadium verkeert, het duidelijk is dat er iets goed mis is met je hond. Alleen wat?

    Om te voorkomen dat de ziekte zo uit de hand loopt als bij Ollie het geval is geweest, is het van belang tijdig vast te stellen dat er sprake is van syringomyelia. Des te eerder de behandeling begint, des te meer kans de ziekte in toom te houden. Op dit moment kan er in Nederland alleen met medicijnen behandeld worden. In het buitenland worden ook operaties uitgevoerd, maar deze zijn erg zwaar voor de hond en het resultaat is niet altijd even succesvol. De behandeling met medicijnen is moeilijke materie, zorg er daarom voor dat je naar een dierenarts gaat die veel ervaring heeft met deze ziekte. Het is namelijk van belang dat de dierenarts zoveel ervaring heeft dat hij of zij kan beoordelen of de medicijnen wel genoeg aanslaan en of de hond nog wel een hondwaardig leven heeft. Het toekomstbeeld van een hond met syringomyelia is niet erg rooskleurig, de ziekte gaat nooit helemaal weg en de meeste honden worden op een te jonge leeftijd ingeslapen ten gevolge van de ziekte.


    Bij welke rassen komt de ziekte voor?
    Na het lezen van de omschrijving van deze ziekte, komt u dit verhaal misschien bekend voor. Op het moment is er namelijk veel aandacht voor het optreden van deze ziekte bij de Cavalier King Charles Spaniel. Maar bij nader onderzoek blijkt dat er veel meer rassen zijn waarbij deze ziekte voorkomt, zoals de King Charles Spaniel. Overige rassen zijn:

    - Yorkshire Terrier,
    - Brusselse Griffon,
    - Malteser ,
    - Chihuahua,
    - Dwergteckel,
    - Bichon Frisé,
    - Mopshond,
    - Shih Tzu,
    - Staffordshire Bull Terrier,
    - Pekingees,
    - Franse Bulldog,
    - Japanse Spaniel,
    - Boston Terriër,
    - Jack Russell Terriër,
    - Toypoedel en dwergpoedel,
    - Dwergkeeshond,
    - Dwergpinscher.

    En natuurlijk bij kruisingen van 1 of meer van deze rassen. Denk hierbij ook aan de boomer kruisingen!!! De Boomers zijn vaak vaak Shih Tzu x Malthezer of Jack russel kruisingen. De Boomer is geen ras.

    En er zijn ook een aantal katten waarbij de ziekte is vastgesteld.

    Hoe kun je de ziekte vaststellen?
    De ziekte kun je alleen door middel van een MRI-scan vaststellen. Gelukkig is er in Best een dierenartsenpraktijk waar je tegen een gereduceerd tarief kunt scannen op syringomyelia. De honden krijgen een roesje omdat ze helemaal stil moeten blijven liggen in de MRI-scan. Daarom worden de honden eerst op hun algemene gezondheid gecheckt. De scan duurt maar 25 minuten en daarna krijg je direct de uitslag.
    Voor meer info:
    http://www.dierenkli.../mri.html#cm_sm

    Jammer genoeg ben ik met Ollie in een veel te laat stadium op dit adres aangekomen. Mijn eigen dierenarts wilde de medicijnen te lang testen, terwijl er te weinig resultaat te zien was. Dierenarts Erik Noorman van de praktijk in Best is naast het maken en beoordelen van de MRI’s erg thuis in alle materie rondom syringomyelia. Hij werkt hierbij met een internationaal protocol waardoor er meer duidelijkheid is over wat je mag verwachten van de medicijnen. In het geval van Ollie had dit betekend dat we de medicijnen maar 1 week hadden hoeven testen. Met de minimale verbeteringen die bij Ollie te zien waren, was hij dan na die week al ingeslapen. Dit had Ollie veel onnodig leed bespaard.
    Natuurlijk worden niet alle honden met syringomyelia gelijk ingeslapen. Het MRI-beeld van Ollie was erg dramatisch en dierenarts Noorman kon met behulp van dit beeld duidelijk zien dat hij erg veel pijn moest hebben. Inmiddels had Ollie al allerlei zware pijnstillers voor mensen geprobeerd, op het laatst zelfs morfine en ook daar kwam de pijn dwars doorheen. Gelukkig zijn er gradaties in de ziekte en het verloop en daarom zijn er gelukkig ook honden die ondanks deze ziekte een redelijk normaal leven kunnen leiden.

    Het gekke is dat Ollie totdat hij 7 jaar oud was geen klachten had. Na deze leeftijd begon hij wat te klungelen, hij werd moe en kreeg steeds meer tegenzin voor zijn dagelijkse wandelingen. De dierenarts dacht destijds dat dit kwam door een hartprobleem dat hij net had ontwikkeld. Ik vond het erg vervelend dat hij een hartprobleem had gekregen, want op 6-jarige leeftijd heb ik hem als dekreu ingezet en hieruit is een nest van 6 pups geboren. Ten tijde van de dekking was ik in de veronderstelling dat Ollie een gezonde hond was, maar nu ik weet dat hij naast die lekkende hartklep ook nog syringomyelia onder de leden heeft gehad, vind ik het verschrikkelijk dat dit nest er is gekomen.

    We hebben zelf ook een pup uit dit nest in huis genomen, een reutje wat nu 6,5 jaar oud is. Hij heet Sergio en is altijd een erg vrolijk en aanhankelijk manneke geweest. Het ironische is dat hij de laatste maanden ook wat moe werd en ook tegenzin begon te ontwikkelen voor zijn wandelingen terwijl hij anders altijd vooraan stond. Toen Ollie erg ziek was, begon hij ineens met zijn kop te schudden. Eerst dacht ik nog dat ik spoken zag, omdat Ollie zo ziek was, maar inmiddels zijn er nog wat rare symptomen bijgekomen en ben ik erg bang dat hij ook syringomyelia heeft. We laten 7 januari van Sergio ook een MRI-scan maken. Ik zal jullie op de hoogte houden van de uitslag. En ook over de symptomen bij Ollie en Sergio wil ik nog wat meer schrijven op dit blog.

    Voor meer info:
     

     

     

     

     

     

    02-03-2010 om 00:00 geschreven door mailgroep

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Categorie:Gezondheid hond & kat
    >> Reageer (1)
    01-03-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Suikerziekte treft ook honden en katten
     
    Suikerziekte treft ook honden en katten

    Veel honden en katten lijden aan diabetes. Het is belangrijk dat honden- en katteneigenaren er snel achterkomen vanwege de ernstige gezondheidsproblemen die diabetes met zich meebrengt.

    Hoe herkent u diabetes bij uw hond of kat? De eerste tekenen zijn overmatige dorst en honger op onverwachte momenten, dufheid en veel plassen. Diabetes wordt veroorzaakt door een gebrek aan insuline, een hormoon dat de suikerspiegel in balans houdt. Honden en katten kunnen op verschillende manieren diabetes krijgen. Het kan veroorzaakt worden door een virusinfectie, stofwisselingsproblemen of aantasting van het immuunsysteem. Sommige rassen hebben er ook genetische aanleg voor; zoals de poedel, schnauzer, teckel, beagle en sommige type terriërs. Honden die diabetes krijgen zijn meestal zeven jaar of ouder en suikerziekte treft vier keer zo vaak een vrouwtje. Katten die diabetes krijgen zijn meestal mannetjes en hebben als belangrijkste symptoom overgewicht. Maria Eversteijn van stichting Vier Voeters: ¨Het is belangrijk om alert te zijn als het gaat om honden- of kattendiabetes en om zo snel mogelijk een dierenarts naar uw huisdier te laten kijken.¨

    Dieren met diabetes moeten de rest van hun leven behandeld worden. Meestal kan het onder controle gehouden worden met insuline injecties, verantwoorde voeding en veel beweging. Katten zijn moeilijker te behandelen dan honden omdat ze niet houden van veranderingen in hun voedingspatroon.

    Website: www.vier@voeters.nl

    01-03-2010 om 23:58 geschreven door mailgroep

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Categorie:Gezondheid hond & kat
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Honden leven in mistig blauw en geel

    Honden leven in mistig blauw en geel


    Dat honden minder kleur waarnemen is al langer bekend, maar volgens de Amerikaanse psycholoog Stanley Coren is het niet juist wat veel mensen denken, namelijk dat honden alles in grijskleuren waarnemen. Uit recent onderzoek is gebleken dat honden de wereld voor een deel wel in kleur zien, maar met minder kleuren dan de mens.

    Rood heeft voor honden een heel andere werking dan voor mensen, het is in ieder geval geen alarmkleur. Waarschijnlijk zien honden het `mensen-rood`als donkergrijs of zwart.

    Kleuren zien heeft te maken met kegeltjes in het netvlies. Net als bij mensen bevat het netvlies van honden staafjes en kegeltjes. De staafjes verrichten hun diensten in weinig licht, zij kunnen geen kleuren doorgeven. Daarvoor zijn de kegeltjes. Maar anders dan bij de mens heeft de hond geen 3 maar 2 kegeltjes. Met zijn 3 soorten kegeltjes kan de mens de regenboog waarnemen, violet, blauw, blauwgroen, groen, geel, oranje en rood. De hond ziet deze regenboog waarschijnlijk als donkerblauw, lichtblauw, grijs, geel, donkergeel/bruin en zeer donkergrijs. Honden nemen de wereld dus vooral waar in de kleuren geel en blauw.

    Buiten dat honden een minder breed kleurenbeeld hebben, kunnen ze ook minder scherp zien dan de mens. Ze kunnen minder details waarnemen. Volgens onderzoeker Stanley Coren is het scherptebeeld van de hond te vergelijken met mensenogen die bedekt zijn met een laagje folie waarop weer een dun laagje doorzichtige gel is gesmeerd.

    Uit onderzoek is gebleken dat honden een gezichtsvermogen hebben van 6/23. Dit houdt in dat een hond op 6 meter nog net een voorwerp kan zien, terwijl een mens dit nog kan zien op 23 meter!

    Tegenover de onscherpe waarneming van de hond staat echter het grote opvangvermogen. Doordat zij een grotere pupil hebben, vangen zij meer licht dan onze ogen waardoor zij beter kunnen zien in schemer en donker.

    Handig om te weten bij het trainen van je hond, een klein arm of handgebaar zal hij niet kunnen zien, in sommige gevallen waarin de hond niet reageert op non-verbale commando´s kan dus liggen aan het feit dat de eigenaar niet duidelijk genoeg is voor de hond en niet omdat hij ongehoorzaam is!

    (hondenblogo)


    01-03-2010 om 19:20 geschreven door mailgroep

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Categorie:Hond
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Wat zegt de naam van je huisdier over jou?

    Wat zegt de naam van je huisdier over jou?


    Uit Brits onderzoek kwam naar voren dat de populairste namen voor huisdieren ‘mensennamen’ als Molly, Poppy, Charlie, Max en Alfie zijn. Volgens psychologen is dat een manier om de huisdieren te vermenselijken, zodat ze meer als een deel van het gezin aanvoelen. Grofweg zijn de dierennamen op te delen in vier categorieën, en volgens diezelfde periode, zegt dat ook iets over jou.

    1) Voor de hand liggende namen
    Honden die ‘hond’ of ‘woef’ heten, katten die luisteren naar de roepnaam ‘poesje’: het bestaat en het komt vaker voor dan je denkt. Dit slaat op twee types mensen: zij die gewoonweg geen inspiratie hebben en zij die het expres doen, en het cool vinden om ‘onverschillig’ te lijken over de dierennaam.

    2) Grapjassen
    Bijdehante eigenaren geven hun dier een naam die een boodschap stuurt naar de wereld. Marilyn Monroe noemde haar poedel ‘Mafia’, een verwijzing naar de roddels dat ze betaald werd door gangster. Audrey Hepburn gaf haar terrier de naam ‘mister famous’.

    3) Klassiek & neutraal
    Wie vaak in het voetlicht staat en meemaakt dat elke beweging verkeerd wordt uitgelegd, zoals wereldleiders en politici, kiest een klassieke en neutrale dierennaam: Lucky (luidde het bij president Ford), Liberty (president Carter) en Socks (president Clinton). De hond van president Obama zorgt voor een stijlbreuk en heet Bo. Al gokte iedereen op ‘Hope’ of ‘Change’.

    4) Merken of bekende personen
    Sommige beestjes krijgen waanzinnige namen als Chanel, Moet, Smirnoff, Bing & Bong of Tinkerbell… celebrities als Mariah Carey en Paris Hilton gaven het ‘goede’ voorbeeld en anderen volgden.

    (hondenblogo)

    01-03-2010 om 19:12 geschreven door mailgroep

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (1 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    28-02-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De basisregels van gehoorzaamheidstraining

    De basisregels  van gehoorzaamheidstraining

    Pups zijn het makkelijkst af te richten.
    Oudere honden doen er langer over om een nieuw persoon als leider te erkennen, maar als u consequent bent, zal de hond u gaan respecteren. Het aanleren van goede manieren is verrassend eenvoudig. De meeste honden geven graag gehoor aan deze opdrachten omdat ze hun leider gunstig willen stemmen en omdat het in hun eigen belang is.
    Straf uw hond nooit voor iets wat hij enige tijd geleden heeft gedaan. Het zou vb. voor je hond een raadsel zijn waarom hij straf krijgt wanneer je thuiskomt en vernielzucht aantreft. Hij zal er niets van begrijpen; hij weet alleen dat u boos op hem bent.
    Hij zal reageren door onderdanig gedrag te tonen om uw gezag te bevestigen. Mensen zien dit vaak ten onrechte als een teken van schuldbesef. Dat is het zeker niet. Achteraf straffen werkt averechts.

    Hou de lessen kort. Eén of twee minuten is lang genoeg voor een pup. Vijf minuten is te lang, maar de pup kan zich wel een paar keer per dag kort concentreren.
    Oudere honden houden de aandacht er langer bij, maar zelfs honden met het grootste geestelijke uithoudingsvermogen kunnen zich niet langer dan een kwartier optimaal concentreren.
    Hou de lessen leuk. Als uw hond zich niet amuseert, zet de training dan maar uit uw hoofd. Na wat lichaamsbeweging zal uw hond beter luisteren.
    Oefen op een moment dat uw hond alert is. De perfecte tijd is vlak voor etenstijd. Bij pups betekent dit dat u drie of vier trainingskansen per dag heeft. Naarmate de pup ouder wordt en het aantal maaltijden minder wordt, kunt u met hem gaan oefenen als hij geslapen heeft en zijn behoefte heeft gedaan.

    Combineer in het begin een lekker koekje met prijzende woorden. Daarna laat u geleidelijk de krachtigste beloning, het eten, af en toe weg. Soms wel en soms niet iets lekkers geven is de beste manier om de training met succes te laten verlopen.
    Beëindig de training altijd op een vrolijke manier.
    Bewaar de krachtigste beloning voor je hond niet voor het laatste omdat u dan ongewild aanleert dat het einde van de training iets is om naar uit te kijken, omdat dan de leukste beloning komt!


    Begin met de training in uw eigen huis om afleiding te voorkomen.

    Dit geldt voor eenvoudige oefeningen zoals “zit”, “hier”, “blijf”, en “af”, maar ook het lopen aan de lijn of het volgen aan de voet kan binnen worden aangeleerd. De gang is een prima oefenplek. Doet hij het binnenshuis eenmaal goed, zoek dan een plek waar meer afleiding is, zoals de achtertuin.

    Pas wanneer de hond zich volledig naar wens gedraagt, kan de training worden verplaatst naar een uitdagendere plek, zoals het park.

    Wees consequent. Sta rechtop, noem de naam van uw hond om zijn aandacht te trekken en gebruik alleen commando’s of handgebaren als u oogcontact met hem hebt. Beloon hem zodra hij gehoor geeft aan uw opdracht, en geef nooit een commando als u het opvolgen ervan niet kunt afdwingen.
    Als u uw hond wil terecht wijzen, kijk dan streng, laat uw stem zakken en zeg scherp “nee”. Leer de hond te reageren op een combinatie van handsignalen en verbale commando’s.


    Laat  je niet uitlachen als je aan de les wilt beginnen......

    Herhaal commando’s niet de hele tijd, hier zal uw hond alleen maar van in de war raken. Als de training niet goed gaat, stop er dan mee. Bedenk goed wat u aan het doen was: het probleem kan bij u liggen, en niet bij de hond. Aarzel niet om hulp te zoeken. Het team van dierenkliniek Causus staat voor u klaar met goed advies.


     
    Als er nu meerdere gezinsleden trainen met de hond, let er dan goed op dat iedereen dezelfde commando’s en signalen gebruikt. Zo raakt de hond niet in de war. Het idee om met meerdere honden te trainen is een onmogelijke opgave. Als u toch met twee honden wil trainen, doe het dan om de beurt. Zorg dat de ene hond buiten gehoorsafstand is, wanneer u met de andere oefent.

    de  vijf basiscommando's

    De vier basiscommando’s zijn “hier”, “zit”, “blijf” en “af”.
    Wanneer uw hond deze oefeningen feilloos onder de knie heeft, is hij klaar voor het volgen aan de voet.
    Het commando “zit” is belangrijk omdat dit telkens het vertrekpunt van de oefening is.

    Honden worden aangeleerd om aan de linkerkant van de begeleider te lopen (de hond bevindt zich altijd ter hoogte van de voet van zijn begeleider, vandaar de term “aan de voet volgen”). Bij het leren volgen aan de voet maakt het geen wezenlijk verschil of de hond aangelijnd is of niet. Het gaat niet om goed of fout, maar om de manier waarop u en uw hond op een prettige manier samenwerken. Als uw pup u zonder riem vrijwillig volgt, kan u gemakkelijk overstappen naar het aangelijnd volgen aan de voet. Gebruik een riem met een kliksluiting die qua gewicht geschikt is voor uw hond. Als u niet eerder met een riem gewerkt hebt, laat uw pup er dan rustig naar kijken en aan ruiken.

    Hoe gaan we deze 5 basiscommando’s aanleren?

    1. Uw hond leren komen

    Ga op een plek, zonder afleiding, een klein stukje van de pup af staan. (De gang is ideaal). Zeg, met een koekje zichtbaar in uw hand, de naam van de pup. Zodra hij naar u toekomt zegt u: “hier” 

    Terwijl de pup op u af komt, roept u op hoge en vrolijke toon: “Brave hond!” Buig door uw knieën en spreid uw armen om de pup aan te moedigen direct naar u toe te komen.

    Als de pup bij u is, kniel dan helemaal om op zijn hoogte te komen. Beloon hem met woorden, een knuffel of een koekje. Oefen af en toe ergens anders om de aandacht van de pup vast te houden.

    2. Uw hond leren zitten

    Hou een koekje in uw rechter hand, de riem in uw linker hand en stap met uw gezicht naar de pup toe. Hou de pup rustig terwijl u hem roept en hem dan pas het koekje laat zien.

    Als de pup bij u is, brengt u het koekje omhoog tot boven zijn hoofd. De pup zal gaan zitten om naar het lekkers te kunnen blijven kijken. Zeg “zit” zodra hij door zijn achterpoten zakt.

    Probeer de pup naast en voor u te laten zitten. Beloon elke reactie met woorden, knuffels of koekjes. Geef na een paar keer te oefenen steeds minder vaak koekjes, totdat uw stem alleen voldoende beloning is.



    3. Uw hond leren zitten en blijven

    Hou de looplijn opgerold in uw linkerhand, zodat er spanning op staat. Als de hond naar het koekje in uw rechterhand kijkt en gaat zitten, zegt u “zit”.

    Hou spanning op de lijn en stap weg met uw rechtervoet, terwijl u “blijf” zegt.

    Zet uw linkerbeen naast uw rechterbeen en houd de hele tijd enig oogcontact met je hond.

    Oefen lichte druk uit op de lijn en houd die boven het hoofd van de hond. Keer uw lichaam naar de hond toe en houd zijn aandacht vast door het koekje hoog te houden.

    Beloon de hond voor het blijven. Loop langzaam om hem heen, de lijn blijft waar hij is. Zeg zo weinig mogelijk om de hond niet in verwarring te brengen.

    Na een paar keer oefenen moet de hond blijven zitten aan de lijn. Laat de lijn nu op de grond liggen en doe de oefening opnieuw. Vergeet niet de hond te belonen voor zijn goed gedrag.

    Geef de beloning als de hond zit en hou de lijn op de grond. Beloon hem altijd als hij iets goed doet, niet erna.

    Beëindig de training door met open armen “oké” te zeggen. Stop altijd op een goed moment. Maak uw hond niet te wild met uw eigen enthousiasme totdat de training voorbij is.

    4. Uw hond leren te gaan liggen

    Kniel links naast uw zittende pup en hou de halsband vast met uw rechterhand. Hou uw linkerhand met een koekje erin bij de neus van de pup en breng uw hand naar beneden.

    Terwijl de neus van de pup achter het koekje aangaat, brengt u het dichter naar hem toe. Zodra de pup aanstalten maakt te gaan liggen, zegt u “af”. Wacht met de beloning.

    Breng uw hand naar voren om de pup te verleiden om te gaan liggen. Beloon hem met uw stem en het koekje. Herhaal de oefening regelmatig totdat de pup op het commando reageert.

    5. Uw hond leren aan de riem te lopen

    Deze oefening begint binnenshuis. De pup heeft een goed passende, comfortabele halsband nodig. Laat hem aan de riem ruiken en kijken en klik die dan aan de halsband vast.

    Ga rechts naast uw pup staan en hou de riem en een koekje in uw rechterhand. Uw linkerhand houdt u op de riem, klaar om naar zijn halsband te glijden. Laat de pup zitten.

    U stapt nu weg, de linkervoet eerst. Terwijl de pup naast u loopt, zegt u “voet”. Als hij doorloopt, laat u uw linkerhand naar zijn halsband zakken om hem rustig naar achteren te trekken.

    Als de pup eenmaal naast u stilstaat, beloont u hem met uw stem en het koekje. Laat hem dan zitten. Als de pup goed reageert op de commando’s, kunt u steeds langere stukjes lopen.

    Als de pup netjes naast u loopt en braaf gaat zitten, kunt u hem een bochtje naar rechts leren. Leid hem met uw rechterhand naar rechts en zeg “voet”.

    Om linksaf te slaan gaat u sneller lopen. Het koekje houdt u voor de neus zodat hij langzaam blijft lopen. Houd de pup dicht tegen uw linkerbeen en zegt “rustig” terwijl hij snelheid terugneemt.

    En even uitblazen na zo'n vermoeiende training en examen mag zeker. Een dikke knuffel van de eigenaar kan even leuk zijn dan een koekje als beloning.

    © 2003 - dierenkliniek Causus - Oudenburg (Belgium) - info@causus.be - disclaimer

    28-02-2010 om 13:59 geschreven door mailgroep

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 1/5 - (1 Stemmen)
    Categorie:Hond
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Soorten gedragsstoornissen : agressie

    Soorten gedragsstoornissen : agressie

    Wanneer de eigenaar vaststelt dat een dier agressief is verwijst hij naar een waarneembaar gedrag. Agressie wordt opgedeeld in 13 categorieën. Dominantie- en angstagressie zijn de meest voorkomende gerapporteerde problemen bij onze huisdieren. Een combinatie van verschillende soorten van agressie binnen één individu komen ook regelmatig voor.

    Dominantieagressie

    Dominantieagressie is een vorm van agressie die wordt getoond t.o.v. mensen en die draait rond het verwerven van controle. Dominantie-uitingen zijn voornamelijk niet-agressief. Zo kunnen honden een “pushy” gedrag gaan vertonen t.o.v. hun eigenaar of kunnen dominante honden de toegang tot bepaalde plaatsen of objecten blokkeren.

    Dit gedrag komt meestal voor rond de leeftijd van de maturiteit (18 tot 24 maanden leeftijd). Dit is ook de leeftijd waarop fobieën, scheidingsangst en andere angst-aandoeningen zichtbaar worden bij je huisdier. Het kan zichtbaar worden wanneer de eigenaar de hond benadert tijdens het eten, tijdens het spel met speelgoedjes of tijdens het slapen.
    Een dominantagressieve hond daarentegen kan agressief reageren wanneer over de hond wordt gestapt, wanneer de hond van bed of zetel wordt geduwd, wanneer de leiband wordt aangedaan, wanneer de hond wordt geduwd of wanneer de poten worden afgedroogd. De agressieve reacties op deze handelingen kunnen gaan van grommen tot happen en bijten.

    Vaak lijkt de dominantieagressie plots te ontstaan maar dikwijls is er al, heel subtiel een voorgeschiedenis waarbij de eigenaar sommige signalen verkeerd inschat. Zo laat een eigenaar soms begaan dat een hond zijn voorpoten tegen zijn schouders zet waarbij de eigenaar dit interpreteert als een knuffel maar de hond dit kan zien als een uitdagend signaal.

    Honden die dominantieagressie vertonen kunnen ruwweg in 2 groepen worden onderverdeeld. Een groep met honden die er zeker van zijn dat ze controle hebben over alles en denken dat ze aan de top staan. Een tweede groep zijn honden die onzeker zijn over hun sociale rol en agressieve gedragingen gaan gebruiken om informatie te verkrijgen over wat van hen verwacht wordt en wat hun rol is. Deze laatste groep vertoont ook vaak een aandacht-zoekend gedrag.

    Belangrijk in een eerste fase van de behandeling is om alle omstandigheden waarin dominantieagressie kan optreden te vermijden. In geen geval mag fysiek gestraft worden, dit kan de toestand verslechteren en een gevaar betekenen voor de uitvoerder.

    Angstagressie

    Symptomen :
    Happen, grommen, vluchtpogingen, bijten en soms urineren en defaeceren kunnen tekenen van angstagressie zijn. Hierbij vertoont je huisdier lichaamshoudingen zoals het verlagen van de kop en het lichaam, wegstoppen van de staart, pilo-erectie, oren achterwaarts richten en tanden tonen.

    Oorzaak :
    Angstagressie wordt uitgelokt door een actie die bedreigend wordt ervaren door de hond en waarop de hond angstig reageert. Een hond die bang is van een onbekend persoon die in dezelfde straat wandelt is niet normaal. Als die hond reageert door te grommen is dit een teken van angstagressie. Bepaalde situaties waarbij er schijnbaar geen bedreiging is, vb. een persoon die naar je hond reikt, een hond bij de dierenarts of een hond waarnaar geroepen wordt.

    Gevolg :
    Angstagressieve honden proberen zo’n situatie te vermijden door zich terug te trekken. Veel honden met angstagressie grommen tot ze in een hoek worden gedreven en dan bijten ze. Deze gedragingen zijn in contrast met de gedragingen van een normale hond die zijn staart tussen z’n poten steekt, zich klein maakt en zich verstopt bij angst, maar geen vocale of fysieke tekenen van agressie vertoont. Ook honden die een langdurige pijnlijke medische behandeling ondergaan kunnen angstagressie ontwikkelen en reageren op een benadering van de dierenarts. Ongepast straffen kan ook resulteren in een angstagressieve hond. Deze dieren associëren de benadering van de persoon met de straf, eerder dan de straf met de ongepaste handeling.

    Honden die dus een angstig agressief gedrag vertonen mogen niet gerustgesteld worden (“alles is in orde”). Voor de hond is het niet oké en het kalme, geruststellende gedrag bekrachtigd hun ongepast gedrag.

    De andere 11 categorieën zijn maternale agressie, spelagressie, pijnagressie, territoriale agressie, protectieve agressie, intraspecifieke agressie, voedselagressie, possessieve agressie, omgerichte agressie, prooiagressie, idiopathische agressie.

    © 2003 - dierenkliniek Causus - Oudenburg (Belgium) - info@causus.be - disclaimer

    28-02-2010 om 13:58 geschreven door mailgroep

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Categorie:Hond
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Waarom castreren we mannelijke honden

    Waarom castreren we mannelijke  honden

    • Agressief gedrag :  De meeste honden worden na castratie een stuk rustiger, het "mannetjesgedrag" is weg, waardoor honden gemoedelijker worden.
    • Weglopen :  Omdat de belangstelling voor loopse teefjes nagenoeg weg is, gaat de hond ook niet meer op zoek. Als het weglopen geen sexuele reden had, dan zal de hond na castratie ook blijven wandelen. Sommige honden vinden het gewoon leuk om buiten rond te lopen en op onderzoek uit te gaan, en die zullen dat ook na de castratie blijven doen.
    • Voorhuidontsteking :  Dit komt nogal eens voor bij reuen. Bij sommige merk je er bijna niets van en andere verliezen steeds flinke druppels pus en zitten er dan ook de hele dag aan te likken. Dit probleem verbetert bij de meeste honden door castratie, maar niet bij alle.
    • Teefjes in huis :  Als U meedere honden in huis hebt, is een castratie van de reu een kleinere ingreep dan sterilisatie van het teefje. U kunt ze wel steeds uit elkaar houden, maar ze ruiken toch dat het teefje loops is en zijn dan vaak erg onrustig.

    Nadelen van castratie

    • Gewichtstoename :  Dit gebeurt wel regelmatig, maar is vaak minder opvallend dan de gewichtstoename van teefjes na sterilisatie. Ook hier geldt: Met wat dieetmaatregelen van het begin af aan, is het goed in de hand te houden.
    • Gedrag :  De meeste gecastreerde reuen hebben totaal geen aandacht meer voor loopse teefjes. Ook ander vervelend gedrag zoals tegen mensen op rijden is meestal helemaal weg. Een gecastreerde reu blijft wel altijd als een reu plassen: met het pootje omhoog.

    Houdt U er rekening mee, dat het gedrag pas na een week of 6 gaat veranderen, totdat de hoeveelheid geslachtshormonen gaat verminderen. Tot deze tijd zijn de reuen in principe ook nog vruchtbaar.

    operatie

    De hond krijgt, na even te zijn onderzocht, een sedativum toegediend. Dit is een middel om de hond rustig te maken, zodat de eigenaar kan vertrekken en dat de hond niet in paniek is. Hiervan kan de hond wat braken.
    De  hond wordt  een tijdje met rust gelaten, zodat  het sedativum goed kan inwerken.
    Voor een castratie worden de meeste honden aan de gasanaesthesiel gelegd.
    Het operatiewondje wordt vlak voor de balzak gemaakt en hierdoor worden beide testikels naar buiten gebracht, afgebonden en verwijderd.



    Het wondje wordt gehecht en de huid wordt met onderhuidse hechtingen gesloten.
    De hond krijgt twee injecties: een pijnstiller en een antibioticum.
    Ook krijgt hij nog pijnstillers en antibiotica mee naar huis.

    nazorg

    Thuis wordt de hond op een rustig plekje gelegd, zodat hij op zijn gemak uit kan slapen.
    Als hij volledig wakker is, mag hij wat water, niet te veel en niet te koud.
    Als dat goed verdragen wordt mag hij wat meer.
    Eten liefst maar de dag nadien.

    (Causus.be)

    28-02-2010 om 13:57 geschreven door mailgroep

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Categorie:Gezondheid hond & kat
    >> Reageer (0)


    Archief per week
  • 24/02-02/03 2014
  • 17/02-23/02 2014
  • 10/02-16/02 2014
  • 03/02-09/02 2014
  • 18/11-24/11 2013
  • 20/02-26/02 2012
  • 13/02-19/02 2012
  • 06/02-12/02 2012
  • 30/01-05/02 2012
  • 23/01-29/01 2012
  • 16/01-22/01 2012
  • 09/01-15/01 2012
  • 21/11-27/11 2011
  • 24/10-30/10 2011
  • 12/09-18/09 2011
  • 22/08-28/08 2011
  • 20/12-26/12 2010
  • 13/12-19/12 2010
  • 06/12-12/12 2010
  • 08/11-14/11 2010
  • 25/10-31/10 2010
  • 18/10-24/10 2010
  • 13/09-19/09 2010
  • 06/09-12/09 2010
  • 30/08-05/09 2010
  • 23/08-29/08 2010
  • 16/08-22/08 2010
  • 09/08-15/08 2010
  • 19/07-25/07 2010
  • 28/06-04/07 2010
  • 31/05-06/06 2010
  • 24/05-30/05 2010
  • 17/05-23/05 2010
  • 03/05-09/05 2010
  • 26/04-02/05 2010
  • 05/04-11/04 2010
  • 29/03-04/04 2010
  • 22/03-28/03 2010
  • 08/03-14/03 2010
  • 01/03-07/03 2010
  • 22/02-28/02 2010
  • 15/02-21/02 2010
  • 08/02-14/02 2010
  • 01/02-07/02 2010
  • 25/01-31/01 2010
  • 18/01-24/01 2010
  • 11/01-17/01 2010
  • 04/01-10/01 2010
  • 28/12-03/01 2010
  • 21/12-27/12 2009
  • 14/12-20/12 2009
  • 07/12-13/12 2009
  • 30/11-06/12 2009
  • 23/11-29/11 2009
  • 16/11-22/11 2009
  • 09/11-15/11 2009
  • 26/10-01/11 2009
  • 19/10-25/10 2009
  • 05/10-11/10 2009
  • 28/09-04/10 2009
  • 21/09-27/09 2009
  • 14/09-20/09 2009
  • 07/09-13/09 2009
  • 31/08-06/09 2009
  • 24/08-30/08 2009
  • 17/08-23/08 2009
  • 10/08-16/08 2009
  • 03/08-09/08 2009
  • 27/07-02/08 2009
  • 20/07-26/07 2009
  • 13/07-19/07 2009
  • 06/07-12/07 2009
  • 29/06-05/07 2009
  • 22/06-28/06 2009
  • 15/06-21/06 2009
  • 08/06-14/06 2009
  • 01/06-07/06 2009
  • 25/05-31/05 2009
  • 18/05-24/05 2009
  • 11/05-17/05 2009
  • 04/05-10/05 2009
  • 27/04-03/05 2009
  • 20/04-26/04 2009
  • 13/04-19/04 2009
  • 06/04-12/04 2009
  • 30/03-05/04 2009
  • 23/03-29/03 2009
  • 16/03-22/03 2009
  • 09/03-15/03 2009
  • 02/03-08/03 2009
  • 23/02-01/03 2009
  • 16/02-22/02 2009
  • 09/02-15/02 2009
  • 02/02-08/02 2009
  • 26/01-01/02 2009
  • 19/01-25/01 2009
  • 12/01-18/01 2009
  • 05/01-11/01 2009
  • 29/12-04/01 2009
  • 22/12-28/12 2008
  • 15/12-21/12 2008
  • 08/12-14/12 2008
  • 01/12-07/12 2008
  • 24/11-30/11 2008
  • 17/11-23/11 2008
  • 10/11-16/11 2008
  • 03/11-09/11 2008
  • 27/10-02/11 2008
  • 20/10-26/10 2008
  • 13/10-19/10 2008
  • 06/10-12/10 2008
  • 29/09-05/10 2008
  • 22/09-28/09 2008
  • 15/09-21/09 2008
  • 08/09-14/09 2008
  • 01/09-07/09 2008
  • 25/08-31/08 2008
  • 18/08-24/08 2008
  • 11/08-17/08 2008
  • 04/08-10/08 2008
  • 28/07-03/08 2008
  • 21/07-27/07 2008
  • 14/07-20/07 2008
  • 07/07-13/07 2008
  • 30/06-06/07 2008
  • 23/06-29/06 2008
  • 16/06-22/06 2008
  • 09/06-15/06 2008
  • 02/06-08/06 2008
  • 26/05-01/06 2008
  • 19/05-25/05 2008
  • 12/05-18/05 2008
  • 05/05-11/05 2008
  • 28/04-04/05 2008
  • 21/04-27/04 2008
  • 14/04-20/04 2008
  • 07/04-13/04 2008
  • 31/03-06/04 2008
  • 24/03-30/03 2008
  • 17/03-23/03 2008
  • 10/03-16/03 2008
  • 03/03-09/03 2008
  • 25/02-02/03 2008
  • 18/02-24/02 2008
  • 11/02-17/02 2008
  • 04/02-10/02 2008
  • 28/01-03/02 2008
  • 21/01-27/01 2008
  • 14/01-20/01 2008
  • 07/01-13/01 2008
  • 31/12-06/01 2008
  • 24/12-30/12 2007
  • 17/12-23/12 2007
  • 10/12-16/12 2007
  • 03/12-09/12 2007
  • 26/11-02/12 2007
  • 19/11-25/11 2007
  • 12/11-18/11 2007
  • 05/11-11/11 2007
  • 29/10-04/11 2007
  • 22/10-28/10 2007
  • 15/10-21/10 2007
  • 08/10-14/10 2007
  • 01/10-07/10 2007
  • 24/09-30/09 2007
  • 17/09-23/09 2007
  • 10/09-16/09 2007
  • 03/09-09/09 2007
  • 27/08-02/09 2007
  • 20/08-26/08 2007
  • 13/08-19/08 2007
  • 06/08-12/08 2007
  • 30/07-05/08 2007
  • 23/07-29/07 2007
  • 16/07-22/07 2007
  • 09/07-15/07 2007
  • 02/07-08/07 2007
  • 25/06-01/07 2007
  • 18/06-24/06 2007
  • 11/06-17/06 2007
  • 04/06-10/06 2007
  • 28/05-03/06 2007
  • 21/05-27/05 2007
  • 14/05-20/05 2007
  • 07/05-13/05 2007
  • 30/04-06/05 2007
  • 23/04-29/04 2007
  • 16/04-22/04 2007
  • 09/04-15/04 2007
  • 02/04-08/04 2007
  • 26/03-01/04 2007
  • 19/03-25/03 2007
  • 12/03-18/03 2007
  • 05/03-11/03 2007
  • 26/02-04/03 2007
  • 19/02-25/02 2007
  • 12/02-18/02 2007
  • 05/02-11/02 2007
  • 29/01-04/02 2007
  • 22/01-28/01 2007
  • 15/01-21/01 2007
  • 08/01-14/01 2007
  • 01/01-07/01 2007
  • 25/12-31/12 2006
  • 18/12-24/12 2006
  • 11/12-17/12 2006

    Gastenboek
  • Dank jullie wel
  • goede morgen blogger
  • maandaggroeten
  • Piper ( mini Horse ) and Mango ( fat Cat )
  • Groetjes van uit Tessenderlo

    Druk oponderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek


    Blog als favoriet !


    Zoeken in blog



    Mijn favorieten
  • seniorennet.be
  • Dierenasiels
  • Doggydancing
  • Sol y luna
  • Jef Pipe
  • Chamanouke
  • Beautifull Lady
  • Birdie
  • Huisdierenuitvaart

  • Archief per maand
  • 02-2014
  • 11-2013
  • 02-2012
  • 01-2012
  • 11-2011
  • 10-2011
  • 09-2011
  • 08-2011
  • 12-2010
  • 11-2010
  • 10-2010
  • 09-2010
  • 08-2010
  • 07-2010
  • 06-2010
  • 05-2010
  • 04-2010
  • 03-2010
  • 02-2010
  • 01-2010
  • 12-2009
  • 11-2009
  • 10-2009
  • 09-2009
  • 08-2009
  • 07-2009
  • 06-2009
  • 05-2009
  • 04-2009
  • 03-2009
  • 02-2009
  • 01-2009
  • 12-2008
  • 11-2008
  • 10-2008
  • 09-2008
  • 08-2008
  • 07-2008
  • 06-2008
  • 05-2008
  • 04-2008
  • 03-2008
  • 02-2008
  • 01-2008
  • 12-2007
  • 11-2007
  • 10-2007
  • 09-2007
  • 08-2007
  • 07-2007
  • 06-2007
  • 05-2007
  • 04-2007
  • 03-2007
  • 02-2007
  • 01-2007
  • 12-2006

    Inhoud blog
  • Lieve AMY
  • Lieve Babs
  • Boyke
  • Jerommeke
  • Youry onze Golden Retriever
  • Nieuwe Puppy
  • Blijft jouw pup alleen thuis?
  • Hoe overleeft een binnenhuiskat buiten?
  • Veel meer info over vogels
  • Een huisdier maakt onze thuis compleet
  • Wie is het slimst? Hond versus chimpansee
  • Acht tips om de oren van je hond zuiver te houden
  • Dieren op de weide tijdens de vrieskou: wat kan er?
  • Waarom vrouwen van katten houden
  • 10 lessen die je kunt trekken uit het leven van je huisdier
  • Kijk je hond in de ogen
  • Gedichtje
  • Samen op wandel - enkele tips voor baasje en hond
  • Honden en katten twee soorten jagers
  • Allergieën: ook onze katten hebben er last van!

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Willekeurig SeniorenNet Blogs
    remnicole
    blog.seniorennet.be/remnico
    Mijn favorieten
  • seniorennet.be
  • Mijn waffers

  • Zoeken met Google




    Foto

    Foto

    Foto

    Mijn favorieten
  • seniorennet.be
  • crematoriumboom

  • Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Nieuws GVA
  • Wintam maakt tegen GR Katelijne einde aan slechte reeks
  • Versteeven leidt RC Mechelen langs Berg en Dal
  • Boulayoune scoort vier keer voor Tubantia Borgerhout dat wint van Sporting Club Antwerpen
  • Baaldag voor Kempische renners: “Dan merk je dat je op of net over je limiet rijdt”
  • Merksplas en Olmen blijven steken op 0-0
  • “Ik wil aan de rechter vragen waarom hij een verkreukelde slab draagt en toch niets eet”: Vlinderpaleis zet deuren open voor kinderen
  • REEKSOVERZICHT 3DE AFDELING VV A. VW Hamme is de nieuwe leider, Avanti Stekene kan niet bevestigen en ook Erpe-Mere United onderuit
  • Beekhoek blijft in problemen na gelijkspel tegen Rauw
  • Peffer leidt Lyra-Lierse langs Sporting Hasselt
  • Jacobs is goud waard voor Brasschaat tegen Boechoutse VV

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Zoeken in blog



    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto


    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Mijn favorieten
  • seniorennet.be
  • Dierenkliniek Wilhelminapark

  • Laatste commentaren
  • Nuru massage in Bangalore (spa69)
        op Het Franse hangoor konijn
  • massage spa near me (madhurisweety)
        op Het Franse hangoor konijn
  • Marianne (Marianne Miltenburg)
        op 8 tips om je huisdier kalm te houden tijdens het vuurwerk
  • Illegaal gebruik artikel (De WeydeGansch)
        op Behandel je hond nooit als mens.
  • goed artikel (LEEN)
        op Hondennagels knippen is geen gevecht.


  • Blog tegen de regels? Meld het ons!
    Gratis blog op http://blog.seniorennet.be - SeniorenNet Blogs, eenvoudig, gratis en snel jouw eigen blog!