2.2.7 O, wat is die slechte weg slecht!
De Here had Israël en Juda gewaarschuwd door alle profeten, alle zieners: Bekeer u van uw boze wegen en onderhoud mijn geboden en inzettingen
maar: zij hadden niet geluisterd
(2 Koningen 17:13).
Zo zegt de Here: Zie, Ik bereid rampspoed over u en beraam tegen u een plan. Bekeer u toch een ieder van zijn boze weg en beter uw handel en wandel (Jeremia 18:11).
Laten wij onze wegen doorzoeken en doorvorsen en ons bekeren tot de Here (Klaagliederen 3:40).
Zo waar Ik leef, luidt het woord des Heren Heren: Ik heb geen behagen in de dood van de goddeloze, maar veeleer daarin, dat de goddeloze zich bekeert van zijn weg en leeft! (Ezechiël 33:11,12).
In het verleden is het een keer gebeurd, dat God een volk steeds maar waarschuwde voor gevaar, waarin ze verkeerden. Hij deed dat op allerlei manieren, door velerlei mensen. Hij vroeg aan dat volk om terug te keren van boze wegen. Er waren dus klaarblijkelijk veel manieren om het spoor bijster te worden. Als men de ene manier vermeed, was er wel een andere manier om fout te gaan. Er waren altijd mogelijkheden te over om een verkeerd pad in te slaan, een onjuiste beslissing te nemen.
en wanneer ze nu maar hadden willen luisteren!!
wanneer ze de inzettingen en verordeningen van God als gidsen hadden willen nemen
! Dan: hadden ze valkuilen vermeden (Spreuken 11:5); hadden ze de rotsrichel gevonden, die naar omhoog leidde (Psalm 40:3); zou een hand hen hebben weggerukt van het gevaar (Psalm 144:7); zou die hand hen ook hebben vastgehouden (Psalm 63:9). Maar ze luisterden niet. Ze weigerden Gods gidsen. Wat is dat voor een waardeloze weg, die je wegleidt van groene velden en heenleidt naar een puinveld vol gladde, glibberige stenen. De lankmoedigheid van God is eindeloos voor hen, die zich binnen het bereik daarvan begeven. Maar: toen dat volk zich er buiten plaatste, konden ze van die lankmoedigheid niet genieten. Ieder volgde zijn eigen boze weg. Voor ieder lag een precies aan zijn situatie aangepast reddingsplan klaar, als hij zijn handel en wandel maar beterde. Maar toen die mensen bleven zeggen: Voor mij hoeft het niet, startten zij zelf het plan op, dat tot hun verbanning leidde. Wat is dat voor een gevaarlijke weg, die van de warme zon van Gods liefde leidt naar de koude regen van de listen van de duivel, de mensenhater. Gelukkig waren er mensen, die hun handel en wandel dan toch maar gingen doorlichten. Het was laat, de ontreddering leek volkomen, het leven was een klaaglied, maar voor wie zich bekeerde, werd het alsnog een hooglied. Maar zij, die zich niet omkeerden, hadden geen uitzicht. Wat is dat voor een bedrieglijke weg, die mensen wegleidt van een blij loflied aan God naar een verdrietige treurzang over eigen falen en de gevolgen daarvan. Aan God ligt het echt niet, wanneer wij op een weg blijven zonder Hem. Hij zoekt onze geestelijke dood niet, maar ons geestelijk leven. Wat is dat voor een modderige weg, die de assen van onze levensauto zo ver doet wegzakken, dat het voertuig onversleepbaar en daardoor total loss wordt. Er is maar één gevolgtrekking te maken: eraf en rap!
04-11-2006, 19:04 geschreven door Gerritse
|