4.1.5.
Levende werken: alomvattend
- Ik (Paulus) heb eerst hún, die te Damascus waren én te Jeruzalem én in het gehele joodse land én de heidenen verkondigd, dat zij met berouw zich zouden bekeren tot God en werken doen met hun berouw in overeenstemming. (Hand. 26:20)
Deze gedachte de vijfde uit groep 4.1.- moet dít thema als richtsnoer hebben: de wedergeboorte maakt ons bekwaam tot levend, zinvol handelen. God wíl dat ook van ons. Hij wil het in beginsel altíjd, óveral, op álle gebied, van álle bekeerden. Ik formuleer het maar even voor mijzelf, want anders raak ook ík de draad kwijt. Het is al vervelend genoeg, dat ú telkens moet zeggen:
Waar is hij nu toch mee bézig?! O, nu pakt hij zijn eindje weer op. Dat heeft anders wél even geduurd, zeg!
Paulus kreeg wel een héél duidelijke roeping van Godswege. U leest dat in de vorige teksten. Over díe roeping kan dan ook totáál geen misverstand bestaan. Híj wist precies, wat hij moest gaan doen: alle mensen overal aansporen en om hun leven te veranderen overeenkomstig de ontstane afkeer van vroeger handelen.
Verreweg de meeste gelovigen krijgen hun levensroeping niet zo uitdrukkelijk aangereikt.
Ook u bekeerde en wedergeborene- zult wel eens denken:
Welke taak heeft God nu toch voor míj?! Waar ís dat goede werk nu, dat Hij speciaal voor mij- klaar zou hebben liggen?!
Kom, laten wij het thema het thema laten. Samen slaan wij eventjes maar- dít zijpaadje in:
Om uw roeping te ontdekken, kunt u het best met héél voor de hand liggende dingen beginnen:
- gebed en bijbellezen: met God contact houden. Het eten, dat Hij aan u wil geven, gebruiken.
- Trouw naar de diensten van uw gemeente gaan. Zo houdt u voeling met medegelovigen.
Een verstandige gemeente zal zéker niet élke avond op u beslag leggen. Naast de zondagmorgen stelt zij zich meestal tevreden met één avond. Zij houdt er rekening mee, dat u veelal tot een gezin behoort. Ook is het zo, dat kinderwerk enz. veel van uw tijd kan opslokken naast de bovengenoemde centrale tijden.
- Terdege nagaan, hoe u andere mensen, die niet tot uw enge kring behoren, kunt gerieven. Zieken, bejaarden, hulpbehoevenden, mensen in nood opzoeken. Klaar staan om op bescheiden wijze te helpen: zo blijf u in aanraking met de hele mensheid.
Als God u een opdracht wil geven, begint onder zekere voorwaarde ergens op het paneel van uw leven- een lampje te branden. Die voorwaarde ís: het paneelgedeelte in kwestie behoort te zijn íngeschakeld.
Stel: God heeft voor u als taak gedurende een bepaalde tijd: het verzenden van felicitaties aan gemeenteleden, die hun verjaardag vieren. U echter komt nooit ergens vást, dan gaat die opdracht níet door. Het kan echter óók voorkomen, dat u wel ergens vást komt, maar uw neus ophaalt voor dergelijk klein werk (Zach. 4:10).
Dat moet u niet doen; ook dan kan het lampje niet aanflitsen. En:
wie het kleine niet eert, is het grote niet weerd. Uw opdracht kan klein blíjven, nu ja: het zij zo. Een kleine opdracht in úw oog kan trouwens groot zijn in Gods oog. Ik heb overigens toch ook wel het vólgende zien gebeuren: mensen deden kleine karweitjes voor God; ze deden dat zonder berekening, zónder de idee: als ik dit nu maar aanpak, komt er best eens iets beters
nee, ze deden het uit liefde en omdat ze er zín in hadden om voor God bezig te zijn. En dan kwám er ander werk. Ze waren naar dat andere werk toegegroeid door áán te pakken.
Ik zou er veel méér over kunnen zeggen, maar ik moet zó oppassen. Al die aanlokkelijke zijsprongetjes voeren telkens weer je aandacht weg. Terug naar ons thema dus:
Paulus zei tegen iedereen in steeds ruimere kring:
Doe werken met je berouw in overeenstemming.
Die oproep klinkt ook nú tot ú. Uw berouw reikt immers díep?! U wílt toch al het kwalijke kwijt van uw vroegere weg door het leven?! Wel, dan ook bréken met alle vruchteloos werk om op eigen kracht uit de modder te komen.
Baron van Münchhausen trok zichzelf met paard en al aan zijn haren uit het moeras. Dat zéi hij tenminste. Dat kón natuurlijk nooit! Ook voor hém, zelfs voor hém, was het onmogelijk eruit te komen, zonder een steunpunt búiten die neerzuiging. Zoveel mensen spelen ook tegenwoordig nog die Münchhausen-rol.
Ze beloven zichzelf met nieuwjaar:
Nu ga ik mij niet meer zo kwaad maken en opwinden.
Rang
weer een ruk aan die haren.
Pak de hand búiten het moeras maar liever. Ook bekeerden trekken zich nog dikwijls zó de haren uit het hoofd.
Tja
en dan moeten ze later zeggen:
Ik kán de haren wel uit mijn hoofd trekken.
Maar wanneer u wedergeboren bent, zíet u die hand en wílt u en kúnt u die grijpen. God wil alle mensen helpen om op alle gebieden van hun leven te komen tot een kwaliteitsproduct:
- Liefdewerken zonder berekening;
- Geloofswerken zonder allerlei ja maars.
Als u werkelijk niet alleen met uw lippen- erkent, God bij uw verdere levensgang nodig te hebben, gebeurt er iets groots. Uw berouw over uw aardse, horizontale, besmette denken wordt beloond.
Die beloning bestaat uit door de hemel geïnspireerde, omhoog wijzende, steeds gezonder wordende daden en woorden.
Dan ziet u ook, dat u er maar niet bént, als u:
- In geloof op zieken de handen legt voor genezing;
- De gave van kennis, wijsheid of profetie gebruikt.
Dan ziet u, dat het overál mogelijk en nodig- is om geloofsdaden te stellen. Als u in financiële moeilijkheden zit, bedenkt u niet meer zenuwachtig het ene slimme plannetje na het andere: dood werk.
Nee, u kijkt rustig na, wat Gód in deze situatie aan mogelijkheden voor u heeft. U tobt niet meer en wanneer de tijd dáár is, handelt u rustig volgens zijn aanbevelingen: levend werk.
Zo te handelen is een plicht voor alle bekeerden
in Damascus
in Jeruzalem
in alle andere landstreken
het is ook een plicht voor ú.
En: werken in overeenstemming met uw berouw zijn werken, die uw hele leven op een hoger plan brengen.
08-11-2008, 19:17 geschreven door Gerritse
|