4.5.4.
Het werk van Jezus volgelingen is onvernietigbaar
- Ik (Johannes) hoorde een stem uit de hemel zeggen: schrijf:
Zalig de doden, die in de Here sterven van nu aan
Dat zij rusten van hun moeiten, want hun werken volgen hen na. (Op. 14:13).
In de laatste tijd vóór Jezus terugkomst, ontstaan er voor degenen, die Hem volgen, mogelijkheden, als nóóit tevoren. Er zijn volhouders, die door alles heen Gods aanwijzingen in acht blijven nemen en loyaal blijven jegens Jezus (:12). Zij kríjgen toch kansen!
Door de doop in de Heilige Geest, ontvangen zij het vermogen om wérkelijk goed, onvernietigbaar, geestelijk werk te leveren. Dat brengt hen dat is waar- in extra zorg. Zij dringen de duivel op zijn eigen terrein terug. Hij biedt vinnig tegenstand. Dat is altijd zo; de frontsoldaat heeft het harder dan de bureausoldaat. Maar als het goed is- heeft degene, die dáár is, waar de kogels fluiten, méér kans op een onderscheiding.
In Gods dienst gaat het altijd goed. Er kómt een lintje: rust na moeite. WaaromDat werk van hen, dat goede werk, dat zij gedaan hebben, in overleg met Gods Geest, doorstaat elke tankaanval, elke bazookabeschieting, elke raketvoltreffer. Mochten zij in die strijd lichamelijk sterven, geen nood: eeuwige armen vangen hen op (Deut. 33:27). Voorbij is de tijd van het voze, brekelijke, kwetsbare, dóde werk. Ongeschokt staat hun gave, onbreekbare, onkwetsbare, lévende werk. Zalig uitermate gelukkig- wachten hun geest en ziel op de eerste opstanding (Op. 20:6) der doden (Hand. 24:15). Dan worden die beiden ook nog eens met een nieuw, onbeschrijflijk mooi lichaam verenigd (1 Cor. 15:42-44).
Vroegere geslachten kenden die verrukking niet. Het volle licht was nog niet geopenbaard (Col. 1:25). Er waren ook tóen mensen, die het echt wel ín zich hadden(Job. 19:25), (Ruth 1:16). Maar zíj kregen geen kans, om zich helemáál waar te maken. Nú in deze laatste tijd- zitten zíj op de tribune (Hebr. 12:1). Ademloos kijken zij toe, hoe het laatste elftal de beslissende goals scoort. Het winnende doelpunt: -niet stuk te maken levend werk- maakt het ook hún weer mogelijk om verder te komen (Hebr. 11:40).
O, dat heerlijke van nu aan.
U wedergeborene- leef in dat nú. U zit in dat finale-elftal. U scoort. U houdt God vast en bent trouw aan Jezus. Gods Geest werkt in ú. U levert gaaf werk, dat zijn glans niet verliest. Uw dode werk hebt u ván u geworpen. Láát het maar teniet gaan. U doet het niets meer (Phil. 3:8). U heeft uw huis met bezemen gekeerd; ál het oude, bedorvene, weggehaald. Feest is het voor u in het prachtige huis van uw levende werken (1 Cor. 5:8).
Hoor hem,
zeg u:
Hoor hem nóu toch weer!. Doet net of wij-gelovigen-samen helemaal het einde zijn
en dan moet je de áfval zien, die er is
hij is véél te opgewonden!
Neen, niets te opgewonden. Die afval moet er komen (2 Thess. 2:3), maar dat is niet het héle verhaal (Op. 22:11).
Laat de duivel u niet wijs maken, dat er niets gebeurt
sinds 1959 heb ik deel aan opwekkingsbewegingen. Ik heb sindsdien veel betrouwbare berichten ontvangen over wonderen en andere heerlijke gebeurtenissen. Een bloemlezing daaruit zou een boek vullen met dezelfde zeggingskracht als Handelingen. Dat bijbelboek is het enige, waaraan nog dagelijks geschreven wordt. En zég, dat er wat bijkomt. Daarom ben ik terecht enthousiast over uw collectief.
19-11-2009, 21:23 geschreven door Gerritse
|