Hallo bezoeker,
welkom op het blog van de Mailgroep Huisdieren, een hechte groep Dierenvrienden-SeniorenNetters, die er zijn voor, door en met elkaar.
Op dit blog kunnen jullie kennismaken met onze dieren, tips vinden over de verzorging en de gezondheid van de dieren, dierengedichten en dierenartikels lezen, werkjes in verband met dieren bekijken, enz.
Veel kijk- en leesplezier!
18-07-2008
De degoe : alles wat u moet of wil weten!
De degoe : alles wat u moet of wil weten
Gedrag
Degoes zijn sociaal levende dieren. Ze leven in de vrije natuur in grote groepen op de rotsen, waar ze graag klimmen en klauteren; hiervoor zijn ze uitstekend uitgerust. Net als de cavia maken degoes piep- en gromgeluidjes om te communiceren. In tegenstelling tot vele andere knagers zijn degoes uitgesproken dagactieve dieren; 's avonds trekken ze zich terug in hun holenstelsels en bij de eerste zonnestraaltjes komen ze boven de grond en gaan ze op zoek naar voedsel. midden op de dag worden ze meestal wat rustiger en tegen het einde van de middag worden ze weer actief.
Helaas worden degoes vaak als solitair gehouden. het is beter voor een degoe om in een klein groepje, of in elk geval in het gezelschap van een andere soortgenoot te leven. Wilt u toch een degoe als solitair houden, dan zult u het dier beslist een uur per dag alle aandacht moeten schenken om te voor komen dat het gedragsstoornissen ontwikkelt. Bij het samenstellen van een groep degoes moet u voorzichtig te werk gaan. Het is wel zo dat ze in de vrije natuur vrijwel nooit vechten, maar daar zijn dan ook voldoende uitwijkmogelijkheden, die we in een kooi of ander verblijf niet kunnen bieden. Vrouwtjes gaan, ook als ze elkaar niet kennen, over het algemeen heel goed met elkaar om. Het probleem zit hem voornamelijk in de geslachtsrijpe mannelijke exemplaren. Volwassen mannetjes die niet samen zijn opgegroeid, kunnen vaak niet samenleven - en zeker niet als er vrouwtjes in de buurt zijn. Zijn er echter voldoende vrouwtjes per mannetje aanwezig en is het verblijf erg ruim, dan gaat het vaak wel goed. Problemen ontstaan normaal gesproken dus voornamelijk door een tekort aan vrouwelijke dieren gecombineerd met een te kleine ruimte.
Degoes zijn erg actief. Ze klimmen en klauteren graag en zijn erg nieuwsgierig naar alles wat er om ze heen gebeurt. Ze bijten zelden en gaan al snel een vertrouwensband aan met hun verzorger.
Geschiedenis - Oorsprong
Degoes zijn afkomstig uit het Andesgebergte in Chili in Zuid - Amerika. Daar leven deze vriendelijke dieren in grote troepen op de rotsen. Ze klauteren daar over stenen in struiken en bomen, echter meestal niet hoger dan 1 tot 1,5 m boven de grond. Midden 18e eeuw werden de eerste degoes door Europeanen ontdekt. Destijds werden ze voor eekhoornachtigen aangezien en als zodanig door wetenschappers ingedeeld. Later kwam men erachter dat het hier niet gaat om eekhoorns, maar om dieren die nauw verwant zijn aan het andere vriendelijke en in groepen levende dier uit Zuid - Amerika: de cavia. Vlak na hun ontdekking werden degoes geïmporteerd naar dierentuinen in Europa. In het midden van de 20e eeuw vonden de meeste degoes hun weg naar laboratoria, waar ze werden gehouden in verband met onderzoeken naar hun sociale gedrag, maar ook voor medische doeleinden. Als interessant en vooral ook gezellig huisdier is de degoe nog niet zo lang geleden ontdekt, maar door zijn nieuwsgierige, en vriendelijke en vaak ook grappige manier van doen is hij sterk in opmars.
De degoe leeft oorspronkelijk in Chili en leeft daar in open, vaak rotsachtige gebieden tot een hoogte van ca 1500 m. Waarschijnlijk worden degoe's in Chili ook gehouden als huisdier en zijn ze soms een plaag voor de landbouw. De natuurlijke vijanden van de degoe zijn roofvogels.
Geslachtsonderscheid
De geslachtsbepaling bij degoe's is geen gemakkelijke zaak. De afstand tussen anus en genitaliën is bij mannetjes groter dan bij vrouwtjes. Beide geslachten lijken een penis te hebben en de mannetjes hebben geen zichtbare balletjes.
Gezondheid en ziektes
Zoals bij konijnen en knaagdieren is de gezondheid van de degoe af te meten aan zijn eetlust, aktiviteit en uiterlijk: de gezonde degoe heeft een glanzende vacht, is actief en eet en drinkt goed. Zo gauw in één van deze aspecten verandering optreedt is het zaak een dierenarts te raadplegen.
Huid- en vachtproblemen:
Huidschimmels, schurftmijt of andere parasieten kunnen o.a. kale plekken veroorzaken.
Raadpleeg een dierenarts: behandeling is mogelijk.
Doorgegroeide tanden en nagels:
Door genoeg voor knaagmateriaal en beweging te zorgen slijten de altijd doorgroeiende tanden en nagels als natuurlijk af.
Bij te lang geworden tanden en nagels moet er geknipt worden.
Verstopping en diarree:
Een veel voorkomende kwaal en meestal een gevolg van verkeerde of veranderingen in het voer.
Bij aanhoudende diarree een dierenarts raadplegen.
Huisvesting
Degoes kunt u het beste houden in een grote glazen bak waarvan de bovenkant met stevig gaas is afgedekt. Sommige degoes zijn namelijk zulke verwoede knagers dat ze zelfs door hard plastic van speciaal voor knaagdieren ontworpen kooien heen kunnen knagen, dus wees hierop bedacht. Op de bodem van de kooi of aquariumbak kunt u houtkrullen leggen. Deze moeten beslist stofvrij zijn omdat degoes longontsteking kunnen ontwikkelen door een te hoog stofgehalte in hun bodembedekking. Ook houtkrullen afkomstig van dennenhout zijn niet altijd even gunstig voor hun gezondheid. Degoes klimmen graag, en u zult ze hiervoor de gelegenheid moeten geven door het plaatsen van takken en andere interessante klimmogelijkheden in hun kooi. De kooi mag dan ook zeker niet te laag zijn; een hoogte van 40 tot 50 cm is toereikend. Daarnaast moeten degoes zoals alle andere knaagdieren hun gebit veel en intensief gebruiken om te voorkomen dat hun voortanden te ver doorgroeien. Wilgenhout en takjes van fruitbomen zijn voor dit doel heel geschikt, maar degoes proberen hun tanden op vrijwel alles wat u in het verblijf zet uit. Zet op de bodem van de kooi een flinke zware bak van aardewerk die u vult met chinchilla - zand. De dieren baden hier graag in en dat is bevorderlijk voor de glans van hun pels. Ten slotte behoort er in elk degoeverblijf een nestkastje aanwezig te zijn waarin de dieren zich terug kunnen trekken om te slapen of om uit te rusten.
Uiterlijke kenmerken
De degoe die in het wild in Chili wordt aangetroffen, is vaak veel groter dan de degoe die als huisdier gehouden wordt. Dat is opvallend, aangezien dat dit bij ondermeer de hamster meestal juist andersom is. Het feit dat de meeste dieren als huisdier groter en ook zwaarder zijn dan hun soortgenoten in het wild, ligt aan de goede voeding en het feit dat ze minder beweging krijgen. De uitzondering die de degoe maakt, heeft waarschijnlijk te maken met de grote mate van inteelt. De huidige stammen die als huisdier gehouden worden, zijn vrijwel allemaal familie van elkaar.
In de vrije natuurlevende degoes kunnen inclusief hun staart zo'n 40 cm of langer worden bij een gewicht van twee tot drie ons. Degoes die als huisdier worden gehouden, zijn bijna altijd kleiner en ook hun gewicht is meestal lager.
Levensverwachting
Degoes worden normaal gesproken tussen de vijf en acht jaar oud.
Omgang & Tam maken
Het tam maken van een degoe is vrij eenvoudig. De dieren zijn van nature nieuwsgierig en de nieuwsgierigheid wint het meestal van de voorzichtigheid. Als u uw degoe regelmatig uit de hand voert, zal hij of zij al snel wennen. Degoes zijn geen echte knuffeldiertjes. U kunt ze meestal wel oppakken of aaien, maar zo tam en aanhankelijk als bijvoorbeeld de cavia's zullen degoes niet worden; daar zij ze veel te beweeglijk voor. Pak een degoe nooit op aan de staart. Deze laat namelijk gemakkelijk los en groeit niet meer aan.
Vacht en kleur
De vacht van de degoe is kort en de dikte ervan past zich aan de omstandigheden aan. Een degoe die in een koudere omgeving verblijft, heeft een dikkere vacht dan een degoe die in een warm klimaat of in een verwarmde huiskamer gehouden word.
De degoe is tot dusver alleen bekend in de zogenaamde wildkleur, al komen er ook dieren met een wit vlekje voor, een typisch domesticatieverschijnsel. De grondkleur is bruingrijs en de haartoppen hebben een zwarte ticking. De ogen zijn donkerbruin. De staart, die een paar centimeter korter is dan het lichaam, is geheel behaard.
Algemene verzorging
Voor een goede vachtverzorging is een dagelijks zandbad onmisbaar. Het bad kan een grote metalen kom zijn met redelijk hoge randen, of een gesloten kastje met een ronde opening. Het zand is speciaal verkrijgbaar Chinchilla-badzand; dit is een uit Amerika afkomstige, zeer fijn gemalen klei. Het beste kan het zandbad op een vast moment in de kooi geplaatst worden, bijvoorbeeld voor het voederen. Na het bad wordt het weggehaald en het zand gezeefd om vuil te verwijderen. Regelmatig moet het zandbad ververst worden, dit om infecties door schimmels en bacteriën te vermijden. Pak een degoe nooit aan de staart beet! De degoe zal heel snel beginnen te draaien om te kunnen ontsnappen. Daarbij scheurt de huid van de staartpunt en blijft een licht bloedende kale staart over. Naderhand zal de degoe deze staartpunt afknagen en groeit deze niet meer aan. Degoe's zijn geen knuffeldieren . Wel zijn ze enigszins tam te krijgen dat ze op hun kopje te aaien zijn. Door het aanreiken van voedsel kunnen ze tam worden.
Was de handen goed na ieder contact met de degoe of zijn omgeving
Voeding
Degoes leven in de vrije natuur op een rotsbodem met struikachtige begroeiing. Ze eten granen, grassen en zaden, en verder alles wat voorhanden en eetbaar is. Er zijn speciale voeders voor degoes, maar deze zijn helaas nog niet overal verkrijgbaar. Kunt u dit voedsel bij u in de buurt niet vinden, dan kunt u ze cavia - of knaagdierenvoer geven Daarnaast eten degoes graag kleine beetjes fruit en groeten, maar geef ze niet te veel, aangezien dit darmproblemen kan veroorzaken. Als huisdier gehouden degoes krijgen vaak te veel calorierijke en vezelarme hapjes, wat vervetting in de hand werkt. Deze vervetting leidt vaak tot het ontstaan van suikerziekte, een ongeneeslijke aandoening waarvoor degoes helaas vrij bevattelijk zijn. Verwen de degoe dan ook niet teveel, aangezien dit een negatief effect heeft op de gezondheid van het dier. Hooi is zeer geschikt voedsel, omdat het vezelrijk is. Zorg ervoor dat dit altijd in voldoende hoeveelheden in het verblijf aanwezig is, maar zorg er wel voor dat het hooi stof vrij is. Water kunt u het beste uit een glazen drinkflesje geven. Plastic drinkflesjes worden namelijk vaak kapotgebeten. Degoes `wassen` zichzelf door zich regelmatig in schoon wit zand (geen schelpenzand) te wentelen. U kunt dit zand in een zware aardewerken bak in hun verblijf zetten. Het is te koop bij de dierenspeciaalzaak.
Voortplanting
Degoevrouwtjes zijn geslachtrijp als ze ongeveer drie maanden oud zijn, maar op die leeftijd zijn ze nog onvoldoende ontwikkeld om een nest jongen te dragen en groot te brengen. Het is beter te wachten tot de dieren ongeveer vijf maanden oud zijn. Wanneer een degoevrouwtje een dekking van het mannetje toestaat, verschilt per dier, maar dit is meestal eens per twee of drie weken. Houdt u een geslachtsrijp mannetje en vrouwtje samen, dan zullen ze zelf het tijdstip van paren bepalen. U kunt het mannetje na de dekking gewoon bij het vrouwtje laten; ook als de jongen geboren zijn, hoeft u hem niet in een aparte kooi over te zetten. De dracht duurt tamelijk lang; ongeveer negentig dagen. Het nest bestaat gemiddeld uit vijf jongen, maar het kan ook maar drie of zelfs tien jongen bevatten. De jongen zijn bij hun geboorte al helemaal `af `. Ze hebben een pelsje, de oogjes zijn open en ze kunnen al aardig rondlopen. Na een paar weken knabbelen ze wat mee van het voedsel wat de ouders ook eten, maar ze hebben de moedermelk nog wel hard nodig. Zodra de jongen een leeftijd van ongeveer vijf tot zes weken hebben, drinken ze geen melk meer bij de moeder, maar ze zijn dan nog te jong om helemaal voor zichzelf te zorgen. Het is beter om ze tot op een leeftijd van ongeveer acht weken bij het moederdier te laten.
Voordat je over gaat tot aanschaf van een gevederde huisgenoot, is het handig om een situatieschets te maken van je thuissituatie en dan met name van eventuele andere dierlijke huisgenoten.
Vogels kunnen namelijk lang niet altijd met elk dier omgaan en dat is zeker ook omgekeerd het geval.
Vogel en kat Het ligt voor de hand dat een kat je vogel als prooi zal zien. En waarschijnlijk zal een vogel bang zijn voor je kat. Als je ze genoeg tijd geeft, zullen ze uiteindelijk wel aan elkaar wennen. Je kat zal zo'n vogel wel interessant vinden en afhankelijk van de grootte op onderzoek uitgaan. Als je je kat daarbij goed in de gaten houdt en tijdig corrigeert, hoeft de combinatie geen problemen op te leveren. Maar oplettendheid blijft natuurlijk geboden.
Vogel en hond Honden gaan juist weer heel anders met vogels om. Als je hond jong in aanraking komt met een huisvogel, dan is de kans groot dat ze elkaar gedogen en misschien zelfs wel vriendschap sluiten. Je hond en de vogel hebben in elk geval weinig van elkaar te vrezen en zijn dan ook een prima combinatie.
Vogel en de rest Het is niet aan te raden om knaagdieren of reptielen in dezelfde ruimte te houden als een vogel. In feite is hier het omgekeerde aan de hand van wat we net beschreven over katten. In dit geval is er grote kans dat je hamster, muis of rat als prooidier wordt aangezien. Gevaarlijk, óók als de vogel in een kooi zit. Want ook dan kan de vogel zo geprikkeld of geïrriteerd raken dat hij zich niet veel aantrekt van het feit dat hij in een kooi zit. Op die manier kan de vogel zichzelf of zijn omgeving ernstig beschadigen. Hou je knaagdier of reptiel dus uit het zicht van je vogel.
SAMENVATTING Wie de baas is in een troep apen, wordt volgens biologe Charlotte Hemelrijk meer bepaald door toeval dan door genetische aanleg. Dat leidt de Groningse hoogleraar af uit computersimulaties van apenruzies. Ze beschrijft de resultaten van haar programma DomWorld in het tijdschrift PlosOne .
Apen houden van hierarchie. Wie is het belangrijkst in de groep? Die mag als eerste eten, een partner kiezen, wordt gevlooid, enzovoorts. Elke dag weer testen apen in kleine confrontaties wie de baas is. Dat lijkt een kwestie van genetische aanleg - grote, sterke apen winnen gevechten het makkelijkst. Charlotte Hemelrijk, hoogleraar zelforganisatie in sociale systemen aan de Rijksuniversiteit Groningen, denkt dat de rangorde juist door een combinatie van toeval en de uitslagen van eerdere ruzies ontstaat. Een aap die een confrontatie wint, heeft door het toegenomen zelfvertrouwen een grotere kans om ook de volgende uitdager de baas te zijn.
Wie is de baas? Bij elke apensoort zijn de rollen anders verdeeld. Onder de lemuren (foto) uit Madagascar zijn de vrouwtjes dominant, bonobo's hanteren een 50-50 verdeling en bij veel andere soorten staan de vrouwtjes onder in de rangorde. bron: frifrini, flickr.com
DomWorld Om haar idee te testen, gebruikte Hemelrijk een computersimulatie. Ze probeerde de sociale rangorde van verschillende apensoorten te reproduceren in de virtuele jungle DomWorld. Met een model dat alleen rekening houdt met genetische aanleg lukte dat niet: soorten waarbij de vrouwtjes standaard groter zijn dan de mannetjes hebben niet automatisch een dame aan de top.
Hemelrijk's toevalsmodel wist de apenhierarchie wél goed te voorspellen. Die blijkt onder meer af te hangen van de hoeveelheid mannetjes in een apengroep. "Mannelijke agressie is intensiever dan vrouwelijke. In groepen met meer mannetjes worden mannetjes vaker verslagen door andere mannetjes. Hierdoor is het mogelijk voor dominante vrouwtjes om te winnen van deze verliezers. Ook zijn er ook meer interacties tussen mannetjes en vrouwtjes. Daardoor komt het ook vaker voor dat een vrouwtje toevallig wint van een mannetje. Via het zelfversterkende effect zullen deze vrouwtjes ook bij latere interacties vaker winnen en dus dominanter zijn."
Volgens de biologe werpt haar simulatie nieuw licht op de manier waarop apen samenleven. De dieren zijn geen slaven van hun genen, maar bepalen gaandeweg hoe ze met elkaar omgaan. Hemelrijk wil in vervolgonderzoek bekijken of die zelforganisatie ook de omgangsvormen van andere soorten - zoals mensen - kan verklaren.
Vrouwtjesapen dominanter in groepen met meer mannen
Vrouwtjesapen dominanter in groepen met meer mannen
Vrouwtjesapen zijn dominanter als ze leven in groepen met percentueel meer mannen. Dit komt door zelf-organisatie. Deze verrassende ontdekking deden onderzoekers van de Rijksuniversiteit Groningen. Bijzonder aan het onderzoek is dat er gebruik is gemaakt van een geavanceerd computermodel waarmee interacties tussen apen nagebootst kunnen worden. De bevindingen worden 16 juli 2008 gepubliceerd in PlosOne.
Bij veel diersoorten die in groepen leven bestaat er een sociale hiërarchie, een zogenaamde pikorde. Ook apen kennen een sociale hiërarchie. Bovenaan staat de meest dominante aap die bij agressieve interacties bijten bijvoorbeeld met groepsgenoten steeds wint. Onderaan staat de minst dominante aap degene die bij agressieve interacties met zijn groepsgenoten steevast verliest. Elke dag moet een aap weer zijn plek in deze hiërarchie bevestigen.
Nabootsen
De positie van vrouwtjes in de hiërarchie verschilt per apensoort. Bij de meeste soorten staan de vrouwtjes onder de mannetjes. Dat is niet raar, omdat ze ook vaak veel kleiner zijn dan mannetjes. Desondanks zijn bij de lemuren uit Madagascar de vrouwtjes dominant, bij bonobos zijn de mannetjes en vrouwtjes ongeveer even dominant, en bij veel andere soorten (zoals de makaak en de meerkat) zijn de vrouwtjes zwak dominant. Dat wil zeggen dat de meest dominante vrouwtjes ongeveer een derde van de mannetjes onder zich hebben staan, vertelt Charlotte Hemelrijk, theoretisch bioloog aan de Rijksuniversiteit Groningen en eerste auteur van het artikel dat ze schreef samen met dr. Jan Wantia en de Zwiterse antropoloog dr. Karin Isler. Hoe deze dominantie bij vrouwtjesapen ontstaat was echter onbekend. De Groningse onderzoekers hebben daarom een virtuele wereld gecreëerd, DomWorld, waarmee ze interacties tussen apen kunnen nabootsen.
Dominatie berekenen
Dit computermodel voorspelde, verrassend genoeg, dat vrouwtjes dominanter zijn in een groep waarin relatief veel mannetjes leven. Om te kijken of dit overeenkwam met de werkelijkheid, analyseerden de onderzoekers data over agressie uit een grote hoeveelheid onderzoeksartikelen waarin het gedrag van apen beschreven wordt. Hierdoor konden ze voor de eerste keer- de vrouwelijke dominantie voor een groot aantal verschillende groepen en soorten apen berekenen. Uit deze analyse bleek de voorspelling van het model perfect te kloppen. Hemelrijk: Het is een interessante manier van onderzoek doen. Je ontdekt iets onverwachts in de virtuele wereld, en vervolgens toets je deze ontdekking in de echte wereld.
Aangeboren of zelf-organisatie?
Maar waarom zijn vrouwtjesapen dominanter in groepen met meer mannetjes? Er zijn twee concurrerende theorieën over het ontstaan van dominantie. Hemelrijk: Volgens de eerste theorie is dominantie aangeboren. Een aap met goede genen is groter en zal daarom sneller winnen bij een agressieve interactie. Volgens de tweede theorie ontstaat dominantie door zelforganisatie. Door toeval wint een bepaalde aap een agressieve interactie. Daardoor krijgen ze meer zelfvertrouwen, en zullen ze ook andere agressieve interacties gaan winnen. Het is een zelfversterkend effect.
Complexer dan gedacht
Als de eerste theorie zou kloppen, dan verwacht je dat in apensoorten waar het vrouwtje relatief groter is ten opzichte van het mannetje, de vrouwtjes dominanter zijn. Dit bleek niet het geval te zijn, ontdekten de onderzoekers. De tweede theorie daarentegen blijkt perfect in staat te zijn dominantie van vrouwtjes te verklaren. Vooral omdat het verband tussen het percentage mannetjes en vrouwelijke dominantie alleen wordt aangetroffen bij apensoorten die in groepen leven die gekenmerkt worden door sterk agressief gedrag. Mannelijke agressie is intensiever dan vrouwelijke. In groepen met meer mannetjes worden mannetjes vaker verslagen door andere mannetjes. Hierdoor is het mogelijk voor dominante vrouwtjes om te winnen van deze verliezers. Ook zijn er ook meer interacties tussen mannetjes en vrouwtjes. Daardoor komt het ook vaker voor dat een vrouwtje toevallig wint van een mannetje. Via het zelfversterkende effect zullen deze vrouwtjes ook bij latere interacties vaker winnen en dus dominanter zijn.
Menselijk gedrag
Volgens Hemelrijk werpt dit onderzoek nieuw licht op de apenwereld. Er werd altijd aangenomen dat de mate van vrouwelijke dominantie over mannetjes of vice versa - iets statisch is. Maar het blijkt allemaal veel dynamischer en complexer te zijn. Ook bij menselijk gedrag speelt dominantie een belangrijke rol. Het zou me daarom niet verbazen als zelforganisatie ook betrokken is bij de ontwikkeling van dominantie relaties tussen de seksen bij mensen.
Live de route volgen van je kat om te weten waar hij uithangt? Dat kan vanaf het laatste kwartaal van dit jaar als een elektronicabedrijf uit Hengelo een gps-systeem voor katten op de markt brengt.
Wilfried Peezenkamp bedacht het systeem nadat zijn eigen drie katten ernstig mishandeld waren thuisgekomen. De kat krijgt een kleine gps-ontvanger aan de halsband.
Door een basisstation aan de pc te koppelen kan de gebruiker via Google Earth zien waar de kat buitenshuis loopt. Hij heeft naar eigen zeggen al veel reacties ontvangen van bezorgde katteneigenaars
Al goed dat het geen echte hond was, je zou er dan nog een paar bekjes bijkrijgen om te voeden!!!!!!!!
Gestolen nephond gaat op reis
Een Amerikaanse vrouw uit Portland (Oregon) dacht dat ze haar keramische hond nooit meer zou terugzien, nadat dieven het ornament uit haar tuin hadden gestolen. Maar plots dook het dier weer op, ruim een maand later, met een fotoalbum van zijn reizen.
Te veel regen De vrouw, Edwina Cramer-Norris, begon al gauw na de verdwijning postkaartjes te krijgen van het 'dier', waarop stond 'To Master', van 'Lucky Dog'. Maar toen ze deze week naar buiten ging omdat ze een blauwe bestelwagen van haar oprit zag wegrijden, trof ze een zelfgemaakt hondenhok aan in haar tuin, met de hond erin. Op het bijgevoegde briefje stond dat "de hond dringend aan vakantie toe was, omdat het te veel regent in Oregon".
DisneyWorld Er lag ook een fotoalbum bij, waarin ze duidelijk de avonturen van de hond kon volgen. Op elke foto poseerde een familie samen met de hond, met op de achtergrond onder andere DisneyWorld, Graceland, de Mississippi rivier en New Orleans. "Het is een bizar verhaal, maar we zijn blij dat we hem terughebben," aldus de vrouw. De vermiste hond kwam trouwens terug met twee nieuwe familieleden: keramische puppies. (sd)
Bewoners van het bejaardenhuis Beukenhof in het Nederlandse Musselkanaal kregen gisterenmiddag bezoek van een nieuwsgierige koe. Het jonge dier was uit haar weiland achter het tehuis ontsnapt en wandelde vervolgens ongezien via de hoofdingang van het zorgcentrum het washok binnen.
De gewaarschuwde politie slaagde erin de koe met brood terug naar haar weiland te lokken. De agenten hebben de eigenaar van het avontuurlijke rund gewezen op het gat in het gaas waardoor ze ontsnapt was. Hij heeft beloofd het te repareren. (anp/sps)
a) Als je een witte haan hebt en een zwarte hen, dan zullen al je kuikens zwarte zijn. Ook omgekeerd, als je een zwarte haan hebt en een witte hen, zullen al je kuikens zwart zijn. Tenminste als het zuivere dieren zijn, zonder gekleurde voorouders. Zwart is baas tegenover wit. Bij een paar rassen is dit juist omgekeerd en zijn al je kuikens wit.
b) Als je goud en zilver met elkaar kruist, dan zullen de kuikens net omgekeerd zijn. Een zilveren haan en een gouden hen geven gouden haantjes en zilveren hennetjes.
Maar het leven van de hond is oersaai. Zijn dagen bestaan uit veel alleen zijn en wachten. Terwijl hij is gemaakt om buiten met zijn roedel in actie te leven.
Het is een wonder dat niet alle honden gek worden. Misschien zijn zij het allen wel een beetje, maar kunnen zij het zeggen ? Soms staat er dan iets in de krant...
De hond staat 's morgens op met 3 vragen :
- hoe geraak ik aan seks, - hoe geraak ik aan plezier, - hoe geraak ik aan lekker eten ?
(feitelijk ... verschilt hij niet zo van de mens)
- Seks : daar kan hij al een kruis over maken, - het plezier : is meestal ver te zoeken, - als hij dan nog elke dag diezelfde korrels in zijn pot gesmeten krijgt ...
Ik zou het voor minder aftrappen!
En dan willen wij dat hij altijd goedgezind en gehoorzaam is.
Niet te verwonderen dat hij afreageert in conflicten, blaffen en vernielen.
bron: http://www.hondenliga.be/
Eigenlijk zie ik niet zoveel verschil met kattengedrag
Een tweede reeks van nuttige weetjes over de hond. Wordt zeker vervolgd. Met dank aan het Huisdier Informatiepunt !!
12. Dat honden met een langharige staart bijzonder goede zwemmers zijn, omdat ze met die staart kunnen sturen?
13.Dat koeien zich meestal verdedigen en honden wegjagen wanneer die in hun weide rondlopen of spelen?
14.Dat hondenvoer in Zuideuropese landen vaak knoflook bevat?
15.Dat paarden tamelijk bange wezens zijn, die door het geblaf van een kleine hond al in paniek kunnen raken? De hond (ja, OOK de kleinste!!) is nog steeds een wolf (je).
16.Dat alle honden met korte, kromme pootjes en een lange rug gevoelig zijn voor de zogenaamde teckelverlamming (hernia nucleï pulposi)
17.Dat de Samojeed uit Noord-Rusland komt en naar een daar levende volksstam genoemd is?
18. Dat je als vuistregel bij pups aan de grootte en dikte van de poten kunt zien hoe groot ze zullen worden?
19.Dat honden die een erf verdedigen dit in bijna alle gevallen doen uit angst, al ziet dit er niet zo uit. Dit heeft weer met die winnaars ervaringen te maken. Elke keer als er iemand bij zon terrein komt (postbode) gaat hij ook weer weg. De hond wint dus. Hij wordt hier ZO zeker van dat hij uiteindelijk alle vertoningen laat zien van een zelfverzekerde, dominant agressieve hond. Dat zelfverzekerde gedrag is gekoppeld aan het eigen terrein. Vandaar dat de hond in een andere situatie zich weer neutraal op kan stellen.
20.Dat de meeste problemen met honden worden veroorzaakt doordat mensen hen te veel menselijke eigenschappen toelichten?
21.Als een kleine teef wordt gedekt door een grote reu, vraag dan aan de dierenarts of zij de "reuzenpup" zal kunnen uitdragen.
Een eerste reeks van nuttige weetjes over de hond. Wordt zeker vervolgd. Met dank aan het Huisdier Informatiepunt !!
DE HOND Nuttige Weetjes
Dat het heel normaal is wanneer honden af en toe gras eten. Het helpt ze bij hun spijsvertering.
Dat de voorpoten van een hond groter zijn dan de achterpoten omdat ze bij het lopen 60% van het gewicht dragen?
Dat tussen de 8 en 12 weken het leervermogen van een pup het grootst is? Wat hij dan leert, vergeet hij nooit meer. De voorwaarde is echter wel dat je blijft trainen met je hond. Leer je bijvoorbeeld in die periode je hond zitten en je herhaalt dit later niet, dan zal je hond dit vergeten.
Blijf altijd rustig, zorg ervoor dat je niet gefrustreerd raakt als de hond niet meteen doet wat je van hem verlangt. Geduld en doorzettingsvermogen wordt op termijn beloont. Als een hond bv moet gaan zitten, dit commando niet 20 keer geven. Één commando moet voldoende zijn, druk de hond daarna zachtjes op zijn achterste terwijl je de hond naar achteren trekt met de riem en geef tijdens deze handeling weer het commando zit. Bij positief resultaat meteen belonen (spelen of iets lekkers geven, sommige honden vinden een aai over de kop of klopje op de borstkast al genoeg) en stoppen met de oefening.
Dat de laatste wetenschappelijke theorie betreffende de puberteit is dat de puberteit bij zoogdieren (ja, ook honden dus) net zo lang duurt als diegene die naast hem (of haar) staan dat gedrag toelaten. Met andere woorden: bij goed leiderschap hebben honden een korte puberteit
Dat een loopse teef in de omgeving uw hond zo kan opwinden dat hij door 'liefdesverdriet' zijn eetlust verliest?
Dat reuen pas hun poten optillen bij het plassen wanneer ze geslachtsrijp zijn? Daarvoor plassen ze net als teven.
Dat waakhonden die een zaak bewaken, evenals werkhonden gelden als aftrekpost voor de belasting?
Dat paarden meer van honden met staande oren houden dan van honden met slappe oren, omdat die vriendelijkheid betekenen?
Dat goede jachthonden nog na meer dan 48 uur kunnen ruiken waar een ree gelopen heeft?
Dat het heel goed is voor een hond om soms een dagje te vasten? In de natuur gebeurt dat ook regelmatig.
Michael Persson Pitbulls mogen weer, kondigde minister Gerda Verburg (Landbouw) dezeweek aan. Ze bijten niet vaak genoeg om het verbod, van kracht sinds in 1993 drie babys werden doodgebeten, te rechtvaardigen.
En omdat het totale aantal bijtincidenten sindsdien niet is gedaald, komt er nu een regeling die voor alle rassen geldt. Voortaan zal niet het uiterlijk, maar het gedrag bepalen of een hond moet worden afgemaakt.
Aan het voornemen kleven een aantal opmerkelijke claims. Vooral de benodigde gedragstest roept vragen op. In een vergadering met de vaste Kamercommissie voor hondenzaken afgelopen dinsdag stelde Verburg dat de betrouwbaarheid van de test, die moet uitwijzen of een hond gevaarlijk is, 81 procent bedraagt.
Voor de Kamer is dat goed genoeg. Voor de Kamerleden is heel duidelijk wat goed en slecht is, zegt hoogleraar Freek van Sluijs. Maar dat is rijkelijk eenvoudig voorgesteld.
Van Sluijs was voorzitter van een commissie die Verburg heeft geadviseerd. De aanbevelingen uit zijn rapport Hondenbeten in perspectief zijn grotendeels overgenomen, maar de minister is vaag over haar bedoelingen met de test. Als ze die preventief wil gebruiken, is allereerst de vraag welke honden in aanmerking komen (abnormaal agressieve honden, maar wie bepaalt dat?). Daarnaast krijg je situaties als in de film
Minority
Report, zegt Van Sluijs. De honden waarvan wordt voorspeld dat ze later gaan bijten, worden ter dood veroordeeld voor daden die ze nog niet hebben begaan.
De voorspelling komt straks uit de zogeheten MAG-test (Maatschappelijk Aanvaardbaar Gedrag). Die wordt nu al gebruikt, maar alleen om te bepalen of een hond geschikt is om mee te fokken. Te agressieve dieren mogen zich niet voortplanten. Dat is iets anders dan ze afmaken, zoals de consequentie zal zijn van de nieuwe wet.
In de test wordt gekeken of honden bijten naar handen en poppen. Maar ze kijken niet hoe snel en hoe hard, en of de hond waarschuwt, zegt dier-etholoog Matthijs Schilder van de Universiteit Utrecht. Bovendien is het karakter van de hond niet het enige. Ook het gedrag van zijn baas telt.
De huidige MAG-test is daarom volgens de deskundigen niet voldoende. De in de Kamer genoemde betrouwbaarheid van 81 procent klopt niet, zegt Van Sluijs. Dat is een terugblik: het percentage bijtende honden waarvan voorspeld was dat ze bijten. Dat is wat anders dan vooruitkijken.
Belangrijker is de positief voorspellende waarde, die aangeeft of een in de test agressief bevonden hond in de toekomst daadwerkelijk zal bijten. Dat is bij slechts 46 procent van de honden het geval. Dus zou 54 procent van de geteste honden onterecht worden afgemaakt. Van Sluijs en Schilder pleiten daarom voor een aangepaste MAG-test.
Alleen zal het lastig worden om die test te valideren, zegt Schilder. Want als de in de test agressief bevonden dieren moeten worden afgemaakt, zul je er nooit achter kunnen komen hoe goed de test is.
Een koala heeft in Australië ontzettend veel geluk gehad. Het dier werd in de buurt van Brisbane tegen een snelheid van 100 km/uur aangereden door een auto. Het hoofdje van de koala zat vast boven de bumper van de auto en de dolle rit duurde nog twaalf kilometer. De koala bleek zo goed als ongedeerd en kreeg de toepasselijke bijnaam 'Lucky'.
Ziekenhuis Lucky is acht jaar oud en herstelt van zijn avontuur in een dierenziekenhuis. De koala zat met één arm en zijn hoofd vast in het rooster boven de bumper van de auto. Met scharen werd Lucky los geknipt. Een paar uur na het ongeval was Lucky de schok alweer vergeten. De koala moet wel 45 dagen in het ziekenhuis, opgericht door wijlen krokodillenjager Steve Irwin, blijven.
Niet langer bedreigd De koala was in het begin van de twintigste eeuw een zwaar bedreigde diersoort. Dierenbeschermers zijn erin geslaagd om de koala sindsdien te redden. Koala's kunnen perfect met mensen samenleven, maar ze hebben wel veel plaats nodig. Zo kwam Lucky waarschijnlijk per ongeluk op de autoweg terecht. (gb)
Zeehond Else, die in Ouwehands Dierenpark in het Nederlandse Rhenen woont, wordt vrijdag 50 jaar. Volgens het dierenpark is Else de oudste zeehond ter wereld. Ze krijgt vrijdag van haar verzorgers een speciaal gemaakte vistaart.
Mannetje overleden Else woonde vanaf 1974 samen met zeehond Dolf in een buitenbassin van het Amstelpark in Amsterdam. Dolf overleed in 2001 op 39-jarige leeftijd. Else kon het verlies niet verwerken en kwijnde weg. Daarom werd besloten haar te verhuizen naar de zeehondengroep die op het nagebootste wad in Ouwehands Dierenpark verblijft. Tussen deze dertien zeehonden, die een groot getijdengebied tot hun beschikking hebben, is Else weer opgeleefd. Else is gezond, maar wel bijna blind, aldus haar verzorgers. (belga/vsv)
Vrouwtjesapen dominanter in groep met meer mannen (Martina1)
Vrouwtjesapen dominanter in groep met meer mannen
Bij de lemuren zijn de vrouwtjes dominanter dan de mannetjes.
Vrouwelijke apen zijn dominanter in groepen met meer mannetjesapen. Dat hebben onderzoekers van de Rijksuniversiteit Groningen ontdekt aan de hand van een computermodel waarmee de interactie tussen apen nagebootst kan worden. Hun bevindingen worden gepubliceerd in het tijdschrift PlosOne.
Sociale hiërarchie Apen leven in groepen waarin een sociale hiërarchie bepaald door agressie bestaat. Meestal staan mannetjes hoger in de pikorde dan vrouwtjes, maar bijvoorbeeld bij lemuren uit Madagaskar zijn de rollen omgekeerd: daar zijn de vrouwtjes dominant. Bij bonobo's kunnen zowel mannetjes als vrouwtjes dominant zijn en vrouwelijke makaken en meerkatten hebben soms een derde van de mannetjes in de groep onder zich staan.
Zelforganisatie Dominantie zou ontstaan door zelforganisatie. Apen krijgen na een (toevallige) overwinning meer zelfvertrouwen en winnen daardoor meer gevechten. Vrouwtjes maken vooral in agressieve groepen met veel mannelijke apen kans dominantie af te dwingen.
In zulke groepen vinden meer agressieve interacties plaats, zodat meer mannetjes verliezen. Ook vinden er in zulke groepen meer gevechten tussen mannetjes en vrouwtjes plaats, waardoor vrouwelijke apen meer kans hebben toevallig van een mannetje te winnen.
Onbekende opgelost Tot nu toe was onbekend hoe vrouwtjes hun dominantie afdwingen. Vaak zijn ze kleiner dan de mannetjes en hebben ze minder kans een gevecht te winnen. Groningse onderzoekers creëerden daarom een virtuele wereld waarin ze de apeninteracties konden nabootsen.
Na controle op reeds uitgevoerde onderzoeken leken de bevindingen ook in de praktijk te kloppen. De onderzoekers denken dat zelforganisatie ook bij mensen een rol zou kunnen spelen bij de ontwikkeling van dominantie tussen seksen. (novum/edp)
Kat- en muisspelletje zet Tirana drie dagen zonder stroom (Martina1)
Kat- en muisspelletje zet Tirana drie dagen zonder stroom
In grote delen van de Albanese hoofdstad Tirana viel de elektriciteit drie dagen lang uit. De netbeheerder wijt het probleem aan een kat en een muis.
"Een kat achtervolgde de muis in het grootste elektriciteitsstation van Tirana, toen beide dieren tegen elektriciteitskabels liepen", aldus een officiële mededeling van het bedrijf. "Hierdoor viel een gedeelte van de hoofdstad 72 uur lang zonder stroom. Zoiets hebben we nog nooit gezien."
Albanezen klagen steevast over stroomonderbrekingen. Die teisteren het land al tientallen jaren en zijn doorgaans de schuld van het verouderde netwerk. De meeste huizen en winkels in Tirana gebruiken dan ook generatoren.
De tijgermug, die weer in Nederland gesignaleerd is.
Weer tijgermuggen gesignaleerd
Er zijn weer tijgermuggen gesignaleerd, meldt het Centrum voor Landbouw en Milieu. Zij zijn volgens het adviesbureau gevonden in kassen waarin de sierplant lucky bamboo die uit China is ingevoerd, wordt opgekweekt.
De mug, die knokkelkoorts kan veroorzaken, werd in Nederland voor het eerst in 2005 gesignaleerd. Wie door een geïnfecteerde mug wordt gestoken, kan symptomen krijgen als koorts, zware hoofdpijn, pijn in gewrichten en spieren, en soms uitslag. In een klein aantal gevallen verloopt de ziekte veel ernstiger en kan fataal zijn.
Het ministerie van Volksgezondheid heeft vorig jaar met een aantal plantenimporteurs afgesproken dat zij maatregelen nemen om te voorkomen dat eitjes en larven van de tijgermug zich in Nederland kunnen verspreiden. Ze kunnen de bamboeplantjes bijvoorbeeld isoleren na aankomst in Nederland en behandelen met een gewasbeschermingsmiddel.
Een paar maanden geleden meldde het ministerie nog dat de tijgermug sinds oktober niet meer was gezien. Maar sinds juni zijn op vier bedrijven weer enkele tientallen tijgermuggen gevangen, aldus CLM . Het concludeert daaruit dat de afspraken niet werken. Het wil dat minister Ab Klink van Volksgezondheid quarantaine van de plantjes invoert of de import stopzet.
De tijgermug is zoals zijn naam al doet vermoeden gestreept. Maar hij is niet bruin met gelige strepen, maar zwart met witte streepjes.
Voeding en verzorging hoenders en dwerghoenders intro
Voeding en verzorging hoenders en dwerghoenders
Intro
Zonder goede voeding en verzorging geen gezonde dieren. Deze regel geldt altijd en overal.
Dit hoofdstuk beschrijft kort de voeding en verzorging van kippen.
Een goede voeding laat deze kuikens uitgroeien tot mooie gezonde Barnevelder kippen
Voeding voor volwassen dieren Kippen houden niet van plotselinge veranderingen en dit geldt zeker voor het voer. Vraag daarom de fokker waar de dieren worden gekocht welk voer wordt gebruikt en blijf dit voer nog een tijdje gebruiken. Later van voer veranderen kan altijd, als het maar geleidelijk gebeurt.
Het voer voor kippen kan gekocht worden in de vorm van meel of korrel. Kippen eten beide vormen goed. De gemakkelijkste methode is het voeren van een volledig legvoeder dat zowel als meel of of als korrel beschikbaar is. Het gebruik van meel heeft het voordeel dat de dieren er langer over doen om de dagelijkse behoefte binnen te krijgen. Dit leidt de dieren af en kan verenpikken bij elkaar voorkomen. Kippen zijn ook dol op groenvoer. Vrijwel alle groenvoer wordt door kippen gegeten. Keukenafval is minder geschikt omdat er vaak te veel zout en/of kruiden in voorkomen. Als extra mag naast dit volledige voer dagelijks een kleine hoeveelheid gemende granen bijgevoerd worden. Kippen zijn er gek op en leren dat zij deze granen krijgen en worden er ook tammer van. Te veel granen geeft snel vervetting van de dieren. De legkracht neemt af en vette hanen bevruchten ook minder goed.
Kippen waarmee gefokt gaat worden hebben niet voldoende aan volledig legvoeder. Voor de fokperiode wordt een foktoomvoeder aanbevolen, ook weer verkrijgbaar in korrel- of meelvorm. Dit voer is speciaal aangepast om de dieren in een optimale fokconditie te krijgen en te houden. Het resultaat is dan ook een goede conditie, goed bevruchtende hanen en kwaliteitseieren als een goede basis om gezonde jonge dieren te krijgen. Let er op dat het voer vers is en de houdbaarheidsdatum niet verstreken is tegen de tijd dat het voer bijna op is. Elke dierenspeciaalzaak of voederleverancier kan deze kippenvoeders leveren.
Voeding voor jonge dieren Vanaf de tweede dag kan men de kuikens volledig opfokvoer I geven. De eerste vierentwintig uur na het uitkomen leven ze nog van het restant van de eierdooier, dat zij kort voor het uitkomen via de navel in het lichaam hebben opgenomen. Ook hier geldt weer dat alle voer helemaal opgegeten moet worden omdat ook in de fijne bestanddelen de nodige vitaminen en mineralen zitten. De juiste voerbalans kan anders worden verstoord.
Pasgeboren kuikens met een lage voerbak zodat ze er goed bij kunnen komen
Geef zoveel voer dat de kuikens alles opeten en daarna weer goed reageren op de volgende portie.Als extra kan een beetje kuikenzaad toegevoegd worden. Ze zijn daar gek op en wennen op deze manier snel aan de verzorger. Kuikens moeten wel vanaf de eerste dag water hebben. Water wordt gegeven in ondiepe bakjes of tuitflesjes om verdrinking van de kuikens te voorkomen. Op enige hoogte plaatsen van de waterbakken is nodig om vervuiling te voorkomen.
Waterbak voor zeer jonge kuikens. De knikkers voorkomen verdrinking.
Na zon zes tot twaalf weken wordt geleidelijk overgegaan op het gebruik van volledig opfokvoer II of jonge hennenvoer. De gebruiksaanwijzing van de fabrikant geeft dat aan. Het is een beetje rasafhankelijk, maar meestal kan dit voer gegeven worden totdat de leg begint. Na enkele weken is het ook goed om wat fijne maagkiezel te verstrekken voor een goede spijsvertering en ontwikkeling van de spiermaag. Als extra kan ook fijngesneden groenvoer gevoerd worden. Ook kuikens zijn er dol op als ze het hebben leren eten.
Voederbakken Kijk bij de aankoop van de dieren welke bakken deze fokker gebruikt. Bevallen deze bakken dan is het verstandig dezelfde bakken ook zelf te gebruiken. De dieren zijn daaraan gewend. Bij de dierenspeciaalzaak zijn vele soorten en maten voederbakken te koop. Afhankelijk van het ras kan men een keuze maken. Pas de afmeting van de voerbak aan het aantal dieren aan zodat elk dier goed aan bod komt. Rassen met een kuif of baard vragen aangepaste voerbakken om te voorkomen dat er veel voer in de baard of kuif achter blijft. Bodemstrooisel wordt ook gemakkelijk in de voerbakken gekrabd. Om dit te voorkomen worden de voerbakken op een kleine verhoging geplaatst.
Hangende voorbak: kan niet omvallen, wordt niet bevuild en de muizen kunnen er ook niet bij komen
Drinkbakken Voor drinkbakken geldt hetzelfde als bij de voerbakken. Plaats de bakken op een verhoging, zodat de dieren er geen vuil in kunnen krabben. Het drinkwater wordt dagelijks ververst en de drinkbak schoongemaakt. Belangrijk is dat de bakken, ook in lege toestand, niet door de kippen omgegooid kunnen worden als zij er op gaan staan of er tegenaan lopen of vliegen. Kuiven en baarden van kippen mogen niet nat worden. Natte kuiven en baarden lokken andere kippen aan om naar deze natte veren te pikken en dit gedrag is moeilijk weer af te leren.
Plaats een drinkbak op een schone plaats en houdt die schoon
Extra toevoegingen Een bakje met maagkiezel gemengd met wat grit mag nooit ontbreken. Kippen hebben geen tanden en vermalen met de maagkiezel het voedsel in hun maag. Zonder maagkiezel wordt het voer slecht verteerd en ontstaan gemakkelijk gebreksziekten. Grit bevat veel kalk en leggende dieren hebben veel kalk nodig voor de vorming van een stevige eierschaal. Een bakje met grit mag bij leggende hennen nooit ontbreken. Ook jonge kuikens hebben grit nodig, maar gebruik dan een fijne (kleine) soort grit, anders kunnen ze het niet opnemen.
Omgaan met dieren Goed omgaan met de dieren is net zo nodig als het geven van voer en water. Het omgaan met de dieren is misschien wel het mooiste wat er is. Kippen zijn geen aaibare dieren en houden er niet van om opgepakt en geaaid te worden. Het gedrag van de verzorger bepaalt ook sterk het gedrag van de kippen. Door altijd rustig met de dieren om te gaan en ze nooit te laten schrikken worden zelfs de schrikachtige rassen nog vrij rustig.
Sommigen kippen worden erg tam
Ga daarom nooit onverwachts het hok in en laat de dieren in de ren nooit schrikken. Laat bij de benadering van de dieren altijd een vertrouwd geluid horen, zodat de dieren weten dat de verzorger er aan komt en win zo het vertrouwen van de dieren. En juist dat maakt het houden van kippen zo plezierig en interessant.
De spijsvertering Een kip gaat door het leven zonder tanden en kiezen. Toch is een kip in staat om grof voedsel op te nemen en te verwerken. Het voer dat de kip oppikt komt eerst in de krop. In de krop wordt het voer opgeslagen. De voedselbrij schuift vervolgens gedoseerd door naar de kliermaag. In de kliermaag vindt de eerste afbraak van voer plaats. Daarna komt het voer in de grotere spiermaag. In de spiermaag worden voederdeeltjes die nog grof en onaangetast zijn min of meer mechanisch gemalen. Een kip gebruikt hiervoor kiezelsteentjes. Door samentrekkingen van de sterke maagwand bewegen de scherpe steentjes door de voedselbrij waardoor deze verder vermalen wordt. Zonder scherpe maagkiezel is de kip niet in staat goed haar voedsel te verteren. Pas in de darmen worden voedingsstoffen opgenomen in het bloed. Maagkiezel en grit Maagkiezel en grit zijn twee totaal verschillende producten. Maagkiezels zijn de kiezen voor een kip. Een kip in de natuur pikt scherp gekante steentjes op die in de spiermaag blijven steken om daar het voer te kunnen vermalen. Maagkiezel werkt in samenwerking met de sterke maagwand van spiermaag als een molensteen, als echte kiezen. Ze verslijten uiteraard ook en zodra ze rond en glad zijn, verlaten ze vanzelf het lichaam langs de natuurlijke weg. Kiezel stimuleert een optimale vertering. Daarom is het altijd nodig dat kippen onbeperkt maagkiezel kunnen opnemen. Maagkiezel wordt in een apart bakje in het hok aangeboden. Maagkiezel is niet gevoelig voor bederf.
Grit heeft een andere functie dan maagkiezel. Grit is bedoeld voor de kalkvoorziening. Komt het grit in de 'zure' spiermaag van een kip, dan wordt het broos en heeft het voor het vermalen van voedsel geen effect. Grit is een bron van calcium (kalk) voor kippen. Deze kalk is nodig voor de bouw van de eischaal, maar ook voor de bouw en het onderhoud van bijvoorbeeld botten. Gebruikt u een volledig kippenvoer, dan komt normaal gesproken een tekort aan kalk niet voor en is het extra aanbieden van schelpengrit niet nodig.
Meel of korrel Er zijn vele soorten kippenvoeders verkrijgbaar. Daarnaast zijn vele voeders naar keuze ok nog verkrijgbaar als meel, als kruim of als korrel. De hobbyist heeft als doel gezonde kippen, die op zijn tijd een eitje leggen. Hiervoor volstaat een volledig legmeel of volledige legkorrel van de bekende hobbymerken.
Voordeel van meel of korrel Bij veel voedermethodes wordt met meel wat meer voer verspild dan met korrels. Bij meel kunnen kippen gaan selecteren. Zeker bij een beperkte ruimte bij de voerbak pikken de brutaalste dieren de grofste of lekkerste stukjes eruit en moet de rest het fijnere stof nemen. Geen van de dieren krijgt dan een volledige voeding binnen. Meel bevat nog grove deeltjes en structuur waardoor de spiermaag geprikkeld en geactiveerd wordt. Hierdoor wordt het voer efficiënter en gelijkmatiger omgezet. Meel wordt veel rustiger opgenomen dan korrels. Hierdoor hebben de dieren niet alleen meer afleiding, maar ook de vulling van het verteringsstelsel gaat niet zo abrupt als bij korrels. Samengevat heeft mooi grof meel de voorkeur boven korrel, mits verspilling van het voer door de juiste en voldoende voerbakken voorkomen kan worden.
Voeding voor fok- en tentoonstellingsdieren Binnen de soorten kippenvoeders kunnen we naast een onderverdeling in meel, korrels en graanmengelingen ook nog een onderverdeling in gebruiksdoelen maken. Voor onze tentoonstellingskippen kunnen we de soorten onderverdelen in foktoomvoeders, kuikenvoeders, opfokvoeders, showvoeders en onderhoud-/legvoeders.
Hoe worden deze verschillende voeders optimaal ingezet in de verschillende perioden in het fokseizoen?
Foktoomvoeders De uiterlijke verschijning van het voer zoals meel, kruimel of korrel zegt niets over de samenstelling van het voer. Een goed foktoomvoer moet zorgen voor:
levenslust en 'graagte' om te paren bij zowel haan als hen
een optimale bevruchting. Zowel de haan als de hen mogen daarom niet te vet zijn
een optimale eisamenstelling zodat de eieren mooi gelijkmatig uitkomen in de broedmachine en de kuikens direct kwiek en levenslustig zijn.
Hoe bereikt u nu het beste resultaat met een foktoomvoer? Voer in deze periode geen of zeer beperkt granen bij. Granen zorgen voor vervetting bij zowel haan als hen en dat komt zowel de bevruchtings- als de legresultaten niet ten goede. Heeft u voorafgaand aan het broedseizoen te vette dieren, dan is het raadzaam om ze een tijdje te rantsoeneren. Alleen slanke dieren geven in deze periode resultaat. Zet het foktoomvoer vroegtijdig in. Bij voorkeur al 6 tot 8 weken voordat u broedeieren wilt verzamelen. Kuikenvoeders Kuikenzaad wordt door kuikens graag opgenomen, maar is het geen volledig voer. Kuikenzaad is eventueel wel te gebruiken voor de eerste (cruciale) dagen.
Waar moet een goed kuikenvoer aan voldoen? Goed kuikenvoer kan vanaf de eerste dag igevoerd worden en moet graag door de dieren worden opgenomen. Het moet bijdragen aan een goede gelijkmatige groei. Niet alleen het 'vlees' moet groeien, maar het gehele diert moet in verhouding meegroeien. Sommige soorten kuikenvoeders zijn te voeren tot ca 8 weken, andere worden geadviseerd tot wel 12 weken leeftijd. Bij een late broed kan langer kuikenvoer gevoerd worden om zde dieren wat sneller in showconditie te krijgen.
Opfokvoeders Het doel van een opfokvoer bij sierkippen is het gelijkmatig laten ontwikkelen van de dieren en ze in een goede showconditie te brengen. Het scheiden van hennen en hanen is een must. U kunt de dieren dan gerichter groot brengen. Hanen hebben een heel ander karkas dan hennen. Ze hebben meestal meer en bredere veren en moeten meer vlees ontwikkelen dan hennen. Daar zijn veel meer opbouwstoffen voor nodig. Er is specifiek hennen- en hanenvoer beschikbaar om de kenmerken per geslacht maximaal tot uiting te laten brengen.
Onderhouds-/legvoeders Standaard onderhoudsvoeders of legvoeders zijn bruikbaar in een periode waarin u geen bijzondere eisen aan uw dieren stelt. Dergelijk voer is bijvoorbeeld bruikbaar voor de ouderdieren in het zomerseizoen of in het showseizoen wanneer ze niet tentoongesteld worden. Standaard legvoer is natuurlijk ook prima geschikt voor kippen waarvan u gewoon op zn tijd een eitje wilt.
Graan en graanmengelingen Het is een feit dat kippen dol zijn op granen, maar van een complete voeding is geen sprake bij alleen granen of een hoog aandeel granen in de voeding. Naast granen (energiebron) heeft een kip behoefte aan bepaalde eiwitten (bouwstoffen) en aan vitaminen en mineralen (beschermstoffen). Als u (veel) granen voert zal een kip vervetten waardoor de conditie terugzakt en het aantal eieren sterk afneemt. Wanneer u volledige voeders verstrekt zijn daarin al granen verwerkt, in het meel zijn die zelfs nog herkenbaar. Voer granen alleen bij als snoepje, maar niet meer dan maximaal 10% van de totale hoeveelheid voer.