2.5.3.3 Als wij ons richten op God, begint Hij ons op een hoger plan te brengen
"Ik zal mijn oog op hen (in ballingschap weggevoerde mensen uit Juda) slaan ten goede en Ik zal hen naar dit land doen terugkeren. Ik zal hen bouwen en niet afbreken, planten en niet uitrukken. Ik zal hun een hart geven om Mij te kennen, dat Ik de Here ben en zij zullen Mij tot een volk en Ik zal hun tot een God zijn, wanneer zij zich van ganser harte tot Mij bekeren (Jer. 24:6"en 7).
Heerlijke beloften, als u zich drastisch, van ganser harte bekeer. Prachtige vooruitzichten als u al uw wortels lostrekt uit de verzuurde, vergiftigde bodem van de oude levensstijl. Een nieuwe hoop, als u al die wortels overplant in de gezonde, goed bemeste grond van 'het nieuwe denken'.
Wat doet God? - U was van oorsprong bedoeld om een 'mens uit Juda' â? een Godlover â? te zijn. U hebt afgeleerd om God met heel uw bestaan te verheerlijken. Omdat u weggeraakt bent van uw roeping, bent u eigenlijk in ballingschap; vervreemd van de omgeving, waar u van origine thuishoorde. Maar: - Nu heeft God u weer ten goede in het oog. Wat betekent dat? Zijn ogen gaan over de hele wereld om krachtig bij te staan, hen, wier hart volkomen naar Hem uitgaat (2 Kron. 16:9). Daar hebt u dat begrip weer: van ganser harte; met een volkomen hart. - Hij brengt u naar uw land terug. Het verblijven in zijn licht, dat in oorsprong voor ons bedoeld was. Het zijn in de duisternis, dat is de ballingschap, dat is de kool, die de duivel het menselijk geslacht heeft gestoofd. U : de Jood (Godlover) naar het innerlijk (Rom. 2:29) , mag weg uit het donkere land van het niet-eren van God. U krijgt een enkele reis naar het zonovergoten gebied van het wel-prijzen van de Verhevene. - Hij zal u bouwen en niet afbreken. Er is een dreigende mogelijkheid van afbraak. Ik spreek er weinig over, omdat het zo'n impopulair onderwerp is. Maar het zou niet juist zijn om er steeds over te zwijgen, altijd maar te doen, 'of je neus bloedt'. Eventjes dan: in de hel worden de 'neezeggers' (bijvoorbeeld 1.6.6., 1.7.1 , 1.7.4 en 1.8.2 ; 1.8.3) afgebroken door eigen schuld. Een rampzalige, onvernietigbare bestaansrest, hun 'worm', blijft over (Mark. 9:44). Dat is hun eigen verantwoordelijkheid. Daarmede hebben God en Jezus niet van doen (Matth. 23:37). Zij hunkeren ernaar, u op te bouwen, tot uw leven een onuitsprekelijk (2 Cor. 12:4), heerlijk, eeuwig toppunt bereikt. - Hij zal u planten en niet uitrukken. Wie God de rug toekeert, wordt door eigen toedoen gaandeweg en tenslotte soms heel plotseling (Ps. 73:18,19) uit al zijn zekerheden gerukt. Hij heeft de beslissende vastheid niet en de houvasten, die hij denkt te hebben, raakt hij ook nog kwijt. God zoekt mensen, die de duivel de rug toekeren. Hun wil Hij nieuwe, eeuwige waarden geven, waarvan ze zelfs niet hadden gedroomd (1 Cor. 2:9). Hun wortels mogen ze ingraven in goede grond. Daar zijn ze innerlijk veilig, wat er ook gebeurt (Jes. 32:18). - Hij zal u een hart geven om Hem te kennen. De Here God wil u wedergeboren laten worden. U wordt dan in zijn rijk 'ingeboren'. Over de heerlijke gevolgen daarvan nader in volgende bijbelstudies. Hij wil u dopen en vervullen met zijn Heilige Geest (bijbelstudie 7, die ooit eens komt). Over de daarbij horende vrucht, gaven en bedieningen: bijbelstudie 8 en volgende. Allemaal uitvloeisels en vormgevingen van het nieuwe kennen van Hem, de Eeuwige. - Hij wil uw Leider zijn en u als zijn volk aanvaarden. Hij wil bij u horen en u bij Hem laten horen. Het juk van uw vroegere baas wordt verbroken (Jes. 9:3). Het 'juk', het geheel van arbeidsvoorwaarden, dat uw nieuwe Chef u aanbiedt, is alleszins redelijk (Matth. 11:30).
U, dieper bekeerde: - u bespeurde al iets van leiding door Iemand, Die u kundig waarschuwt voor gevaarlijke zijpaden (Jes. 30:21); - u kijkt soms blij rond in een feestelijke vergadering met andere gelovigen. U denkt dan: deze sfeer heb ik altijd gezocht, nu pas ervaar ik die (Ps. 84:2); - u merkt er al iets van, dat geniepigheidjes uit uw leven wegtrekken en plaats maken voor liefde (Rom. 12:21); - u begint zich uw geborgenheid voor de eeuwigheid met een diep gevoel van veilig welbevinden te realiseren (Col. 3:3); - u vergelijkt blij uw hemels banksaldo met uw aardse dito. In tegenstelling tot dat laatste groeit uw saldo bij de bank van de hemel maar aan (Philipp. 4:17), zonder dat inflatie roet in het eten kan gooien; - u bent al opmerkzaam geworden op zulke fijne begrippen als dopen na bekering en tongentaal. U verheugt er zich al bij voorbaat op, dat ook die dingen eraan zitten te komen. Heerlijk, dat u zulke opbouwende gedachten koestert. U vordert al duidelijk op het pad van het kennen van uw hemelse Vader. De wegwijzer-afstandcijfers duiden er op, dat u op een hoger plan komt.
17-06-2007, 16:53 geschreven door Gerritse
|