Hallo bezoeker,
welkom op het blog van de Mailgroep Huisdieren, een hechte groep Dierenvrienden-SeniorenNetters, die er zijn voor, door en met elkaar.
Op dit blog kunnen jullie kennismaken met onze dieren, tips vinden over de verzorging en de gezondheid van de dieren, dierengedichten en dierenartikels lezen, werkjes in verband met dieren bekijken, enz.
Veel kijk- en leesplezier!
22-05-2007
Dierenplezier in het Rockoxhuis, (Ereli)
05 mei tot 30 september 2007: Dierenplezier in het Rockoxhuis, Antwerpen
In het kader van O DIERBAAR ANTWERPEN kan je in het Rockoxhuis van 05 mei tot 30 september 2007 het 'dieren-werk' van een aantal bekende jeugdauteurs en illustratoren gaan bekijken. Ze lieten zich inspireren door de dieren op de oude kunstwerken van museum.
Bart Moeyaert, Gerda Dendooven, Carll Cneut, Sebastiaan van Doninck en vele anderen brengen nieuwe verhalen en illustraties die getoond worden naast de oorspronkelijke inspiratiebron. Daarnaast kan je aan de hand van de collectie alles te weten komen over de eetgewoonten van de 17e eeuwse arme man en de rijke patriciër, de papegaai in het salon en de pauw in de siertuin van de burger, de mieren in de sinaasappelboompjes en de vlinders op bloemstukken.
Snuffeltocht
Voor kleuters en oudere kinderen is er een snuffeltocht in het museum. In zeven zalen ontdek je alles over het leven van dieren in de stad. Van slaapgewoonten, voortplanting tot voedselbronnen. Al jouw kennis kan je toetsen in een snuffelbox. Gebruik al je zintuigen om nachtdieren te herkennen of bladluizen te tellen! Kinderen van 9 tot 12 jaar kunnen ook deelnemen aan een wedstrijd.
Wanneer er in geen velden of wegen een mannetje te bespeuren valt, kan een vrouwelijke hamerhaai zich alleen voortplanten. Dat beweert een studie die dinsdag in het Britse vakblad Biology Letters werd gepubliceerd.
In een zoo in Amerika heeft een vrouwelijke hamerhaai een jong gekregen, zonder dat ze in contact was gekomen met een mannetje, zo meldt Paulo Prodöhl van de Queens University in Belfast.
Volgens een genetische analyse, vertoonde de baby haai geen spoor van DNA dat van een vader zou kunnen komen.
"Tot op vandaag werd aangenomen dat haaien zich enkel konden voortplanten als er zowel een mannetje als een vrouwtje aan te pas kwam. Bovendien zou het embryo, zoals dat het geval is bij alle zoogdieren, het dna van beide ouders in zich moeten dragen. Wij hebben ontdekt dat dat niet opgaat voor de hamerhaai", aldus Prodöhl.
Maagdelijke voortplanting
Ongeslachtelijke voortplanting, in dit geval maagdelijke voortplanting of parthenogenese genoemd, kwam tot nu toe alleen voor bij een aantal vogels, reptielen en amfibieën. "Bij zoogdieren is het nog nooit eerder vastgesteld", vertelt de wetenschapper.
De baby-haai werd geboren in 2001, tot grote verwondering van de zoo. De drie wijfjes, die zelf in gevangenschap geboren werden, waren nooit in contact gekomen met een mannelijke hamerhaai. De wetenschappers begonnen meteen met een onderzoek.
Voor de wetenschappers was maagdelijke voortplanting zowat de laatste optie. De kroost die daaruit voorkomt, draagt alleen het erfelijke materiaal van de moeder mee. Het beperkt natuurlijk wel de genetische verscheidenheid van de volgende generaties en bemoeilijkt de verdere voortplanting, aldus Prodöhl.
Huidverzorging: een mooie vacht voor je hond! (Ereli)
Gezondheid Huisdieren
Huidverzorging: een mooie vacht voor je hond!
Je hond verkeert in goede gezondheid, maar verliest veel haar, heeft een doffe vacht of een onaangename vachtgeur. Wil je hem opnieuw een fraaie glanzende vacht geven en hem in blakende conditie zien dollen, dan moet je hem de verzorging geven die hij nodig heeft.
Kwaliteitsvoeding voor een gezonde vacht
De huid en het haar van je hond weerspiegelen zijn algemene gezondheidstoestand. Toch hebben sommige dieren die in goede conditie verkeren een doffe of broze vacht of zij verliezen veel haren. Indien dat ook het geval is met jouw hond, denk er dan aan zijn voeding te controleren. De voeding speelt inderdaad een uiterst belangrijke rol voor de gezondheid van zijn huid en vacht. Voor honden die hypergevoelig of allergisch zijn, bestaan speciale voedingsmiddelen die rijk zijn aan meervoudig onverzadigbare vetzuren, vitamine E, vitamine C en taurine (een aminozuur). Deze bestanddelen versterken de beschermende eigenschappen van de huid. Er bestaan ook nog voedingssupplementen "speciaal vacht " die onder andere de vitaminen A, E, B en H bevatten, alsook zink en onverzadigbare vetzuren.
Toilet maken aan huis: borstelen en baden
Ongeacht het ras, is het absoluut noodzakelijk de vacht van je hond regelmatig te borstelen om de dode haren en eventuele plantaardige restjes die aan de vacht zijn blijven hangen te verwijderen. Een wekelijkse borstelbeurt volstaat voor honden met kort haar, maar indien je hond lange haren heeft, is dagelijks borstelen zeker aangewezen! Je hond een bad geven moet uitzonderlijk blijven. Een hond te dikwijls wassen kan de huid irriteren en allergieën veroorzaken. Voor langharige honden volstaat normaal gezien één bad per maand, terwijl honden met kort haar slechts twee- tot viermaal per jaar een bad mogen krijgen. Indien je hond een uitzonderlijk vette huid heeft, dan kan je gebruikmaken van speciale shampoos die de talgproductie reguleren en de huid opnieuw in evenwicht brengen. Om de hond niet te dikwijls te moeten wassen, zijn ook vloeistoffen verkrijgbaar in de vorm van een spray of een pipetje.
Dermo-cosmetische pipetjes
Voor honden die een gezonde huid hebben maar veel haar verliezen, waarvan de vacht niet glanst of een onaangename geur verspreidt, onder andere na een wandeling in de regen, bestaat een eenvoudig aan te brengen behandeling: het volstaat op de huid een vloeistof aan te brengen met een pipetje. Deze huidverzorgingspipetjes voor honden bevatten natuurlijke bestanddelen zoals meervoudig onverzadigbare vetzuren, essentiële oliën van rozemarijn, lavendel en andere planten en vitamine E. Deze bestanddelen worden eerst gedurende 2 maanden wekelijks toegediend. Daarna kan je de behandeling occasioneel hernemen, telkens gedurende een periode van één maand. Deze behandeling zorgt voor een mooiere vacht en zij heeft bovendien een hydraterend, rustgevend en geurverdrijvend effect. De pipetjes zijn helemaal niet toxisch en zijn bovendien doeltreffend tegen haaruitval, tenzij tijdens de rui natuurlijk, en tegen roos en andere huidschilfers.
De rui, een natuurlijk verschijnsel
Elke belangrijke schommeling van de buitentemperatuur en van het aantal uren zonneschijn veroorzaakt bij honden een ruiperiode. Je mag nooit vergeten dat elke hierboven vermelde verzorging niets zal kunnen veranderen aan het natuurlijke verschijnsel van de rui.
Sommigen vrouwen beginnen al te krijsen als ze een onschuldige hooiwagen over hun nachtkastje zien kruipen. Wat moet het dan zijn als er spinnnen letterlijk in je hoofd leven? Kan niet, zegt U? Toch wel. Jesse Courtney, een 9-jarig baasje uit de Amerikaanse staat Oregon klaagde voortdurend "Rice Krisppies-geluiden" in zijn kop. Na een tijdje besloot zijn moeder met hem naar de dokter te gaan. Bleek dat twee kleine spninnen een nestje hadden gebouwd in Jesse's oor... De griezels werden verwijderd met een grondigewaterspoeling. Eigenlijk vond ik het wel interessant, zei Jese. Hoeveel kinderen kunnnen er zeggen dat er spinnen in hun oor hebben geleefd?
Behoefte aan territorium, voedsel of een partner kan ertoe leiden dat zoogdieren met elkaar gaan vechten. Schermutselingen over voedsel of om een plaats in de zon komen geregeld voor bij zoogdieren die in groepen leven. En meestal krijgt het sterkste dier zijn zin. Maar als twee aan elkaar gewaagde dieren elkaar tegenkomen, tellen omvang, kracht en ervaring. Met soms fatale gevolgen voor de verliezer. Zoogdieren hebben vaak een heel arsenaal aan wapens en technieken om hun soortgenoten te bevechten, vooral de mannetjes. Mannetjesedelherten hebben een gewei, niet om zich tegen hun vijanden te verdedigen maar om met andere mannetjes te vechten. Een zeeolifantbul weegt 2700 kilo en heeft forse nekspieren en een extra dikke huid om zijn keel tegen beten van rivalen te beschermen. Een leeuw is groter en zwaarder dan de snellere leeuwin, maar is qua voedsel van haar afhankelijk. Zijn sterke lijf en scherpe klauwen en tanden bewaart hij voor zijn rivalen. Een eigen territorium betekent meer voedsel en dus meer kans op overleven. De bewoner van een voedselrijk gebied zal 's winters fel vechten om dit te behouden. Ook wordt een maaltje zelden zonder gevecht opgegeten. Een prooi vangen is moeilijk en dus is het zinvol om voor het behoud ervan te vechten. Om hun voedsel te verdedigen, vallen leeuwen een lid van een andere troep aan en doden die. Zelfs kleine dieren zoals mollen verdedigen hun hol agressief. Wanneer deze bijna blinde dieren elkaar in een tunnel tegenkomen, voeren ze vaak hevige gevechten. Gevechten tussen mannetjes die een vrouwtje willen verdedigen of winnen, zijn de bloedigste van allemaal, omdat het vaderschap van de volgende generatie op het spel staat. Bij sommige soorten halen maar enkele mannetjes de toppositie en vele worden gedood in hun poging om deze dominantie te bereiken. Het mannetje van de zuidelijke zeebeer kan wel honderd jongen hebben, maar de prijs is hoog. Aan het eind van het paarseizoen is de alfabul uitgeput en gewond. De strijd om het paren is zo intens, dat een bul een territorium soms maar een paar dagen kan behouden. Een mannetje dat een territorium verdedigt of rivalen bevecht, loopt meer kans op verwonding of plundering als zijn aandacht verslapt. Ook moet hij het soms lang zonder voedsel stellen en toch bedacht blijven op uitdagers. Veel zoogdieren hebben rituelen ontwikkeld om elkaars conditie te beoordelen alvorens eventueel te gaan vechten. Het is minder gevaarlijk om een tegenstander via krachtsvertoon te intimideren dan om te vechten. Lukt dat niet, dan volgt er vaak een gevecht. Primaten (mensapen en apen) kunnen heel agressief zijn tegenover elkaar, maar kracht alleen is niet genoeg. Intelligentie en sluwheid zijn belangrijke werktuigen in het arsenaal van een baviaan. Als een troep door een bepaald gewelddadig mannetje wordt overheerst, kan de ziedende ontevredenheid onder de jongere mannetjes en zelfs de vrouwtjes leiden tot een tijdelijke verbintenis om de bullebak te verdrijven.
Dat niet elke vissoort in onze siervijver thuishoort weet wellicht iedereen. Goudwindes zijn de meest bekende siervissen maar daarnaast zijn er nog een aantal bekende en minder bekende vissen die we in een siervijver kunnen uitzetten. Het zijn niet bodemwoelende en planten etende vissen die een siervijver kunnen bevolken.
Bittervoorn(Rhodeus Sericeus) Bittervoorn is een 6 tot 9 cm groot visje dat het goed doet in de moerasvijver. Bittervoorns behoren tot de karperachtigen. Bittervoorns kunnen in een groepje van 5 - 6 stuks worden gehouden. Het zijn eigenlijk karperachtigen. De Europese soort is beschermd en mag niet verhandeld worden. Het Chinese Bittervoorntje wordt in Hong Kong massaal nagekweekt. In het leven van een Bittervoorn is en zwanenmossel of zoetwatermossel onmisbaar. In het voorjaar ontwikkelt het wijfje een lange legbuis. In deze tijd is het mannetje reeds op zoek naar een geschikte mossel. Net zoals bij de stekelbaarsjes ondergaat het mannetje tijdens de paringsperiode een kleurverandering. De vinnen worden rood en de buik krijgt een gele kleur terwijl op de kop witte knobbeltjes te voorschijn komen. Het wijfje gaat via de legbuis eicellen loslaten in de ademopening van de mossel. Het mannetje gaat direct daarna zijn zaadcellen afzetten in de buurt van diezelfde mossel, juist bij de mondopening. Deze zaadcellen worden dan automatisch naar b innen gezogen. De mossel gaat nu voor de bevruchting zorgen. In de daaropvolgende weken zullen de eitjes geen last hebben van zuurstofgebrek of andere vijverbewoners. Bij het verlaten van de mossel kunnen de jonge Bittervoorns reeds zeer goed zwemmen.
Goudvoorn(Scardinius erythrophthalmus ) De Goudvoorn of Roselt is een voornachtige vis met donker (diep)rode rug en een lichtrode buik. Hij kan 15 tot 20 cm groot worden en is geschikt voor zowel de moeras- als de siervijver. De goudvoorn is volledig winterhard en doet het uistekend in onze moeras- of siervijver. Het zijn mooie visjes die de vijver sierlijk opvullen wanneer ze in school zwemmen. Echt een aan te raden vis.
Zoetwatermossel(Anodonta Cygnae) Zoetwatermosselen worden in de vijver vaak uitgezet als waterzuiveraars. Bij kleine vijvers van 2500 l kunnen een 20-tal mosselen het water zuiveren als de visbezetting niet al te groot is. We kunnen zien hoe de mossels het water langs de ene kant naar binnen zuigen, filteren en dan langs de andere kant opnieuw naar buiten laten stromen. Ze kunnen zich verplaatsen, maar bevinden zich meestal voor 75% in het zand of in het moeras en staan lichtjes open. In de zomer planten de mosselen zich voort. Het vrouwelijk exemplaar produceert duizenden eitjes. Het mannelijk exemplaar gaat deze eitjes bevruchten door zijn zaad bij het vrouwelijk exemplaar uit te spuwen. Het vrouwtje gaat deze zaadcellen dan naar binnen zuigen. Zo ontwikkelen zich parasitaire larven die eruit zien als kleine vlindertjes en reeds een schelpje dragen. Ze zijn parasitair en zetten zich daarom bijvoorbeeld vast op Stekelbaars en Bittervoor. Daar ontwikkelt zich een nieuwe schelp onder de oude, eerste schelp. Een nieuw klein mosseltje ontstaat . Het verlaat de gastheer (de vis) en vestigt zich ergens op de bodem. In siervijvers gaan deze mosselen zich niet zo snel voortplanten maar hun activiteit, het water zuiveren, is een aardige bezienswaardigheid. Zoetwatermosselen mogen daarom tussen de planten in de siervijver voorkomen of in kleine tonnen of vaten zijn deze diertjes ook welkom. Een zoetwatermossel kan tot 15 cm worden. Zoetwatermosselen kunnen wel voor een probleem zorgen in de vijver. Wanneer een mossel dood is, verspreidt hij een enorme stank en dat is niet om mee te lachen.
Zonnebaars(Lepomis gibbosus) Dit is de enige roofvis die in onze vijver mag vertoeven. Het is een klein, prachtig roofvisje van maximum 10 cm dat ons goede diensten kan bewijzen door het bestrijden van kwalijke parasieten in de sier- of moerasvijver. Enkele parasieten die op z'n menu staan zijn Visbloedzuigers, Karperluizen en Ankerwormen. Ook kleine visjes eet hij graag. Hierdoor gaat hij overbevolking tegen. Plaats wel niet meer dan één zonnebaars in de vijver want zijn broedzorg is zo goed dat we binnen de kortste keren teveel zonnebaarsjes zullen hebben. Die gaan dan bij gebrek aan insecten en kleine visjes onze grotere vissen aanvallen en stukken uit hun vinnen bijten.
Stekelbaarsjes(Gasterosteildae) Stekelbaarsjes zijn 6 cm grote moerasvijvervisjes die in scholen zwemmen. Voor een moerasvijver zijn ze een echte aanwinst. Vooral in de paringstijd zijn ze echt een streling voor het oog.
Steur(Acipenser Ruthenus) In de handel worden een aantal Steursoorten verkocht, maar eigenlijk is er maar één Steursoort die min of meer geschikt is om in een siervijver gehuisvest te worden en dat is de Sterlet of Acipenser Ruthenus. De Sterlet is de kleinste soort van het geslacht, (wordt max. 1,20 m) en lijkt wel wat op de Baeri, maar heeft een spitsere snuit en witte randen om de vinnen. Er is ook een albino kleurvariëteit, die mooi wit is en daardoor goed zichtbaar is in de vijver. Ze komen oorspronkelijk voor in de Donau en de Wulga.
Elrits Elritsen zijn een beetje de dwergvormen van onze Goudwindes. Ze worden maximum 8 cm groot. Het visje wordt wel niet echt oud: drie jaar. Het kweekt wel ontzettend goed zodat er altijd genoeg aanwezig zullen zijn, soms teveel en dan moeten maatregelen genomen worden. Een Zonnebaars kan de oplossing bieden. Elritsen zijn echte schoolvissen en moeten daarom met twintig tot veertig stuks in de vijver uitgezet worden. Elritsen zijn door hun grote getale geschikt voor natuurvijvers.
Niet alle vissen zijn even geschikt om in een siervijver onder te brengen. De lijst hieronder omvat alle vissen die in een siervijver kunnen worden gehouden en waarvoor ze geschikt zijn. Het zijn afstammelingen van de gewone goudvis die de nadelige eigenschappen van de gewone goudvis niet meer hebben.
Blauwe Sluierstaart(Oranda Calico) Deze Sluierstaart die 10 tot 20 cm groot wordt, is een variëteit van de blauwe Shubunkin en behoort tot de familie van de goudvissen. Hij is samengesteld uit de kleuren blauw, zwart, rood en doorschijnend satijnwit. Hij is donkerder dan de 'Red cap' of de rode Oranda. De Blauwe Sluierstaart is een siervijvervis.
Komeetstaart(Sarasa 'Comet') Komeetstaarten behoren tot de goudvissen, worden 10 tot 20 cm lang en zijn een aanwinst voor de siervijver. Het zijn slanke, smalle vissen met een enkelvoudige staartvin. Deze staart kan lang worden waardoor de Komeetstaarten grote snelheden kunnen halen. Ze zijn afkomstig uit Japan en stammen af van de goudvis. Ze hebben echter wel niet de eigenschappen van de goudvis als het op woelen en planten eten aankomt. Hij is zeer gemakkelijk te houden en winterhard. Tevens zijn deze vissen zeer beweeglijk. De Komeetstaart is rood. De Sarasa-komeet is rood van kop tot staart en de onderkant is wit. De Blauwe Komeetstaarten zijn de variëteiten met een blauw, wisselend kleurenpatroon.
Rode Sluierstaart(Carassius Auratus 'Oranda rood') De Sluierstaart is een siervijvervis van 10 tot 20 cm groot die behoort tot de familie van de goudvis, maar deze woelt niet en eet ook geen planten. Sluierstaarten zetten we het best in de vijver als de watertemperatuur ongeveer 18°C is. Sluierstaarten zijn niet echt winterhard. Bij een matige winter kunnen ze in de vijver overleven als die minstens op een plaats 80 cm is. Toch is het aan te raden Sluierstaarten in een koude aquarium binnen te brengen als de winter nadert. De Sluierstaarten zijn kort, gedrongen en wat eivormig. Hij heeft een dubbele staartvin die bovenaan is samengegroeid. De rugvin is hoog geplaatst en hangt af naar beneden. Dit is wel in zijn nadeel, de vis kan zo moeilijk zwemmen, is traag en bijgevolg een gemakkelijke prooi. Hij heeft daarentegen wel een andere zwemwijze dan onze andere vissen. Door zijn sierlijkheid past hij dan ook uitstekend in de siervijver. Hij komt voor in de kleuren rood, geel, oranje en wit.
Shubunkin De Shubunkin die 10 à 20 cm wordt, is eigenlijk afkomstig van de Japanse goudvis, zijnde de Wakin. Kenmerkend bij Shubunkins zijn de lange vinnen waaronder de staartvin het langst is. Shubunkin komt voor in verschillende tinten. Je hebt de Blauwe Shubunkin met overwegend een blauwe kleur met daartussen witte, rode, zwarte en zelfs gele vlekken. Van de Blauwe Shubunkin is zelfs een variëteit met helderblauwe kleuren op de rug. Er is ook het Bristul-type met een overwegend rode kleur met daarin wit, wat blauw en zwarte vlekken. De kleurenpracht van Shubunkins is vooral te danken aan de schubben. Ze hebben gewone schubben die het licht weerspiegelen en ze hebben transparante parelmoerachtige schubben die de kleuren van de onderste huidlagen laten doorkomen. Deze combinatie geeft soms prachtige kleurschakeringen. Het zijn veeleer goedkope vissen, sterk en gemakkelijk om kweken. Als men Goudwindes in de vijver heeft, dan zullen de Shubunkins ze graag vulgen. Shubunkins zijn redelijk winterhard, sterk en ze blijven van de planten af. De Shubunkin is een heel dankbare vis voor de siervijverliefhebber.
Telescoopvis(Carassius auratus) De Telescoopvis is een siervijvervis. Het is een niet winterharde variëteit van de gewone goudvis die 10 cm groot kan worden. Hij kan met metaalachtige schubben bedekt zijn of een transparante huid hebben. De Telescoopvisjes hebben een kort, hoog lichaam en kunnen een bult hebben op de rug bij de overgang naar de kop. Hij heeft zeer merkwaardige ogen die bijna uitpuilen op zijn uitsteeksels. Ze komen voor in de kleuren helderoranje met wat wit of blauw met zwart. De vinnen zijn buitensporig groot. De staartvin is veel langer dan de romp en daardoor zeer kwetsbaar. Omdat hij zich altijd langs de vijverrand bevindt, is het nogal een makkelijke prooi voor katten. Deze soort is niet winterhard. Hij moet daarom in het najaar uit de vijver gehaald worden en binnenshuis gehouden worden bij 10-16° C. In het late voorjaar kan hij opnieuw in de siervijver geplaatst worden.
SAMENVATTING Kikkers lijken onschuldige beestjes. Maar dit geldt niet voor alle kikkersoorten! Sommige kikkers, de pijlgifkikkers, scheiden giftige stoffen af op hun huid, die gevaarlijk zijn voor mensen en dieren. Uit onderzoek blijkt dat de kikkers deze stoffen via mijten, die ze eten, binnenkrijgen.
In de natuur komt chemische afweer veel voor. Sommige planten, paddestoelen en rupsen zijn giftig en zorgen er zo voor dat ze niet opgegeten worden. Ook sommige kikkers hebben zon afweersysteem. De kikkers hebben meestal felle kleuren en de kleuren schreeuwen als het ware: Niet eten, ik ben vies! Predatoren die zon giftige kikker toch eten, leren al snel dat ze dat beter niet kunnen doen. Sommige indianenstammen gebruiken de huid en het gif van de kikkers bij hun jacht op apen. Ze strijken de pijlpunt over de rug van de kikker of ze wikkelen de huid om de pijlpunt. De huid bevat genoeg gif om een volwassen aap te doden.
afb 1: aardbeigifkikker in verschillende kleuren Foto: Maureen Donnelly
Voedselbron Kikkers kunnen op twee manieren gif op hun huid krijgen. Sommige kikkers maken de giftige stoffen zelf, andere krijgen de stoffen binnen via hun voedsel. Het was al bekend dat pijlgifkikkers de giftige stoffen via hun voedsel (door het eten van gifitge insecten) binnenkrijgen. De insecten krijgen de giftige stoffen binnen uit de planten die ze eten. Vervolgens eten de kikkers de insecten. De giftige stof komt nu in de kikker die de stof naar de huid transporteert. Er werd altijd gedacht dat vooral mieren belangrijk waren als voedsel. Uit een onderzoek van Amerikaanse wetenschappers blijkt nu dat ook bepaalde mijten van groot belang zijn!
afb 2: mijt Foto: Zoë Lindo
Kikkers vangen De onderzoekers vingen op verschillende plaatsen in Zuid-Amerika mieren, mijten en aardbeikikkers, een soort pijlgifkikker. Daarna hebben ze de giftige stoffen uit de insecten vergeleken met de stoffen die op de huid van de kikker voorkomen. Het bleek dat insecten en kikkers veel stoffen stoffen in zich hadden. Ook hebben de onderzoekers de maaginhoud van de kikkers bekeken. Hieruit kunnen de biologen concluderen dat de mijten dus ook een belangrijke voedselbron vormen.
Het is belangrijk om te weten wat de kikkers eten. Hierdoor kunnen de onderzoekers beter begrijpen wat de factoren zijn die van invloed zijn op de chemische afweer die soms nog moeilijk te begrijpen is.
Bron RA Saporito et al. Orbatid mites as a major dietary source for alkaloids in poison frogs. PNAS 2007
De vzw BLID (Belgische Landelijke Inspectiedienst voor Dierenwelzijn) pleit voor een wettelijke omgangsregeling - zeg maar bezoekrecht - voor huisdieren wanneer een paar uit elkaar gaat. "De nieuwe scheidingswet is een gemiste kans om daar ook de huisdieren een beschermde plaats in te geven", vindt Dirk Blanchart, voorzitter van BLID. Vooral over de hond, waarmee de eigenaars vaak een erg sterke emotionele band hebben, ontstaat onenigheid over wie het dier mag houden. Enkele keren trokken de betrokken partijen naar de rechtbank, waarbij de rechter steeds oordeelde dat er geen bezoekrecht nodig was. (belga/hln)
De overgrote meerderheid van de huisdierenbezitters (zon 92 procent) praat tegen zijn huisdieren Ruim driekwart daarvan denkt dat hun dier begrijpt wat er wordt gezegd. Dat blijkt uit een onderzoek van de Nederlandse stichting Met dieren meer mens bij Nederlanders tussen 18 en 83 jaar en staat te lezen in de Nederlandse krant De Telegraaf.
Bij de 92 procent worden ook de mensen gerekend die slechts af en toe iets kleins zeggen tegen hun knuffelbeest, zoals Hier is je eten. Bij 38 procent van de respondenten gaan de gesprekken veel dieper. "Dan worden bijvoorbeeld echt emoties besproken en de alledaagse dingen over het weer of wat er die dag is gebeurd. Of ze keggen echt uit waarom het dier een medicijn moet nemen." legt Pascale Fuchs van Met dieren meer mens uit. Verontrustend is evenwel dat de helft van de dingen die besproken worden tegen de huisdieren niet gezegd wordt tegen mensen.
Zestig procent van zulke gesprekken vindt plaats bij honden. De baasjes van een poes of kater houden het meer op praten over het dier zelf. Vrouwen praten beduidend vaker tegen hun dieren dan mannen, al werden geen cijfers prijsgegeven.
Insecten en parasieten dragen ziekten over op honden en katten! (Ereli)
Gezondheid Huisdieren
Insecten en parasieten dragen ziekten over op honden en katten!
Insecten en parasieten voeden zich niet alleen met het bloed van je hond of kat, zij dragen eveneens talrijke ziekten over op je huisdier. Een groot aantal van deze ziekten kan zelfs het leven van je kat of hond in gevaar brengen! Wees dus op je hoede, zeker indien je je huisdier meeneemt naar het buitenland.
Teken, overbrengers van talrijke parasieten
Wanneer teken zich nestelen in de vacht van je huisdier, mag je niet wachten met ze weg te nemen. In België, kunnen teken inderdaad de ziekte van Lyme overdragen. De symptomen ervan zijn koorts, neerslachtigheid, anorexie en mank lopen. Wees waakzaam: deze ziekte kan ook overgedragen worden op de mens! In Frankrijk, zijn sommige teken overbrengers van piroplasmose . Deze ziekte wordt veroorzaakt door de babesia-canis, een parasiet die zich ontwikkelt in de rode bloedlichaampjes en ze vervolgens vernietigt. Tijdens de volgende fase ontwikkelt zich bloedarmoede, anorexie en koorts. Bij de chronische vorm van de ziekte worden de achterste poten stijf, het dier krijgt diarree, alsook problemen met de zenuwen, de ogen, de huid en de ademhaling. In hetzelfde land, dragen andere teken de ehrlichia canis over, een parasiet die aneroxie, neerslachtigheid, stijfheid en ademhalingsproblemen veroorzaakt. De chronische aandoening kan leiden tot problemen met de nieren, de longen, de ogen en het zenuwstelsel. Er kan bovendien een tekort aan bloedplaatsjes ontstaan, wat dan weer bloedingen kan veroorzaken.
Luchtaanvallen
In het zuiden van Europa, in Azië, Afrika en Zuid-Amerika, kom je ook zandvliegjes tegen. Wanneer deze insectjes steken (zandvliegjes zijn eigenlijk muggen), dragen zij parasieten over op je hond (en eventueel, maar niet zo vaak, op je kat). Dirofilariose is een ziekte waarbij wormen in het hart en de longslagaders voorkomen. Veelvoorkomende symptomen zijn hoesten, een grote vermoeidheid en problemen met de ademhaling, de spijsvertering of het hart naargelang het geval. Een steek van de zandvlieg kan ook leishmaniose overdragen op je hond. Deze ziekte is eveneens overdraagbaar op de mens! Na een incubatieperiode van drie maanden tot verschillende jaren, ontstaan er huidbeschadigingen, gewichtsverlies, lymfeklierzwelling, neusbloedingen, nierproblemen en bewegingsproblemen. Deze twee ziekten, die dodelijk kunnen zijn, vereisen een specifieke medische behandeling. Om je hond te beschermen, bestaan er pipetjes die een muggenafstotend product bevatten. Die pipetjes worden tussen de schouderbladen op de huid leeg gedrukt.
Ziekten overgedragen door vlooien
Op talrijke plaatsen in de wereld aanwezig, is de hemobartonella felis een bloedparasiet die hoofdzakelijk door vlooien en teken overgedragen wordt op katten. Bij katten in goede gezondheid blijkt de parasiet geen ziekte te kunnen veroorzaken. Talrijke katten zijn tijdens hun hele leven asymptomatische dragers. Indien de besmette kat door een bedreigende of immunodepressieve ziekte getroffen wordt, zoals leucose of kattenaids, kan hemobartonellose uitbreken en bloedarmoede, neerslachtigheid, anorexie, koorts en spijsverteringsproblemen veroorzaken. Vlooien zijn ten slotte ook dragers van een van de meest voorkomende ingewandswormen bij honden en katten: Dypilidium caninum . Om de symptomen veroorzaakt door deze wormen (opzwellen van de buik, spijsverteringsproblemen, gewichtsverlies ) te vermijden, moeten alle honden en katten die vlooien hebben, ontwormd worden.
Marijke heeft voor haar verjaardag een poesje gekregen. 's Avonds gaat de open haard aan. Het poesje kruipt zo dicht mogelijk bij het vuur en het begint tevreden te spinnen. Marieke schrikt zich een hoedje:"Mama, de poes begint al te koken!"
Van alle zeewezens vormen de dolfijnen zonder enige twijfel de meest intelligente. Ze kunnen, nauwelijks enkele dagen nadat ze gevangen zijn genomen, een mens ertoe brengen bij de rand van hun bassin te gaan staan en hen driemaal per dag vis toe te werpen.
Een cowboy wil een ongevallenverzekering afsluiten. 'Hebt u ooit een ongeluk gehad?' vraagt de verzekeringsagent. 'Nee,' zei de cowboy, 'maar vorige zomer heeft een paard me wel zo'n trap verkocht dat twee ribben waren gebroken, en een paar jaar geleden heeft een ratelslang me in mijn enkel gebeten.' 'En noemt u dat geen ongelukken?' vraagt de agent verbaasd. 'Nee,' zei de cowboy, 'ze deden het met opzet.'
een regenworm en een mier overnachten in een hotel. net als ze willen gaan slapen klinkt in de kamer naast hen een ontzettend lawaai boos kruipt de regenworm uit bed om te zien wie die herrie veroorzaakt als hij terugkomt zegt hij tegen de mier: nou slapen kunnen we voorlopig wel vergeten onze buurman is erg dronken en is zijn schoenen aan hetuittrekken nou en? het is een duizendpoot!!!
Er zitten twee vliegen op een kaal hoofd. Zegt de ene vlieg tegen de andere: "Weet je nog, hier speelden we vroeger verstoppertje."
Er zitten twee vissen in een viskom en ze kijken naar buiten. "Het regent", zegt de een tegen de ander. "Gelukkig zitten we binnen..."
Twee slangen Twee slangen komen elkaar tegen in het moeras. De ene slang zegt tegen de andere: "Ik hoop dat ik niet giftig ben". Vraagt de andere: "Waarom?" Zegt die ene weer: "Omdat ik net in mijn tong heb gebeten!"
Waarom lachen muizen constant als ze aan 't voetballen zijn? Omdat het gras kietelt onder hun oksels...
Waarom gaat een kat in de herfst liever niet naar buiten? Omdat het dan meestal hondenweer is
Mijn goudvis is gestorven
Kleine Nancy was in de tuin een gat aan het opvullen terwijl haar nieuwsgierige buurvrouw over het hekken keek. "Wat ben je aan het doen?" vroeg de buurvrouw "Mijn goudvis is gestorven," zei Nancy droevig, " En ik heb haar zojuist begraven!" "Ocharme," probeerde de buurvrouw te troosten, "maar dat is wel een groot gat voor een goudvis" merkte de buurvrouw op. Nancy legde het laatste hoopje aarde er terug op en zegt: "Dat komt omdat mijn goudvis in jouw f....g kat zit!"
Varkens Er lopen twee varkens in de stal. Zegt het ene varken: "Knor!" Antwoordt het andere varken: "Unox!"
De weg kwijt Wat is het verschil tussen een zwaluw en een papegaai? Een zwaluw moet de weg zelf vinden en een papegaai kan de weg vragen.
Zegt de ene kip "TOK" Zegt de andere " Are you TOKKING to me?"
v: Waarom gooien ze met rijst op een huwelijk? a: Omdat aardappelen nogal hard aankomen.
v: Waarom heet een ei een ei? a: Omdat je aan de buitenkant niet kan zien of het een hij of een zij is.
v: Waarom ligt een konijntje vroeg in bed? a: Omdat het maar twee tandjes hoeft te poetsen.
v: Waarom stinkt een scheet? a: Dan heeft een dove er ook iets aan.
v: Wat is de huidige benaming van een postduif? a: Een e-meeuw.
v: Wat is de voornaam van E.T. a: Jodela.
v: Wat is het tegenovergestelde van een lucifer? a: Een lucidichtbij.
v: Het staat in de wei en het morst? a: Een knoei
v: Het is wit en het ontploft? a: Een boemkool.
v: Wat moet je doen als je schoonmoeder door de tuin waggelt? a: Nog een keer schieten.
v: Wat moet je doen als je schoonmoeder een eleptische aanval krijgt in bad? a: De vuile was erbij gooien.
v: Wat moet je doen als je schoonmoeder tegen het ruitje tikt? a: De machine op centrifuge zetten.
v: Wat roept een homofiele bosuil? a: Joehoe.
v: Welk dier bestaat voor drie kwart uit wol? a: Een wolf.
v: Welk sprookje vertelt mama als haar dochtertje de pubertijd in gaat? a: Roodkutje
V: Wat is het verschil tussen een voetballer en een hoer? A: Een voetballer heeft een gescheurde spier en een hoer heeft een gespierde scheur.
V: Het huppelt door het bos met een machinegeweer ? A: Rambi
V: Het is groen en het zit op een hekje ? A: Verf.
V: Wat is het toppunt van vertrouwen ? A: Je laten door een kannibaal. V: Wat is het toppunt van herfst? A: Wakker worden en je eikel naast je bed vinden.
V: Waarom doven nooit ? A: Hebben ze nog nooit van gehoord.
V: Waar komen dwergjes met een natte baard vandaan ? A: Uit de Befteling!
V: Waarom hebben vrouwen 2 lippen? A: Een voor onnozelheden te vertellen, en de andere om het daarna goed te maken!
V: Wat zegt een eend die tegen de muur vliegt ? A: Kwak
V: Waarvoor dient een koeiehuid ? A: Om de koe bij elkaar te houden!"
V: Wat is het laatste dat een vlieg door het hoofd schiet als ze zich bij 120 km/u tegen de voorruit van uw auto te pletter vliegt? A: Haar kont.
V: Wat kun je beter hebben Alzheimer of Parkinson ? A: Alzheimer, want je kunt beter je pintjes vergeten te betalen, in plaats van ze om te gooien.
V: Wat is het toppunt van lef? A: Een spookrijder inhalen
V: Wat moet je doen als een vrouw de keuken uit komt? A: De ketting inkorten.
V: Het toppunt van zelfvertrouwen? A: Een scheet laten als je diarree hebt.
V: `t Is geel en zegt krak als je erop staat? A: Een kuikentje.
V: Het verschil tussen een vrouw en een batterij? A: Een batterij heeft ook een positieve kant.
V: Wat is het verschil tussen een Lada en een Lada Sport? A: Bij een Lada Sport zit er een halve tennisbal op de trekhaak.
V: Weet U wanneer een brandweerman klaar komt? A: Als hij uitgerukt is.
V: Hoe zou een vlieg heten als hij geen vleugels had? A: Een loop.
V: De overeenkomst tussen een vrouwenborst en een speelgoedtrein A: Het is voor de kinderen, maar vader speelt er mee.
V: Wat is het verschil tussen een toilet en een frigo? A1: Dat weet ik niet. A2: `t Is te hopen dat ik dan nooit bij jou blijf eten.
Mijn kat slaapt. Hij ligt in de tuin. Zijn slaap is onrustig doordat de zon hem voortdurend achterna zit. Steeds moet hij weer een nieuwe plek in de schaduw opzoeken. Binnen in huis is het veel koeler, maar geen haar in zijn vacht die daaraan denkt. Maar de keus heeft hij wel: hij is vrij.
Het feit dat katachtigen veel slapen wordt door dierentuinbazen misbruikt als argument om ze op te sluiten, ten toon te stellen en daar geld voor te vragen. Als een kermisattractie.
Er zijn ook mensen die een namaakdierentuin van hun eigen tuin maken door er een groot net overheen te spannen. Dan hebben de buren er geen last van.
Vrijheid is: de illusie van de vrijheid. Het idee dat je kunt gaan en staan waar je wilt, wanneer je wilt. Vrijheid zit tussen de oren, van mensen en dieren. Zonder vrijheid ga je niet meteen dood, maar gelukkig word je er niet van. De Tweede Wereldoorlog ging om de vrijheid.
Daar komt bij dat de kat waakt als wij slapen. Dat zien wij niet; daarom komt de dierentuinbaas ook zo gemakkelijk weg met zijn pseudo-argument. De dierentuin gaat om zes uur dicht: poppetje gezien, kastje dicht.
Katachtigen zijn nachtdieren. Hoewel de actieradius van mijn kat niet ontzettend groot is, duikt hij zowel aan de voor- als aan de achterkant van het rijtjeshuis op. Daar moet hij wel wat voor doen. Het laat ook zien hoe voortreffelijk het dier zich oriënteren kan. Verder klimt hij in bomen, zit op daken van schuren en serres en loopt over smalle metalen houders van zonneschermen. Af en toe vecht hij een indringer zijn territorium uit.
Een kat is gesteld op z'n vrijheid. Hij maakt daar op zijn eigen manier gebruik van, naar behoefte. Zo'n dier is gedomesticeerd, d.w.z. gewend aan huis- en tuin- en keukengebruik door de mens. Zelfs als hij op een flat gehouden wordt, vertoont hij nog geen stereotype gedrag.
Voor een wild dier is er niets belangrijkers dan vrijheid en ruimte. Voor een wild dier is de grandeur van het leven jagen en gejaagd worden. Als je hem dit ontneemt door hem op te sluiten, omdat dat zo leuk en leerzaam voor kinderen is, dan beroof je hem van alles wat het leven de moeite waard maakt. Van zijn autonomie. Bij deze dieren zie je dan ook geregeld stereotype gedrag in dierentuinen, ook als ze daar geboren zijn en nooit vrijheid gekend hebben.
Gewoon lui zijn ja dat ben ik ook wel is hoor hier lig ik heerlijk te dromen van mooie teefjes in het park. vind het wel gemeen dat vrouwtje me zo op de mailgroep zet maar ja ik heb weer is niks te blaffen hier. Knudde.
Twee slakken staan op de stoep. De ene tegen de andere: "kom we steken over." De andere: "nee! Volgende week komt er een bus voorbij!"
Een muis kijkt tegen een benzinepomp op, en vraagt: "ben jij een robot?". De benzinepomp zegt niets terug. De muis vraagt nog eens: "ben je een robot of niet?" Maar de pomp zwijgt nog steeds in alle talen. De muis zegt boos: "haal die vinger nou eens uit je oor, dan hoor je tenminste wat ik je vraag!"
Er staan twee koeien in de wei. Eén koe gaat springen. Zegt de andere koe: "waarom ga je springen?" Zegt de koe die aan het springen is: "ik klop de slagroom vast voor morgen, dan ben ik jarig!!!"
Een man komt bij het benzinestation. Dan zegt hij tegen de tankbediende: "4 liter graag." De tankbediende ziet 3 pinguïns achterin in de auto zitten en vraagt hij aan de man: "waarom heeft U pinguïns achterin??" Waarop de man antwoordde: "ik zag ze langs de weg staan en ik dacht ik neem ze mee." "Waarom brengt u ze niet naar Artis, de dierentuin in Amsterdam?" zei de tankbediende. "Oké zal ik doen" zei de man. Na een week komt de man weer tanken. En de tankbediende zag de pinguïns nog steeds achterin zitten. En vroeg aan de man: "meneer, waarom heeft U ze niet naar Artis gebracht?" "Ze vonden het leuk in Artis. Volgende keer gaan we naar de Efteling."
Marietje, waarom jankt je hond zo? Hij is lui. Maar waarom jankt hij dan? Hij zit op een cactus en hij is te lui om er af te komen.
De pimpelmees (Cyanistes caeruleus vroeger: Parus caeruleus ) is 's winters in de Lage Landen een geregelde verschijning in de tuin, vooral als mensen wat pinda's in een zakje opgehangen hebben. Pimpelmezen zijn ware acrobaten en hangen behendig aan zo'n zakje en weten feilloos het nootje uit de schaal te pikken. Daar hebben andere vogels die meestal heel wat onhandiger zijn het nakijken bij.
Kenmerken
De pimpelmees heeft een vrij onmiskenbaar verenpak met zijn kobaltblauwe kruin, staart en vleugels die prachtig afsteken tegen het geel van zijn onderkant. Mannetje en vrouwtje ogen vrijwel gelijk (vrouwtje vaak iets matter gekleurd). Juveniel is op de kop groenig in plaats van blauw en op de wang gelig. Ze zijn met hun elf à twaalf centimeter (van snavelpunt tot staarteinde) iets kleiner dan de koolmees .
Voorkomen
Zeer talrijk en wijd verspreid. Hij broedt in vrijwel heel Europa tot in het zuiden van Scandinavië . Alleen in het noordelijk deel van zijn verspreidingsgebied is hij gedeeltelijk trekvogel over kortere afstanden naar het zuiden.
Levenswijze
Broedt in loofbossen, gemengde bossen, heggen, parken en tuinen. Nestelt in boomholtes, gaten in muren en nestkastjes. De pimpelmees heeft een voorkeur voor een klein vlieggat van 26-28 mm doorsnede, daardoor kunnen de iets forsere koolmezen ook niet binnenkomen.Het grappige is dat een nestkast met een te groot gat soms 's zomers door pimpelmezen wordt gebruikt om te broeden en 's winters door koolmezen om te overnachten.