2.4 HOE U DAADWERKELIJK VAN DE VERKEERDE WEG AFKOMT EN ER AF BLIJFT (hoofdgedachte)
Gedachten: hoe tegenspoed een aansporing kan zijn (2.4.1); wat schuldbelijdenis kan uitwerken (2.4.2); hoezeer het nodig is, dat bekering een beslissing is, waar iemand met zijn hele wezen achterstaat; geen bevlieging, maar een blijvend andere levenshouding (2.4.3); hoe nodig het is om die andere levenshouding te tonen door zonden los te laten (2.4.4); hoe God degene, die zich gaat bekeren, aanvuurt (2.4.5); hoe Jan en Joke van de verkeerde weg afkomen en een veelbelovend begin maken met het er ook vanaf blíjven (2.4.6); slotopmerkingen (2.4.7).
2.4.1 Hoe tegenspoed een aansporing kan zijn
Wanneer het u bang zal zijn en in de toekomst u al deze dingen zullen overkomen, dan zult gij u bekeren tot de Here uw God en naar Hem luisteren, want de Here uw God is een barmhartig God (Deut. 4:30,31).
Mozes waarschuwt voor nare dingen, die afval van God met zich brengt: tegenspoed (Jer. 2:27); vervagen van wat nog aan besef van God rest (1 Cor. 10:17); wegraken uit de geestelijke omgeving het milieu waar men eigenlijk thuishoort (2. Kon. 24:14). Maar hij komt ook met een troostend uitzicht voor diegenen uit het volk, die het in het diepst van hun wezen goed bedoelen. Tot die kernmensen, waar het uiteindelijk toch om gaat, zegt hij: je zult niet verhard worden onder de tegenslagen; het zal je alleen wel bang te moede worden; daarom zullen jullie willen veranderen; je zult op weg gaan om God te hervinden; de drang daartoe werkt Hij in jullie harten, dus is het nog genade ook.
Wanneer u dit leest, kan het zijn, dat ook u: tegenspoed heeft; alleen nog wat vage ideeën heeft over Petrus aan de hemelpoort, over het vagevuur of over Maria; in een omgeving vertoeft, die u innerlijk vreemd is; gebonden bent aan verslavingen, gewenningen en gedragspatronen, waarvan u zegt: Ze horen niet eens bij me! Wanneer u echter toch ondanks alles een jazegger bent (zie bijbelstudie 1), dan wordt u aan het denken gezet door de woorden van Mozes, die ik zojuist citeerde. U krijgt het er benauwd van, zegt: Ik moet weg uit deze rampen brengende, wezensvreemde sfeer; weg uit dit oneigene milieu, dat de slechtste kanten van mijn persoonlijkheid activeert. U keert zich tot God. Want: Hij zoekt u en Hij vindt u! (Luk. 15:4). Haal alle positieve elementen, die in uw tegenspoed en verdwaald zijn, nochtans verborgen liggen, eruit (Ps. 119:71). Laat uit verlies winst worden geboren. Gebruik uw verontrusting niet als een hefboom om uzelf nog verder in de modder te drukken. Gebruik haar als een hand, die u naar God uitstrekt om u uit de derrie te laten trekken.
En hoe steekt u de hand uit? Door te bidden; gewoon zeggen: Jezus
help
ik wil eruit. Ik geloof, dat U mijn hand grijpt. Gesteld, dat u dat s avonds op bed vraagt, is het zo fijn om dan verder te gaan: Dank U; ik ga nu slapen. Mijn eerste nacht onder uw bescherming en morgen mijn eerste dag.
20-01-2007, 16:49 geschreven door Gerritse
|