4.7.3.
Een goed begin van eensgezindheid, verkregen door levend werk, wordt door God voortgestuwd naar oneindige harmonie
- Wie karig zaait, zal ook karig oogsten, en wie mildelijk zaait zal ook mildelijk oogsten. Een ieder doe, naar hij zich in zijn hárt heeft voorgenomen, niet met tegenzin of gedwongen, want God heeft de blijmoedige gever lief. En God is bij machte alle genade in u overvloedig te schenken, opdat gij, in alle opzichten, te allen tijde van alles genoegzaam voorzien, in alle goed werk overvloedig moogt zijn, gelijk geschreven staat:
Hij heeft uitgedeeld, aan de armen gegeven: zijn gerechtigheid blijft in eeuwigheid (2 Cor. 9:6-9).
De hierboven aangehaalde teksten kunnen uiteraard vanuit verschillende standpunten worden beschouwd. In de hiernavolgende overdenking, volg ik déze leidraad:
Levend werk zal zich dikwijls het eerst manifesteren in het blijmoedig uitschrijven van giros ten behoeve van het werk van God. Dit bescheiden begin kan zich ontwikkelen tot een veelheid van levend werk. Door Gods ondersteuning komen wij met behulp van dat levende werk Hem steeds meer nabij.
Paulus richt zich in dit schriftgedeelte tot een groep Christenen, die grote verwachtingen heeft gewekt door bereidheid tot het brengen van offers in geld. Hij geeft richtlijnen voor een grote collecte daar ten behoeve van noodlijdende gelovigen elders. En dan zegt hij
(vrij weergegeven):
..
Doe nu niet je best om vooraan te staan bij die collecte uit een soort prestatiezucht. Als je er innerlijk tegen rebelleert, doet het je geen nut. Als je er min-of-meer toe genóópt wordt door je wil om je weer eens goed te profileren, doet het je innerlijk geen goed. God heeft alleen blijmóedige gevers lief. Gevers met gespannen kaken van de inspanning kan Hij niet zo echt zijn liefde ten vólle mededelen. Ga niet op je tenen staan, laat je ook niet opjutten, maar overleg innerlijk met God. Voer uit, wat daarna als beslissing in je hart komt bovendrijven. Weet echter wel dit: als er in verhouding tot je mogelijkheden weinig uitkomt (Mark. 1:41), dan zullen jullie zegeningen navenant zijn: maar lala
Maar kijk nou uit, als er in verhouding tot je mogelijkheden, veel uitkomt (Mark. 12:42-44); dán: geen woorden daarvoor!
Laat ik het toch eens proberen, die woorden te vinden:
Jullie geven geld; God geeft genade
Jullie geven flink wat. God geeft overvloedig.
Hij heeft de mácht ertoe, Hij kán het en Hij dóet het.
Begin maar vrijmoedig te geven van wat je hebt, doe dat ene goede werk, waartoe je in ieder geval wél bij machte bent: naar vermogen geven van je inkomen in geld. Dat is een mogelijkheid, die iedereen wel heeft. Het is een goed begin van eensgezind zijn met God; meedenken met Hem. Het is levend werk, waar Híj een geweldige kracht aan geeft. Die kracht voert dat bescheiden, overzienbare begin tot een overvloedige, onoverzienbare, oneindige climax.
Wát ga je namelijk zien?! De Heer gaat je meer goed werk toevertrouwen. Nu ben je scheutig met geld. Wat wordt je loon en je toekomst?! Overvloedig zijn in álle goed werk. In alle opzichten, in getuigen, troosten, onderwijzen en vermanen, wil God je altijd alles geven om goed bevoorraad en bewerktuigd te zijn. Nú offer je nog geld voor de armen in stoffelijk opzicht. Wat is de bedoeling en het perspectief? Je zult de blijde boodschap van Jezus, je zult de bemoediging, lering en wegaanwijzing maar voor het úitdelen hebben. De wereld is vól armen-in-niet-stoffelijk-opzicht. Je vooruitzicht is, dat je ook díe zult kunnen helpen. Je zult géven en géven en zélf eeuwige gerechtigheid krijgen. Meestal heb je aan het begin van je goede werk voor God alleen geld, soms maar heel weinig. Als je zegt:
Heer, ik geef het door U aanbevolen gedeelte áán U (Hebr. 7:5). In feite ís het immers allemaal ván U (Ps. 50:10; Haggaï 2:9).
Dan wordt dat dode geld door die eensgezindheid met God levend! De Geprezene geeft er steeds meer bij: ik noem maar wat: goed kunnen zingen en liefdevolle oplettendheid en warme belangstelling en opbouwende opmerkingen
; o, die symfonie van gave na gave na gave. Dat gáát maar door van hoogtepunt naar hoogtepunt.
Naarmate uit dat begin van je levende werken het doodse wijkt, ga je Gods bedoelingen steeds beter begrijpen. Je krijgt steeds beter aansluiting op zijn plannen. Jouw instrument valt in Gods harmonie uiteindelijk altijd op de júiste momenten in.
..
Tot zover Paulus. Geparafraseerd (zoals gewoonlijk).
04-03-2010, 19:03 geschreven door Gerritse
|